Ervaren gezondheid, zorggebruik en leefstijl bij kinderen tot 12 jaar

Ervaren gezondheid, zorggebruik en leefstijl bij kinderen tot 12 jaar

Geslacht Leeftijd Marges Perioden Leefstijl Onder-en overgewicht, 2 jaar of ouder Ondergewicht (%) Leefstijl Onder-en overgewicht, 2 jaar of ouder Normaal gewicht (%) Leefstijl Onder-en overgewicht, 2 jaar of ouder Overgewicht (%) Leefstijl Onder-en overgewicht, 2 jaar of ouder Mate van overgewicht Matig overgewicht (%) Leefstijl Onder-en overgewicht, 2 jaar of ouder Mate van overgewicht Ernstig overgewicht (%) Leefstijl Meeroken Meeroken vanaf 2019 (Bijna) nooit (%) Leefstijl Meeroken Meeroken vanaf 2019 Niet dagelijks (%) Leefstijl Meeroken Meeroken vanaf 2019 Dagelijks, minder dan een uur (%) Leefstijl Meeroken Meeroken vanaf 2019 Dagelijks, een uur of meer (%) Leefstijl Voeding, 1 jaar of ouder Consumptie van fruit 7 dagen per week voldoende fruit (%) Leefstijl Voeding, 1 jaar of ouder Consumptie van fruit Minimaal 5 dagen p.w. voldoende fruit (%) Leefstijl Voeding, 1 jaar of ouder Consumptie van groenten 7 dagen per week voldoende groenten (%) Leefstijl Voeding, 1 jaar of ouder Consumptie van groenten Minimaal 5 dagen p.w. voldoende groenten (%) Leefstijl Voeding, 1 jaar of ouder Minimaal 1 dag per week vis (%) Leefstijl Bewegen, 4 jaar of ouder Beweegrichtlijn Voldoet aan beweegrichtlijn (%) Leefstijl Bewegen, 4 jaar of ouder Beweegrichtlijn Voldoende matig intensieve inspanning (%) Leefstijl Bewegen, 4 jaar of ouder Beweegrichtlijn Voldoende bot/spierversterk. activiteit (%) Leefstijl Bewegen, 4 jaar of ouder Wekelijkse sporters (%) Leefstijl Bewegen, 4 jaar of ouder Abonnement sportaanbieder (%) Leefstijl Bewegen, 4 jaar of ouder Lid sportvereniging (%)
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2020 8,8 77,3 13,9 10,8 3,0 93,0 5,2 1,4 0,3 46,3 56,4 50,4 73,0 51,8 60,7 60,7 99,8 64,5 18,2 46,2
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2021 8,5 76,3 15,2 11,1 4,2 94,2 4,8 0,5 0,4 44,4 56,1 50,9 73,6 49,1 62,3 62,3 100,0 60,3 9,3 47,4
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2019/2021 9,2 77,3 13,5 10,3 3,2 93,9 4,8 0,8 0,4 44,7 54,2 48,6 71,7 50,9 59,4 59,4 99,8 62,7 14,1 46,2
Mannen Totaal Waarde 2020 8,1 76,5 15,4 11,8 3,7 91,7 6,8 1,2 0,3 48,6 57,2 48,7 73,7 54,0 65,5 65,5 100,0 64,2 12,3 51,2
Mannen Totaal Waarde 2021 8,0 77,6 14,3 10,8 3,6 94,0 5,3 0,5 0,2 43,2 53,1 47,7 72,1 48,4 64,5 64,5 100,0 57,8 7,5 46,6
Mannen Totaal Waarde 2019/2021 7,9 78,2 13,9 10,8 3,1 93,4 5,4 0,8 0,3 45,3 53,4 47,3 71,2 49,7 61,8 61,8 99,9 62,0 10,1 49,2
Vrouwen Totaal Waarde 2020 9,6 78,2 12,2 9,8 2,4 94,5 3,6 1,6 0,3 43,9 55,5 52,2 72,2 49,6 55,7 55,7 99,5 64,8 24,4 40,9
Vrouwen Totaal Waarde 2021 8,9 74,9 16,2 11,4 4,8 94,5 4,3 0,5 0,7 45,6 59,3 54,3 75,2 49,9 59,9 59,9 100,0 63,0 11,1 48,3
Vrouwen Totaal Waarde 2019/2021 10,6 76,4 13,1 9,8 3,2 94,4 4,2 0,8 0,6 44,0 55,0 50,0 72,2 52,2 56,9 56,9 99,7 63,5 18,3 43,0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers uit de Gezondheidsenquête over gezondheid, zorggebruik en leefstijl van de Nederlandse kinderen van 0 jaar tot 12 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en periode.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers: definitief

Wijzigingen per 31 maart 2023
De tabel is aangevuld met cijfers over 2022. Daarnaast werden de marges bij percentages van 0 en 100 procent aangepast. De ondergrenzen van het 95-procent betrouwbaarheidsinterval werden op 0 gezet indien het percentage 0 was en de bovengrenzen van het 95-procent betrouwbaarheidsinterval werden op 100 gezet indien het percentage 100 was. Voorheen stonden deze grenzen op een ontbrekende waarde (puntje). Dit is nu in overeenstemming met de tabel “Gezondheid en zorggebruik: persoonskenmerken” en de tabel “Leefstijl: persoonskenmerken”.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal van 2023 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2022.

