Kerncijfers wijken en buurten 2016

Kerncijfers wijken en buurten 2016

Wijken en buurten Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Bevolking Aantal inwoners (aantal) Bevolking Leeftijdsgroepen 65 jaar of ouder (aantal) Bevolking Geboorte en sterfte Geboorte totaal (aantal) Wonen Woningvoorraad (aantal) Wonen Woningen naar bewoning Percentage bewoond (%) Wonen Woningen naar eigendom Koopwoningen (%) Energie Gemiddeld elektriciteitsverbruik Gemiddeld elektriciteitsverbruik totaal (kWh) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Naar woningtype Appartement (m³) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; Bijstand (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen totaal (aantal) Motorvoertuigen Personenauto's Personenauto's per huishouden (per huishouden) Nabijheid voorzieningen Basisonderwijs Afstand tot school (km) Criminaliteit Totaal diefstal uit woning/schuur/e.d. (per 1 000 inwoners)
Nederland Nederland Land . 16.979.120 3.085.308 172.520 7.641.323 95 56 2.910 870 31,0 7,3 458.050 1.470.645 1,0 0,7 .
Aa en Hunze Aa en Hunze Gemeente . 25.243 6.135 136 11.131 95 71 3.290 1.020 30,9 4,5 390 2.150 1,3 1,2 3
Wijk 00 Annen Aa en Hunze Wijk 1 3.555 835 20 1.595 96 71 3.340 900 32,9 3,8 30 270 1,3 0,8 2
Annen Aa en Hunze Buurt 1 3.405 800 15 1.533 96 70 3.290 900 32,2 3,8 30 245 1,3 0,7 2
Verspreide huizen Annen Aa en Hunze Buurt 1 150 30 0 62 97 97 4.810 . 47,6 . 0 25 1,4 2,0 0
Wijk 01 Eext Aa en Hunze Wijk 1 1.385 275 10 580 96 79 3.290 1.320 29,8 5,4 30 130 1,3 1,1 1
Eext Aa en Hunze Buurt 1 1.225 230 10 533 96 78 3.240 1.320 29,1 6,1 20 110 1,3 1,0 0
Verspreide huizen Eext Aa en Hunze Buurt 1 160 45 0 47 94 94 3.860 . 35,0 . 0 25 1,3 2,1 6
Wijk 02 Anloo Aa en Hunze Wijk 1 445 125 0 167 96 80 3.630 . 30,4 9,9 20 40 1,3 0,5 11
Anloo Aa en Hunze Buurt 1 325 95 0 143 97 78 3.510 . 30,9 6,2 0 30 1,3 0,4 0
Verspreide huizen Anloo Aa en Hunze Buurt 1 115 30 0 24 92 92 4.320 . . . 20 10 1,2 0,9 42
Wijk 03 Gasteren Aa en Hunze Wijk 1 410 110 0 172 97 90 3.680 . 32,7 3,0 10 45 1,4 2,8 2
Gasteren Aa en Hunze Buurt 1 395 105 0 167 98 90 3.680 . 32,8 3,1 10 45 1,5 2,8 3
Verspreide huizen Gasteren Aa en Hunze Buurt 1 10 0 0 5 . . . . . . . 0 . 2,1 .
Wijk 04 Anderen Aa en Hunze Wijk 1 270 50 0 110 98 81 3.590 . 36,3 4,7 0 35 1,5 4,3 4
Anderen Aa en Hunze Buurt 1 245 50 0 100 98 82 3.540 . 35,9 . 0 30 1,7 4,4 4
Verspreide huizen Anderen Aa en Hunze Buurt 1 25 0 0 10 . . . . . . . 0 . 3,7 .
Wijk 05 Schipborg Aa en Hunze Wijk 1 570 175 0 242 93 87 3.370 . 37,5 2,2 10 55 1,4 1,0 5
