Saldo en schuld; overheidssectoren

Saldo en schuld; overheidssectoren

Institutionele sectoren Perioden Saldo en schuld in mln euro Opbouw saldo Saldo (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw saldo Inkomsten (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw saldo Uitgaven (-) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Schuld (EMU) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Mutatie schuld (EMU) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Tekort (EMU) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Transacties in financiële activa (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Transacties in passiva, niet EMU-schuld (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Waarderingsverschillen (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Statistisch verschil (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Aandeel overheidsschuld (mln euro) Saldo en schuld in % bbp Saldo (in % van bbp) Saldo en schuld in % bbp Schuld (EMU) (in % van bbp) Saldo en schuld in % bbp Aandeel overheidsschuld (in % van bbp)
Overheid 2018 1e kwartaal 11.876 91.780 -79.904 412.716 -7.374 -11.876 6.298 -4.273 2.190 287 412.716 1,7 54,2 54,2
Overheid 2018 2e kwartaal 180 87.169 -86.989 408.971 -3.745 -180 -91 -504 -1.534 -1.436 408.971 1,9 53,1 53,1
Overheid 2018 3e kwartaal -105 80.215 -80.320 405.691 -3.280 105 -4.426 1.715 1.064 -1.738 405.691 2,0 52,1 52,1
Overheid 2018 4e kwartaal -348 86.582 -86.930 405.617 -74 348 -1.377 599 -2.286 2.642 405.617 1,5 51,5 51,5
Overheid 2018 11.603 345.746 -334.143 405.617 -14.473 -11.603 404 -2.463 -566 -245 405.617 1,5 51,5 51,5
Overheid 2019 1e kwartaal 13.057 97.746 -84.689 398.396 -7.221 -13.057 6.498 -2.790 2.292 -164 398.396 1,6 50,0 50,0
Centrale overheid 2018 1e kwartaal 10.125 59.088 -48.963 387.153 -7.527 -10.125 3.752 -3.282 1.927 201 353.897 1,5 50,9 46,5
Centrale overheid 2018 2e kwartaal -1.181 49.603 -50.784 387.948 795 1.181 3.050 -543 -1.480 -1.413 352.921 1,1 50,4 45,8
Centrale overheid 2018 3e kwartaal -70 47.643 -47.713 392.060 4.112 70 -240 4.937 1.151 -1.806 360.079 1,3 50,4 46,3
Centrale overheid 2018 4e kwartaal -1.997 52.435 -54.432 382.989 -9.071 1.997 -8.446 -3.289 -2.158 2.825 352.314 0,9 48,6 44,8
Centrale overheid 2018 6.877 208.769 -201.892 382.989 -11.691 -6.877 -1.884 -2.177 -560 -193 352.314 0,9 48,6 44,8
Centrale overheid 2019 1e kwartaal 13.060 65.722 -52.662 375.868 -7.121 -13.060 7.434 -3.161 2.068 -402 342.678 1,2 47,1 43,0
Rijksoverheid 2018 1e kwartaal 9.604 56.641 -47.037 390.391 -7.766 -9.604 2.806 -3.052 1.927 157 354.496 1,4 51,3 46,6
Rijksoverheid 2018 2e kwartaal -1.404 47.085 -48.489 391.346 955 1.404 2.979 -573 -1.481 -1.374 353.746 1,0 50,8 46,0
Rijksoverheid 2018 3e kwartaal 140 45.172 -45.032 395.503 4.157 -140 -72 5.044 1.151 -1.826 360.771 1,3 50,8 46,3
Rijksoverheid 2018 4e kwartaal -1.961 49.801 -51.762 386.588 -8.915 1.961 -8.094 -3.472 -2.160 2.850 353.253 0,8 49,1 44,9
Rijksoverheid 2018 6.379 198.699 -192.320 386.588 -11.569 -6.379 -2.381 -2.053 -563 -193 353.253 0,8 49,1 44,9
Rijksoverheid 2019 1e kwartaal 13.048 63.099 -50.051 379.112 -7.476 -13.048 6.947 -3.075 2.066 -366 343.170 1,2 47,5 43,0
Overige centrale overheid 2018 1e kwartaal 521 7.273 -6.752 5.067 46 -521 253 251 19 44 -599 0,0 0,7 -0,1
Overige centrale overheid 2018 2e kwartaal 223 7.361 -7.138 5.059 -8 -223 458 -204 0 -39 -825 0,1 0,7 -0,1
Overige centrale overheid 2018 3e kwartaal -210 6.401 -6.611 5.352 293 210 142 -79 0 20 -692 0,0 0,7 -0,1
Overige centrale overheid 2018 4e kwartaal -36 7.185 -7.221 5.165 -187 36 -227 31 -2 -25 -939 0,1 0,7 -0,1
Overige centrale overheid 2018 498 28.220 -27.722 5.165 144 -498 626 -1 17 0 -939 0,1 0,7 -0,1
Overige centrale overheid 2019 1e kwartaal 12 7.182 -7.170 5.540 375 -12 519 -98 2 -36 -492 0,0 0,7 -0,1
Lokale overheid 2018 1e kwartaal 984 24.988 -24.004 56.794 902 -984 2.353 -702 222 13 45.113 -0,1 7,5 5,9
Lokale overheid 2018 2e kwartaal -201 25.951 -26.152 55.359 -1.435 201 -1.926 449 -60 -99 42.232 -0,1 7,2 5,5
Lokale overheid 2018 3e kwartaal -253 23.992 -24.245 55.331 -28 253 -982 745 -81 37 42.044 -0,1 7,1 5,4
Lokale overheid 2018 4e kwartaal -1.900 24.842 -26.742 56.468 1.137 1.900 -103 -579 -78 -3 44.846 -0,2 7,2 5,7
Lokale overheid 2018 -1.370 99.773 -101.143 56.468 576 1.370 -658 -87 3 -52 44.846 -0,2 7,2 5,7
Lokale overheid 2019 1e kwartaal 289 25.414 -25.125 57.074 606 -289 2.247 -1.793 225 216 45.538 -0,3 7,2 5,7
Gemeenten 2018 1e kwartaal -637 13.853 -14.490 42.707 902 637 465 -404 195 9 39.103 -0,1 5,6 5,1
Gemeenten 2018 2e kwartaal -545 14.083 -14.628 41.591 -1.116 545 -1.884 290 -56 -11 36.959 -0,2 5,4 4,8
Gemeenten 2018 3e kwartaal 534 14.326 -13.792 41.498 -93 -534 -844 1.302 -55 38 37.159 -0,2 5,3 4,8
Gemeenten 2018 4e kwartaal -610 14.017 -14.627 43.035 1.537 610 2.157 -1.069 -58 -103 39.412 -0,2 5,5 5,0
Gemeenten 2018 -1.258 56.279 -57.537 43.035 1.230 1.258 -106 119 26 -67 39.412 -0,2 5,5 5,0
Gemeenten 2019 1e kwartaal -791 13.984 -14.775 43.688 653 791 480 -904 188 98 40.297 -0,2 5,5 5,1
Gemeenschappelijke regelingen 2018 1e kwartaal 262 2.762 -2.500 3.072 58 -262 668 -341 -8 1 -81 0,0 0,4 0,0
Gemeenschappelijke regelingen 2018 2e kwartaal -118 2.738 -2.856 3.085 13 118 111 -211 -4 -1 -138 0,0 0,4 0,0
Gemeenschappelijke regelingen 2018 3e kwartaal -74 2.395 -2.469 3.113 28 74 94 -139 -4 3 -259 0,0 0,4 0,0
Gemeenschappelijke regelingen 2018 4e kwartaal 2 2.960 -2.958 3.127 14 -2 -567 588 -2 -3 259 0,0 0,4 0,0
Gemeenschappelijke regelingen 2018 72 10.855 -10.783 3.127 113 -72 306 -103 -18 0 259 0,0 0,4 0,0
Gemeenschappelijke regelingen 2019 1e kwartaal 69 2.652 -2.583 3.086 -41 -69 672 -663 5 14 -134 0,0 0,4 0,0
Provincies 2018 1e kwartaal -81 1.409 -1.490 840 113 81 -254 293 14 -21 -7.575 0,0 0,1 -1,0
Provincies 2018 2e kwartaal 37 1.614 -1.577 802 -38 -37 -236 265 -2 -28 -7.773 0,0 0,1 -1,0
Provincies 2018 3e kwartaal -332 1.364 -1.696 825 23 332 5 -358 -2 46 -7.779 0,0 0,1 -1,0
Provincies 2018 4e kwartaal -147 1.724 -1.871 745 -80 147 -81 -146 -2 2 -7.664 -0,1 0,1 -1,0
Provincies 2018 -523 6.111 -6.634 745 18 523 -566 54 8 -1 -7.664 -0,1 0,1 -1,0
Provincies 2019 1e kwartaal -223 1.407 -1.630 729 -16 223 -115 -143 -10 29 -7.452 -0,1 0,1 -0,9
Waterschappen 2018 1e kwartaal -50 809 -859 8.018 142 50 230 -134 28 -32 7.952 0,0 1,1 1,0
Waterschappen 2018 2e kwartaal -83 813 -896 7.828 -190 83 -266 28 5 -40 7.781 0,0 1,0 1,0
Waterschappen 2018 3e kwartaal -59 800 -859 7.808 -20 59 -72 46 -17 -36 7.663 0,0 1,0 1,0
Waterschappen 2018 4e kwartaal 133 1.070 -937 7.623 -185 -133 -219 72 -13 108 7.410 0,0 1,0 0,9
Waterschappen 2018 -59 3.492 -3.551 7.623 -253 59 -327 12 3 0 7.410 0,0 1,0 0,9
Waterschappen 2019 1e kwartaal -67 859 -926 7.711 88 67 169 -193 47 -2 7.589 0,0 1,0 1,0
Overige lokale overheden 2018 1e kwartaal 1.490 9.757 -8.267 7.528 4 -1.490 1.657 -217 -2 56 5.714 0,1 1,0 0,8
Overige lokale overheden 2018 2e kwartaal 508 10.091 -9.583 7.537 9 -508 447 93 -4 -19 5.403 0,1 1,0 0,7
Overige lokale overheden 2018 3e kwartaal -322 8.481 -8.803 7.596 59 322 -160 -85 -4 -14 5.260 0,1 1,0 0,7
Overige lokale overheden 2018 4e kwartaal -1.278 8.775 -10.053 7.619 23 1.278 -1.215 -25 -8 -7 5.429 0,1 1,0 0,7
Overige lokale overheden 2018 398 37.104 -36.706 7.619 95 -398 729 -234 -18 16 5.429 0,1 1,0 0,7
Overige lokale overheden 2019 1e kwartaal 1.301 10.036 -8.735 7.636 17 -1.301 1.297 -47 -9 77 5.238 0,0 1,0 0,7
Socialezekerheidsfondsen 2018 1e kwartaal 767 31.234 -30.467 31.673 -137 -767 2.185 -1.628 0 73 13.706 0,4 4,2 1,8
Socialezekerheidsfondsen 2018 2e kwartaal 1.562 35.755 -34.193 33.449 1.776 -1.562 4.957 -1.695 0 76 13.818 0,9 4,3 1,8
Socialezekerheidsfondsen 2018 3e kwartaal 218 31.051 -30.833 30.326 -3.123 -218 216 -3.152 0 31 3.568 0,8 3,9 0,5
Socialezekerheidsfondsen 2018 4e kwartaal 3.549 35.713 -32.164 28.968 -1.358 -3.549 -3.847 6.218 0 -180 8.457 0,8 3,7 1,1
Socialezekerheidsfondsen 2018 6.096 133.753 -127.657 28.968 -2.842 -6.096 3.511 -257 0 0 8.457 0,8 3,7 1,1
Socialezekerheidsfondsen 2019 1e kwartaal -292 31.739 -32.031 31.476 2.508 292 2.375 -181 0 22 10.180 0,6 3,9 1,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel toont de ontwikkeling van het saldo en de schuld van de overheid (ook wel EMU-saldo respectievelijk EMU-schuld genoemd) in Nederland. EMU staat voor Economische en Monetaire Unie. In deze tabel worden jaar- en kwartaalramingen gegeven van de overheid, opgesplitst naar de bijdrage per subsector van de overheid.

In deze tabel wordt daarnaast de aansluiting tussen het saldo en de veranderingen in de schuld getoond. De schuld wordt gepresenteerd in faciale waarde (het oorspronkelijke schuldbedrag).

Het saldo en de schuld van de sector overheid zijn binnen de Europese Unie de belangrijkste indicatoren voor de gezondheid van de overheidsfinanciën. In het Verdrag van Maastricht en het daaruit voortvloeiende Stabiliteits- en Groeipact is bepaald dat een tekort niet meer dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) mag bedragen en de schuld niet meer dan 60 procent van het bbp. Indien de normen overschreden worden en hier geen bijzondere omstandigheden aan ten grondslag liggen, kan de Europese Commissie sancties opleggen.

De cijfers sluiten aan bij het stelsel van de Nationale Rekeningen. Er kunnen tijdelijke verschillen met de publicaties van de Nationale rekeningen optreden doordat de gepubliceerde cijfers van de overheidsrekeningen soms actueler zijn. Door het verschil in waarderingsgrondslag is de som van de schuldtitels van de overheidsschuld (faciale waarde) niet gelijk aan de som van de schuldtitels in de nationale rekeningen (marktwaarde). De schuld bestaat uit de titels: deposito's, kortlopende schuldbewijzen, langlopende schuldbewijzen, kortlopende leningen en langlopende leningen.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 1995, kwartaalgegevens vanaf 1999.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel hebben voor de periode 1995-2021 de status definitief. De kwartalen van 2022 hebben de status voorlopig. De jaarcijfers van 2022 hebben de status definitief. De cijfers van 2023 en 2024 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 24 juni 2024:
Cijfers over het eerste kwartaal van 2024 zijn beschikbaar.
De cijfers over de kwartalen van 2021 en het jaar 2022 zijn nu definitief.
In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen zijn de jaarcijfers vanaf 1995 en de kwartaalcijfers vanaf het eerste kwartaal 1999 herzien.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De eerste cijfers van het meest recente kwartaal worden drie maanden na afloop van een kwartaal gepubliceerd. Vervolgens kunnen in september het eerste kwartaal, in december het tweede kwartaal en in maart de eerste drie kwartalen worden bijgesteld. De eerste jaarcijfers worden drie maanden na afloop van het verslagjaar gepubliceerd. Vervolgens worden de jaarcijfers twee maal bijgesteld: zes en achttien maanden na afloop van het verslagjaar. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers. De bijgestelde jaar- en kwartaalcijfers worden elk jaar eind juni gepubliceerd. Informatie over het revisiebeleid van Nationale rekeningen is te vinden onder paragraaf 3 'relevante artikelen'.

Toelichting onderwerpen

Saldo en schuld in mln euro
Het saldo en de geconsolideerde schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de faciale waarde) exclusief de transitorische schuld en schuld op de titel financiële derivaten, uitgedrukt in miljoenen euro's.

Het saldo is het saldo van de uitgaven en inkomsten van de overheid. Dit is gelijk aan het vorderingensaldo van de overheid in de nationale rekeningen.

De schuld is geconsolideerd. Dit wil zeggen dat schulden en vorderingen tussen overheden uit dezelfde sector onderling niet meetellen in de schuld van deze sector.
Opbouw saldo
Het saldo van uitgaven en inkomsten van de overheid.
Saldo
Het saldo van uitgaven en inkomsten van de overheid. Een positief getal betekent een overschot en een negatief getal een tekort. Dit is gelijk aan het vorderingensaldo van de sector overheid in de nationale rekeningen.
Inkomsten
De inkomsten van de sector overheid bestaan uit belastinginkomsten, ontvangen sociale premies, inkomsten uit productieactiviteiten, overige lopende inkomsten en ontvangen kapitaaloverdrachten.

Het transactiemoment bepaalt het moment van boeken.
Uitgaven (-)
De uitgaven van de sector overheid bestaan uit intermediair verbruik, beloning van werknemers, betaalde rente, sociale uitkeringen en (aangekochte) natura overdrachten, betaalde subsidies, overige lopende uitgaven en overige kapitaaluitgaven.

Het transactiemoment bepaalt het moment van boeken.
Schuld (EMU)
De geconsolideerde schuld van de overheid, exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten. Geconsolideerd wil zeggen dat schulden tussen overheden uit dezelfde sector onderling niet meetellen in de schuld van deze sector. De schuldtitels zijn gewaardeerd tegen faciale waarde.
Opbouw mutatie schuld (EMU)
Toe- of afname van de schuld. De mutatie bestaat uit het tekort of -overschot, de mutaties in financiële activa en passiva en het statistisch verschil.
Mutatie schuld (EMU)
Toe- of afname van de schuld. De mutatie bestaat uit het tekort of -overschot, de mutaties in financiële activa en passiva en het statistisch verschil.
Tekort (EMU)
Het negatieve saldo van inkomsten en uitgaven van de overheid. Dit is gelijk aan het saldo, echter met een tegengesteld teken. Een positief getal betekent een tekort en een negatief getal een overschot.
Transacties in financiële activa
Transacties in financiële activa zijn mutaties in chartaal geld en deposito's, schuldbewijzen, leningen, aandelen en deelnemingen, financiële derivaten en overige vorderingen die het gevolg zijn van afspraken tussen twee eenheden.
Transacties in passiva, niet EMU-schuld
Transacties in financiële passiva die niet tot de EMU-schuld definitie behoren. Transacties zijn een gevolg van afspraken tussen twee eenheden.

