Dierlijke mest; productie en mineralenuitscheiding; bedrijfstype, regio

Dierlijke mest; productie en mineralenuitscheiding; bedrijfstype, regio

Bedrijfstype Regio's Perioden Stikstofuitscheiding (N) Totaal stikstofuitscheiding (1 000 kg) Stikstofuitscheiding (N) Stikstof in opgeslagen mest en weidemest (1 000 kg) Stikstofuitscheiding (N) Stikstofverliezen in stal en opslag Totaal stikstofverliezen (N) (1 000 kg) Stikstofuitscheiding (N) Stikstofverliezen in stal en opslag Ammoniakemissie (N) (1 000 kg) Stikstofuitscheiding (N) Stikstofverliezen in stal en opslag Overige gasvormige stikstofverliezen (N) (1 000 kg) Stikstofuitscheiding (N) Stikstofverliezen in stal en opslag Spuiwater luchtwassers (N) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Plaatsingsruimte stikstof (N) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven zonder overproductie mineralen Rest. plaatsingsruimte stikstof (N) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven met overproductie mineralen Stikstofoverschot (N) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Saldo plaatsingsruimte stikstof (N) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Saldo plaatsingsruimte stikstof per ha (kg/ha)
Totaal alle bedrijfstypen Nederland 2024 448.900 390.400 58.500 41.900 7.900 8.700 337.700 133.400 190.200 -56.800 -32
Totaal alle bedrijfstypen Noord-Nederland (LD) 2024 108.250 96.750 11.500 9.000 2.010 490 103.870 35.690 29.090 6.600 12
Totaal alle bedrijfstypen Oost-Nederland (LD) 2024 150.190 130.120 20.070 14.660 2.750 2.660 96.600 30.960 65.780 -34.820 -69
Totaal alle bedrijfstypen West-Nederland (LD) 2024 64.880 58.130 6.750 5.160 1.240 340 79.190 38.950 18.110 20.840 49
Totaal alle bedrijfstypen Zuid-Nederland (LD) 2024 125.580 105.420 20.160 13.070 1.930 5.170 58.030 27.760 77.190 -49.430 -151
Totaal alle bedrijfstypen Groningen (PV) 2024 23.580 21.020 2.560 1.980 420 170 29.390 15.120 6.910 8.210 52
Totaal alle bedrijfstypen Fryslân (PV) 2024 59.530 53.510 6.020 4.760 1.130 130 46.990 7.630 14.220 -6.600 -29
Totaal alle bedrijfstypen Drenthe (PV) 2024 25.140 22.220 2.920 2.270 460 190 27.480 12.940 7.950 4.990 34
Totaal alle bedrijfstypen Overijssel (PV) 2024 65.830 57.290 8.540 6.160 1.230 1.150 37.830 7.140 27.170 -20.040 -103
Totaal alle bedrijfstypen Flevoland (PV) 2024 8.500 7.460 1.040 830 150 60 15.330 11.570 3.800 7.770 88
Totaal alle bedrijfstypen Gelderland (PV) 2024 75.860 65.370 10.490 7.670 1.370 1.450 43.440 12.250 34.810 -22.560 -101
Totaal alle bedrijfstypen Utrecht (PV) 2024 22.000 19.510 2.490 1.870 420 200 14.420 2.190 7.350 -5.160 -73
Totaal alle bedrijfstypen Noord-Holland (PV) 2024 17.790 16.110 1.690 1.330 340 20 23.010 10.690 3.810 6.880 55
Totaal alle bedrijfstypen Zuid-Holland (PV) 2024 18.810 16.960 1.860 1.420 360 70 21.410 9.180 4.770 4.410 40
Totaal alle bedrijfstypen Zeeland (PV) 2024 6.270 5.560 710 550 110 50 20.350 16.890 2.170 14.720 124
Totaal alle bedrijfstypen Noord-Brabant (PV) 2024 94.940 79.770 15.170 9.690 1.510 3.970 41.620 18.200 57.830 -39.630 -170