Schipborg Aa en Hunze Buurt 1 530 155 0 211 98 89 3.490 . 37,5 2,4 10 55 1,5 1,0 4
Verspreide huizen Schipborg Aa en Hunze Buurt 1 40 15 0 31 65 71 2.510 . . . . 5 . 1,3 .
Wijk 06 Eexterveen Aa en Hunze Wijk 1 440 70 0 180 96 89 3.600 . 34,3 3,5 0 45 1,5 0,6 5
Eexterveen Aa en Hunze Buurt 1 430 65 0 174 95 89 3.620 . 33,5 3,6 0 45 1,5 0,6 5
Verspreide huizen Eexterveen Aa en Hunze Buurt 1 10 0 0 6 . . . . . . . 0 . 1,1 .
Wijk 07 Spijkerboor Aa en Hunze Wijk 1 150 25 0 64 100 89 3.800 . 29,7 . 0 10 1,3 3,8 0
Spijkerboor Aa en Hunze Buurt 1 150 25 0 64 100 89 3.800 . 29,7 . 0 10 1,3 3,8 0
Verspreide huizen Spijkerboor Aa en Hunze Buurt 1 0 0 0 0 . . . . . . . . . .
Wijk 08 Nieuw-Annerveen Aa en Hunze Wijk 1 110 15 0 43 100 95 3.340 . . . 0 15 . 2,8 0
Nieuw-Annerveen Aa en Hunze Buurt 1 105 15 0 40 100 95 3.390 . . . 0 15 . 2,8 0
Verspreide huizen Nieuw-Annerveen Aa en Hunze Buurt 1 5 0 0 3 . . . . . . . . . . .
Wijk 09 Oud-Annerveen Aa en Hunze Wijk 1 125 15 0 48 98 94 3.850 . 36,9 . 0 15 1,5 2,3 0
Oud-Annerveen Aa en Hunze Buurt 1 120 15 0 47 98 94 3.850 . . . 0 15 . 2,3 0
Verspreide huizen Oud-Annerveen Aa en Hunze Buurt 1 0 0 0 1 . . . . . . . . . . .
Wijk 11 Annerveenschekanaal Aa en Hunze Wijk 1 415 50 5 186 94 73 3.410 . 30,0 4,2 10 40 1,5 4,2 2
Annerveenschekanaal Aa en Hunze Buurt 1 415 50 5 186 94 73 3.410 . 30,0 4,2 10 40 1,5 4,2 2
Verspreide huizen Annerveenschekanaal Aa en Hunze Buurt 1 0 0 0 0 . . . . . . . . . .
Wijk 12 Eexterveenschekanaal Aa en Hunze Wijk 1 270 35 5 106 98 84 3.290 . 29,9 4,3 10 15 1,3 2,2 0
Eexterveenschekanaal Aa en Hunze Buurt 1 245 35 0 106 98 84 3.290 . 30,5 3,7 0 15 1,3 2,2 0
Verspreide huizen Eexterveenschekanaal Aa en Hunze Buurt 1 20 0 0 0 . . . . . . . 0 . 1,9 .
Wijk 13 Eexterzandvoort Aa en Hunze Wijk 1 135 30 0 60 95 88 3.430 . 35,6 . 0 20 1,3 3,1
Eexterzandvoort Aa en Hunze Buurt 1 100 20 0 46 93 89 3.350 . . . 0 15 . 2,9
Verspreide huizen Eexterzandvoort Aa en Hunze Buurt 1 35 5 0 14 . . 3.860 . . . . 0 . 3,4 .
Wijk 14 Gasselte Aa en Hunze Wijk 1 1.860 555 10 765 97 71 3.380 1.010 29,0 5,7 50 140 1,3 1,0 2
Gasselte Aa en Hunze Buurt 1 1.495 465 5 671 98 69 3.280 1.010 29,0 4,5 40 105 1,3 0,7 1
Kostvlies Aa en Hunze Buurt 1 130 40 0 57 100 88 4.040 . 34,6 . 0 15 1,4 2,6
Verspreide huizen Gasselte Aa en Hunze Buurt 1 230 50 0 37 73 78 4.290 . 25,5 12,1 10 25 0,9 2,3 4
Wijk 15 Gasselternijveen Aa en Hunze Wijk 1 1.825 350 5 780 97 60 3.190 1.090 24,7 8,4 70 130 1,2 0,7 3
