Investeringen door bedrijven in de industrie; verwachting en realisatie

Investeringen door bedrijven in de industrie; verwachting en realisatie

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Perioden Investeringen; verwachtingen (%) Investeringen; realisaties (%)
C Industrie 2023* 15 .
10 Voedingsmiddelenindustrie 2023* 12 .
10-12 Voedings-, genotmiddelenindustrie 2023* 15 .
11 Drankenindustrie 2023* . .
12 Tabaksindustrie 2023* . .
13 Textielindustrie 2023* -20 .
13-15 Textiel-, kleding-, lederindustrie 2023* -23 .
14 Kledingindustrie 2023* -56 .
15 Leer- en schoenenindustrie 2023* -32 .
16 Houtindustrie 2023* -42 .
16+23 Hout- en bouwmaterialenindustrie 2023* 0 .
17 Papierindustrie 2023* -6 .
17-18 Papier- en grafische industrie 2023* -13 .
18 Grafische industrie 2023* -27 .
19 Aardolie-industrie 2023* . .
19-22 Raffinaderijen en chemie 2023* 30 .
20 Chemische industrie 2023* 30 .
21 Farmaceutische industrie 2023* . .
22 Rubber- en kunststofproductindustrie 2023* 47 .
23 Bouwmaterialenindustrie 2023* 31 .
24 Basismetaalindustrie 2023* 61 .
24-25 Basismetaal, metaalprod.-industrie 2023* 17 .
24-30, 33 Metalektro 2023* 9 .
25 Metaalproductenindustrie 2023* 8 .
26 Elektrotechnische industrie 2023* 20 .
26-28 Elektrotechn. en machine-industrie 2023* 11 .
27 Elektrische apparatenindustrie 2023* 3 .
28 Machine-industrie 2023* 11 .
29 Auto- en aanhangwagenindustrie 2023* -27 .
29-30 Transportmiddelenindustrie 2023* -1 .
30 Overige transportmiddelenindustrie 2023* 30 .
31 Meubelindustrie 2023* -22 .
31-33 Overige industrie en reparatie 2023* -1 .
32 Overige industrie 2023* 37 .
33 Reparatie en installatie van machines 2023* -9 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de investeringsverwachtingen en –realisaties van bedrijven in de industrie. De gegevens zijn het resultaat van een steekproefonderzoek dat het CBS jaarlijks houdt onder bedrijven in de industrie. Deze meting wordt in februari uitgevoerd. Het CBS vraagt bedrijven in deze bedrijfstak naar hun investeringsverwachtingen voor het lopende kalenderjaar en de realisaties voor het voorgaande jaar. De statistiek “Investeringen; verwachtingen en realisaties” komt tot stand met medefinanciering door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De hoogte van investeringen fluctueert sterk in de tijd. Ook investeringsverwachtingen kunnen aan schommelingen onderhevig zijn. Zo kunnen bedrijven in de loop van het jaar hun verwachtingen bijstellen omdat ze besluiten investeringsprojecten te annuleren, uit te stellen of juist versneld uit te voeren. Daarnaast kan de datum van oplevering van de materiële vaste activa verschuiven. De gegevens zijn beschikbaar per branche binnen de industrie.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2013
De gegevens die verzameld zijn voor de publicatie in mei 2020, zijn gedeeltelijk (ongeveer drie kwart) van voor 12 maart.
12 maart is het omslagpunt voor de maatregelen voor de COVID-19 pandemie.
Gezien de impact hiervan is, op basis van extra uitvraag en de respons van na 12 maart, de data van voor 12 maart gecorrigeerd.

Status van de cijfers:
Alle cijfers over de verwachtingen voor 2013 tot en met 2023 zijn definitief. De cijfers over de realisaties van 2013 tot en met 2021 zijn definitief en die van 2022 zijn nader voorlopig.

Wijzigingen per 30 november 2023:
De voorlopige data voor de realisatie van 2022 is bijgesteld naar nader voorlopig.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De investeringsgegevens over jaar T kennen het volgende publicatieschema:
• Medio jaar T:
Verwachting T (definitief)
Realisatie T min 1 (voorlopig cijfer)
Realisatie T min 2 (definitief)
• Aan het einde van jaar T:
Realisatie T min 1 (Nader voorlopig)

Toelichting onderwerpen

Investeringen; verwachtingen
De investeringsverwachtingen zijn gebaseerd op de uitgaven die bedrijven verwachten te doen voor de aanschaf van materiële vaste activa.
Zowel de verwachte als de gerealiseerde groei van de investeringen is uitgedrukt als procentuele wijziging ten opzichte van dezelfde periode van het voorgaande jaar.
Investeringen; realisaties
De gerealiseerde investeringen zijn gebaseerd op de uitgaven die bedrijven gedaan hebben voor de aanschaf van materiële vaste activa.
Zowel de verwachte als de gerealiseerde groei van de investeringen is uitgedrukt als procentuele wijziging ten opzichte van dezelfde periode van het voorgaande jaar.