Totaal alle bedrijfstypen Limburg (PV) 2024 30.640 25.650 4.990 3.380 420 1.190 16.420 9.570 19.370 -9.800 -104
Totaal alle bedrijfstypen Concentratiegebied Oost 2024 108.780 93.860 14.910 10.730 1.950 2.230 56.540 11.840 50.190 -38.350 -132
Totaal alle bedrijfstypen Concentratiegebied Zuid 2024 112.040 93.550 18.500 11.890 1.680 4.930 41.390 18.020 72.080 -54.060 -232
Totaal alle bedrijfstypen Niet-concentratiegebied 2024 228.080 203.010 25.070 19.280 4.300 1.500 239.780 103.490 67.890 35.600 28
Totaal graasdierbedrijven Nederland 2024 304.100 272.900 31.200 24.400 6.500 300 204.700 20.700 89.800 -69.000 -68
Totaal graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2024 93.280 84.250 9.030 7.140 1.870 30 70.820 6.310 19.880 -13.570 -40
Totaal graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2024 103.390 92.120 11.270 8.800 2.270 190 65.270 6.590 33.730 -27.140 -83
Totaal graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2024 56.410 51.010 5.400 4.230 1.140 30 42.430 4.850 13.530 -8.680 -41
Totaal graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2024 50.990 45.490 5.500 4.230 1.200 70 26.140 2.980 22.640 -19.650 -140
Totaal graasdierbedrijven Groningen (PV) 2024 19.070 17.260 1.810 1.430 380 0 14.030 1.260 4.520 -3.260 -48
Totaal graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2024 55.030 49.740 5.280 4.180 1.090 10 41.740 3.000 11.040 -8.040 -41
Totaal graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2024 19.190 17.250 1.940 1.520 410 10 15.040 2.050 4.320 -2.270 -31
Totaal graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2024 47.860 42.830 5.030 3.930 1.040 50 30.770 2.430 14.630 -12.200 -79
Totaal graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2024 4.950 4.440 510 400 110 0 2.520 120 2.050 -1.930 -151
Totaal graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2024 50.580 44.850 5.730 4.470 1.120 140 31.970 4.040 17.060 -13.020 -82
Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2024 18.390 16.550 1.840 1.430 380 30 13.000 1.280 4.850 -3.570 -57
Totaal graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2024 16.620 15.080 1.540 1.210 330 0 13.380 1.670 3.380 -1.720 -25
Totaal graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2024 17.270 15.640 1.630 1.280 340 10 13.130 1.420 3.970 -2.550 -40
Totaal graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2024 4.130 3.740 390 310 90 0 2.910 490 1.330 -850 -53
Totaal graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2024 41.670 37.140 4.530 3.490 980 60 20.410 2.050 19.030 -16.980 -156
Totaal graasdierbedrijven Limburg (PV) 2024 9.320 8.350 970 740 220 10 5.730 930 3.600 -2.670 -84
Totaal graasdierbedrijven Concentratiegebied Oost 2024 73.040 64.950 8.090 6.320 1.590 170 44.640 4.430 24.980 -20.550 -91
Totaal graasdierbedrijven Concentratiegebied Zuid 2024 41.850 37.250 4.600 3.530 1.000 70 19.690 2.110 19.930 -17.820 -168
Totaal graasdierbedrijven Niet-concentratiegebied 2024 189.190 170.680 18.520 14.550 3.890 80 140.330 14.200 44.860 -30.660 -45
Melkveebedrijven Nederland 2024 251.100 226.400 24.700 19.600 5.100 100 165.500 4.600 65.700 -61.100 -76
