Geldstromen in de zorg; uiteindelijke financiering, 1998-2012

Geldstromen in de zorg; uiteindelijke financiering, 1998-2012

Financieringssectoren Perioden Totaal financieringsbronnen (mln euro) Overheid (mln euro) Private financiers Totaal (mln euro) Private financiers Vennootschappen en zelfstandigen (mln euro) Private financiers Huishoudens (mln euro) Private financiers Instellingen zonder winstoogmerk (mln euro) Buitenland (mln euro) Saldi Fondsen (mln euro) Overige verschillen (mln euro)
Totaal 1998 40.307 9.931 29.285 6.222 22.731 332 10 491 591
Totaal 2000 46.452 11.498 36.153 7.923 27.806 424 20 -1.228 9
Totaal 2005 67.151 18.858 48.187 9.464 38.376 347 -151 2.705 -2.448
Totaal 2010 87.632 22.477 61.727 16.628 44.722 378 -143 5.006 -1.434
Totaal 2011 89.678 23.120 66.809 18.332 48.110 368 -190 2.052 -2.114
Totaal 2012* 92.867 23.099 68.843 19.588 48.889 366 -181 3.665 -2.559
Totaal publieke financiering 1998 29.931 9.429 19.824 5.026 14.798 -50 491 238
Totaal publieke financiering 2000 34.327 10.914 25.052 6.320 18.732 -49 -1.228 -362
Totaal publieke financiering 2005 48.049 17.852 30.179 7.325 22.854 -256 2.705 -2.431
Totaal publieke financiering 2010 73.795 22.477 47.758 15.398 32.361 -250 5.006 -1.195
Totaal publieke financiering 2011 75.108 23.120 52.175 17.158 35.018 -293 2.052 -1.947
Totaal publieke financiering 2012* 78.196 23.099 54.058 18.509 35.549 -284 3.665 -2.342
Overheid 1998 5.660 5.660
Overheid 2000 6.831 6.831
Overheid 2005 8.503 8.503
Overheid 2010 13.384 13.384
Overheid 2011 13.160 13.160
Overheid 2012* 13.138 13.138
Zorgkantoren AWBZ 1998 12.813 120 12.390 12.390 14 327 -37
Zorgkantoren AWBZ 2000 14.633 7 14.842 14.842 12 -107 -121
Zorgkantoren AWBZ 2005 21.980 5.263 17.856 17.856 10 -1.074 -75
Zorgkantoren AWBZ 2010 24.321 4.824 16.846 16.846 -8 2.732 -73
Zorgkantoren AWBZ 2011 25.250 5.181 18.029 18.029 -3 1.986 57
Zorgkantoren AWBZ 2012* 27.851 5.190 17.888 17.888 -5 4.824 -47
Zorgverzekeraars Zvw 1998
Zorgverzekeraars Zvw 2000
Zorgverzekeraars Zvw 2005
Zorgverzekeraars Zvw 2010 36.090 4.269 30.912 15.398 15.515 -242 2.274 -1.122
Zorgverzekeraars Zvw 2011 36.698 4.779 34.146 17.158 16.989 -290 66 -2.004
Zorgverzekeraars Zvw 2012* 37.207 4.771 36.170 18.509 17.661 -279 -1.159 -2.295
Zorgverzekeraars (sociaal) 1998 11.458 3.649 7.434 5.026 2.408 -64 164 275
Zorgverzekeraars (sociaal) 2000 12.863 4.076 10.210 6.320 3.890 -61 -1.121 -241
Zorgverzekeraars (sociaal) 2005 17.566 4.086 12.323 7.325 4.998 -266 3.779 -2.356
Zorgverzekeraars (sociaal) 2010
Zorgverzekeraars (sociaal) 2011
Zorgverzekeraars (sociaal) 2012*
Totaal private financiering 1998 10.316 502 9.461 1.196 7.933 332 353
Totaal private financiering 2000 12.056 584 11.101 1.603 9.074 424 371
Totaal private financiering 2005 18.997 1.006 18.008 2.139 15.522 347 -17
Totaal private financiering 2010 13.730 13.969 1.230 12.361 378 -239
Totaal private financiering 2011 14.467 14.634 1.174 13.092 368 -167
Totaal private financiering 2012* 14.568 14.785 1.079 13.340 366 -217
Partic. publiekr. zorgverzekeraars 1998 1.968 458 1.433 1.433 77
Partic. publiekr. zorgverzekeraars 2000 2.211 523 1.718 1.718 -30
Partic. publiekr. zorgverzekeraars 2005 3.410 860 2.751 2.751 -201
Partic. publiekr. zorgverzekeraars 2010
Partic. publiekr. zorgverzekeraars 2011
Partic. publiekr. zorgverzekeraars 2012*
Zorgverzekeraars aanvullende verzekering 1998 3.654 3.378 3.378 276
Zorgverzekeraars aanvullende verzekering 2000 4.104 3.703 3.703 401
Zorgverzekeraars aanvullende verzekering 2005 6.874 6.690 6.690 184
Zorgverzekeraars aanvullende verzekering 2010 3.986 4.225 4.225 -239
Zorgverzekeraars aanvullende verzekering 2011 4.337 4.504 4.504 -167
Zorgverzekeraars aanvullende verzekering 2012* 4.452 4.669 4.669 -217
Huishoudens 1998 3.447 44 3.403 281 3.122
Huishoudens 2000 4.100 61 4.039 386 3.653
Huishoudens 2005 7.153 146 7.007 926 6.081
Huishoudens 2010 8.136 8.136 8.136
Huishoudens 2011 8.588 8.588 8.588
Huishoudens 2012* 8.671 8.671 8.671
Instellingen zonder winstoogmerk 1998 332 332 332
Instellingen zonder winstoogmerk 2000 424 424 424
Instellingen zonder winstoogmerk 2005 347 347 347
Instellingen zonder winstoogmerk 2010 378 378 378
Instellingen zonder winstoogmerk 2011 368 368 368
Instellingen zonder winstoogmerk 2012* 366 366 366
Bedrijven 1998 915 915 915
Bedrijven 2000 1.217 1.217 1.217
Bedrijven 2005 1.213 1.213 1.213
Bedrijven 2010 1.230 1.230 1.230
Bedrijven 2011 1.174 1.174 1.174
Bedrijven 2012* 1.079 1.079 1.079
Buitenland 1998 60 60
Buitenland 2000 69 69
Buitenland 2005 105 105
Buitenland 2010 107 107
Buitenland 2011 103 103
Buitenland 2012* 103 103
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel omschrijft waar het geld vandaan komt dat wordt uitgegeven aan de zorg. De geldstroom loopt vanaf de 'financieringsbronnen' naar de 'financieringssectoren'.
In deze tabel worden de geldstromen in lopende prijzen zo veel als mogelijk herleid naar de uiteindelijke herkomst: huishoudens, bedrijven, instellingen, de overheid en het buitenland.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1998

