Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2022

Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2022

Wijken en buurten Perioden Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Codering (code) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Personen per soort uitkering Werkloosheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Bijstandsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Arbeidsongeschiktheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering AOW-uitkering (aantal) Personen per soort uitkering, relatief Werkloosheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Bijstandsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar)
Venlo 2022 maart** Venlo Gemeente GM0983 1 1.370 2.840 4.800 20.840 2 3
Venlo 2022 juni** Venlo Gemeente GM0983 1 1.130 2.780 4.730 20.900 1 3
Venlo 2022 september** Venlo Gemeente GM0983 1 1.130 2.730 4.720 21.000 1 3
Venlo 2022 december** Venlo Gemeente GM0983 1 1.140 2.730 4.710 21.070 1 3
Wijk 11 Venlo-Centrum 2022 maart** Venlo Wijk WK098311 1 70 140 200 810 2 3
Wijk 11 Venlo-Centrum 2022 juni** Venlo Wijk WK098311 1 60 140 190 810 1 3
Wijk 11 Venlo-Centrum 2022 september** Venlo Wijk WK098311 1 60 140 190 820 1 3
Wijk 11 Venlo-Centrum 2022 december** Venlo Wijk WK098311 1 70 140 190 820 1 3
Wijk 12 Venlo-Zuid 2022 maart** Venlo Wijk WK098312 1 130 280 490 1.720 2 3
Wijk 12 Venlo-Zuid 2022 juni** Venlo Wijk WK098312 1 110 270 480 1.720 1 3
Wijk 12 Venlo-Zuid 2022 september** Venlo Wijk WK098312 1 120 280 480 1.710 1 3
Wijk 12 Venlo-Zuid 2022 december** Venlo Wijk WK098312 1 130 290 480 1.710 1 3
Wijk 13 Venlo-Oost-Noord 2022 maart** Venlo Wijk WK098313 1 120 90 250 2.260 1 1
Wijk 13 Venlo-Oost-Noord 2022 juni** Venlo Wijk WK098313 1 110 100 240 2.270 1 1
Wijk 13 Venlo-Oost-Noord 2022 september** Venlo Wijk WK098313 1 100 90 230 2.290 1 1
Wijk 13 Venlo-Oost-Noord 2022 december** Venlo Wijk WK098313 1 70 90 230 2.280 1 1
Wijk 14 Venlo-Noord 2022 maart** Venlo Wijk WK098314 1 130 380 420 1.630 2 6
Wijk 14 Venlo-Noord 2022 juni** Venlo Wijk WK098314 1 100 370 410 1.630 2 6
Wijk 14 Venlo-Noord 2022 september** Venlo Wijk WK098314 1 120 360 420 1.620 2 5
Wijk 14 Venlo-Noord 2022 december** Venlo Wijk WK098314 1 110 360 430 1.610 2 5
Wijk 15 Venlo-Oost-Zuid 2022 maart** Venlo Wijk WK098315 1 80 340 390 1.050 2 7
Wijk 15 Venlo-Oost-Zuid 2022 juni** Venlo Wijk WK098315 1 60 330 390 1.040 1 6
Wijk 15 Venlo-Oost-Zuid 2022 september** Venlo Wijk WK098315 1 60 320 390 1.050 1 6
Wijk 15 Venlo-Oost-Zuid 2022 december** Venlo Wijk WK098315 1 60 310 380 1.060 1 6
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering per gemeente, wijk en buurt (indeling 2022). Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom en bijstand.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering.

Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of uitkeringen van verschillend type (zoals een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).
Vanaf oktober 2021 is een stijging te zien van het aantal WGA-uitkeringen. De oorzaak hiervan is een kwaliteitsverbetering van het proces waardoor een groep eigenrisicodragers die eerder ontbraken nu wel meegenomen wordt. Het gaat niet om een stijging in het reguliere aantal WGA-uitkeringen, maar om een stijging in "personen met een WGA-uitkering". Bij de categorie personen met een uitkering (totaal) wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
De cijfers over aantallen personen met een uitkering per buurt, wijk of gemeente kunnen in geringe mate afwijken van elders op StatLine gepubliceerde cijfers, doordat gebruik wordt gemaakt van de meest recente gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Omdat verschillende StatLine-tabellen op verschillende momenten geactualiseerd worden, kan het voorkomen dat voor de ene tabel een andere versie van de BRP wordt gebruikt dan voor een andere tabel. De laatst gepubliceerde cijfers zijn in dat geval het meest accuraat.
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagmaand.

Gegevens beschikbaar vanaf: maart 2022.

Status van de cijfers:
De cijfers van 2022 zijn nader voorlopig.

Wijzigingen per: 31 juli 2023

Toegevoegd zijn
- de nader voorlopige cijfers van december 2022.

Nader voorlopig geworden zijn
- de cijfers over de periode maart, juni en september 2022.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze cijfers per gemeente, wijk en buurt met indeling 2023 verschijnen in een nieuwe tabel.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Codering
Gemeentecode heeft 4 posities, voorafgegaan door ‘GM’.
Wijkcode heeft 6 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2), voorafgegaan door ‘WK’.
Buurtcode heeft 8 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2) + buurtcode (2), voorafgegaan door ‘BU’.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Personen per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en ouderdomsuitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW).
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW).
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Personen per soort uitkering, relatief
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet, Bijstandswet, Arbeidsongeschiktheidswet en de Algemene Ouderdomswet in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder per regio.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een bijstandsuitkering in het kader van de Participatiewet (PW) ontvangt in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de Wsw.
Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.