Publiek-gefinancierde zorginstellingen; financiële kengetallen, 2007-2014
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft door middel van financiële kengetallen inzicht in de verlies- en winstrekening, balans en personeelsinzet van ondernemingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden door de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke
gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en (provinciaal gefinancierde) jeugdzorg. De ondernemingengroepen worden ingedeeld naar economische hoofdactiviteit conform de StandaardBedrijfsIndeling (SBI). Hierbij is sprake van een zogenaamde institutionele invalshoek waarbij alle nevenactiviteiten van de beschouwde ondernemingengroepen worden meegenomen.
Gegevens beschikbaar van 2007 tot en met 2014
Status van de cijfers:
De in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 14 februari 2018:
Deze tabel is stopgezet en is opgevolgd door de tabel ‘Zorginstellingen; financiële kengetallen’ (zie paragraaf 3).
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Ondernemingen
- De (groep van) onderneming(en) is de eenheid die feitelijk optreedt als financiële transactor. Operationeel wordt de (groep van) onderneming(en) gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend. Een ondernemingengroep wordt ook wel aangeduid met concern.
- Kengetallen; gemiddelden
- De diverse kengetallen zijn berekend uit de verhouding tussen totaalcijfers voor gerelateerde variabelen per SBI en per jaar. Voor de gemiddelden per kengetal per grootteklasse, zijn de kengetallen berekend uit de totaalcijfers van de betreffende groep instellingen die tot deze klasse behoort. De ratio solvabiliteit (10 tot 20%) is bijvoorbeeld berekend uit het totaal eigen vermogen van de groep ondernemingen met een solvabiliteit van 10 tot 20% gedeeld door het balanstotaal van deze zelfde groep ondernemingen. Het kengetal voor het totaal van de SBI kan geschreven worden als het gemiddelde van de kengetallen van de tot de SBI behorende instellingen, waarbij gewogen wordt met het relatieve aandeel in de noemer-variabele (in het bovenstaande voorbeeld: balanstotaal).
- Solvabiliteit
- Totaal eigen vermogen gedeeld door balanstotaal (totaal activa).
De solvabiliteit van een onderneming geeft aan in welke mate de onderneming op een bepaald moment in staat is om aan haar totale verplichtingen te voldoen.- Totaal
- Kleiner dan 0%
- 0 tot 10%
- 10 tot 20%
- 20 tot 35%
- 35% of meer
- Weerstandsvermogen
- Totaal eigen vermogen gedeeld door totale bedrijfsopbrengsten.
Het weerstandsvermogen geeft aan of in geval van faillissement er voldoende eigen vermogen is om de leningen te kunnen aflossen.- Totaal
- Kleiner dan 0%
- 0 tot 10%
- 10 tot 15%
- 15 tot 20%
- 20 tot 30%
- 30% of meer
- Liquiditeit
- Onder de liquiditeit van een onderneming wordt verstaan: het vermogen om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen.
Een lagere liquiditeit duidt op minder beschikbare liquide middelen voor het voldoen aan verplichtingen op (zeer) korte termijn. De liquiditeit wordt in deze tabel weergegeven via de kengetallen Quick ratio en Current ratio. In de berekening van de Quick ratio worden de minst liquide balansposten van de vlottende activa, zoals voorraden en vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging niet meegenomen. De Quick ratio geeft daarmee de liquiditeitspositie voor verplichtingen op zeer korte termijn weer. De Current ratio geeft de liquiditeitspositie voor verplichtingen op korte termijn weer.
Let wel: de kengetallen geven slechts informatie op een bepaald moment (balansstand aan einde van het jaar).- Quick ratio
- Vlottend kapitaal minus voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van de liquide middelen en die bezittingen die snel in liquide middelen om te zetten zijn, zoals effecten, debiteuren en overige kortlopende vorderingen. De voorraden zijn vaak iets minder liquide, daarom worden de voorraden buiten beschouwing gelaten. Ook het onderhanden werk uit hoofde van DiagnoseBehandelingCombinaties (DBC's) en de vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging worden niet meegenomen in de berekening van de Quick ratio.- Totaal
- Kleiner dan 30%
- 30 tot 70%
- 70 tot 130%
- 130% of meer
- Current ratio
- Vlottend kapitaal inclusief voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van voorraden (incl. onderhanden werk uit hoofde van DiagnoseBehandelingCombinaties (DBC's)), liquide middelen en die bezittingen die snel in liquide middelen om te zetten zijn, zoals effecten, debiteuren en overige kortlopende vorderingen. Voor de berekening van de Current ratio worden de vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging wel meegenomen.- Totaal
- Kleiner dan 30%
- 30 tot 70%
- 70 tot 130%
- 130% of meer
- Rentabiliteit
- Rentabiliteit is de som van het bedrijfsresultaat, financieel resultaat en buitengewoon resultaat, gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten.
