Zelfstandigen; inkomen, vermogen, kenmerken
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over het inkomen en vermogen van zelfstandigen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de personen voor wie het voornaamste inkomen wordt gegenereerd uit werkzaamheden als zelfstandige, en anderzijds alle personen met inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige. De cijfers in deze tabel zijn uitgesplitst naar type zelfstandige, economische activiteit, geslacht, leeftijd, migratieachtergrond, positie in het huishouden, en naar inkomens- en vermogensgroepen.
Alle statistieken in deze tabel zijn op persoonsniveau, ook de vermogens; (bedrijfs)vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart. Peildatum van doelpopulatie en vermogen is 1 januari van het verslagjaar. Voor de oudere jaargangen 2007 t/m 2010 is de peildatum van vermogen 1 januari van het jaar volgend op het verslagjaar.
Voor het bepalen van de SBI van zelfstandigen wordt gebruik gemaakt van het Algemeen Bedrijvenregister (ABR). Het ABR heeft in de periode 2007-2011 met diverse trendbreuken te maken gehad. Dit leidt in deze tabel tot een forse daling van het aantal zelfstandigen in de financiële dienstverlening (K) in 2010. Bij het vergelijken van de cijfers naar SBI is daarom voorzichtigheid geboden.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2007.
Status van de cijfers:
De cijfers over 2007 tot en met 2023 zijn definitief. De cijfers over 2024 zijn voorlopig.
Wijzigingen per 19 november 2025:
De definitieve cijfers over 2023 en de voorlopige cijfers over 2024 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers over 2025 komen in het najaar van 2026 beschikbaar.
Toelichting onderwerpen
- Zelfstandige, voornaamste inkomen
- Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
- Zelfstandigen
- Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
- Inkomen van zelfstandigen
- Drie inkomensbegrippen worden gerapporteerd voor zelfstandigen; het inkomen als zelfstandige, het persoonlijke inkomen, en het gestandaardiseerde huishoudensinkomen. Het gestandaardiseerde inkomen is toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
- Mediaan inkomen als zelfstandige
- Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
- Mediaan gestandaardiseerd inkomen
- Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
- Vermogen van zelfstandigen
- Het vermogen van het huishouden waartoe de zelfstandige behoort, toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
- Mediaan vermogen
- Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed (waaronder de eigen woning) en bedrijfsvermogen. De schulden omvatten onder meer de schuld ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft. Vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart.
- Zelfstandige, alle inkomens
- Alle personen met inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige.
- Zelfstandigen
- Alle personen die inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige hebben, ongeacht de hoogte van het inkomen. Zowel hoofdinkomen als neveninkomens worden hier meegerekend.
- Inkomen van zelfstandigen
- Drie inkomensbegrippen worden gerapporteerd voor zelfstandigen; het inkomen als zelfstandige, het persoonlijke inkomen, en het gestandaardiseerde huishoudensinkomen. Het gestandaardiseerde inkomen is toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
- Mediaan inkomen als zelfstandige
- Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
- Mediaan gestandaardiseerd inkomen
- Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
- Vermogen van zelfstandigen
- Het vermogen van het huishouden waartoe de zelfstandige behoort, toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
- Mediaan vermogen
- Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed (waaronder de eigen woning) en bedrijfsvermogen. De schulden omvatten onder meer de schuld ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft. Vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart.