Zelfstandigen; inkomen, vermogen, regio (indeling 2020), '07-'19

Zelfstandigen; inkomen, vermogen, regio (indeling 2020), '07-'19

Type zelfstandige Bedrijfstakken/branche(SBI 2018) Regio's Perioden Zelfstandige, voornaamste inkomen Zelfstandigen (x 1 000) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Mediaan inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Vermogen van zelfstandigen Mediaan vermogen (1 000 euro)
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Nederland 2019* 178,0 29,4 161,8
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Noord-Nederland (LD) 2019* 17,3 26,3 131,0
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Oost-Nederland (LD) 2019* 38,5 27,8 150,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg West-Nederland (LD) 2019* 86,0 30,8 167,7
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuid-Nederland (LD) 2019* 36,3 29,5 178,6
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Groningen (PV) 2019* 5,7 27,5 112,7
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Fryslân (PV) 2019* 6,8 23,9 132,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Drenthe (PV) 2019* 4,8 28,1 148,6
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Overijssel (PV) 2019* 11,2 26,0 151,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Flevoland (PV) 2019* 4,1 24,2 93,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Gelderland (PV) 2019* 23,1 29,5 164,0
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Utrecht (PV) 2019* 16,3 32,6 208,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Noord-Holland (PV) 2019* 31,6 31,5 185,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuid-Holland (PV) 2019* 34,5 29,9 135,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zeeland (PV) 2019* 3,6 26,0 168,1
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Noord-Brabant (PV) 2019* 25,6 29,3 191,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Limburg (PV) 2019* 10,7 30,0 151,1
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Oost-Groningen (CR) 2019* 1,0 . 83,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Delfzijl en omgeving (CR) 2019* 0,3 . 77,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Overig Groningen (CR) 2019* 4,3 . 126,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Noord-Friesland (CR) 2019* 3,2 . 115,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuidwest-Friesland (CR) 2019* 1,5 . 150,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuidoost-Friesland (CR) 2019* 2,0 . 147,0
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Noord-Drenthe (CR) 2019* 2,1 . 170,0
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuidoost-Drenthe (CR) 2019* 1,4 . 107,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuidwest-Drenthe (CR) 2019* 1,4 . 160,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Noord-Overijssel (CR) 2019* 3,9 . 158,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuidwest-Overijssel (CR) 2019* 1,7 . 154,2
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Twente (CR) 2019* 5,6 . 146,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Veluwe (CR) 2019* 6,9 . 186,6
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Achterhoek (CR) 2019* 4,3 . 164,2
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Arnhem/Nijmegen (CR) 2019* 9,5 . 141,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuidwest-Gelderland (CR) 2019* 2,4 . 188,2
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Utrecht (CR) 2019* 16,3 . 208,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Kop van Noord-Holland (CR) 2019* 3,3 . 148,9
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Alkmaar en omgeving (CR) 2019* 2,8 . 185,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg IJmond (CR) 2019* 1,7 . 206,7
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Agglomeratie Haarlem (CR) 2019* 3,1 . 323,8
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zaanstreek (CR) 2019* 1,4 . 126,7
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Groot-Amsterdam (CR) 2019* 15,9 . 157,1
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2019* 3,3 . 282,1
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2019* 4,4 . 206,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2019* 9,2 . 128,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Delft en Westland (CR) 2019* 2,0 . 199,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Oost-Zuid-Holland (CR) 2019* 3,0 . 172,2
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Groot-Rijnmond (CR) 2019* 12,6 . 100,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2019* 3,3 . 137,9
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2019* 0,8 . 183,1
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Overig Zeeland (CR) 2019* 2,8 . 163,2
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg West-Noord-Brabant (CR) 2019* 6,2 . 184,7
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Midden-Noord-Brabant (CR) 2019* 4,7 . 146,0
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2019* 7,0 . 220,0
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2019* 7,7 . 203,1
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Noord-Limburg (CR) 2019* 2,5 . 185,2
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Midden-Limburg (CR) 2019* 2,3 . 193,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Zuid-Limburg (CR) 2019* 5,9 . 123,2
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Flevoland (CR) 2019* 4,1 . 93,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Aa en Hunze 2019* 0,3 . 204,8
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Aalsmeer 2019* 0,3 . 284,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Aalten 2019* 0,3 . 126,7
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Achtkarspelen 2019* 0,2 . 125,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Alblasserdam 2019* 0,2 . 131,9
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Albrandswaard 2019* 0,2 . 191,7
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Alkmaar 2019* 1,2 . 146,7
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Almelo 2019* 0,6 . 72,8
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Almere 2019* 2,1 . 83,7
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Alphen aan den Rijn 2019* 1,0 . 156,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Alphen-Chaam 2019* 0,1 . 255,1
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Altena 2019* 0,5 . 189,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Ameland 2019* 0,0 . .
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Amersfoort 2019* 2,2 . 177,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Amstelveen 2019* 1,2 . 355,6
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Amsterdam 2019* 10,9 . 110,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Apeldoorn 2019* 1,7 . 162,9
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Appingedam 2019* 0,1 . .
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Arnhem 2019* 2,2 . 89,6
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Assen 2019* 0,6 . 127,6
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Asten 2019* 0,2 . 267,7
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Baarle-Nassau 2019* 0,1 . .
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Baarn 2019* 0,3 . 232,9
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Barendrecht 2019* 0,5 . 189,9
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Barneveld 2019* 0,6 . 171,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Beek (L.) 2019* 0,2 . 160,1
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Beekdaelen 2019* 0,4 . 142,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Beemster 2019* 0,1 . 353,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Beesel 2019* 0,1 . 110,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Berg en Dal 2019* 0,4 . 191,2
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Bergeijk 2019* 0,2 . 257,9
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Bergen (L.) 2019* 0,1 . .
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Bergen (NH.) 2019* 0,5 . 356,0
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Bergen op Zoom 2019* 0,6 . 185,6
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Berkelland 2019* 0,4 . 175,0
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Bernheze 2019* 0,3 . 234,9
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Best 2019* 0,3 . 219,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Beuningen 2019* 0,3 . 121,3
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Beverwijk 2019* 0,3 . 135,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg De Bilt 2019* 0,8 . 379,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Bladel 2019* 0,2 . 270,5
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Blaricum 2019* 0,2 . 469,4
Zelfstandige O-Q Overheid en zorg Bloemendaal 2019* 0,5 . 680,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het inkomen en vermogen van zelfstandigen per regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de personen voor wie het voornaamste inkomen wordt gegenereerd uit werkzaamheden als zelfstandige, en anderzijds alle personen met inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige. De cijfers in deze tabel zijn verder uitgesplitst naar type zelfstandige en naar economische activiteit. Diverse niveaus van regionale indelingen zijn beschikbaar, van gemeente tot landsdeel.