Gasselternijveen Aa en Hunze Buurt 1 1.780 340 5 763 97 59 3.180 1.090 25,3 8,3 70 120 1,2 0,6 3
Gasselterboerveen Aa en Hunze Buurt 1 40 5 0 17 . . 4.320 . . . . 15 . 1,8 .
Verspreide huizen Gasselternijveen Aa en Hunze Buurt 1 0 0 0 0 . . . . . . . . . .
Wijk 16 Gasselternijveenschemond Aa en Hunze Wijk 1 670 115 0 292 97 80 3.540 . 27,2 3,9 10 55 1,4 0,8 3
Gasselternijveenschemond Aa en Hunze Buurt 1 625 115 0 278 97 80 3.530 . 27,0 3,7 10 50 1,4 0,7 3
Gasselterboerveenschemond Aa en Hunze Buurt 1 40 0 0 12 . . 3.960 . . . . 5 . 2,1 .
Verspr.h. Gasselternijveenschemond Aa en Hunze Buurt 1 5 0 0 2 . . . . . . . 0 . . .
Wijk 17 Gieten Aa en Hunze Wijk 1 5.060 1.360 25 2.326 96 64 3.040 1.040 30,6 4,6 90 400 1,2 0,7 2
Gieten Aa en Hunze Buurt 1 4.885 1.310 25 2.257 96 63 3.010 1.040 30,5 4,5 90 370 1,2 0,7 2
Verspreide huizen Gieten Aa en Hunze Buurt 1 170 50 0 69 97 97 3.920 . 31,8 . 0 25 1,6 2,6 0
Wijk 18 Gieterveen Aa en Hunze Wijk 1 1.200 220 5 521 95 77 3.400 1.000 28,9 3,1 10 120 1,4 1,3 1
Gieterveen Aa en Hunze Buurt 1 660 115 0 291 96 67 3.230 980 28,0 4,2 10 50 1,4 0,7 0
Bonnerveen Aa en Hunze Buurt 1 95 10 0 42 90 90 3.560 . . . 0 10 . 1,7
Nieuwediep Aa en Hunze Buurt 1 250 40 0 101 96 89 3.790 . 27,4 3,0 0 30 1,6 2,5 4
Verspreide huizen Gieterveen Aa en Hunze Buurt 1 190 45 0 87 94 90 3.460 . 32,1 . 0 30 1,4 1,8 0
Wijk 19 Rolde Aa en Hunze Wijk 1 4.640 1.370 20 2.128 95 68 3.170 1.030 32,4 3,4 40 345 1,2 1,3 3
Rolde Aa en Hunze Buurt 1 3.740 1.230 15 1.850 95 67 3.040 1.030 32,0 3,2 40 245 1,2 1,0 4
Ballo Aa en Hunze Buurt 1 150 40 0 57 96 93 3.890 . 31,4 . 0 25 1,0 2,1 0
Nijlande Aa en Hunze Buurt 1 55 15 0 26 100 92 4.970 . . . 0 10 . 2,1 0
Deurze Aa en Hunze Buurt 1 85 10 0 32 91 78 4.130 . . . 0 15 . 3,2 0
Verspreide huizen Nooitgedacht Aa en Hunze Buurt 1 440 45 0 106 93 52 4.000 . 31,0 . 0 20 1,3 2,4 0
Verspreide huizen Rolde Aa en Hunze Buurt 1 155 25 0 57 93 89 4.620 . 32,9 . 0 35 1,6 2,8 0
Wijk 20 Grolloo Aa en Hunze Wijk 1 1.170 215 10 577 77 71 3.710 1.120 31,5 5,5 10 160 1,4 2,0 6
Grolloo Aa en Hunze Buurt 1 635 115 5 274 95 81 3.490 1.120 32,8 4,5 0 60 1,5 0,5 5
Schoonloo Aa en Hunze Buurt 1 175 40 0 84 95 80 3.470 . 30,3 . 10 35 1,3 4,3 0
Verspreide huizen Papenvoort Aa en Hunze Buurt 1 60 5 0 24 83 67 3.770 . . . 0 10 . 3,8 16
Verspreide huizen Grolloo Aa en Hunze Buurt 1 295 50 0 195 44 55 4.710 . 28,9 6,9 0 55 1,3 3,2 10
Wijk 21 Ekehaar Aa en Hunze Wijk 1 485 105 5 189 98 86 4.000 . 31,4 1,6 0 60 1,4 1,1 6
Ekehaar Aa en Hunze Buurt 1 255 65 0 108 99 84 3.690 . 31,8 0,9 0 15 1,3 0,4 8
