Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2014

Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2014

Wijken en buurten Perioden Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Personen per soort uitkering Werkloosheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Bijstandsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Arbeidsongeschiktheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering AOW-uitkering (aantal)
Wijk 06 Nieuw-Amsterdam 2014 maart Emmen 130 120 290 870
Wijk 06 Nieuw-Amsterdam 2014 juni Emmen 150 130 280 890
Wijk 06 Nieuw-Amsterdam 2014 september Emmen 130 130 290 910
Wijk 06 Nieuw-Amsterdam 2014 december Emmen 160 130 290 920
Nieuw-Amsterdam-Centrum 2014 maart Emmen 120 100 240 780
Nieuw-Amsterdam-Centrum 2014 juni Emmen 130 110 230 800
Nieuw-Amsterdam-Centrum 2014 september Emmen 120 110 240 820
Nieuw-Amsterdam-Centrum 2014 december Emmen 140 110 240 820
Verspreide huizen Nieuw-Amsterdam 2014 maart Emmen 0 0 30 30
Verspreide huizen Nieuw-Amsterdam 2014 juni Emmen 0 0 30 30
Verspreide huizen Nieuw-Amsterdam 2014 september Emmen 0 0 30 30
Verspreide huizen Nieuw-Amsterdam 2014 december Emmen 0 0 30 30
Amsterdamscheveld 2014 maart Emmen 10 0 10 30
Amsterdamscheveld 2014 juni Emmen 10 0 10 30
Amsterdamscheveld 2014 september Emmen 10 0 10 30
Amsterdamscheveld 2014 december Emmen 10 0 10 30
Gebied ten Z. van Amsterdam-Rijnkanaal 2014 maart Wijk bij Duurstede 0 0 0 40
Gebied ten Z. van Amsterdam-Rijnkanaal 2014 juni Wijk bij Duurstede 0 0 0 40
Gebied ten Z. van Amsterdam-Rijnkanaal 2014 september Wijk bij Duurstede 10 0 0 40
Gebied ten Z. van Amsterdam-Rijnkanaal 2014 december Wijk bij Duurstede 10 0 0 40
Amsterdamse Bos 2014 maart Amstelveen 0 0 0 20
Amsterdamse Bos 2014 juni Amstelveen 0 0 0 10
Amsterdamse Bos 2014 september Amstelveen 0 0 0 10
Amsterdamse Bos 2014 december Amstelveen 0 0 0 20
Amsterdam 2014 maart Amsterdam 20.770 42.390 36.660 94.310
Amsterdam 2014 juni Amsterdam 20.520 42.570 36.430 94.970
Amsterdam 2014 september Amsterdam 19.430 42.150 36.290 95.790
Amsterdam 2014 december Amsterdam 19.790 42.430 36.310 96.130
Oude Amsterdamsebuurt 2014 maart Haarlem 90 80 160 480
Oude Amsterdamsebuurt 2014 juni Haarlem 90 80 150 480
Oude Amsterdamsebuurt 2014 september Haarlem 90 80 160 490
Oude Amsterdamsebuurt 2014 december Haarlem 80 70 160 480
Maarn waaronder Klein Amsterdam 2014 maart Utrechtse Heuvelrug 90 40 140 1.140
Maarn waaronder Klein Amsterdam 2014 juni Utrechtse Heuvelrug 100 30 140 1.150
Maarn waaronder Klein Amsterdam 2014 september Utrechtse Heuvelrug 90 30 140 1.150
Maarn waaronder Klein Amsterdam 2014 december Utrechtse Heuvelrug 90 30 140 1.160
Wijk 06 West v. het Amsterdam-Rijnkanaal 2014 maart Stichtse Vecht 10 0 20 180
Wijk 06 West v. het Amsterdam-Rijnkanaal 2014 juni Stichtse Vecht 10 0 20 170
Wijk 06 West v. het Amsterdam-Rijnkanaal 2014 september Stichtse Vecht 10 0 20 170
Wijk 06 West v. het Amsterdam-Rijnkanaal 2014 december Stichtse Vecht 10 0 20 170
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft per gemeente, wijk en buurt (indeling 2014), inzicht in het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering. Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).
Bij de categorie personen met een uitkering (totaal) wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

De cijfers over aantallen personen met een uitkering per buurt, wijk of gemeente kunnen in geringe mate afwijken van elders op StatLine gepubliceerde cijfers, doordat gebruik wordt gemaakt van de meest recente gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Omdat verschillende StatLine-tabellen op verschillende momenten geactualiseerd worden, kan het voorkomen dat voor de ene tabel een andere versie van de BRP wordt gebruikt dan voor een andere tabel. De laatst gepubliceerde cijfers zijn in dat geval het meest accuraat.

Gegevens beschikbaar vanaf: maart 2014.

Status van de cijfers:
De cijfers van 2014 zijn definitief.

Wijzigingen per 12 februari 2021:
Geen, deze tabelis stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Personen per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en ouderdomsuitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW).
Bijstandsuitkering
Personen met een uitkering in het kader Wet werk en bijstand (WWB).
Wet werk en bijstand
Wet die de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en bijstand regelt voor mensen die weinig of geen ander inkomen hebben en ook weinig of geen vermogen.
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.