Melkveebedrijven Noord-Nederland (LD) 2024 84.970 76.760 8.210 6.520 1.690 0 60.960 1.740 17.570 -15.830 -55
Melkveebedrijven Oost-Nederland (LD) 2024 78.950 71.030 7.920 6.270 1.630 20 51.520 1.340 20.870 -19.540 -77
Melkveebedrijven West-Nederland (LD) 2024 48.570 43.890 4.680 3.700 960 20 33.730 1.030 11.200 -10.170 -62
Melkveebedrijven Zuid-Nederland (LD) 2024 38.640 34.760 3.880 3.070 800 10 19.280 500 16.050 -15.550 -152
Melkveebedrijven Groningen (PV) 2024 17.360 15.700 1.660 1.320 340 0 11.880 300 4.130 -3.830 -67
Melkveebedrijven Fryslân (PV) 2024 51.030 46.140 4.890 3.880 1.010 0 37.080 920 10.000 -9.080 -53
Melkveebedrijven Drenthe (PV) 2024 16.580 14.920 1.660 1.310 340 0 12.000 520 3.440 -2.920 -50
Melkveebedrijven Overijssel (PV) 2024 39.480 35.520 3.960 3.130 820 10 25.240 460 10.760 -10.300 -82
Melkveebedrijven Flevoland (PV) 2024 4.460 4.010 450 350 90 0 2.350 80 1.740 -1.670 -142
Melkveebedrijven Gelderland (PV) 2024 35.000 31.490 3.510 2.780 720 10 23.930 800 8.370 -7.570 -65
Melkveebedrijven Utrecht (PV) 2024 15.590 14.080 1.510 1.190 310 10 10.670 270 3.670 -3.400 -67
Melkveebedrijven Noord-Holland (PV) 2024 14.540 13.150 1.390 1.100 290 0 10.600 370 2.930 -2.560 -48
Melkveebedrijven Zuid-Holland (PV) 2024 15.040 13.600 1.440 1.140 300 10 10.550 360 3.410 -3.050 -60
Melkveebedrijven Zeeland (PV) 2024 3.400 3.060 340 270 70 0 1.910 40 1.200 -1.160 -113
Melkveebedrijven Noord-Brabant (PV) 2024 31.990 28.780 3.210 2.540 660 10 15.560 330 13.600 -13.280 -162
Melkveebedrijven Limburg (PV) 2024 6.650 5.980 660 530 140 0 3.730 170 2.440 -2.270 -112
Melkveebedrijven Concentratiegebied Oost 2024 54.180 48.740 5.430 4.290 1.110 30 34.870 750 14.640 -13.890 -80
Melkveebedrijven Concentratiegebied Zuid 2024 31.220 28.080 3.130 2.480 650 10 14.580 300 13.860 -13.560 -174
Melkveebedrijven Niet-concentratiegebied 2024 165.730 149.610 16.110 12.780 3.320 20 116.040 3.560 37.190 -33.640 -60
Vleeskalverenbedrijven Nederland 2024 18.200 15.100 3.100 2.500 300 300 3.200 300 12.500 -12.200 -693
Vleeskalverenbedrijven Noord-Nederland (LD) 2024 1.820 1.510 310 250 30 20 620 60 1.010 -940 -269
Vleeskalverenbedrijven Oost-Nederland (LD) 2024 11.650 9.640 2.010 1.630 220 160 1.740 180 8.230 -8.050 -841
Vleeskalverenbedrijven West-Nederland (LD) 2024 790 650 140 110 10 10 100 0 550 -550 -965
Vleeskalverenbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2024 3.960 3.280 680 550 80 50 690 50 2.740 -2.690 -670
Vleeskalverenbedrijven Groningen (PV) 2024 310 260 50 40 10 0 120 20 160 -140 -205
Vleeskalverenbedrijven Fryslân (PV) 2024 820 670 140 120 10 10 240 10 440 -430 -328
Vleeskalverenbedrijven Drenthe (PV) 2024 700 580 120 90 10 10 260 30 400 -370 -246
Vleeskalverenbedrijven Overijssel (PV) 2024 3.230 2.690 540 430 60 40 700 50 2.120 -2.070 -523
Vleeskalverenbedrijven Flevoland (PV) 2024 140 120 30 20 0 0 10 0 110 -110 -1.733
Vleeskalverenbedrijven Gelderland (PV) 2024 8.280 6.830 1.450 1.170 150 120 1.030 120 6.000 -5.870 -1.058
Vleeskalverenbedrijven Utrecht (PV) 2024 680 560 120 100 10 10 80 0 490 -480 -1.093
Vleeskalverenbedrijven Noord-Holland (PV) 2024 10 10 0 0 0 0 0 0 10 -10 -292
