Jeugdbeschermingstrajecten; regio

Jeugdbeschermingstrajecten; regio

Regio's Perioden Totaal jeugdbeschermingstrajecten Jeugdbeschermingstrajecten (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Begonnen trajecten Totaal begonnen trajecten (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Begonnen trajecten Nieuwe trajecten (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Begonnen trajecten Herhaald beroep (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Beëindigde trajecten Totaal beëindigde trajecten (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 0 tot 3 maanden (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 3 tot 6 maanden (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 6 tot 12 maanden (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 1 tot 2 jaar (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 2 tot 3 jaar (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 3 tot 4 jaar (aantal) Totaal jeugdbeschermingstrajecten Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 4 jaar of langer (aantal) Ondertoezichtstelling Ondertoezichtstelling (aantal) Ondertoezichtstelling Begonnen trajecten Totaal begonnen trajecten (aantal) Ondertoezichtstelling Begonnen trajecten Nieuwe trajecten (aantal) Ondertoezichtstelling Begonnen trajecten Herhaald beroep (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Totaal beëindigde trajecten (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 0 tot 3 maanden (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 3 tot 6 maanden (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 6 tot 12 maanden (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 1 tot 2 jaar (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 2 tot 3 jaar (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 3 tot 4 jaar (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 4 jaar of langer (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Bereiken meerderjarigheid jeugdige (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Tussentijdse opheffing (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Niet verlengd (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Beëindigd volgens plan (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Gezagsbeëindigende maatregel (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Overlijden jeugdige (aantal) Ondertoezichtstelling Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Van voorlopige naar reguliere OTS (aantal) Voogdij Voogdij (aantal) Voogdij Begonnen trajecten Totaal begonnen trajecten (aantal) Voogdij Begonnen trajecten Nieuwe trajecten (aantal) Voogdij Begonnen trajecten Herhaald beroep (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Totaal beëindigde trajecten (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 0 tot 3 maanden (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 3 tot 6 maanden (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 6 tot 12 maanden (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 1 tot 2 jaar (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 2 tot 3 jaar (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 3 tot 4 jaar (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Duur beëindigde trajecten 4 jaar of langer (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Bereiken meerderjarigheid jeugdige (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Voogdij naar pleegouder (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Voogdij naar contactpersoon (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Herstel gezag (aantal) Voogdij Beëindigde trajecten Reden beëindigde trajecten Overlijden jeugdige (aantal)
Nederland 2023 1e halfjaar* 33.580 4.470 4.080 390 5.625 845 200 860 1.235 955 590 940 23.760 3.955 3.575 380 4.840 790 140 805 1.155 890 550 505 510 200 . 3.205 285 . 635 9.825 515 500 15 785 50 60 60 75 60 40 435 540 50 10 185 .
Noord-Nederland (LD) 2023 1e halfjaar* 3.980 450 415 35 560 55 25 70 125 85 80 120 2.545 380 350 30 460 50 15 60 115 75 75 65 55 25 . 290 45 . 40 1.435 70 65 . 100 . . 10 10 10 . 55 75 10 . 15 .
Oost-Nederland (LD) 2023 1e halfjaar* 8.250 1.065 970 95 1.360 205 40 195 305 225 170 215 5.870 935 840 90 1.165 185 25 190 295 210 155 105 130 60 . 735 80 . 165 2.375 130 125 . 190 20 15 . 10 15 15 115 140 10 . 40 .
West-Nederland (LD) 2023 1e halfjaar* 14.890 2.160 1.960 200 2.685 495 105 450 580 440 215 400 10.720 1.940 1.745 190 2.345 470 75 425 540 405 200 225 230 75 . 1.570 100 . 365 4.165 225 215 10 340 25 25 30 40 30 10 175 220 25 . 90 .
Zuid-Nederland (LD) 2023 1e halfjaar* 6.465 795 735 60 1.025 90 35 145 220 205 130 200 4.620 700 640 60 870 85 25 130 205 200 120 110 95 40 . 615 60 . 65 1.845 95 95 . 155 . 15 15 15 . 10 90 110 . . 35 .
Amsterdam 2023 1e halfjaar* 1.075 145 130 15 215 40 15 50 50 20 15 30 645 130 115 15 175 40 10 45 45 15 10 10 20 . . 120 . . 25 430 15 15 . 40 . . . . . . 20 30 . . 10 .
's-Gravenhage (gemeente) 2023 1e halfjaar* 1.080 165 155 10 205 50 . 30 55 25 20 15 780 140 135 10 185 45 . 30 50 25 20 . 20 . . 110 15 . 40 300 20 20 . 20 . . . . . . 10 10 . . 10 .
Rotterdam 2023 1e halfjaar* 1.735 295 260 35 335 60 25 60 55 55 25 60 1.160 250 220 30 275 55 15 55 50 50 20 35 25 15 . 185 10 . 45 575 45 45 . 60 . 15 . . . . 25 45 . . 15 .
Utrecht (gemeente) 2023 1e halfjaar* 525 95 85 10 95 25 . 25 15 15 10 10 385 85 75 10 85 25 . 25 10 15 . . 10 . . 55 . . 20 145 10 10 . 10 . . . . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over trajecten jeugdbescherming (ondertoezichtstelling en voogdij) naar (regio van) de verantwoordelijke gemeente. Ook staan er cijfers in over het verloop, dat wil zeggen de begonnen en beëindigde trajecten, gedurende de verslagperiode. Bij begonnen trajecten zijn nieuwe trajecten en herhaald beroep weergegeven. Bij de beëindigde trajecten is de reden van beëindiging en de duur van het traject weergegeven.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2015
In paragraaf 4 staat meer informatie over zaken die invloed hebben op de vergelijkbaarheid in de tijd van de cijfers in deze tabel.