Toelichting onderwerpen

Leefstijl
Onder-en overgewicht, 2 jaar of ouder
Voor kinderen van 2 tot 12 jaar wordt bepaald of kinderen ondergewicht, een normaal gewicht of overgewicht hebben. Voor overgewicht wordt ook de mate van overgewicht; matig overgewicht of obesitas.
Op basis internationale groeistudies zijn er criteria opgesteld voor het vaststellen van ondergewicht en overgewicht voor kinderen van 2 tot 12 jaar. De criteria voor ondergewicht zijn zo gekozen dat deze in overeenstemming zijn met een BMI lager dan 17 kg/m2 voor volwassenen. De criteria voor normaal gewicht zijn zo gekozen dat deze in overeenstemming zijn met een BMI tussen 17 kg/m2 en 25 kg/m2 voor volwassenen. De criteria voor matig overgewicht corresponderen met een BMI van 25,0 kg/m2 en 30,0 kg/m2 voor volwassenen en voor ernstig overgewicht met een BMI >= 30 kg/m2 voor volwassenen.
Deze criteria zijn te vinden in de artikels: “Body mass index cut offs to define thinness in children and adolescents: international survey” en “Establishing a standard definition for child overweight and obesity worldwide. International survey.”
In de tabel zijn de respondenten met onbekende lengte en /of gewicht en de respondenten met een onwaarschijnlijk gewicht in relatie tot de opgegeven lengte niet betrokken. In dit laatste geval betreft het kinderen met een BMI corresponderend met een BMI voor volwassenen van kleiner dan 10 of groter dan 50. Vanaf 2018 wordt er geen bovengrens meer gehanteerd, de ondergrens voor de BMI verandert niet.