Peildatum van doelpopulatie, vermogen, en gemeentelijke indeling is 1 januari van het verslagjaar.

Alle cijfers in deze tabel zijn op persoonsniveau, ook de vermogens; (bedrijfs)vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart. Peildatum van doelpopulatie en vermogen is 1 januari van het verslagjaar.

Voor het bepalen van de SBI van zelfstandigen wordt gebruik gemaakt van het Algemeen Bedrijvenregister (ABR).

Gegevens beschikbaar van 2007 tot en met 2019 .

Status van de cijfers:
De cijfers over 2006 tot en met 2018 zijn definitief. De cijfers over 2019 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 27 oktober 2021:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wijzigingen per 27 juli 2021:
Gereviseerde cijfers over 2006 tot en met 2019 zijn toegevoegd. Door het beschikbaar komen van nieuwe bronnen ten aanzien van schulden en opgebouwd tegoed bij spaar- en beleggingshypotheken, en een vernieuwde methodiek in de berekening van het aanmerkelijk belang en diverse andere vermogensposten, zijn de vermogenscijfers gewijzigd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Zelfstandige, voornaamste inkomen
Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
Zelfstandigen
Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
Inkomen van zelfstandigen
Drie inkomensbegrippen worden gerapporteerd voor zelfstandigen; het inkomen als zelfstandige, het persoonlijke inkomen, en het gestandaardiseerde huishoudensinkomen. Het gestandaardiseerde inkomen is toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
Mediaan inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Vermogen van zelfstandigen
Het vermogen van het huishouden waartoe de zelfstandige behoort, toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
Mediaan vermogen
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed (waaronder de eigen woning) en bedrijfsvermogen. De schulden omvatten onder meer de schuld ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft. Vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart.