Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2015

Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2015

Wijken en buurten Perioden Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Codering (code) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Personen per soort uitkering Werkloosheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Bijstandsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Arbeidsongeschiktheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering AOW-uitkering (aantal) Personen per soort uitkering, relatief Werkloosheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Bijstandsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Arbeidsongeschiktheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief AOW-uitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Inwoners Inwoners vanaf 15 jaar (aantal) Inwoners Inwoners vanaf 15 jr tot AOW-leeftijd (aantal) Inwoners Inwoners vanaf de AOW-leeftijd (aantal)
Wijk 31 Vathorst-De Laak 2015 maart Amersfoort Wijk WK030731 1 150 100 190 330 3 2 4 8 4.330 4.000 330
Wijk 31 Vathorst-De Laak 2015 juni Amersfoort Wijk WK030731 1 150 110 190 340 3 2 4 8 4.390 4.040 340
Wijk 31 Vathorst-De Laak 2015 september Amersfoort Wijk WK030731 1 140 110 200 350 3 2 5 8 4.460 4.110 350
Wijk 31 Vathorst-De Laak 2015 december Amersfoort Wijk WK030731 1 140 110 200 360 3 2 5 8 4.510 4.160 360
De Laak Oost 2015 maart Amersfoort Buurt BU03073100 1 . . . . . . . . 0 0 0
De Laak Oost 2015 juni Amersfoort Buurt BU03073100 1 . . . . . . . . 0 0 0
De Laak Oost 2015 september Amersfoort Buurt BU03073100 1 . . . . . . . . 0 0 0
De Laak Oost 2015 december Amersfoort Buurt BU03073100 1 . . . . . . . . 0 0 0
Wijk 14 Bohemen en Meer en Bos 2015 maart 's-Gravenhage (gemeente) Wijk WK051814 1 90 60 170 1.730 2 2 4 40 4.310 2.570 1.740
Wijk 14 Bohemen en Meer en Bos 2015 juni 's-Gravenhage (gemeente) Wijk WK051814 1 90 60 170 1.740 2 1 4 40 4.300 2.560 1.750
Wijk 14 Bohemen en Meer en Bos 2015 september 's-Gravenhage (gemeente) Wijk WK051814 1 100 60 170 1.730 2 2 4 40 4.310 2.570 1.740
Wijk 14 Bohemen en Meer en Bos 2015 december 's-Gravenhage (gemeente) Wijk WK051814 1 100 60 170 1.740 2 2 4 40 4.310 2.560 1.750
Bohemen en Meer en Bos 2015 maart 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05181492 1 90 60 160 1.650 2 2 4 42 3.950 2.290 1.660
Bohemen en Meer en Bos 2015 juni 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05181492 1 80 60 160 1.660 2 2 4 42 3.950 2.270 1.670
Bohemen en Meer en Bos 2015 september 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05181492 1 90 60 160 1.650 2 2 4 42 3.950 2.290 1.660
Bohemen en Meer en Bos 2015 december 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05181492 1 90 60 160 1.660 2 2 4 42 3.960 2.280 1.670
Wijk 38 Laakkwartier en Spoorwijk 2015 maart 's-Gravenhage (gemeente) Wijk WK051838 1 1.240 2.920 1.970 3.060 4 9 6 9 32.620 29.530 3.090
Wijk 38 Laakkwartier en Spoorwijk 2015 juni 's-Gravenhage (gemeente) Wijk WK051838 1 1.170 2.930 1.960 3.080 4 9 6 10 32.560 29.440 3.120
Wijk 38 Laakkwartier en Spoorwijk 2015 september 's-Gravenhage (gemeente) Wijk WK051838 1 1.100 2.910 1.970 3.080 3 9 6 9 32.800 29.690 3.110
Wijk 38 Laakkwartier en Spoorwijk 2015 december 's-Gravenhage (gemeente) Wijk WK051838 1 1.260 2.950 1.950 3.090 4 9 6 9 32.850 29.730 3.120
Laakhaven-Oost 2015 maart 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183819 1 90 310 210 290 3 9 6 9 3.450 3.150 300
Laakhaven-Oost 2015 juni 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183819 1 90 300 210 310 3 9 6 9 3.400 3.090 310
Laakhaven-Oost 2015 september 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183819 1 100 300 200 310 3 9 6 9 3.480 3.170 320
Laakhaven-Oost 2015 december 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183819 1 90 320 200 310 3 9 6 9 3.500 3.190 310
Laakhaven-West 2015 maart 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183822 1 120 550 290 410 3 15 8 11 3.720 3.310 410
Laakhaven-West 2015 juni 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183822 1 110 550 290 410 3 15 8 11 3.730 3.310 420
