Zorginstellingen; financiën en personeel

Zorginstellingen; financiën en personeel

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Perioden Middelgrote en grote ondernemingen Aantal middelgr. en grote ondernemingen (aantal) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Afschrijvingen op vaste activa (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Bijzondere waardeverminderingen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Resultaat voor belastingen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Financiële vaste activa Deelnemingen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Financiële vaste activa Overige langlopende vorderingen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Kortlopende vorderingen Totaal kortlopende vorderingen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Kortlopende vorderingen Vorderingen op debiteuren (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Kortlopende vorderingen Vorderingen u.h.v. bekostiging (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Kortlopende vorderingen Overige kortlopende vorderingen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans passiva eindstand Voorzieningen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans passiva eindstand Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen (mln euro)
86101 Universitair medisch centra 2024* 7 577 1 216 52 101 2.403 699 1.704 769
86102 Algemene ziekenhuizen 2024* 57 1.220 6 454 97 78 4.006 1.471 2.535 915
86103 Categorale ziekenhuizen 2024* 16 89 1 43 1 7 357 124 233 41
86104 GGZ met overnachting 2024* 165 243 3 208 21 10 1.190 325 865 231
8720+87301 Gehandicaptenzorg 2024* 647 511 6 363 3 25 911 170 742 377
87901 Jeugdzorg met overnachting 2024* . . . . . . . . . .
87902 Maatschappelijke opvang (24-uurs) 2024* 62 125 0 35 1 1 246 42 203 113
88991 Ambulante jeugdzorg 2024* . . . . . . . . . .
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg 2024* 1.048 900 10 976 23 180 2.004 478 1.526 795
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat informatie over de verlies- en winstrekening, balans, investeringen en personeelsinzet van groepen ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg met overnachting, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en jeugdzorg. Dit betreft zowel publiek- als privaatgefinancierde ondernemingengroepen.

In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 is een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.

In verslagjaar 2020 kregen zorgprofessionals een uitkering van 1.000 euro netto, een bonus voor 'de uitzonderlijke prestaties die zij leveren in de strijd tegen corona'. De uitkering is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verstrekt aan zorgaanbieders, die de zorgbonus vervolgens uitbetalen aan de eigen medewerkers en de bij de zorgaanbieders werkzame zelfstandigen en uitzendkrachten. De zorgaanbieders ontvingen tevens een opslag op het bonusbedrag, vanwege de belastingafdracht die zij moeten doen om de zorgverlener een netto bonus uit te kunnen betalen. Het totale bedrag, inclusief opslag, is opgenomen onder de 'Subsidies'. De uitbetaling van de zorgbonus evenals de belastingafdracht vanwege de zorgbonus zijn opgenomen onder de personeelskosten.
In verslagjaar 2021 is opnieuw een zorgbonus uitgekeerd. Zorgverleners aan wie de zorgbonus 2021 is toegekend kregen 385 euro netto op hun rekening bijgeschreven.

Met ingang van verslagjaar 2022 is de uitvraag van de brondata DigiMV sterk gewijzigd met deels een andere indeling van jaarrekeningenposten. Dit heeft met name gevolgen gehad voor de invulling van de bedrijfsopbrengsten en de bedrijfskosten. Bij meerdere sectoren is een (beperkt) effect zichtbaar vanwege een verschuiving:
- bij de bedrijfsopbrengsten tussen de 'Overige dienstverlening' en 'Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten';
- bij de bedrijfskosten tussen enerzijds 'Voeding- en hotelmatige kosten', 'Algemene kosten', 'Cliënt- en bewonergebonden kosten' en anderzijds 'Andere bedrijfskosten'.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2015

Status van de cijfers:
Het laatste jaar is voorlopig, de overige jaren zijn definitief.

Wijzigingen per 9 december 2025:
De voorlopige cijfers over 2024 en de definitieve cijfers over 2023 zijn toegevoegd behalve voor 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2026 worden de voorlopige cijfers over 2024 toegevoegd voor 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg' en worden de cijfers van deze sectoren over 2023 definitief.
In het laatste kwartaal van 2026 worden voorlopige cijfers over 2025 toegevoegd voor alle sectoren, behalve voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.

Toelichting onderwerpen

Middelgrote en grote ondernemingen
Ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.
Van de grote en middelgrote ondernemingen zijn meer financiële gegevens beschikbaar dan van de kleine ondernemingen.
Aantal middelgr. en grote ondernemingen
Het aantal grote en middelgrote ondernemingen, afgebakend als de ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.

De (groep van) onderneming(en) is de eenheid die feitelijk optreedt als financiële transactor.

Operationeel wordt de (groep van) onderneming(en) gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend. Een ondernemingengroep wordt ook wel aangeduid met concern.