Status van de cijfers:
De in de tabel opgenomen cijfers over het laatste verslagjaar zijn voorlopig en worden niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 31 januari 2018:
Deze tabel is stopgezet en is opgevolgd door de tabel 'Geldstromen in de zorg; uiteindelijke financiering' (zie paragraaf 3).

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Totaal financieringsbronnen
De bronnen waaruit de financieringssectoren worden gefinancierd. Deze financieringsbronnen worden als uiteindelijke financiers van zorg gezien in deze tabel.
Overheid
Omvat rijk, provincies en gemeenten.
Private financiers
Omvat bedrijven, huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk.
Totaal
Vennootschappen en zelfstandigen
Vennootschappen: institutionele eenheden met eigen rechtspersoonlijkheid die marktproducent zijn en van wie de hoofdactiviteit bestaat in de productie van goederen en diensten.
Onder vennootschappen vallen:
- alle vennootschappen (nv's, bv's, cv's, vof's) en coöperatieve verenigingen. Ook grote zelfstandig opererende ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid worden tot de vennootschappen gerekend. Voorbeelden van deze zogenoemde quasi-vennootschappen zijn grote familiebedrijven;
- overheidsbedrijven (vennootschappen die geheel of gedeeltelijk eigendom zijn van de overheid).
Zelfstandige: een persoon die arbeid verricht voor eigen rekening of risico - in een eigen bedrijf of praktijk, of - in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of - als overige zelfstandige (bijvoorbeeld in een zelfstandig uitgeoefend beroep).
In deze tabel vallen de Directeur Groot Aandeelhouders hier niet onder, omdat een economische invalshoek is gehanteerd.
Huishoudens
Tot deze groep behoren alle personen die langer dan een jaar in Nederland verblijven, ongeacht hun nationaliteit. Omgekeerd worden Nederlanders die langer dan een jaar in het buitenland verblijven niet tot de Nederlandse huishoudens gerekend. Huishoudens omvatten niet alleen op zichzelf of in gezinsverband wonende personen, maar ook personen in verpleeginrichtingen, bejaardentehuizen, gevangenissen en internaten. Indien het huishouden een eigen bedrijf heeft, dan wordt dat eigen bedrijf niet tot de huishoudens gerekend in deze tabel, maar tot de zelfstandigen.
Instellingen zonder winstoogmerk
Onder Instellingen zonder winstoogmerk horen stichtingen en verenigingen waarvan de middelen voor het merendeel afkomstig zijn uit vrijwillige bijdragen van huishoudens en uit inkomen uit vermogen. Voorbeelden zijn religieuze instellingen, liefdadigheidsinstellingen, politieke partijen, vakbonden en verenigingen op het gebied van cultuur, sport en recreatie.
Omvat ook instellingen zonder winstoogmerk die voor de markt produceren, zoals ziekenhuizen, lokaal welzijnswerk.
Buitenland
Saldo van betalingen door buitenlandse ziektekostenverzekeraars voor gebruik van zorg door niet-ingezetenen in Nederland en betalingen aan buitenlandse ziektekostenverzekeraars voor gebruik van zorg in het buitenland door in Nederland voor ziektekosten verzekerden.
Saldi Fondsen
Het saldo van baten en lasten van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ), de Algemene Kas Ziekenfondswet (tot 2006) en Zorgverzekeringsfonds (Zvf) vanaf 2006.
Overige verschillen
Het verschil tussen de cijfers van de Zorgrekeningen en de cijfers uit externe bronnen.

Verschillen ontstaan doordat bepaalde cijfers (zoals bijvoorbeeld opbrengsten beleggingen en interest uit de overzichten baten/lasten van zorgverzekeraars en fondsen) niet worden opgenomen in de Zorgrekeningen. In het verschil is ook per definitie het resultaat van de verzekeraars op de zorgverzekering opgenomen. Daarnaast rekenen de Zorgrekeningen de uitgaven voor een activiteit toe aan het jaar waarin de activiteit plaatsvindt. Daarentegen zijn bedragen in de baten/lasten overzichten opgenomen die een verrekening zijn met eerdere jaren.

Zo speelt in 2005 de invoering van de bekostiging- en financieringssystematiek voor ziekenhuiszorg, de Diagnosebehandelcombinaties (DBC's). Deze invoering heeft grote gevolgen voor de verantwoordingen van ziekenhuizen en zorgverzekeraars. Als gevolg hiervan moeten ziekenfondsen de lasten van DBC’s eerder verantwoorden, namelijk bij opening van een DBC. Een gedeelte van de lasten die normaal gesproken in 2006 verantwoord zouden worden, komt nu in het financieel fondsverslag ten laste van 2005. In de Zorgrekeningen is echter voor 2005 alleen het deel dat betrekking heeft op verleende zorg in 2005 meegenomen. Volgens het Financieel Jaarverslag fondsen 2005 van het Zorginstituut bedraagt de omvang van deze lastenverschuiving van 2006 naar 2005 circa 1,9 miljard euro.

Eveneens is bij de overgang van de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (GGZ) naar de Zorgverzekeringswet in 2008 besloten om de eerste twee jaren de kosten daarvan volledig te compenseren, waarna de verzekeraars vanaf 2010 risico gingen lopen over de kosten van volwassenen. In 2010 zijn bijvoorbeeld de zorglasten opwaarts met 542 miljoen euro bijgesteld over budgetjaar 2008 met name door de extra lasten voor de GGZ. Dit bedrag is verrekend in 2010.

Belangrijkste externe bronnen voor deze tabel zijn het Financieel Jaarverslag Fondsen (Zorginstituut) voor de overzichten baten/lasten van de fondsen (Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ), Ziekenfonds en Zorgverzekeringsfonds (Zvf)), Begroting en Jaarverslag van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) voor onder andere cijfers over toeslagen (zorg, kinderopvang) en eigen risico, Jaarcijfers van Vektis met overzicht baten/lasten van Zorgverzekeraars, Beheersverslagen van de Belastingdienst.