Status van de cijfers:
De cijfers over het eerste halfjaar van 2023 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 31 oktober 2023:
- De voorlopige cijfers over het eerste halfjaar van 2023 zijn toegevoegd.
- Alle cijfers over 2022 zijn vervangen door definitieve cijfers.
- De gemeenten 'Buitenland', 'Niet-gemeentelijk ingedeeld' en 'Gemeenten; niet in te delen' waren onterecht meegenomen in de tabel en zijn nu verwijderd.

Wijzigingen per 26 april 2023:
- Eerder aan het CBS geleverde databestanden bleken fouten te bevatten bij de variabele 'reden van beëindiging van het jeugdbeschermingstraject'. Voor 2020, 2021 en het 1e halfjaar van 2022 leidt dit tot verbetering van de 'reden van beëindiging van het jeugdbeschermingstraject'. Voor 2021 zijn er ook enkele minimale correcties van andere cijfers in deze tabel.
- De jeugdregio's zijn nu alfabetisch gesorteerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe cijfers over het tweede halfjaar van 2023 en heel 2023 worden in april 2024 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Totaal jeugdbeschermingstrajecten
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt door de rechter dwingend opgelegd. Het doel van de jeugdbeschermingsmaatregel is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of 'onder voogdij geplaatst'.
Een jeugdbeschermingstraject is een periode waarin een jeugdbeschermingsmaatregel wordt uitgevoerd. Wanneer een jongere meerdere vormen van jeugdbescherming ontvangt heeft deze ook meerdere trajecten.

Jeugdbeschermingstrajecten
Begonnen trajecten
Totaal begonnen trajecten
Nieuwe trajecten
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt als nieuw traject gezien, als de desbetreffende jongere niet ook al in de vijf jaar voorafgaand aan de verslagperiode een maatregel van hetzelfde type heeft ontvangen. De volgende typen maatregel worden daarbij onderscheiden: ondertoezichtstelling (al dan niet voorlopig) en voogdij (al dan niet voorlopig of tijdelijk). Een voogdijmaatregel bij een jongere die eerder een ondertoezichtstelling had (en andersom), wordt als nieuwe maatregel gezien.
Herhaald beroep
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt als herhaald beroep gezien, als de desbetreffende jongere ook al in de vijf jaar voorafgaand aan de verslagperiode een maatregel van hetzelfde type heeft ontvangen. De volgende typen maatregel worden daarbij onderscheiden: ondertoezichtstelling (al dan niet voorlopig) en voogdij (al dan niet voorlopig of tijdelijk). Een voogdijmaatregel bij een jongere die eerder een ondertoezichtstelling had (en andersom), wordt niet als herhaald beroep gezien.
Beëindigde trajecten
Totaal beëindigde trajecten
Duur beëindigde trajecten
0 tot 3 maanden
3 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden
1 tot 2 jaar
2 tot 3 jaar
3 tot 4 jaar
4 jaar of langer
Ondertoezichtstelling
Ondertoezichtstelling is een maatregel waarbij het gezag van de ouders wordt beperkt. Als de ontwikkeling van een kind ernstig bedreigd wordt en ouders de zorg die nodig is om de bedreiging weg te nemen niet of onvoldoende accepteren, dan kan de rechter op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming (of in een enkel geval het openbaar ministerie) een ondertoezichtstelling uitspreken. Het kind krijgt dan een jeugdbeschermer toegewezen van een Gecertificeerde Instelling. Deze persoon begeleidt het kind en zijn ouders bij het oplossen van de opvoedingsproblemen. De ouders blijven zelf verantwoordelijk voor de opvoeding, maar hun gezag wordt door de maatregel gedeeltelijk ingeperkt. Zowel ouders als kind zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die de jeugdbeschermer geeft.