Vleeskalverenbedrijven Zuid-Holland (PV) 2024 70 60 10 10 0 0 10 0 60 -60 -1.633
Vleeskalverenbedrijven Zeeland (PV) 2024 20 10 0 0 0 0 10 0 0 0 -21
Vleeskalverenbedrijven Noord-Brabant (PV) 2024 3.550 2.940 610 490 70 50 560 40 2.510 -2.470 -758
Vleeskalverenbedrijven Limburg (PV) 2024 410 350 70 50 10 10 130 0 230 -220 -296
Vleeskalverenbedrijven Concentratiegebied Oost 2024 9.750 8.060 1.690 1.370 180 140 1.320 120 6.990 -6.880 -940
Vleeskalverenbedrijven Concentratiegebied Zuid 2024 3.840 3.180 660 530 70 50 660 50 2.660 -2.610 -677
Vleeskalverenbedrijven Niet-concentratiegebied 2024 4.630 3.840 790 640 90 60 1.170 130 2.870 -2.740 -422
Overige rundveebedrijven Nederland 2024 15.000 13.600 1.300 1.000 300 0 19.500 8.400 2.600 5.800 57
Overige rundveebedrijven Noord-Nederland (LD) 2024 2.770 2.530 240 180 60 0 4.680 2.440 300 2.140 92
Overige rundveebedrijven Oost-Nederland (LD) 2024 6.250 5.680 570 430 130 0 7.420 2.960 1.240 1.720 44
Overige rundveebedrijven West-Nederland (LD) 2024 2.990 2.740 250 190 60 0 3.940 1.660 470 1.190 58
Overige rundveebedrijven Zuid-Nederland (LD) 2024 2.970 2.700 260 200 60 0 3.490 1.380 620 760 39
Overige rundveebedrijven Groningen (PV) 2024 560 510 50 40 10 0 1.000 530 50 480 99
Overige rundveebedrijven Fryslân (PV) 2024 1.330 1.220 110 90 30 0 1.960 890 150 740 75
Overige rundveebedrijven Drenthe (PV) 2024 880 810 80 60 20 0 1.720 1.020 100 920 106
Overige rundveebedrijven Overijssel (PV) 2024 2.840 2.580 260 200 60 0 3.180 1.170 580 590 35
Overige rundveebedrijven Flevoland (PV) 2024 110 100 10 10 0 0 60 10 40 -40 -101
Overige rundveebedrijven Gelderland (PV) 2024 3.300 3.000 300 230 70 0 4.170 1.790 620 1.170 54
Overige rundveebedrijven Utrecht (PV) 2024 950 860 80 70 20 0 1.190 510 180 330 56
Overige rundveebedrijven Noord-Holland (PV) 2024 770 710 60 50 10 0 1.180 540 70 470 75
Overige rundveebedrijven Zuid-Holland (PV) 2024 910 840 80 60 20 0 1.050 380 160 210 41
Overige rundveebedrijven Zeeland (PV) 2024 360 330 30 20 10 0 520 240 70 180 54
Overige rundveebedrijven Noord-Brabant (PV) 2024 2.080 1.890 190 140 40 0 2.410 940 430 500 38
Overige rundveebedrijven Limburg (PV) 2024 890 810 80 60 20 0 1.070 440 190 260 42
Overige rundveebedrijven Concentratiegebied Oost 2024 4.630 4.200 430 330 100 0 5.290 2.030 950 1.080 39
Overige rundveebedrijven Concentratiegebied Zuid 2024 2.190 1.990 200 150 50 0 2.470 950 490 470 34
Overige rundveebedrijven Niet-concentratiegebied 2024 8.160 7.460 700 530 160 0 11.760 5.470 1.200 4.270 71
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de mestproductie en de daarmee uitgescheiden hoeveelheid stikstof en fosfaat. Daarnaast wordt de mestproductie vergeleken met de plaatsingsruimte volgens de geldende gebruiksnormen. De gegevens kunnen worden uitgesplitst naar type bedrijf volgens de standaard bedrijfstypering op basis van het brutostandaardsaldo (BSS) en standaardopbrengten (SO). Het totaal voor Nederland kan worden uitgesplitst naar landsdelen, provincies en concentratiegebieden.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1990.