Verlies- en winstrekening
Bedrijfskosten
De kosten die zijn gemaakt om de bedrijfsopbrengsten te realiseren, te weten de inkoopwaarde van de omzet, de arbeidskosten, de afschrijvingen op vaste activa en de zogenaamde overige bedrijfskosten.
Afschrijvingen op vaste activa
De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering.
Bijzondere waardeverminderingen
Naast de (systematische) afschrijvingen kunnen ook bijzondere waardeverminderingen zich voordoen waarbij wordt vastgesteld dat de reële waarde van een actief lager is dan de boekwaarde. Daarnaast kunnen bijzondere waardeverminderingen voorkomen bij vaste activa waarop niet wordt afgeschreven en bij financiële vaste activa.
Resultaat voor belastingen
De som van het bedrijfsresultaat, het financieel resultaat en het saldo buitengewone baten/lasten (alleen 2015).
Balans
Balans activa eindstand
Totaal activa op 31 december van verslagjaar.

De balans is een overzicht van de activa en de passiva van een sector of land op een bepaald moment. De activa bestaan onder meer uit machines, gebouwen, niet-geproduceerde activa (zoals grond en minerale reserves), vorderingen en aandelenbezit. De passiva kunnen worden onderscheiden in schulden en eigen vermogen.
Financiële vaste activa
Vaste activa die betrekking hebben op financiële kapitaalgoederen zoals deelnemingen in andere ondernemingen, beleggingen in vastgoed of effecten, hypotheken, leningen op schuldbekentenis, bancaire kredietverlening, en zaken als vorderingen die op lange termijn aan derden (anders dan uit hoofde van een kapitaaldeelneming) ter beschikking zijn gesteld.
Deelnemingen
Financieren van (dus geld beschikbaar stellen voor) een andere onderneming om daarmee invloed uit te kunnen oefenen in het beleid van die onderneming.
Overige langlopende vorderingen
Overige bedragen die een onderneming tegoed heeft van afnemers of andere relaties en die op lange termijn opvorderbaar zijn. Exclusief deelnemingen.
Kortlopende vorderingen
Kortlopende vorderingen (inclusief vorderingen uit hoofde van bekostiging). Bedragen die in het komende jaar opvorderbaar zijn.
Totaal kortlopende vorderingen
Vorderingen op debiteuren
Openstaande rekeningen van door de zorginstelling geleverde producten of diensten, die nog betaald moeten worden aan de zorginstelling.

De cijfers hebben alleen betrekking op de gegevens zoals door zorginstellingen in de jaarrekening verantwoord onder 'debiteuren'.
Vorderingen u.h.v. bekostiging
Vorderingen uit hoofde van bekostiging, ofwel vorderingen uit hoofde van financieringstekort en transitieregeling medisch specialistische zorg.

Het financieringsverschil is het geaccumuleerde verschil tussen het wettelijk vastgestelde jaarlijkse budget voor Wlz-zorg en de daarop ontvangen vergoedingen. In het geval van een positief financieringsverschil (oftewel minder ontvangen dan volgens het budget vastgesteld) is sprake van een vordering genaamd 'financieringstekort'.

De vorderingen uit hoofde van transitieregeling medisch specialistische zorg betreft het verschil tussen de gerealiseerde omzet uit prestatiebekostiging en de omzet die behaald zou zijn onder de oude bekostigingssystematiek.

Vanaf verslagjaar 2022 wordt deze variabele niet meer uitgevraagd.
Overige kortlopende vorderingen
Niet eerder genoemde kortlopende vorderingen. Exclusief kortlopende effecten en liquide middelen.
Balans passiva eindstand
Totaal passiva op 31 december van verslagjaar.

De balans is een overzicht van de activa en de passiva van een sector of land op een bepaald moment. De activa bestaan onder meer uit machines, gebouwen, niet-geproduceerde activa (zoals grond en minerale reserves), vorderingen en aandelenbezit. De passiva kunnen worden onderscheiden in schulden en eigen vermogen.
Voorzieningen
Bedrag dat op de balans apart is gezet voor bepaalde in de toekomst te verrichten uitgaven waarvan de grootte nog niet zeker is. Bijvoorbeeld onderhoudsvoorzieningen.

Ook zijn hieronder de voorzieningen uit hoofde van het macrobeheersinstrument meegenomen. Het macrobeheersinstrument wordt door de minister van VWS ingezet om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg.

In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 is een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.

Kortlopende schulden
Kortlopende schulden (inclusief schulden uit hoofde van bekostiging).
Verplichtingen die in het komende verslagjaar moeten worden nagekomen.
Schulden aan kredietinstellingen
Verplichtingen bij kredietinstellingen. Een kredietinstelling is een bedrijf met rechtspersoonlijkheid dat zich hoofdzakelijk bezig houdt met financiële bemiddeling, dat wil zeggen het aantrekken, omzetten en uitzetten van financiële middelen.

Vanaf verslagjaar 2020 wordt deze variabele niet meer uitgevraagd en zijn de schulden aan kredietinstellingen opgenomen onder de variabele 'Overige kortlopende schulden'.