Laakhaven-West 2015 september 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183822 1 100 560 290 420 3 15 8 11 3.760 3.340 420
Laakhaven-West 2015 december 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183822 1 110 570 290 420 3 15 8 11 3.760 3.340 420
Laakkwartier-West 2015 maart 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183824 1 270 450 370 550 4 7 6 9 6.440 5.890 550
Laakkwartier-West 2015 juni 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183824 1 250 440 360 550 4 7 6 9 6.420 5.860 560
Laakkwartier-West 2015 september 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183824 1 250 440 360 560 4 7 6 9 6.470 5.900 570
Laakkwartier-West 2015 december 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183824 1 270 450 360 570 4 7 6 9 6.470 5.900 570
Laakkwartier-Oost 2015 maart 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183825 1 380 480 390 910 4 5 4 10 8.960 8.040 920
Laakkwartier-Oost 2015 juni 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183825 1 350 480 400 920 4 5 5 10 8.970 8.040 930
Laakkwartier-Oost 2015 september 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183825 1 320 460 400 930 4 5 5 10 9.020 8.090 930
Laakkwartier-Oost 2015 december 's-Gravenhage (gemeente) Buurt BU05183825 1 390 460 390 930 4 5 4 10 9.030 8.100 930
Blaak 2015 maart Binnenmaas Buurt BU05850002 1 10 0 20 80 3 0 3 15 510 430 80
Blaak 2015 juni Binnenmaas Buurt BU05850002 1 10 0 20 80 3 0 3 15 510 430 80
Blaak 2015 september Binnenmaas Buurt BU05850002 1 10 0 20 80 3 0 3 16 500 420 80
Blaak 2015 december Binnenmaas Buurt BU05850002 1 10 0 20 80 3 0 3 16 510 420 80
Blaaksedijk (gedeeltelijk) 2015 maart Binnenmaas Buurt BU05850103 1 0 0 10 30 1 0 5 26 130 100 30
Blaaksedijk (gedeeltelijk) 2015 juni Binnenmaas Buurt BU05850103 1 0 0 10 30 1 0 5 26 130 100 30
Blaaksedijk (gedeeltelijk) 2015 september Binnenmaas Buurt BU05850103 1 0 0 10 30 2 0 4 26 130 100 30
Blaaksedijk (gedeeltelijk) 2015 december Binnenmaas Buurt BU05850103 1 0 0 10 40 1 0 4 28 130 90 40
De Blaak 2015 maart Tilburg Buurt BU08550603 1 140 10 170 1.070 3 0 3 21 5.050 3.980 1.070
De Blaak 2015 juni Tilburg Buurt BU08550603 1 140 10 170 1.090 3 0 3 22 5.040 3.950 1.090
De Blaak 2015 september Tilburg Buurt BU08550603 1 140 10 170 1.110 3 0 3 22 5.030 3.930 1.110
De Blaak 2015 december Tilburg Buurt BU08550603 1 120 10 170 1.120 2 0 3 22 5.030 3.910 1.120
Wijk 03 Ohé en Laak 2015 maart Maasgouw Wijk WK164103 1 20 10 40 190 2 1 6 26 720 530 190
Wijk 03 Ohé en Laak 2015 juni Maasgouw Wijk WK164103 1 20 10 40 200 2 1 6 27 720 530 200
Wijk 03 Ohé en Laak 2015 september Maasgouw Wijk WK164103 1 20 10 40 200 2 1 5 27 740 540 200
Wijk 03 Ohé en Laak 2015 december Maasgouw Wijk WK164103 1 20 10 40 200 2 1 5 28 730 530 200
Laak 2015 maart Maasgouw Buurt BU16410300 1 0 0 10 40 2 0 7 24 170 130 40
Laak 2015 juni Maasgouw Buurt BU16410300 1 0 0 10 40 2 1 5 25 170 130 40
Laak 2015 september Maasgouw Buurt BU16410300 1 10 0 10 40 3 1 5 24 180 130 40
Laak 2015 december Maasgouw Buurt BU16410300 1 0 0 10 40 2 1 5 25 180 130 40
Wijk 35 Rohel 2015 maart De Friese Meren Wijk WK192135 1 10 10 10 30 5 5 6 13 220 190 30
Wijk 35 Rohel 2015 juni De Friese Meren Wijk WK192135 1 10 10 10 30 3 5 6 13 220 190 30
Wijk 35 Rohel 2015 september De Friese Meren Wijk WK192135 1 10 10 20 30 3 4 7 14 220 190 30
Wijk 35 Rohel 2015 december De Friese Meren Wijk WK192135 1 10 10 20 30 4 4 7 13 230 200 30
Rohel 2015 maart De Friese Meren Buurt BU19213501 1 10 10 10 30 5 5 6 13 220 190 30
Rohel 2015 juni De Friese Meren Buurt BU19213501 1 10 10 10 30 3 5 6 13 220 190 30
Rohel 2015 september De Friese Meren Buurt BU19213501 1 10 10 20 30 3 4 7 14 220 190 30
Rohel 2015 december De Friese Meren Buurt BU19213501 1 10 10 20 30 4 4 7 13 230 200 30
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft per gemeente, wijk en buurt (indeling 2015), inzicht in het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering. Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom en bijstand.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).
Bij de categorie personen met een uitkering (totaal) wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

De cijfers over aantallen personen met een uitkering per buurt, wijk of gemeente kunnen in geringe mate afwijken van elders op StatLine gepubliceerde cijfers, doordat gebruik wordt gemaakt van de meest recente gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Omdat verschillende StatLine-tabellen op verschillende momenten geactualiseerd worden, kan het voorkomen dat voor de ene tabel een andere versie van de BRP wordt gebruikt dan voor een andere tabel. De laatst gepubliceerde cijfers zijn in dat geval het meest accuraat.

Gegevens beschikbaar vanaf: maart 2015.

Status van de cijfers:
De cijfers van 2015 zijn definitief.

Wijzigingen per: 20 maart 2025:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Codering
Gemeentecode heeft 4 posities, voorafgegaan door ‘GM’.
Wijkcode heeft 6 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2), voorafgegaan door ‘WK’.
Buurtcode heeft 8 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2) + buurtcode (2), voorafgegaan door ‘BU’.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Personen per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en ouderdomsuitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW).
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW).

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.


Personen per soort uitkering, relatief
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet, Bijstandswet, Arbeidsongeschiktheidswet en de Algemene Ouderdomswet in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder per regio.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een bijstandsuitkering in het kader van de Participatiewet (PW) ontvangt in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de Wsw.
Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.


Inwoners
Het aantal inwoners van een gemeente, wijk en buurt.
Inwoners vanaf 15 jaar
Het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Inwoners vanaf 15 jr tot AOW-leeftijd
Het aantal inwoners vanaf 15 jaar tot de AOW-leeftijd.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.
Inwoners vanaf de AOW-leeftijd
Het aantal inwoners vanaf de AOW-leeftijd.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.