Transacties in passiva die niet tot de EMU-schuld definitie behoren zijn:
- Transacties in deelnemingen.
- Transacties in financiële derivaten.
- Overige schulden.
Waarderingsverschillen
Veranderingen in schulden die het gevolg zijn van veranderingen in waarde, bijvoorbeeld door valutaveranderingen.
Statistisch verschil
Het verschil tussen het saldo berekend vanuit de inkomsten en de uitgaven (+), en het saldo van de transacties op de activa en passiva (-).

In theorie zijn de saldi aan elkaar gelijk. In de praktijk kunnen echter verschillen voorkomen, bijvoorbeeld doordat er verschillende bronnen worden gebruikt.
Aandeel overheidsschuld
Aandeel van de subsector in de overheidsschuld (EMU).

Per subsector wordt het aandeel van de totale overheidsschuld weergegeven, uitgedrukt in miljoenen euro's. Het betreft de schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de faciale waarde) exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten. Het aandeel van een subsector in de overheidsschuld wordt berekend als de schuld van de betreffende subsector minus de vorderingen van de betreffende subsector op andere subsectoren van de overheid. Hierdoor tellen de hier gepresenteerde schuldcijfers van de subsectoren op naar de schuld van de overheid. Een negatief getal betekent dat de betreffende subsector van de overheid per saldo een vordering heeft op ander subsectoren van de overheid. De andere subsectoren van de overheid dragen dan extra bij aan de overheidsschuld.
Saldo en schuld in % bbp
Het saldo en de geconsolideerde schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de faciale waarde) exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten, uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp).

Het saldo is het saldo van de uitgaven en inkomsten van de overheid.
Dit is gelijk aan het vorderingensaldo van de overheid in de nationale rekeningen.

De schuld is geconsolideerd. Dit wil zeggen dat schulden en vorderingen tussen overheden uit dezelfde sector niet meetellen in de schuld van deze sector.
Saldo
Het saldo van uitgaven en inkomsten van de overheid, uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Een positief getal betekent een overschot en een negatief getal een tekort. Dit is gelijk aan het vorderingensaldo van de sector overheid in de nationale rekeningen.

Het bbp is het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld.

Het saldo per kwartaal in procenten van het bbp is een voortschrijdend jaartotaal. Het wordt berekend als de som van het saldo in het verslagkwartaal plus de drie voorafgaande kwartalen, gedeeld door de som van het bbp in het verslagkwartaal plus de drie voorafgaande kwartalen. Het cijfer voor het vierde kwartaal is gelijk aan het jaarcijfer.
Schuld (EMU)
De geconsolideerde schuld van de overheid, exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten, uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Geconsolideerd wil zeggen dat schulden tussen overheden uit dezelfde sector niet meetellen in de schuld van deze sector. De schuldtitels zijn gewaardeerd tegen faciale waarde. De schuld als percentage van het bbp heet ook wel de schuldquote.

Het bbp is het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld.

De schuld per kwartaal in procenten van het bbp is een voortschrijdend jaartotaal. Het wordt berekend als de schuld aan het eind van het verslagkwartaal, gedeeld door de het bbp in het verslagkwartaal plus de drie voorafgaande kwartalen. Het cijfer voor het vierde kwartaal is gelijk aan het jaarcijfer.
Aandeel overheidsschuld
Aandeel van de subsector in de overheidsschuld (EMU) in percentage van het bbp.

Per subsector wordt het aandeel van de totale overheidsschuld weergegeven, uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Het betreft de schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de faciale waarde) exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten. Het aandeel van een subsector in de overheidsschuld wordt berekend als de schuld van de betreffende subsector minus de vorderingen van de betreffende subsector op andere subsectoren van de overheid. Hierdoor tellen de hier gepresenteerde schuldcijfers van de subsectoren op naar de schuld van de overheid. Een negatief getal betekent dat de betreffende subsector van de overheid per saldo een vordering heeft op ander subsectoren van de overheid. De andere subsectoren van de overheid dragen dan extra bij aan de overheidsschuld.

Het bruto binnenlands product is het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld.

Het aandeel overheidsschuld per kwartaal in procenten van het bbp is een voortschrijdend jaartotaal. Het wordt berekend als het aandeel overheidsschuld aan het eind van het verslagkwartaal, gedeeld door de het bbp in het verslagkwartaal plus de drie voorafgaande kwartalen. Het cijfer voor het vierde kwartaal is gelijk aan het jaarcijfer.