Status van de cijfers:
Cijfers zijn bij eerste publicatie definitief maar nieuwe inzichten in berekeningsmethoden kunnen aanleiding geven tot herberekening van de tijdreeks.

Wijzigingen per 26 juni 2025:
Definitieve cijfers over de productie van dierlijke mest in 2024 zijn toegevoegd. De berekening van de plaatsingsruimte voor dierlijke mest in 2019 is gebaseerd op nieuwe gegevens van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Als gevolg hiervan kunnen cijfers over de benutting van de plaatsingsruimte zijn gewijzigd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2026 verschijnen de voorlopige cijfers over de mestproductie in 2025.

Toelichting onderwerpen

Stikstofuitscheiding (N)
Totaal stikstofuitscheiding
De totale hoeveelheid uitgescheiden stikstof (N) zonder aftrek van stikstof die vervluchtigt in de vorm van ammoniak (NH3) inclusief de afvoer via spuiwater van luchtwassers, lachgas (N2O), stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2).
Stikstofverliezen in stal en opslag
Een deel van de uitgescheiden stikstof in de stal zal bij mestopslag in de stal en bij opslag buiten de stal emitteren in de vorm van ammoniak (NH3), lachgas N2O, stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2). Daarnaast wordt in stallen met een luchtwasser een deel van de ammoniak afgevoerd via het spuiwater van luchtwassers.
Totaal stikstofverliezen (N)
Ammoniakemissie (N)
Het deel van de uitgescheiden stikstof in de stal dat bij mestopslag in de stal en bij opslag buiten de stal in de vorm van ammoniak emitteert naar de buitenlucht, uitgedrukt in N.
Overige gasvormige stikstofverliezen (N)
Het deel van de uitgescheiden stikstof in de stal dat bij mestopslag in de stal en bij opslag buiten de stal in de vorm van lachgas N2O, stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2) emitteert naar de buitenlucht.
Spuiwater luchtwassers (N)
Het deel van de uitgescheiden stikstof in de stal dat bij mestopslag in de stal niet emitteert als ammoniak maar via het spuiwater van luchtwassers wordt afgevoerd.
Stikstof in opgeslagen mest en weidemest
De totale stikstofuitscheiding met aftrek van de stikstof die tijdens mestopslag in de stal en bij opslag buiten de stal is vervluchtigd in de vorm van ammoniak (NH3) inclusief de afvoer via spuiwater van luchtwassers, lachgas (N2O), stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2).
Productie en plaatsingruimte mest
Plaatsingsruimte stikstof (N)
De plaatsingsruimte voor stikstof geldt vanaf 2006 en wordt berekend door vermenigvuldiging van de gebruiksnorm voor dierlijke mest (170 kg N/ha) met het beschikbare areaal in hectare.

De Europese Commissie staat Nederland verruiming van deze norm toe (derogatie) tot een bemestingsniveau van 250 kg stikstof per hectare. De hogere bemestingsnorm geldt alleen bij het gebruik van graasdiermest. Daarnaast moet het bedrijfsareaal tot en met 2013 voor minstens 70 procent en vanaf 2014 voor minstens 80 procent bestaan uit grasland. De derogatie voor zand- en lösspercelen in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg is vanaf 2014 beperkt tot 230 kg N per hectare.
Bedrijven zonder overproductie mineralen
Bedrijven waar de stikstof- en fosfaatproductie niet groter is dan de plaatsingsruimte voor dierlijke mest.

De stikstofproductie is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Deze verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.
Rest. plaatsingsruimte stikstof (N)
Het verschil tussen plaatsingsruimte en stikstofproductie op bedrijven waar de stikstof- en fosfaatproductie binnen de plaatsingsruimte blijven. Er kan op deze bedrijven nog dierlijke mest worden aangevoerd.
Bedrijven met overproductie mineralen
Bedrijven waar de stikstof- of fosfaatproductie groter is dan de plaatsingsruimte op basis van de gebruiksnorm.

De stikstofproductie is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM), inclusief de afvoer via het spuiwater van luchtwassers. De gasvormige verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.
Stikstofoverschot (N)
De stikstofproductie minus de plaatsingsruimte voor stikstof op bedrijven met overproductie van stikstof. Het kan voorkomen dat de plaatsingsruimte voor stikstof niet overschreden wordt, maar wel die van fosfaat. In dat geval moet toch mest worden afgevoerd en wordt het 'stikstofoverschot' bepaald door de verhouding tussen stikstof en fosfaat in de af te voeren mest.
Saldo plaatsingsruimte stikstof (N)
De resterende plaatsingsruimte op bedrijven zonder overschot aan dierlijke mest minus het stikstofoverschot op bedrijven met overproductie van mest. Bij een negatief getal is sprake van een tekort aan plaatsingsruimte.

De stikstofproductie is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM), inclusief de afvoer via het spuiwater van luchtwassers. De gasvormige verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.
Saldo plaatsingsruimte stikstof per ha
De resterende plaatsingsruimte op bedrijven zonder overschot aan dierlijke mest minus het stikstofoverschot op bedrijven met overproductie van mest. Bij een negatief getal is sprake van een tekort aan plaatsingsruimte.

De stikstofproductie is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM), inclusief de afvoer via het spuiwater van luchtwassers. De gasvormige verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.