Personen in institutionele huishoudens; geslacht en leeftijd, 1 januari

Personen in institutionele huishoudens; geslacht en leeftijd, 1 januari

Geslacht Leeftijd Perioden Personen: burgerlijke staat Totaal aantal personen in instellingen (aantal) Personen: burgerlijke staat Ongehuwd (aantal) Personen: burgerlijke staat Gehuwd (aantal) Personen: burgerlijke staat Verweduwd (aantal) Personen: burgerlijke staat Gescheiden (aantal) Personen: soort instelling Verzorgings- en verpleeghuis (aantal) Personen: soort instelling Overige zorginstelling (aantal) Personen: soort instelling Overig soort instelling (aantal)
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2025 310.141 156.083 50.725 74.459 28.874 131.096 125.032 54.013
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar 2025 852 852 28 329 495
Totaal mannen en vrouwen 1 jaar 2025 774 774 28 303 443
Totaal mannen en vrouwen 2 jaar 2025 666 666 19 269 378
Totaal mannen en vrouwen 3 jaar 2025 729 729 23 253 453
Totaal mannen en vrouwen 4 jaar 2025 702 702 17 239 446
Totaal mannen en vrouwen 5 jaar 2025 739 739 17 222 500
Totaal mannen en vrouwen 6 jaar 2025 747 747 18 214 515
Totaal mannen en vrouwen 7 jaar 2025 797 797 20 237 540
Totaal mannen en vrouwen 8 jaar 2025 792 792 19 237 536
Totaal mannen en vrouwen 9 jaar 2025 796 796 9 270 517
Totaal mannen en vrouwen 10 jaar 2025 889 889 15 315 559
Totaal mannen en vrouwen 11 jaar 2025 811 811 15 283 513
Totaal mannen en vrouwen 12 jaar 2025 886 886 9 326 551
Totaal mannen en vrouwen 13 jaar 2025 929 929 13 382 534
Totaal mannen en vrouwen 14 jaar 2025 1.110 1.110 17 485 608
Totaal mannen en vrouwen 15 jaar 2025 1.381 1.381 0 0 0 11 617 753
Totaal mannen en vrouwen 16 jaar 2025 1.742 1.742 0 0 0 8 721 1.013
Totaal mannen en vrouwen 17 jaar 2025 2.223 2.223 0 0 0 14 875 1.334
Totaal mannen en vrouwen 18 jaar 2025 2.971 2.968 3 0 0 31 1.160 1.780
Totaal mannen en vrouwen 19 jaar 2025 3.097 3.076 20 0 1 41 1.522 1.534
Totaal mannen en vrouwen 20 jaar 2025 2.983 2.938 44 0 1 39 1.774 1.170
Totaal mannen en vrouwen 21 jaar 2025 3.400 3.275 117 0 8 52 2.042 1.306
Totaal mannen en vrouwen 22 jaar 2025 3.536 3.408 116 1 11 56 2.171 1.309
Totaal mannen en vrouwen 23 jaar 2025 3.730 3.527 190 0 13 46 2.382 1.302
Totaal mannen en vrouwen 24 jaar 2025 4.011 3.728 260 1 22 43 2.410 1.558
Totaal mannen en vrouwen 25 jaar 2025 3.955 3.635 293 3 24 34 2.438 1.483
Totaal mannen en vrouwen 26 jaar 2025 4.144 3.744 372 2 26 65 2.480 1.599
Totaal mannen en vrouwen 27 jaar 2025 4.063 3.576 440 6 41 44 2.519 1.500
Totaal mannen en vrouwen 28 jaar 2025 3.989 3.478 450 5 56 38 2.484 1.467
Totaal mannen en vrouwen 29 jaar 2025 3.900 3.352 484 6 58 49 2.476 1.375
Totaal mannen en vrouwen 30 jaar 2025 3.974 3.373 537 2 62 38 2.591 1.345
Totaal mannen en vrouwen 31 jaar 2025 3.907 3.289 530 4 84 40 2.563 1.304
Totaal mannen en vrouwen 32 jaar 2025 3.957 3.319 534 9 95 32 2.680 1.245
Totaal mannen en vrouwen 33 jaar 2025 3.739 3.045 578 7 109 38 2.511 1.190
Totaal mannen en vrouwen 34 jaar 2025 3.643 2.958 562 14 109 32 2.465 1.146
Totaal mannen en vrouwen 35 jaar 2025 3.531 2.771 616 6 138 37 2.378 1.116
Totaal mannen en vrouwen 36 jaar 2025 3.527 2.730 637 10 150 37 2.390 1.100
Totaal mannen en vrouwen 37 jaar 2025 3.369 2.576 629 9 155 41 2.292 1.036
Totaal mannen en vrouwen 38 jaar 2025 3.255 2.488 576 20 171 34 2.265 956
Totaal mannen en vrouwen 39 jaar 2025 3.376 2.515 652 6 203 41 2.295 1.040
Totaal mannen en vrouwen 40 jaar 2025 3.034 2.244 591 9 190 33 2.148 853
Totaal mannen en vrouwen 41 jaar 2025 2.943 2.118 603 14 208 31 2.074 838
Totaal mannen en vrouwen 42 jaar 2025 2.928 2.063 611 13 241 41 2.048 839
Totaal mannen en vrouwen 43 jaar 2025 2.730 1.934 569 9 218 46 1.932 752
Totaal mannen en vrouwen 44 jaar 2025 2.908 2.052 590 12 254 46 2.076 786
Totaal mannen en vrouwen 45 jaar 2025 2.715 1.898 569 8 240 51 1.938 726
Totaal mannen en vrouwen 46 jaar 2025 2.657 1.834 576 19 228 61 1.909 687
Totaal mannen en vrouwen 47 jaar 2025 2.590 1.729 589 18 254 67 1.844 679
Totaal mannen en vrouwen 48 jaar 2025 2.516 1.734 505 24 253 69 1.863 584
Totaal mannen en vrouwen 49 jaar 2025 2.449 1.625 539 24 261 72 1.780 597
Totaal mannen en vrouwen 50 jaar 2025 2.491 1.693 513 22 263 80 1.854 557
Totaal mannen en vrouwen 51 jaar 2025 2.504 1.744 458 23 279 84 1.926 494
Totaal mannen en vrouwen 52 jaar 2025 2.621 1.831 444 24 322 110 2.054 457
Totaal mannen en vrouwen 53 jaar 2025 2.711 1.869 420 33 389 127 2.168 416
Totaal mannen en vrouwen 54 jaar 2025 2.650 1.826 398 36 390 135 2.113 402
Totaal mannen en vrouwen 55 jaar 2025 2.615 1.877 375 24 339 179 2.128 308
Totaal mannen en vrouwen 56 jaar 2025 2.656 1.809 415 47 385 218 2.113 325
Totaal mannen en vrouwen 57 jaar 2025 2.549 1.718 377 46 408 250 2.011 288
Totaal mannen en vrouwen 58 jaar 2025 2.514 1.681 382 34 417 276 1.992 246
Totaal mannen en vrouwen 59 jaar 2025 2.602 1.778 366 49 409 326 2.050 226
Totaal mannen en vrouwen 60 jaar 2025 2.616 1.737 387 47 445 354 2.042 220
Totaal mannen en vrouwen 61 jaar 2025 2.604 1.700 346 59 499 388 2.033 183
Totaal mannen en vrouwen 62 jaar 2025 2.482 1.603 346 63 470 431 1.880 171
Totaal mannen en vrouwen 63 jaar 2025 2.525 1.584 334 87 520 457 1.908 160
Totaal mannen en vrouwen 64 jaar 2025 2.464 1.534 342 97 491 533 1.770 161
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar 2025 2.424 1.460 346 124 494 644 1.648 132
Totaal mannen en vrouwen 66 jaar 2025 2.366 1.339 354 144 529 705 1.543 118
Totaal mannen en vrouwen 67 jaar 2025 2.354 1.286 375 157 536 797 1.434 123
Totaal mannen en vrouwen 68 jaar 2025 2.325 1.208 386 193 538 883 1.348 94
Totaal mannen en vrouwen 69 jaar 2025 2.379 1.212 422 236 509 1.005 1.283 91
Totaal mannen en vrouwen 70 jaar 2025 2.454 1.159 441 258 596 1.170 1.215 69
Totaal mannen en vrouwen 71 jaar 2025 2.658 1.140 559 332 627 1.388 1.200 70
Totaal mannen en vrouwen 72 jaar 2025 2.754 1.092 598 436 628 1.598 1.074 82
Totaal mannen en vrouwen 73 jaar 2025 2.742 994 630 485 633 1.708 967 67
Totaal mannen en vrouwen 74 jaar 2025 2.937 931 743 592 671 2.005 866 66
Totaal mannen en vrouwen 75 jaar 2025 3.427 982 902 812 731 2.492 863 72
Totaal mannen en vrouwen 76 jaar 2025 3.721 868 1.059 997 797 2.929 722 70
Totaal mannen en vrouwen 77 jaar 2025 4.360 871 1.248 1.335 906 3.598 698 64
Totaal mannen en vrouwen 78 jaar 2025 4.882 883 1.458 1.641 900 4.143 665 74
Totaal mannen en vrouwen 79 jaar 2025 4.100 597 1.235 1.530 738 3.642 406 52
Totaal mannen en vrouwen 80 jaar 2025 4.676 560 1.423 1.940 753 4.244 370 62
Totaal mannen en vrouwen 81 jaar 2025 4.962 579 1.439 2.185 759 4.553 333 76
Totaal mannen en vrouwen 82 jaar 2025 5.376 527 1.569 2.549 731 5.023 283 70
Totaal mannen en vrouwen 83 jaar 2025 5.728 507 1.575 2.864 782 5.389 261 78
Totaal mannen en vrouwen 84 jaar 2025 6.532 549 1.700 3.447 836 6.216 227 89
Totaal mannen en vrouwen 85 jaar 2025 6.835 569 1.740 3.781 745 6.498 237 100
Totaal mannen en vrouwen 86 jaar 2025 7.148 525 1.692 4.158 773 6.871 176 101
Totaal mannen en vrouwen 87 jaar 2025 7.061 501 1.606 4.343 611 6.815 151 95
Totaal mannen en vrouwen 88 jaar 2025 6.893 419 1.421 4.493 560 6.706 100 87
Totaal mannen en vrouwen 89 jaar 2025 6.881 415 1.305 4.651 510 6.704 93 84
Totaal mannen en vrouwen 90 jaar 2025 6.819 401 1.159 4.832 427 6.655 85 79
Totaal mannen en vrouwen 91 jaar 2025 5.938 353 835 4.381 369 5.812 64 62
Totaal mannen en vrouwen 92 jaar 2025 5.633 319 673 4.325 316 5.519 54 60
Totaal mannen en vrouwen 93 jaar 2025 4.863 297 509 3.800 257 4.776 31 56
Totaal mannen en vrouwen 94 jaar 2025 4.122 245 390 3.276 211 4.043 23 56
Totaal mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2025 11.095 746 648 9.210 491 10.892 93 110
Mannen Totaal 2025 156.573 99.231 29.563 14.524 13.255 41.776 77.129 37.668
Mannen 0 jaar 2025 418 418 9 163 246
Mannen 1 jaar 2025 413 413 16 161 236
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat informatie over het aantal personen in institutionele huishoudens in Nederland op 1 januari naar geslacht, leeftijd, burgerlijke staat en soort instelling.

Gegevens beschikbaar vanaf 1995.

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Met de beschikbare informatie is voor de verslagjaren 1995, 1996 en 1997 niet eenvoudig een eenduidige toedeling van personen in institutionele huishoudens te maken naar de drie onderscheiden categorieën instellingen. Om die reden zijn de aantallen op onbekend gezet.

Wijzigingen per 3 september 2025:
De cijfers per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het vierde kwartaal van 2026 worden de definitieve cijfers per 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Personen: burgerlijke staat
Personen in institutionele huishoudens naar burgerlijke staat.

Trendbreuk burgerlijke staat:
Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten opgetreden (minder ongehuwd en meer gescheiden en verweduwd). Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt wat in de meeste gevallen ongehuwd was. Vanaf 2010 zijn alle burgerlijke staten beschikbaar.

Burgerlijke staat:
Formele positie van een persoon waarbij wordt verwezen naar het huwelijk en het geregistreerd partnerschap.
Doorgaans worden het geregistreerd partnerschap en het huwelijk op dezelfde wijze behandeld.

Huwelijk:
Wettelijke verbintenis tot het samenleven van twee personen.
Sinds april 2001 staat het huwelijk ook open voor personen van hetzelfde geslacht.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Vanaf 2014 worden de personen in institutionele huishoudens in drie categorieën gepresenteerd, te weten:
Verzorgings- en verpleeghuis, overige zorginstelling en overig soort instelling.

Partnerschapsregistratie:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.

Totaal aantal personen in instellingen
Totaal aantal personen in institutionele huishoudens.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Vanaf 2014 worden de personen in institutionele huishoudens in drie categorieën gepresenteerd, te weten:
Verzorgings- en verpleeghuis, overige zorginstelling en overig soort instelling.
Ongehuwd
Vanaf 2010: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten of een geregistreerd partnerschap is aangegaan.
1998 tot 2010: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten of een geregistreerd partnerschap heeft.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, zijn de burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt. Dat was meestal ongehuwd.
Tot 1998: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten.
Gehuwd
Vanaf 1998: wettig gehuwd plus partnerschap.
Tot 1998: wettig gehuwd.

Wettig gehuwd:
Burgerlijke staat die ontstaat na sluiting van een huwelijk.
Inclusief personen die zijn gescheiden van tafel en bed, want zij blijven formeel gehuwd.

Partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na het aangaan van een geregistreerd partnerschap.
Verweduwd
Vanaf 2010: verweduwd na wettig huwelijk plus verweduwd na partnerschap.
Tot 2010: verweduwd na wettig huwelijk.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, is 'verweduwd na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode niet meegeteld.

Verweduwd na wettig huwelijk:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een wettig huwelijk door overlijden van de partner.

Verweduwd na partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een geregistreerd partnerschap door overlijden van de partner.

Gescheiden
Vanaf 2010: gescheiden na wettig huwelijk plus gescheiden na partnerschap.
Tot 2010: gescheiden na wettig huwelijk.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, is 'gescheiden na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode niet meegeteld.

Gescheiden na wettig huwelijk:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een wettig huwelijk door echtscheiding.
Exclusief personen die zijn gescheiden van tafel en bed, want zij blijven formeel gehuwd.

Gescheiden na partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een geregistreerd partnerschap anders dan door het overlijden van de partner.

Personen: soort instelling
Personen in institutionele huishoudens naar soort instelling.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Vanaf 2014 worden de personen in institutionele huishoudens in drie categorieën gepresenteerd, te weten:
Verzorgings- en verpleeghuis, overige zorginstelling en overig soort instelling.

Trendbreuk (personen in) institutionele huishoudens
Tot en met 2012 zijn de gegevens over institutionele huishoudens gebaseerd op door gemeenten verstrekte adresinformatie. Het jaar 2013 is een tussenjaar. Startpunt was daar de adresinformatie over 2012 aangevuld met secundaire bronnen, waarbij aangetekend dient te worden dat de cijfers over 2013 mogelijk van wat mindere kwaliteit zijn. Vanaf 2014 is de waarneming van institutionele huishoudens volledig gebaseerd op secundaire waarneming: gegevens over zorggebruik waarvan de kosten voor rekening komen van de Wlz (Wet langdurige zorg, voorheen AWBZ), afkomstig van het CAK, in combinatie met institutionele adressen van de website zorgkaartnederland.nl en adressenlijsten voor de overige typen instellingen zoals bijvoorbeeld asielzoekerscentra en gevangenissen. Zie verder de korte onderzoekbeschrijving. De institutionele huishoudens worden met de nieuwe methodiek die vanaf 2014 is toegepast beter waargenomen. Tevens zijn vanaf 2014 asielzoekers die woonachtig zijn in asielzoekerscentra en als ingezetenen ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen (BRP) bij de institutionele huishoudens ingedeeld. Als gevolg van deze wijzigingen worden in 2014 249 duizend personen in institutionele huishoudens geteld, naar schatting circa 35 duizend meer dan met de oude methode geteld zouden worden.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. Het aantal personen in institutionele huishoudens ligt op 1 januari 2011 bijna 11 duizend hoger dan op 1 januari 2010. Ongeveer de helft van deze stijging is veroorzaakt door verbeteringen in de methode van waarneming.


Verzorgings- en verpleeghuis
Met de beschikbare informatie is voor de verslag jaren 1995, 1996 en 1997 niet eenvoudig een eenduidige toedeling van personen in institutionele huishoudens te maken naar de 3 onderscheidende categorieën instellingen. Om die reden zijn de aantallen op onbekend gezet.

Verzorgingshuis:
Permanente wooneenheden ter beschikking gesteld aan bejaarden waarbij naast het verstrekken van maaltijden, het verrichten van schoonmaakdiensten en het eventueel beheren van een alarmsysteem, de persoonlijke begeleiding van de bewoners een wezenlijk onderdeel van de zorg vormt.

Verpleeghuis:
Instelling voor langdurige verpleging.
Overige zorginstelling
Met de beschikbare informatie is voor de verslag jaren 1995, 1996 en 1997 niet eenvoudig een eenduidige toedeling van personen in institutionele huishoudens te maken naar de 3 onderscheidende categorieën instellingen. Om die reden zijn de aantallen op onbekend gezet.

Overige zorginstelling:
- instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, waaronder psychiatrische (afdelingen van) ziekenhuizen, instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie, klinische verslavingszorg, forensische psychiatrie (Tbs-klinieken);
- instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten;
- opvangcentra voor volwassenen, waaronder daklozen.
Overig soort instelling
Met de beschikbare informatie is voor de verslag jaren 1995, 1996 en 1997 niet eenvoudig een eenduidige toedeling van personen in institutionele huishoudens te maken naar de 3 onderscheidende categorieën instellingen. Om die reden zijn de aantallen op onbekend gezet.

Overig soort instelling:
- gevangenissen en justitiële jeugdinrichtingen;
- opleidingsinternaten en opleidingsscholen voor politie en krijgsmacht;
- kazernes;
- kloosters;
- vanaf 1 januari 2014: asielzoekerscentra (enkel de bewoners die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister).