Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2021

Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2021

Wijken en buurten Perioden Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Codering (code) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Personen per soort uitkering Werkloosheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Bijstandsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Arbeidsongeschiktheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering AOW-uitkering (aantal) Personen per soort uitkering, relatief Werkloosheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Bijstandsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar)
Amsterdamse Bos 2021 maart** Amstelveen Wijk WK 036214 1 0 0 0 20 0 0
Amsterdamse Bos 2021 juni** Amstelveen Wijk WK 036214 1 0 0 0 20 0 0
Amsterdamse Bos 2021 september** Amstelveen Wijk WK 036214 1 0 0 0 20 0 0
Amsterdamse Bos 2021 december** Amstelveen Wijk WK 036214 1 0 0 0 20 0 0
Amsterdamse Bos Noord 2021 maart** Amstelveen Buurt BU03621401 1 0 0 0 10 0 0
Amsterdamse Bos Noord 2021 juni** Amstelveen Buurt BU03621401 1 0 0 0 10 0 0
Amsterdamse Bos Noord 2021 september** Amstelveen Buurt BU03621401 1 0 0 0 20 0 0
Amsterdamse Bos Noord 2021 december** Amstelveen Buurt BU03621401 1 0 0 0 20 0 0
Amsterdamse Bos Zuid 2021 maart** Amstelveen Buurt BU03621402 1 . . . . . .
Amsterdamse Bos Zuid 2021 juni** Amstelveen Buurt BU03621402 1 . . . . . .
Amsterdamse Bos Zuid 2021 september** Amstelveen Buurt BU03621402 1 . . . . . .
Amsterdamse Bos Zuid 2021 december** Amstelveen Buurt BU03621402 1 . . . . . .
Amsterdam 2021 maart** Amsterdam Gemeente GM 0363 . 17.550 40.930 32.940 102.370 2 6
Amsterdam 2021 juni** Amsterdam Gemeente GM 0363 . 13.590 40.070 32.640 102.890 2 5
Amsterdam 2021 september** Amsterdam Gemeente GM 0363 . 12.040 38.630 32.600 103.590 2 5
Amsterdam 2021 december** Amsterdam Gemeente GM 0363 . 10.660 37.830 32.950 104.280 1 5
Amsterdamse Bos 2021 maart** Amsterdam Buurt BU03639004 1 0 0 0 20 0 2
Amsterdamse Bos 2021 juni** Amsterdam Buurt BU03639004 1 0 0 0 20 0 0
Amsterdamse Bos 2021 september** Amsterdam Buurt BU03639004 1 0 0 0 10 0 0
Amsterdamse Bos 2021 december** Amsterdam Buurt BU03639004 1 0 0 0 10 2 0
Amsterdamse Poort 2021 maart** Amsterdam Buurt BU03639304 1 30 160 100 160 2 13
Amsterdamse Poort 2021 juni** Amsterdam Buurt BU03639304 1 20 160 100 160 2 14
Amsterdamse Poort 2021 september** Amsterdam Buurt BU03639304 1 20 140 100 160 2 12
Amsterdamse Poort 2021 december** Amsterdam Buurt BU03639304 1 20 130 100 170 2 11
Wijk 06 Nieuw-Amsterdam 2021 maart** Emmen Wijk WK 011406 1 60 100 270 960 1 2
Wijk 06 Nieuw-Amsterdam 2021 juni** Emmen Wijk WK 011406 1 40 90 260 970 1 2
Wijk 06 Nieuw-Amsterdam 2021 september** Emmen Wijk WK 011406 1 40 90 270 980 1 2
Wijk 06 Nieuw-Amsterdam 2021 december** Emmen Wijk WK 011406 1 50 90 270 990 1 2
Nieuw-Amsterdam-Centrum 2021 maart** Emmen Buurt BU01140600 1 50 80 230 880 1 2
Nieuw-Amsterdam-Centrum 2021 juni** Emmen Buurt BU01140600 1 40 80 220 890 1 2
Nieuw-Amsterdam-Centrum 2021 september** Emmen Buurt BU01140600 1 40 80 230 900 1 2
Nieuw-Amsterdam-Centrum 2021 december** Emmen Buurt BU01140600 1 50 70 230 900 1 2
Verspreide huizen Nieuw-Amsterdam 2021 maart** Emmen Buurt BU01140609 1 0 0 20 20 2 1
Verspreide huizen Nieuw-Amsterdam 2021 juni** Emmen Buurt BU01140609 1 0 0 20 20 1 1
Verspreide huizen Nieuw-Amsterdam 2021 september** Emmen Buurt BU01140609 1 0 0 10 30 2 1
Verspreide huizen Nieuw-Amsterdam 2021 december** Emmen Buurt BU01140609 1 0 0 20 30 2 1
Amsterdamscheveld 2021 maart** Emmen Buurt BU01140701 1 0 0 10 40 1 0
Amsterdamscheveld 2021 juni** Emmen Buurt BU01140701 1 0 0 10 40 1 0
Amsterdamscheveld 2021 september** Emmen Buurt BU01140701 1 0 0 10 40 1 0
Amsterdamscheveld 2021 december** Emmen Buurt BU01140701 1 0 0 10 40 1 0
Amsterdamsewijk 2021 maart** Haarlem Wijk WK 039207 1 140 220 410 1.090 2 3
Amsterdamsewijk 2021 juni** Haarlem Wijk WK 039207 1 110 230 410 1.110 2 3
Amsterdamsewijk 2021 september** Haarlem Wijk WK 039207 1 100 230 410 1.120 2 3
Amsterdamsewijk 2021 december** Haarlem Wijk WK 039207 1 90 220 420 1.110 1 3
Oude Amsterdamsebuurt 2021 maart** Haarlem Buurt BU03920701 1 50 80 130 450 2 3
Oude Amsterdamsebuurt 2021 juni** Haarlem Buurt BU03920701 1 40 80 130 460 2 3
Oude Amsterdamsebuurt 2021 september** Haarlem Buurt BU03920701 1 30 80 130 460 1 3
Oude Amsterdamsebuurt 2021 december** Haarlem Buurt BU03920701 1 30 70 140 460 1 3
Buitengeb. ten Z. v. Amsterdam-Rijnkanaa 2021 maart** Wijk bij Duurstede Buurt BU03520101 1 0 0 0 40 1 1
Buitengeb. ten Z. v. Amsterdam-Rijnkanaa 2021 juni** Wijk bij Duurstede Buurt BU03520101 1 0 0 0 40 1 1
Buitengeb. ten Z. v. Amsterdam-Rijnkanaa 2021 september** Wijk bij Duurstede Buurt BU03520101 1 0 0 0 40 1 1
Buitengeb. ten Z. v. Amsterdam-Rijnkanaa 2021 december** Wijk bij Duurstede Buurt BU03520101 1 0 0 10 40 1 1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering per gemeente, wijk en buurt (indeling 2021). Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom en bijstand. Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of uitkeringen van verschillend type (zoals een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).Bij de categorie personen met een uitkering (totaal) wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

De cijfers over aantallen personen met een uitkering per buurt, wijk of gemeente kunnen in geringe mate afwijken van elders op StatLine gepubliceerde cijfers, doordat gebruik wordt gemaakt van de meest recente gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Omdat verschillende StatLine-tabellen op verschillende momenten geactualiseerd worden, kan het voorkomen dat voor de ene tabel een andere versie van de BRP wordt gebruikt dan voor een andere tabel. De laatst gepubliceerde cijfers zijn in dat geval het meest accuraat.
De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagmaand.

Gegevens beschikbaar vanaf: maart 2021.

Status van de cijfers:
De cijfers van 2021 zijn nader voorlopig.

Wijzigingen per: 31 juli 2023

Aangepast zijn:
De cijfers van 2021 zijn nader voorlopig geworden.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze cijfers per gemeente, wijk en buurt met indeling 2022 verschijnen in een nieuwe tabel.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Codering
Gemeentecode heeft 4 posities, voorafgegaan door ‘GM’.
Wijkcode heeft 6 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2), voorafgegaan door ‘WK’.
Buurtcode heeft 8 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2) + buurtcode (2), voorafgegaan door ‘BU’.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Personen per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en ouderdomsuitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-gerechtigde leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat.
Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Tot en met 2024 geldt dat voor elk jaar dat we langer leven de AOW-leeftijd met 1 jaar omhoog gaat. Na 2024 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate. De AOW-leeftijd is tot en met 2027 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW).
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW).
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-gerechtigde leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat.
Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Tot en met 2024 geldt dat voor elk jaar dat we langer leven de AOW-leeftijd met 1 jaar omhoog gaat. Na 2024 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate. De AOW-leeftijd is tot en met 2027 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.
Personen per soort uitkering, relatief
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet, Bijstandswet, Arbeidsongeschiktheidswet en de Algemene Ouderdomswet in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder per regio.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-gerechtigde leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat.
Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Tot en met 2024 geldt dat voor elk jaar dat we langer leven de AOW-leeftijd met 1 jaar omhoog gaat. Na 2024 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate. De AOW-leeftijd is tot en met 2027 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een bijstandsuitkering in het kader van de Participatiewet (PW) ontvangt in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de Wsw.
Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.