Sociale veiligheid; persoonskenmerken; 2021

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Kenmerken Betrouwbaarheidsmarges Leefbaarheid en overlast in woonbuurt Leefbaarheid woonbuurt Sociale cohesie Mensen kennen elkaar nauwelijks (% (helemaal) eens) Leefbaarheid en overlast in woonbuurt Leefbaarheid woonbuurt Sociale cohesie Mensen gaan prettig met elkaar om (% (helemaal) eens) Leefbaarheid en overlast in woonbuurt Leefbaarheid woonbuurt Sociale cohesie Gezellige buurt waar men elkaar helpt (% (helemaal) eens) Leefbaarheid en overlast in woonbuurt Leefbaarheid woonbuurt Sociale cohesie Mensen spreken elkaar aan op gedrag (% (helemaal) eens) Leefbaarheid en overlast in woonbuurt Leefbaarheid woonbuurt Oordeel leefbaarheid woonbuurt Vooruit gegaan (%) Leefbaarheid en overlast in woonbuurt Leefbaarheid woonbuurt Oordeel leefbaarheid woonbuurt Achteruit gegaan (%) Leefbaarheid en overlast in woonbuurt Leefbaarheid woonbuurt Oordeel leefbaarheid woonbuurt Rapportcijfer leefbaarheid woonbuurt (rapportcijfer (1-10)) Leefbaarheid en overlast in woonbuurt Overlast in buurt Ervaart een of meer vormen van overlast (% veel overlast) Veiligheidsbeleving Onveiligheidsgevoel in het algemeen Kans om slachtoffer te worden Van oplichting via internet (% (heel) groot) Veiligheidsbeleving Respectloos gedrag Door onbekenden in openbaar vervoer (% weleens (vaak/soms)) Politie en burgers Functioneren politie Tevredenheid zichtbaarheid in buurt (% (zeer) tevreden) Preventie Preventief gedrag Waardevolle spullen meenemen uit auto (% altijd of vaak) Preventie Preventief gedrag Waardevolle spullen thuis laten (% altijd of vaak) Preventie Digitale gegevensbescherming Sterke, moeilijk te raden wachtwoorden (%)
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Waarde 23,5 77,8 61,1 58,4 15,5 9,8 7,5 40,8 13,2 14,2 42,5 65,7 29,2 71,4
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 22,7 77,0 60,2 57,5 14,9 9,3 7,5 39,9 12,6 13,6 41,6 64,8 28,3 70,6
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 24,3 78,5 62,0 59,3 16,2 10,4 7,6 41,8 13,9 14,8 43,5 66,6 30,0 72,3
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Waarde 26,9 78,3 61,8 49,6 13,9 14,2 7,5 52,8 15,3 10,7 37,5 75,1 31,1 76,8
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 26,3 77,8 61,2 49,0 13,4 13,8 7,5 52,1 14,9 10,3 36,9 74,5 30,5 76,3
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 27,5 78,9 62,5 50,3 14,3 14,7 7,5 53,5 15,8 11,1 38,2 75,7 31,7 77,4
Leeftijd: 45 tot 65 jaar Waarde 22,4 75,0 60,7 48,9 8,0 18,7 7,6 46,3 18,5 7,9 27,9 81,8 47,3 72,5
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 21,9 74,5 60,2 48,3 7,7 18,3 7,6 45,7 18,0 7,6 27,3 81,3 46,7 72,0
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 22,9 75,5 61,3 49,4 8,4 19,2 7,6 46,8 18,9 8,2 28,4 82,2 47,8 73,0
Leeftijd: 65 jaar of ouder Waarde 25,5 72,5 61,5 44,5 6,6 16,5 7,7 38,2 19,9 4,6 24,9 76,5 56,6 63,2
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 25,0 71,9 60,9 43,9 6,3 16,1 7,7 37,6 19,4 4,4 24,3 75,9 55,9 62,6
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 26,1 73,1 62,1 45,1 6,9 17,0 7,7 38,8 20,4 4,9 25,4 77,0 57,2 63,8
Leeftijd: 15 tot 18 jaar Waarde 17,0 79,9 66,5 63,7 16,0 8,7 7,7 38,1 12,2 12,1 43,9 61,5 30,3 70,2
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 15,9 78,6 65,0 62,2 14,8 7,8 7,6 36,6 11,2 11,1 42,4 59,9 28,8 68,7
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 18,2 81,2 68,0 65,2 17,2 9,6 7,7 39,6 13,2 13,1 45,5 63,0 31,7 71,6
Leeftijd: 18 tot 25 jaar Waarde 27,0 76,6 58,1 55,6 15,3 10,5 7,5 42,3 13,8 15,3 41,8 68,0 28,6 72,1
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 26,0 75,6 57,0 54,4 14,5 9,8 7,4 41,2 13,1 14,5 40,7 66,9 27,6 71,1
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 28,0 77,5 59,3 56,7 16,2 11,2 7,5 43,5 14,6 16,2 42,9 69,1 29,6 73,1
Leeftijd: 25 tot 35 jaar Waarde 30,7 77,2 58,4 47,7 15,2 12,9 7,5 52,2 14,6 12,1 39,4 72,3 27,4 77,2
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 29,8 76,4 57,5 46,8 14,5 12,3 7,4 51,3 14,0 11,5 38,5 71,4 26,6 76,4
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 31,5 78,0 59,3 48,6 15,8 13,5 7,5 53,1 15,3 12,7 40,4 73,1 28,2 78,0
Leeftijd: 35 tot 45 jaar Waarde 22,8 79,5 65,5 51,7 12,5 15,6 7,6 53,4 16,1 9,1 35,4 78,2 35,1 76,4
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 22,1 78,7 64,7 50,8 11,9 15,0 7,6 52,5 15,4 8,6 34,6 77,4 34,2 75,6
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 23,6 80,3 66,4 52,6 13,1 16,3 7,6 54,4 16,8 9,7 36,3 79,0 36,0 77,2
Leeftijd: 45 tot 55 jaar Waarde 22,1 76,5 61,5 50,6 9,2 18,5 7,6 47,7 17,5 8,3 30,0 82,2 44,6 73,8
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 21,4 75,8 60,7 49,7 8,7 17,8 7,6 46,9 16,8 7,9 29,3 81,5 43,8 73,1
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 22,9 77,3 62,4 51,4 9,7 19,1 7,6 48,6 18,1 8,8 30,8 82,8 45,5 74,6
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Waarde 22,7 73,5 59,9 47,2 6,9 19,0 7,6 44,8 19,5 7,5 25,7 81,3 49,8 71,2
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 22,0 72,8 59,2 46,4 6,5 18,4 7,6 44,0 18,9 7,2 25,0 80,7 49,1 70,5
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 23,3 74,2 60,6 47,9 7,3 19,6 7,6 45,6 20,1 7,9 26,4 81,9 50,6 71,8
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Waarde 23,5 72,8 61,5 45,3 6,8 17,0 7,7 41,3 20,4 5,4 24,5 80,5 56,9 67,1
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 22,8 72,1 60,7 44,5 6,4 16,4 7,6 40,5 19,8 5,0 23,8 79,9 56,2 66,3
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 24,1 73,5 62,2 46,0 7,2 17,6 7,7 42,0 21,1 5,7 25,2 81,2 57,7 67,8
Leeftijd: 75 jaar of ouder Waarde 29,1 71,9 61,5 43,1 6,2 15,7 7,7 32,9 18,9 3,3 25,5 69,4 55,9 56,3
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 28,1 71,0 60,5 42,1 5,7 15,0 7,7 31,9 18,1 3,0 24,6 68,4 54,8 55,3
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 30,1 72,9 62,6 44,2 6,7 16,5 7,7 33,9 19,8 3,7 26,4 70,4 56,9 57,4
Onderwijsniveau: middelbaar onderwijs Waarde 22,3 75,5 61,6 50,2 9,3 16,9 7,6 46,8 17,7 8,3 30,5 78,8 43,2 73,7
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 21,8 75,0 61,1 49,6 9,0 16,5 7,5 46,2 17,2 7,9 29,9 78,3 42,6 73,2
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 22,8 76,0 62,2 50,7 9,7 17,3 7,6 47,4 18,1 8,6 31,0 79,3 43,8 74,2
Onderwijsniveau: wo, master, doctor Waarde 24,8 81,2 61,5 48,6 12,5 11,1 7,8 45,2 15,8 10,4 32,9 82,6 37,6 80,4
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 24,1 80,5 60,7 47,8 12,0 10,6 7,8 44,4 15,2 9,9 32,1 81,9 36,8 79,8
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 25,6 81,8 62,3 49,4 13,1 11,6 7,8 46,0 16,4 10,9 33,6 83,2 38,4 81,1
Seksuele geaardheid: homo's Waarde 31,2 73,0 54,7 48,0 14,0 17,1 7,5 50,0 18,4 13,0 36,0 69,5 38,1 79,6
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 28,9 70,6 52,2 45,5 12,3 15,2 7,4 47,5 16,5 11,4 33,6 67,0 35,7 77,6
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 33,6 75,2 57,2 50,5 15,9 19,1 7,5 52,5 20,5 14,7 38,5 71,8 40,6 81,5
Seksuele geaardheid: lesbiennes Waarde 28,3 74,8 57,8 46,2 13,4 16,6 7,5 48,9 19,4 12,8 33,5 76,4 44,1 73,6
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 25,7 72,2 54,9 43,4 11,5 14,6 7,4 46,0 17,1 11,0 30,8 73,8 41,2 71,0
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 31,0 77,2 60,6 49,1 15,6 18,8 7,6 51,8 21,8 14,8 36,3 78,8 46,9 76,0
Seksuele geaardheid: biseksuele mannen Waarde 31,3 71,2 55,2 50,5 15,5 14,4 7,5 45,8 20,4 13,5 41,5 67,3 35,1 72,7
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 28,1 67,9 51,6 46,9 13,1 12,2 7,3 42,3 17,7 11,1 38,0 63,8 31,9 69,5
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 34,7 74,4 58,7 54,1 18,4 16,9 7,6 49,4 23,4 16,3 45,2 70,6 38,5 75,7
Seksuele geaardheid: biseksuele vrouwen Waarde 28,7 72,4 56,6 48,2 12,5 13,9 7,4 50,1 19,9 19,1 34,2 70,1 45,3 71,0
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 26,5 70,1 54,1 45,8 10,9 12,3 7,4 47,6 17,9 17,2 31,9 67,7 42,8 68,7
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 31,0 74,5 59,0 50,7 14,2 15,7 7,5 52,6 21,9 21,1 36,6 72,3 47,8 73,2
Seksuele geaardheid: hetero mannen Waarde 24,0 77,8 62,5 53,3 11,0 14,3 7,6 43,3 15,8 7,4 33,5 77,0 37,8 76,7
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 23,5 77,4 62,0 52,8 10,7 14,0 7,6 42,8 15,4 7,1 33,0 76,6 37,3 76,2
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 24,4 78,3 63,0 53,8 11,3 14,7 7,7 43,8 16,2 7,6 34,0 77,5 38,3 77,1
Seksuele geaardheid: hetero vrouwen Waarde 22,0 77,4 62,6 48,0 9,4 15,6 7,7 46,9 17,8 9,5 30,8 81,1 46,3 71,9
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 21,5 77,0 62,1 47,5 9,1 15,2 7,7 46,4 17,4 9,2 30,3 80,7 45,7 71,4
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 22,4 77,9 63,1 48,6 9,8 16,0 7,7 47,5 18,2 9,8 31,3 81,5 46,8 72,3
Seksuele geaardheid: aseksueel Waarde 33,0 67,7 56,9 45,4 12,4 16,9 7,4 38,3 20,1 8,7 33,7 57,9 47,8 61,5
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 28,9 63,5 52,5 41,0 9,6 13,9 7,2 34,1 16,8 6,5 29,5 53,4 43,4 57,1
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 37,3 71,7 61,2 49,8 16,0 20,3 7,5 42,7 23,9 11,7 38,0 62,2 52,2 65,7
Seksuele geaardheid: overig Waarde 30,4 68,2 57,1 43,7 10,6 18,9 7,3 47,0 18,0 9,0 30,7 65,2 42,5 56,4
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 29,6 67,4 56,2 42,9 10,1 18,2 7,3 46,2 17,3 8,5 29,8 64,4 41,6 55,5
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 31,2 69,0 57,9 44,6 11,2 19,6 7,4 47,9 18,6 9,5 31,5 66,1 43,3 57,2
1ste 20%-inkomensgroep (laag) Waarde 34,2 65,6 51,3 43,4 13,4 19,2 7,2 50,2 16,4 12,1 38,4 58,1 37,2 66,5
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 33,2 64,6 50,3 42,4 12,7 18,5 7,1 49,2 15,6 11,5 37,4 57,1 36,2 65,6
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 35,1 66,5 52,3 44,4 14,2 20,1 7,2 51,2 17,1 12,8 39,4 59,1 38,2 67,5
2e 20%-inkomensgroep Waarde 28,7 69,5 56,6 46,1 9,7 19,7 7,4 48,0 18,1 8,3 32,6 70,9 46,0 66,4
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 28,0 68,7 55,7 45,2 9,2 19,1 7,4 47,1 17,4 7,9 31,8 70,1 45,2 65,6
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 29,5 70,3 57,4 46,9 10,2 20,4 7,4 48,8 18,7 8,8 33,4 71,7 46,9 67,2
3e 20%-inkomensgroep Waarde 23,8 74,8 61,6 48,9 9,4 16,9 7,6 47,6 17,7 8,1 30,4 78,9 44,3 71,4
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 23,2 74,2 60,9 48,1 9,0 16,4 7,5 46,8 17,2 7,7 29,8 78,2 43,6 70,7
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 24,4 75,4 62,3 49,6 9,9 17,5 7,6 48,3 18,3 8,5 31,1 79,5 45,0 72,1
4e 20%-inkomensgroep Waarde 20,5 80,1 65,2 52,2 9,7 13,9 7,7 44,5 16,9 7,8 30,3 81,9 42,1 73,2
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 20,0 79,6 64,5 51,5 9,3 13,4 7,7 43,8 16,4 7,5 29,6 81,4 41,4 72,6
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 21,1 80,7 65,8 52,8 10,1 14,3 7,8 45,1 17,4 8,2 30,9 82,4 42,7 73,8
5e 20%-inkomensgroep (hoog) Waarde 21,1 82,2 66,0 52,9 11,0 11,6 7,9 41,0 16,6 8,9 31,5 82,4 40,3 75,8
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 20,6 81,8 65,4 52,3 10,6 11,2 7,9 40,4 16,2 8,6 30,9 82,0 39,7 75,3
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 21,6 82,7 66,5 53,5 11,4 12,0 7,9 41,6 17,1 9,3 32,0 82,9 40,9 76,3
1ste 20%-welvaartsgroep (laag) Waarde 35,4 64,4 50,2 42,5 13,7 20,1 7,1 51,1 16,6 12,4 39,3 56,7 36,9 66,1
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 34,5 63,4 49,1 41,4 13,0 19,3 7,1 50,1 15,8 11,7 38,2 55,7 35,9 65,1
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 36,4 65,4 51,2 43,5 14,4 21,0 7,1 52,2 17,3 13,1 40,3 57,8 37,9 67,0
2e 20%-welvaartsgroep Waarde 29,6 69,0 55,5 45,7 10,4 20,7 7,3 50,6 17,5 9,3 33,2 70,9 42,8 68,6
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 28,8 68,2 54,6 44,8 9,9 20,0 7,3 49,8 16,9 8,8 32,4 70,1 41,9 67,8
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 30,3 69,7 56,3 46,6 10,9 21,3 7,4 51,5 18,2 9,8 34,0 71,7 43,6 69,4
3e 20%-welvaartsgroep Waarde 23,4 76,1 62,2 50,1 9,8 16,4 7,6 47,8 17,5 7,9 31,1 79,9 43,0 72,2
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 22,7 75,5 61,5 49,3 9,4 15,8 7,6 47,1 17,0 7,5 30,4 79,3 42,2 71,6
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 24,0 76,7 62,9 50,8 10,3 16,9 7,6 48,5 18,1 8,3 31,7 80,5 43,7 72,9
4e 20%-welvaartsgroep Waarde 20,9 80,3 65,6 51,4 9,6 13,9 7,7 44,5 16,9 8,0 30,0 82,2 42,6 73,3
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 20,3 79,8 64,9 50,8 9,2 13,5 7,7 43,8 16,4 7,6 29,4 81,7 41,9 72,7
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 21,4 80,8 66,2 52,1 10,0 14,4 7,8 45,1 17,4 8,3 30,6 82,7 43,2 73,9
5e 20%-welvaartsgroep (hoog) Waarde 19,8 82,3 66,6 53,5 10,2 10,8 7,9 38,6 17,0 8,2 30,4 82,4 43,0 74,1
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 19,3 81,8 66,0 52,9 9,8 10,4 7,9 38,0 16,6 7,9 29,8 81,9 42,4 73,5
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 20,2 82,7 67,2 54,1 10,6 11,2 7,9 39,2 17,5 8,6 30,9 82,8 43,6 74,6
Zeer sterk stedelijk Waarde 35,1 68,9 51,9 41,8 13,7 19,1 7,3 53,9 17,5 13,7 37,1 69,6 37,6 72,5
Betrouwbaarheidsmarge ondergrens 34,5 68,3 51,2 41,2 13,3 18,6 7,3 53,3 17,0 13,3 36,5 69,0 37,0 71,9
Betrouwbaarheidsmarge bovengrens 35,8 69,5 52,5 42,4 14,2 19,6 7,4 54,6 18,0 14,1 37,7 70,2 38,2 73,1
Sterk stedelijk Waarde 26,9 74,0 58,4 47,9 10,1 16,5 7,5 47,6 17,3 9,0 31,1 78,5 43,5 72,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat kerncijfers over de sociale veiligheid van personen in Nederland. Deze zijn afkomstig uit de Veiligheidsmonitor 2021 en omvatten de hoofdthema’s: leefbaarheid en overlast in de woonbuurt, veiligheidsbeleving, slachtofferschap traditionele criminaliteit, slachtofferschap online criminaliteit, oordeel van burgers over de politie, en preventie van criminaliteit. De gegevens kunnen worden uitgesplitst naar kenmerken zoals geslacht, leeftijd en onderwijsniveau.

Door wijzigingen in de vraagstellingen en in de onderzoeksopzet zijn de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021 niet zonder meer te vergelijken met die van de eerdere edities van de Veiligheidsmonitor. Voor meer informatie zie de onder paragraaf 4. Bronnen en Methoden’ opgenomen onderzoeksbeschrijving ‘Veiligheidsmonitor vanaf 2012’.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2021

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 1 maart 2024:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet van toepassing, deze tabel is komen te vervallen. Deze tabel is vervangen door de tabel ‘Veiligheidsmonitor; kerncijfers; persoonskenmerken’ (zie paragraaf 3).

Toelichting onderwerpen

Leefbaarheid en overlast in woonbuurt
Het betreft de thema's fysieke voorzieningen en sociale cohesie in de buurt, het oordeel over de leefbaarheid van de buurt, het oordeel over het functioneren van de gemeente en de gemeentelijke handhavers, en de overlast in de buurt.
Leefbaarheid woonbuurt
Sociale cohesie
In de veiligheidsmonitor is aan de respondenten een achttal stellingen voorgelegd over de sociale aspecten van hun woonbuurt, met de vraag in hoeverre ze het eens of oneens zijn met deze stellingen:
- De mensen in de buurt kennen elkaar nauwelijks.
- De mensen in de buurt gaan op een prettige manier met elkaar om.
- Ik woon in een gezellige buurt waar mensen elkaar helpen.
- Ik voel me thuis bij de mensen die in de buurt wonen.
- Ik heb veel contact met andere buurtbewoners.
- Ik ben tevreden over de bevolkingssamenstelling in de buurt.
- Als ik op vakantie zou gaan of langere tijd afwezig zou zijn, zou ik mijn huissleutel aan de buren durven te geven.
- In deze buurt durven de mensen elkaar aan te spreken op onwenselijk gedrag.

Aantwoordmogelijkheden:
1. Helemaal eens
2. Eens
3. Niet eens, niet oneens
4. Oneens
5. Helemaal oneens
6. Geen antwoord

Mensen kennen elkaar nauwelijks
Personen die het helemaal eens of eens zijn met de stelling: De mensen in de buurt kennen elkaar nauwelijks.
Mensen gaan prettig met elkaar om
Personen die het helemaal eens of eens zijn met de stelling: De mensen in de buurt gaan op een prettige manier met elkaar om.
Gezellige buurt waar men elkaar helpt
Personen die het helemaal eens of eens zijn met de stelling: Ik woon in een gezellige buurt waar mensen elkaar helpen.
Mensen spreken elkaar aan op gedrag
Personen die het helemaal eens of eens zijn met de stelling: In deze buurt durven de mensen elkaar aan te spreken op onwenselijk gedrag.
Oordeel leefbaarheid woonbuurt
In de Veiligheidsmonitor zijn aan de respondenten twee vragen gesteld over hun oordeel over de leefbaarheid van de woonbuurt:

- Vindt u dat de buurt waarin u woont in de afgelopen 12 maanden erop vooruit is gegaan, erop achteruit is gegaan of gelijk is gebleven?

Antwoordcategorieën:
1. Vooruit
2. Achteruit
3. Gelijk gebleven
 
- Kunt u met een rapportcijfer (van 1 t/m 10) aangeven hoe prettig u het vindt om in uw buurt te wonen?
Vooruit gegaan
Personen die vinden dat de eigen woonbuurt in de afgelopen 12 maanden erop vooruit is gegaan.
Achteruit gegaan
Personen die vinden dat de eigen woonbuurt in de afgelopen 12 maanden erop achteruit is gegaan.
Rapportcijfer leefbaarheid woonbuurt
Rapportcijfer van 1 tot en met 10.
Overlast in buurt
In de Veiligheidsmonitor is aan respondenten gevraagd naar het voorkomen van overlast in hun eigen woonbuurt en de mate waarin ze hiervan zelf overlast ervaren. Voor 17 afzonderlijke vormen van overlast is eerst gevraagd of deze weleens voorkomen in de eigen buurt en, zo ja, in welke mate men er zelf overlast van ervaart.

Het gaat om de volgende vormen van overlast:
1. Rommel op straat
2. Vernield straatmeubilair, bijv. vuilnisbakken of bankjes
3. Bekladde muren of gebouwen
4. Hondenpoep, bijv. op de stoep of op grasveldjes
5. Parkeerproblemen, bijv. fout geparkeerde voertuigen of te weinig plaatsen
6. Te hard rijden
7. Agressief verkeersgedrag
8. Dronken mensen op straat
9. Verwarde personen
10. Drugsgebruik, bijv. op straat of bij coffeeshops
11. Drugshandel
12. Overlast van horecagelegenheden zoals cafés, restaurants of snackbars
13. Overlast door buurtbewoners
14. Mensen die op straat worden lastiggevallen
15. Rondhangende jongeren
16. Geluidsoverlast
17. Stankoverlast

Antwoordmogelijkheden:
1. Veel overlast
2. Een beetje overlast
3. Geen overlast
4. Geen antwoord
Ervaart een of meer vormen van overlast
Personen die veel overlast ervaren van één of meerdere vormen van overlast:
1. Rommel op straat
2. Vernield straatmeubilair, bijv. vuilnisbakken of bankjes
3. Bekladde muren of gebouwen
4. Hondenpoep, bijv. op de stoep of op grasveldjes
5. Parkeerproblemen, bijv. fout geparkeerde voertuigen of te weinig plaatsen
6. Te hard rijden
7. Agressief verkeersgedrag
8. Dronken mensen op straat
9. Verwarde personen
10. Drugsgebruik, bijv. op straat of bij coffeeshops
11. Drugshandel
12. Overlast van horecagelegenheden zoals cafés, restaurants of snackbars
13. Overlast door buurtbewoners
14. Mensen die op straat worden lastiggevallen
15. Rondhangende jongeren
16. Geluidsoverlast
17. Stankoverlast
Veiligheidsbeleving
Het betreft de thema's algemene onveiligheidsgevoelens en de inschatting van de kans om slachtoffer te worden, onveiligheidsgevoelens in de buurt, de beoordeling van de criminaliteit in de buurt, respectloos gedrag en discriminatie.
Onveiligheidsgevoel in het algemeen
In de Veiligheidsmonitor zijn de volgende vragen gesteld over algemene onveiligheidsgevoelens:

- Voelt u zich weleens onveilig?

Antwoordcategorieën:
1. Ja
2. Nee
3. Geen antwoord

- (Indien ja:) Hoe vaak voelt u zich onveilig?