Als de situatie veilig genoeg is, kan het kind thuis blijven wonen. De rechter kan ook besluiten het kind (tijdelijk) uit huis te plaatsen, bijvoorbeeld in een pleeggezin. Een ondertoezichtstelling duurt maximaal een jaar. De rechter kan de duur telkens met (maximaal) een jaar verlengen tot het kind meerderjarig is.

Voorlopige ondertoezichtstelling
Als een kind acuut gevaar loopt en een onderzoek en een verzoekschriftprocedure door de Raad voor de Kinderbescherming niet afgewacht kunnen worden kan de Raad voor de Kinderbescherming de rechter om een voorlopige ondertoezichtstelling verzoeken, vaak in combinatie met een machtiging uithuisplaatsing. Ouders en kind worden door de jeugdbeschermer van de Gecertificeerde Instelling begeleid.

De maatregel duurt ten hoogste drie maanden. Tijdens de voorlopige ondertoezichtstelling zet de Raad het onderzoek voort. Denkt de Raad voor de Kinderbescherming dat de ondertoezichtstelling en de eventuele uithuisplaatsing langer moet duren? Dan vraagt de Raad voor de Kinderbescherming binnen die drie maanden aan de rechter om een definitieve maatregel.
Ondertoezichtstelling
Totaal van ondertoezichtstelling en voorlopige ondertoezichtstelling.
Begonnen trajecten
Totaal begonnen trajecten
Nieuwe trajecten
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt als nieuw traject gezien, als de desbetreffende jongere niet ook al in de vijf jaar voorafgaand aan de verslagperiode een maatregel van hetzelfde type heeft ontvangen. De volgende typen maatregel worden daarbij onderscheiden: ondertoezichtstelling (al dan niet voorlopig) en voogdij (al dan niet voorlopig of tijdelijk). Een voogdijmaatregel bij een jongere die eerder een ondertoezichtstelling had (en andersom), wordt als nieuwe maatregel gezien.
Herhaald beroep
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt als herhaald beroep gezien, als de desbetreffende jongere ook al in de vijf jaar voorafgaand aan de verslagperiode een maatregel van hetzelfde type heeft ontvangen. De volgende typen maatregel worden daarbij onderscheiden: ondertoezichtstelling (al dan niet voorlopig) en voogdij (al dan niet voorlopig of tijdelijk). Een voogdijmaatregel bij een jongere die eerder een ondertoezichtstelling had (en andersom), wordt niet als herhaald beroep gezien.
Beëindigde trajecten
Totaal beëindigde trajecten
Duur beëindigde trajecten
0 tot 3 maanden
3 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden
1 tot 2 jaar
2 tot 3 jaar
3 tot 4 jaar
4 jaar of langer
Reden beëindigde trajecten
Bereiken meerderjarigheid jeugdige
Tussentijdse opheffing
De maatregel wordt eerder beëindigd dan zoals is vastgelegd in de oorspronkelijke beschikking van de kinderrechter.
Niet verlengd
Er is bij de rechter een verlenging van de maatregel aangevraagd, maar deze is niet toegekend.
Beëindigd volgens plan
De termijn van de maatregel, zoals vastgelegd in de oorspronkelijke beschikking van de kinderrechter, is afgelopen en er is geen verlenging aangevraagd.
Gezagsbeëindigende maatregel
De jongere wordt onder voogdij geplaatst.
Overlijden jeugdige
Van voorlopige naar reguliere OTS
De voorlopige ondertoezichtstelling wordt beëindigd en deze wordt omgezet naar een reguliere ondertoezichtstelling.
Voogdij
Bij een voogdijmaatregel wordt het gezag over een minderjarige door de rechter toegewezen aan een Gecertificeerde Instelling. Dit kan zijn na een gezagsbeëindigende maatregel of bij kinderen van wie de ouders zijn overleden (waarbij er geen voogd is vastgelegd in het gezagsregister of testament of deze persoon de voogdij niet accepteert). De gezagsbeëindigende maatregel wordt opgelegd als een kind zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en de ouder ook in de toekomst niet in staat geacht wordt om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen of als de ouder het gezag misbruikt. In veel gevallen is er al een ondertoezichtstelling en een uithuisplaatsing geweest voordat er een gezagsbeëindigende maatregel wordt uitgesproken door de rechter. De gezagsbeëindigende maatregel is in principe een definitieve maatregel die geldt tot het kind 18 jaar is.
Het betreft alleen gevallen waarbij de voogdij wordt uitgevoerd door de Gecertificeerde Instelling zelf, waarbij het kind wordt opgevoed in een pleeggezin of tehuis. Situaties waarbij een pleegouder (pleegoudervoogd) of iemand anders die sterk betrokken is bij het kind (burgervoogd), de voogdij overneemt van de Gecertificeerde Instelling, vallen hierbuiten.