Amen Aa en Hunze Buurt 1 80 15 0 35 94 86 3.840 . . . 0 15 . 1,6 0
Verspreide huizen Ekehaar Aa en Hunze Buurt 1 145 20 0 46 100 91 5.040 . 33,0 . 0 30 . 2,0 7
Aalburg Aalburg Gemeente . 13.038 2.115 152 5.031 94 72 3.690 900 30,2 4,3 110 1.475 1,4 0,7 1
Wijk 00 Wijk en Aalburg Aalburg Wijk 1 6.305 1.035 65 2.334 96 69 3.690 930 30,9 4,2 60 725 1,4 0,7 1
Wijk en Aalburg Aalburg Buurt 1 5.245 900 50 1.982 96 66 3.530 930 30,1 4,2 50 520 1,3 0,6 2
Spijk Aalburg Buurt 1 830 105 10 269 97 86 4.610 . 34,3 4,3 0 145 1,7 1,0 1
Verspreide huizen Wijk en Aalburg Aalburg Buurt 1 230 25 0 83 92 89 4.570 . 34,2 . 0 60 2,3 2,0 0
Wijk 01 Veen Aalburg Wijk 1 2.685 370 30 1.081 86 70 3.500 830 29,3 6,1 30 340 1,4 0,7 0
Veen Aalburg Buurt 1 2.595 365 30 1.065 86 70 3.500 830 29,4 6,1 30 305 1,4 0,7 0
Verspreide huizen Veen Aalburg Buurt 1 90 5 0 16 . . 4.620 . . . 0 35 . 1,6
Wijk 02 Genderen Aalburg Wijk 1 1.735 305 15 664 97 75 3.700 750 30,1 3,5 10 170 1,5 0,5 1
Genderen Aalburg Buurt 1 1.645 280 15 631 97 74 3.710 750 30,4 3,2 10 160 1,5 0,4 0
Verspreide huizen Genderen Aalburg Buurt 1 85 20 0 33 97 88 3.480 . . . 0 15 . 1,5 11
Wijk 03 Eethen Aalburg Wijk 1 785 135 10 347 92 73 3.890 800 30,8 3,7 10 75 1,4 0,4 1
Eethen Aalburg Buurt 1 650 105 10 274 90 80 4.050 . 32,0 2,8 10 65 1,5 0,4 0
Verspreide huizen Eethen Aalburg Buurt 1 135 30 0 73 97 47 3.150 800 25,8 . 0 10 0,7 0,6 7
Wijk 04 Meeuwen Aalburg Wijk 1 715 125 10 284 95 79 3.550 1.020 29,4 2,2 0 60 1,5 0,4 4
Meeuwen Aalburg Buurt 1 635 110 10 253 96 77 3.470 1.020 29,7 1,7 0 50 1,6 0,3 5
Verspreide huizen Meeuwen Aalburg Buurt 1 80 15 0 31 90 94 4.550 . . . 0 10 . 1,2 0
Wijk 05 Drongelen Aalburg Wijk 1 385 70 5 157 97 82 4.170 . 28,2 5,8 0 45 1,4 1,9 5
Drongelen Aalburg Buurt 1 235 45 0 100 99 77 4.070 . 29,0 6,0 0 25 1,5 1,7 4
Verspreide huizen Drongelen Aalburg Buurt 1 145 25 0 57 93 89 4.390 . 26,9 . 0 15 1,2 2,1 7
Wijk 06 Babyloniënbroek Aalburg Wijk 1 415 65 5 164 95 87 4.290 . 30,8 2,5 0 60 1,6 0,9 2
Babyloniënbroek Aalburg Buurt 1 335 55 0 138 96 88 4.200 . 32,3 2,2 0 50 1,6 0,6 3
Verspreide huizen Babyloniënbroek Aalburg Buurt 1 75 10 0 26 92 81 4.970 . . . 0 10 . 2,2 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2016.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per 1 februari 2019
Er zijn cijfers toegevoegd met betrekking tot het thema ‘inkomen’.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Bevolking
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.

Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.
Aantal inwoners
Leeftijdsgroepen
65 jaar of ouder
Aantal inwoners dat op 1 januari 65 jaar of ouder is.
Geboorte en sterfte
Geboorte totaal
Het aantal levendgeborenen van 1 januari tot en met 31 december van het betreffende jaar. Levendgeborenen zijn kinderen die na geboorte enig teken van leven hebben vertoond, ongeacht de zwangerschapsduur.
Wonen
Woningvoorraad
Het totale aantal woningen op 1 januari van het desbetreffende jaar. Een woning is een verblijfsobject met minimaal een woonfunctie en eventueel één of meer andere gebruiksfuncties.
Woningen naar bewoning
Een woning is bewoond als er volgens de Basisregistratie Personen (BRP) op peildatum 1 januari minimaal 1 persoon stond ingeschreven op het bijbehorende adres. Alle overige woningen, die wel voor bewoning beschikbaar zijn, worden beschouwd als onbewoond.
Percentage bewoond
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal bewoonde woningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Bewoonde woningen: Woningen waar op de peildatum 1 januari minimaal 1 persoon stond ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).
Woningen naar eigendom
Informatie over huur- en koopwoningen wordt samengesteld uit een koppeling tussen verschillende bronnen.
Koopwoningen
Woningen die eigendom zijn van de (toekomstige) bewoner(s) of in gebruik als tweede woning.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Energie
Gemiddeld elektriciteitsverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor elektriciteit op individuele aansluitingen van particuliere woningen, zoals berekend vanuit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven. De eigen opwekking van elektriciteit, bijvoorbeeld met zonnepanelen, is niet bekend en dus ook niet inbegrepen in het gemiddelde jaarverbruik. Ook collectieve verbruiken van bijvoorbeeld liftinstallaties of hal-/galerijverlichting zijn niet meegeteld bij de berekening.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom.
Gemiddeld elektriciteitsverbruik totaal
Het gemiddeld elektriciteitsverbruik voor alle woningtypen samen.
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen, zoals berekend uit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven.
Bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik zijn woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meegeteld indien er sprake is van stadsverwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom.

Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning. De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Appartement
Een geheel van bij elkaar horende vertrekken als afzonderlijke woongelegenheid binnen een grotere woning waarbij de opdeling van het gebouw heeft plaatsgevonden volgens het appartementsrecht. Een bovenwoning of flat die geen appartement is wordt niet meegenomen bij het berekenen van de verbruikscijfers.
Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Sociale zekerheid
Deze tabel geeft per gemeente, wijk en buurt inzicht in het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van arbeidsongeschiktheid, bijstand, werkloosheid en AOW.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).
Bij de categorie personen met een uitkering (totaal) wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Personen per soort uitkering; Bijstand
Personen die een bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 1 januari 2015) of de Participatiewet (vanaf 1 januari 2015) ontvangen.
Het gaat in deze tabel om algemeen periodieke uitkeringen aan thuiswonende personen tot de AOW-leeftijd.

Wet werk en bijstand (WWB)
Wettelijke sociale voorziening die op 1 januari 2004 in werking is getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (Abw), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (ID-banen).
De WWB was tot 1 januari 2015 de wet die in Nederland de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en bijstand regelde voor mensen die weinig of geen ander inkomen (waaronder andere uitkeringen) hebben en ook weinig of geen vermogen.
De wet is per 1 januari 2015 gewijzigd en heet sindsdien Participatiewet.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WsW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).
De wet regelt in Nederland de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het verlenen van bijstand door gemeenten voor mensen die weinig of geen ander inkomen (waaronder andere uitkeringen) hebben en ook weinig of geen vermogen.
Werk gaat voor inkomen: oogmerk van de wet is om mensen met of zonder arbeidsbeperking op de kortste weg naar betaald werk te kunnen zetten.
De gemeenten voeren de wet uit en bepalen, binnen de wettelijke grenzen, hun eigen beleid.

De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop recht is ontstaan op het basispensioen van de Rijksoverheid op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW).
Tot 1 januari 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Vanaf die datum gaat de AOW-leeftijd jaarlijks met één of meerdere maanden omhoog. Zo was de AOW-leeftijd in 2013 65 jaar en één maand, in 2014 was die leeftijd 65 jaar en twee maanden.
De AOW-leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden. Daarmee wordt de AOW-leeftijd 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.

Het betreft voorlopige cijfers.
Bedrijfsvestigingen, SBI 2008
Bedrijfsvestigingen naar activiteit op 1 januari (SBI 2008), exclusief bedrijfsvestigingen in de sectoren overheid, onderwijs en zorg

Deze tabel bevat gegevens over het aantal vestigingen van bedrijven naar economische activiteit, gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). De vestigingen zijn voorts ingedeeld naar de gemeentelijke indeling per 1 januari van het verslagjaar, naar wijken en naar buurten.

Status van de cijfers:
De cijfers hebben een voorlopig karakter.

Vestiging:
Elke afzonderlijk gelegen ruimte, terrein of complex van ruimten of terreinen, benut door een bedrijf voor uitoefening van de activiteiten. Ieder bedrijf bestaat uit ten minste één vestiging. Meerdere locaties van een bedrijf binnen één postcodegebied worden als één vestiging beschouwd.

Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt.

In deze tabel is gekozen voor de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging. Niet iedere vestiging van een bedrijf houdt zich bezig met de hoofdactiviteit (SBI) van het bedrijf als geheel. Om te weten welke activiteiten worden uitgevoerd in een regio is de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging gebruikt. In de tabel zijn de vestigingen (naast de totalen) ook naar de volgende zeven sectoren onderverdeeld:
A Landbouw, bosbouw en visserij
B-F Nijverheid en energie
G+I Handel en horeca
H+J Vervoer, informatie en communicatie
K-L Financiële diensten, onroerend goed
M-N Zakelijke dienstverlening
R-U Cultuur, recreatie, overige diensten

De sectoren overheid, onderwijs en zorg zijn niet opgenomen vanwege de onbetrouwbaarheid van deze gegevens.