Antwoordcategorieën:
1. Vaak
2. Soms
3. Zelden
4. Geen antwoord

Het percentage 'vaak onveilig' heeft betrekking op de totale onderzoekspopulatie (inwoners van 15 jaar en ouder).
Kans om slachtoffer te worden
In de Veiligheidsmonitor is de respondenten de volgende vraag gesteld over de inschatting van de kans om slachtoffer te worden:

- Hoe groot denkt u dat de kans is dat u in de komende 12 maanden zelf slachtoffer wordt van:
1. Zakkenrollerij (diefstal op straat zonder geweld)?
2. Beroving (diefstal op straat met geweld)?
3. Inbraak in uw woning?
4. Mishandeling?
5. Oplichting via internet?

Antwoordcategorieën:
1. Heel groot
2. Groot
3. Niet groot, niet klein
4. Klein
5. Heel klein
6. Geen antwoord
Van oplichting via internet
Personen die denken dat de kans om slachtoffer te worden van oplichting via internet heel groot of groot is.
Respectloos gedrag
In de Veiligheidsmonitor is de volgende vraag gesteld over respectloos gedrag:

De volgende vraag gaat over respectloos gedrag. Dit is gedrag waarbij de grenzen van goed fatsoen worden overschreden.
- Hoe vaak wordt u respectloos behandeld door:
1. Onbekenden op straat?
2. Onbekenden in het openbaar vervoer?
3. Personeel van winkels of bedrijven?
4. Personeel van overheidsinstanties?
5. Bekenden zoals partner, familie of vrienden?

Antwoordcategorieën:
1. Vaak
2. Soms
3. Zelden
4. Nooit
5. Niet van toepassing
6. Geen antwoord
Door onbekenden in openbaar vervoer
Personen die zeggen vaak of soms respectloos behandeld te worden door onbekenden in het openbaar vervoer.
Politie en burgers
Het betreft de thema's contacten van burgers met de politie en de tevredenheid daarover, het oordeel over het functioneren van de politie in de buurt en het oordeel over het functioneren van de politie in het algemeen.
Functioneren politie
Tevredenheid zichtbaarheid in buurt
Personen die zeer tevreden of tevreden zijn over de zichtbaarheid van de politie in de eigen buurt.
***
In de Veiligheidsmonitor is gevraagd naar de tevredenheid over de zichtbaarheid van de politie in de buurt:
- Hoe tevreden of ontevreden bent u over de zichtbaarheid van de politie in uw buurt?

Antwoordcategorieën:
1. Zeer tevreden
2. Tevreden
3. Niet tevreden, niet ontevreden
4. Ontevreden
5. Zeer ontevreden
6. Kan dit niet beoordelen
Preventie
Preventief gedrag
In de Veiligheidsmonitor zijn de volgende vragen gesteld over preventief gedrag:

De volgende vragen gaan over manieren waarop u uzelf en uw bezittingen kunt beschermen.
- Hoe vaak neemt u de volgende maatregelen?

1. Ik laat het licht branden als ’s avonds niemand thuis is.
2. Ik zet mijn fiets in een bewaakte fietsenstalling als dat mogelijk is.
3. Ik neem waardevolle spullen mee uit de auto.
4. Als ik ergens naartoe ga, laat ik waardevolle spullen thuis om diefstal op straat te voorkomen.

Antwoordcategorieën:
1. Altijd
2. Vaak
3. Soms
4. Zelden
5. Nooit
6. Niet van toepassing
Waardevolle spullen meenemen uit auto
Personen die altijd of vaak waardevolle spullen meenemen uit de auto.
Waardevolle spullen thuis laten
Personen die altijd of vaak als ze ergens naartoe gaan waardevolle spullen thuis laten om diefstal op straat te voorkomen.
Digitale gegevensbescherming
In de Veiligheidsmonitor zijn de volgende vragen gesteld over digitale gegevensbescherming:

- Met welke van de volgende maatregelen beschermt u uw digitale gegevens?
Ook als iemand anders dit voor u doet of u hierbij helpt, telt dit mee. U kunt meerdere antwoorden kiezen.

Antwoordcategorieën:
1. Sterke wachtwoorden kiezen die moeilijk te raden zijn
2. Wachtwoorden regelmatig veranderen
3. Wachtwoordmanager gebruiken
4. Virusscanner gebruiken
5 Firewall gebruiken
6. Update uitvoeren of back-up maken (evt. automatisch)
7. Geen van deze
8. Geen antwoord
Sterke, moeilijk te raden wachtwoorden
Personen die aangeven hun digitale gegevens te beschermen door sterke wachtwoorden te kiezen die moeilijk te raden zijn.