Voorlopige voogdij
Er is sprake van voorlopige voogdij bij een acute situatie die bedreigend is voor het kind. Het gezag over het kind komt bij de Gecertificeerde Instelling te liggen. De voorlopige voogdij gaat vrijwel altijd gepaard met de (tijdelijke) schorsing van het gezag van de ouder(s).

De voorlopige voogdij duurt maximaal drie maanden. Als binnen die drie maanden een verzoek door de Raad voor de Kinderbescherming wordt ingediend om blijvend in het gezag te voorzien, kan de voorlopige voogdij voortduren tot er een einduitspraak is.

Tijdelijke voogdij
Er is sprake van tijdelijke voogdij als de gezaghebbende ouder het gezag tijdelijk niet zelf kan uitoefenen. Bijvoorbeeld als ouders minderjarig zijn, langdurig in het buitenland verblijven of een ouder onder curatele is gesteld en er geen andere ouder is die het gezag kan uitoefenen. De tijdelijke voogdij duurt voort totdat de rechtbank het gezag van de ouder, op diens verzoek, heeft hersteld.
Voogdij
Het totaal van voogdij, voorlopige voogdij en tijdelijke voogdij.
Begonnen trajecten
Totaal begonnen trajecten
Nieuwe trajecten
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt als nieuw traject gezien, als de desbetreffende jongere niet ook al in de vijf jaar voorafgaand aan de verslagperiode een maatregel van hetzelfde type heeft ontvangen. De volgende typen maatregel worden daarbij onderscheiden: ondertoezichtstelling (al dan niet voorlopig) en voogdij (al dan niet voorlopig of tijdelijk). Een voogdijmaatregel bij een jongere die eerder een ondertoezichtstelling had (en andersom), wordt als nieuwe maatregel gezien.
Herhaald beroep
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt als herhaald beroep gezien, als de desbetreffende jongere ook al in de vijf jaar voorafgaand aan de verslagperiode een maatregel van hetzelfde type heeft ontvangen. De volgende typen maatregel worden daarbij onderscheiden: ondertoezichtstelling (al dan niet voorlopig) en voogdij (al dan niet voorlopig of tijdelijk). Een voogdijmaatregel bij een jongere die eerder een ondertoezichtstelling had (en andersom), wordt niet als herhaald beroep gezien.
Beëindigde trajecten
Totaal beëindigde trajecten
Duur beëindigde trajecten
0 tot 3 maanden
3 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden
1 tot 2 jaar
2 tot 3 jaar
3 tot 4 jaar
4 jaar of langer
Reden beëindigde trajecten
Bereiken meerderjarigheid jeugdige
Voogdij naar pleegouder
Voogdij naar contactpersoon
De Gecertificeerde Instelling oefent niet langer de voogdij uit.
Herstel gezag
De ouders krijgen het gezag over het kind terug.
Overlijden jeugdige