Het aantal vestigingen is afgerond op een veelvoud van vijf. In geval van afrondingen kan het voorkomen, dat de totalen niet precies overeenstemmen met de som der opgetelde getallen.
In geval de wijk of buurt van het bedrijf onbekend is, wordt dit bedrijf alleen op gemeentelijk niveau meegeteld. De onderverdeling naar sectoren is alleen vermeld bij 20 of meer bedrijven per buurt.
Bedrijfsvestigingen totaal
Het betreft voorlopige cijfers.
Motorvoertuigen
De motorvoertuigen betreffen personenauto's, bedrijfsauto’s en motortweewielers op 1 januari. Aanhangwagens en opleggers zijn niet meegerekend.
De gegevens zijn ontleend aan de Statistiek van de Motorvoertuigen. Deze gegevens zijn gebaseerd op de kentekenregistratie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Met behulp van deze registratie zijn tellingen gemaakt van alle voertuigen met actuele, houderschapsplichtige kentekens die op 1 januari in het kentekenbestand voorkomen.
Het aantal geregistreerde motorvoertuigen is inclusief voertuigen van lease- en verhuurbedrijven. Deze motorvoertuigen staan geregistreerd op het adres van het lease- of verhuurbedrijf. De motorvoertuigen die staan ingeschreven op postbusadressen zijn niet meegeteld bij de aantallen van de wijken en buurten, maar wel in de gemeentelijke totalen. De wijken en buurten tellen daarom niet altijd op tot gemeenten. De gemeentelijke totalen komen overeen met de Regionale Kerncijfers Nederland.
Personenauto's
Personenauto's per huishouden
Het aantal personenauto's per (particulier) huishouden op 1 januari. De personenauto's worden regionaal ingedeeld met behulp van de kentekenregistratie. Personenauto's die geregistreerd staan op het adres van het lease- of verhuurbedrijf vertekenen daarom de autodichtheid per huishouden.
Het aantal personenauto's per huishouden is vermeld bij minimaal 50 huishoudens en bij een waarde van maximaal 2,5 personenauto's per huishouden.
Nabijheid voorzieningen
Locatie die bezocht kan worden door personen. De locatie sluit aan bij het gebruik in het dagelijks leven.

De afstand tot een voorziening is berekend over verharde, door auto's te gebruiken wegen, dus niet over fiets- en voetpaden. Overtochten via veerboten zijn hierbij inbegrepen. Er wordt geen rekening gehouden met éénrichtingsverkeer en overige inrijverboden van toegangswegen tot rijks- of provinciale wegen.

Basisonderwijs
Het basisonderwijs omvat naast de reguliere basisscholen ook de scholen voor kinderen van mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats, de zogenaamde rijdende scholen en de ligplaatsscholen voor varende kleuters. Het speciaal basisonderwijs en de speciale scholen zijn niet meegenomen.

In Nederland zijn er ongeveer 10 rijdende scholen. Deze scholen hebben allen als officiële vestigingsgemeente Geldermalsen. Het aantal basisscholen in Geldermalsen is hierdoor hoog, vooral in het oostelijke deel. Ook in buurten van de omliggende gemeenten Buren, Culemborg en Neerijnen is het effect van deze scholen nog zichtbaar.

De cijfers vermeld bij het jaar:
- 2016 betreffen schooljaar 2015/'16;

De cijfers zijn gebaseerd op het adressenbestand van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met vestigingen van basisscholen. Als bekend is dat er onderwijs gevolgd kan worden op een dependance en dit een effect heeft van meer dan 500 meter op de berekende gemiddelde afstand, zijn deze gegevens van de buurten en wijken aanvullend geheim gemaakt.
Afstand tot school
De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde school, berekend over de weg.

De gemiddelde afstand is opgenomen wanneer van 90 procent of meer van de inwoners in de buurt de exacte ligging (x,y-coördinaat) van het adres kon worden vastgesteld. Daarnaast geldt dat het gemiddelde alleen is vermeld bij minimaal 10 inwoners per buurt.
Criminaliteit
Bevat cijfers over vermogensmisdrijven die door de politie zijn geregistreerd, per type misdrijf uitgedrukt in aantallen per 1000 inwoners. De cijfers zijn uitgesplitst naar gemeente van plegen, wijk en buurt. Misdrijven waarvan de pleeglocatie niet aan een buurt is toe te kennen, worden in deze tabel niet meegeteld.
Totaal diefstal uit woning/schuur/e.d.
Deze regel geeft het totaal weer van 'Diefstal/inbraak uit woning' en 'Diefstal/inbraak uit schuur/garage/tuinhuis'.