De leeftijdscategorie van 0 tot 4 jaar heeft betrekking op de leeftijd van 2 tot 4 jaar.
Ondergewicht
Percentage kinderen met ondergewicht.
Normaal gewicht
Percentage kinderen met een normaal gewicht.
Overgewicht
Percentage kinderen met overgewicht.
Mate van overgewicht
Matig overgewicht
Percentage kinderen met matig overgewicht.
Ernstig overgewicht
Percentage kinderen met ernstig overgewicht.
Meeroken
Meeroken, ook wel passief roken genoemd, is het blootgesteld worden aan tabaksrook uit de omgeving. Bij dit onderwerp gaat het om meeroken in een binnensituatie onder mensen die zelf niet roken. Vanaf 2019 zijn de antwoordopties bij de vraagstelling gewijzigd. Daarom publiceren we vanaf 2019 andere cijfers dan voor de jaren de jaren 2015 tot en met 2018.
Meeroken vanaf 2019
In 2019 is de vraagstelling over meeroken, ook wel passief roken genoemd gewijzigd in: Hoe vaak wordt u/uw kind binnen blootgesteld aan tabaksrook van anderen? 1. Nooit of bijna nooit
2. Minder dan één keer per week
3. Minstens één keer per week, maar niet iedere dag
4. Elke dag, minder dan één uur per dag
5. Elke dag, één uur of meer per dag
(Bijna) nooit
Percentage kinderen waarvan de ouder/verzorger nooit of bijna nooit antwoordt op de vraag: Hoe vaak wordt uw kind binnen blootgesteld aan tabaksrook van anderen? Deze vraag is vanaf 2019 opgenomen in de vragenlijst.
Niet dagelijks
Percentage kinderen waarvan de ouder/verzorger minder dan één keer per week of minstens één keer per week maar niet iedere dag antwoordt op de vraag: Hoe vaak wordt uw kind binnen blootgesteld aan tabaksrook van anderen? Deze vraag is vanaf 2019 opgenomen in de vragenlijst.
Dagelijks, minder dan een uur
Percentage kinderen waarvan de ouder/verzorger elke dag, minder dan één uur per dag antwoordt op de vraag: Hoe vaak wordt uw kind binnen blootgesteld aan tabaksrook van anderen? Deze vraag is vanaf 2019 opgenomen in de vragenlijst.
Dagelijks, een uur of meer
Percentage kinderen waarvan de ouder/verzorger elke dag, één uur of meer per dag antwoordt op de vraag: Hoe vaak wordt u/uw kind binnen blootgesteld aan tabaksrook van anderen? Deze vraag is vanaf 2019 opgenomen in de vragenlijst.
Voeding, 1 jaar of ouder
Aan de ouder/verzorger van kinderen van 1 jaar tot 12 jaar worden vragen gesteld over de consumptie van fruit, groente en vis van het kind. De leeftijdscategorie 0-4 jaar heeft daarom betrekking op de leeftijdsgroep van 1-4 jaar
Consumptie van fruit
Aan de ouder/verzorger van kinderen van 1 tot 12 jaar wordt gevraagd naar de consumptie van fruit in een normale week in de afgelopen maanden van het kind.
7 dagen per week voldoende fruit
Percentage kinderen dat elke dag minimaal 2 stuks fruit eet (9 tot 12 jaar) of anderhalf stuk fruit (kinderen van 1 t/m 8 jaar). Eén stuk fruit komt overeen met 100 gram. Deze aanbevolen hoeveelheid is afkomstig uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad (november 2015).
Minimaal 5 dagen p.w. voldoende fruit
Percentage kinderen dat minstens 5 dagen per week minimaal 2 stuks fruit per dag eet (9 tot 12 jaar) of anderhalf stuk fruit (kinderen van 1 t/m 8 jaar). Eén stuk fruit komt overeen met 100 gram.
Consumptie van groenten
Aan de ouder/verzorger van kinderen van 1 tot 12 jaar wordt gevraagd naar de consumptie van groente in een normale week in de afgelopen maanden van het kind.
7 dagen per week voldoende groenten
Percentage kinderen dat 7 dagen per week voldoende groente eet. Kinderen van 1 tot 4 jaar moeten dagelijks 1 tot 2 opscheplepels groente eten. Kinderen vanaf 4 tot en met 8 jaar dienen dagelijks minimaal 2 opscheplepels groente eten. Voor jongeren vanaf 9 t/m 11 jaar geldt dat zij dagelijks minimaal 3 opscheplepels groente eten. Eén opscheplepel groente komt overeen met 50 gram. Deze aantallen opscheplepels komen overeen met de aanbevolen hoeveelheid groente per dag uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad.
Minimaal 5 dagen p.w. voldoende groenten
Percentage kinderen dat 5 dagen per week voldoende groente eet. Kinderen van 1 tot 4 jaar moeten dagelijks 1 tot 2 opscheplepels groente eten. Kinderen vanaf 4 tot en met 8 jaar dienen dagelijks minimaal 2 opscheplepels groente eten. Voor jongeren vanaf 9 t/m 11 jaar geldt dat zij dagelijks minimaal 3 opscheplepels groente eten. Eén opscheplepel groente komt overeen met 50 gram. Deze aantallen opscheplepels komen overeen met de aanbevolen hoeveelheid groente per dag uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad.
Minimaal 1 dag per week vis
Percentage kinderen dat minimaal 1 dag per week vis eet volgens de ouder/verzorger. Deze aanbeveling is afkomstig uit de Richtlijnen Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad.
Bewegen, 4 jaar of ouder
De vragen over lichamelijke activiteit zijn gebaseerd op de zogeheten short questionnaire to assess health enhancing physical activity (SQUASH). Deze vragenlijst beoogt een volledig beeld te leveren van de lichamelijke activiteit. Gevraagd wordt naar frequentie en duur van de volgende deelvormen van lichamelijke activiteit:
'1. Fietsen en lopen in woon-werk of woon-school verkeer,'
'2. Activiteiten op het werk of op school,'
'3. Activiteiten in het huishouden,
'4.Wandelen, fietsen, buiten spelen, tuinieren en klussen in de vrije tijd.
'5. Sporten.'
Beweegrichtlijn
De beweegrichtlijn is eind 2017 opgesteld door de Gezondheidsraad. Deze nieuwe richtlijn vervangt de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, de fitnorm en de combinorm. Jongeren van 4 tot 12 jaar dienen minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning te verrichten en minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten.
Over de 2020-cijfers over dit onderwerp is een toelichtende nota verschenen, zie tabeltoelichting.
Voldoet aan beweegrichtlijn
Percentage kinderen van 4 jaar tot 12 jaar dat voldoet aan de beweegrichtlijn. Kinderen van 4 tot 12 jaar dienen minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning te verrichten en minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten.
Voldoende matig intensieve inspanning
Percentage kinderen van 4 jaar tot 12 jaar dat voldoende matig intensieve inspanning verricht, zoals wandelen en fietsen. Kinderen van 4 tot 132 jaar dienen minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning te verrichten.
Voldoende bot/spierversterk. activiteit
Percentage kinderen van 4 jaar tot 12 jaar dat voldoende spier- en botversterkende activiteiten verricht. Kinderen van 4 tot 12 jaar dienen minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten.
Wekelijkse sporters
Percentage kinderen van 4 jaar tot 12 jaar dat minimaal 1 keer per week sport.
Over de 2020-cijfers over dit onderwerp is een toelichtende nota verschenen, zie tabeltoelichting.
Abonnement sportaanbieder
Percentage kinderen dat een abonnement heeft op een fitnesscentrum, zwembad of een andere sportaanbieder.
Lid sportvereniging
Percentage kinderen dat lid is van een sportvereniging.