De rentabiliteit zegt iets over de winstgevendheid van de onderneming.- Totaal
- Kleiner dan 0%
- 0 tot 2%
- 2 tot 4%
- 4% of meer
- Leverage
- Langlopende leningen gedeeld door materiële vaste activa.
Dit kengetal geeft aan in hoeverre de materiële vaste activa met langlopend krediet zijn gefinancierd. Alternatieven voor financiering met langlopend krediet zijn eigen middelen en/of kortlopend krediet.
- Aandeel kapitaallasten
- Kapitaallasten (som van afschrijvingen, kosten van huur en lease van kapitaalgoederen en financiële lasten) gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten.
- Gem. leeftijd materiële vaste activa
- Gemiddelde leeftijd van de materiële vaste activa (MVA) in jaren, berekend uit balansstand MVA gedeeld door afschrijvingen.
- Debiteurentermijn
- Vorderingen op debiteuren gedeeld door totale bedrijfsopbrengsten vermenigvuldigd met 365.
De debiteurentermijn geeft een indicatie (in aantal dagen) van het betaalgedrag van klanten.
- Aandeel personeelskosten
- Arbeidskosten en overige personeelskosten gedeeld door totaal bedrijfskosten.
Arbeidskosten is het totaal van lonen en salarissen, pensioenlasten en sociale lasten. Overige personeelskosten is de som van de kosten voor uitzendkrachten, gedetacheerd en overig ingeleend personeel, kosten van opleidingen verzorgd door derden en overige kosten voor personeel.
- Opbrengsten per arbeidsjaar
- Totale bedrijfsopbrengsten gedeeld door totaal aantal arbeidsjaren werknemers.
Arbeidsjaren is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar voltijdequivalenten (vte). Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura.
- Arbeidskosten per arbeidsjaar
- Arbeidskosten gedeeld door totaal aantal arbeidsjaren werknemers.
Arbeidskosten: het totaal van lonen en salarissen, pensioenlasten en sociale lasten. Arbeidsjaren is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar voltijdequivalenten (vte). Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura.
- Parttimefactor
- Totaal aantal arbeidsjaren werknemers gedeeld door totaal aantal banen werknemers.
Aantal Arbeidsjaren werknemers: Arbeidsjaren is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar voltijdequivalenten (vte).
Aantal banen werknemers: Een baan werknemer is een arbeidsplaats die bezet wordt door een werknemer. Omdat één persoon meerdere banen kan hebben is het aantal banen gelijk aan of groter dan het aantal werkzame personen.
Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura.
- Kengetallen; percentage instellingen
- Kengetallen; percentage instellingen
Percentage instellingen per SBI-klasse ingedeeld naar grootteklasse van het betreffende kengetal.
De percentages instellingen voor een kengetal over de diverse grootteklassen tellen per jaar per SBI op tot 100% en geven daarom een overzicht van de verdeling over instellingen van een kengetal binnen een SBI-klasse.
De percentages zijn berekend op basis van ondernemingen waarvan een jaarrekening beschikbaar is.- Solvabiliteit
- Totaal eigen vermogen gedeeld door balanstotaal (totaal activa).
De solvabiliteit van een onderneming geeft aan in welke mate de onderneming op een bepaald moment in staat is om aan haar totale verplichtingen te voldoen.- Kleiner dan 0%
- 0 tot 10%
- 10 tot 20%
- 20 tot 35%
- 35% of meer
- Weerstandsvermogen
- Totaal eigen vermogen gedeeld door totale bedrijfsopbrengsten.
Het weerstandsvermogen geeft aan of in geval van faillissement er voldoende eigen vermogen is om de leningen te kunnen aflossen.- Kleiner dan 0%
- 0 tot 10%
- 10 tot 15%
- 15 tot 20%
- 20 tot 30%
- 30% of meer
- Liquiditeit
- Onder de liquiditeit van een onderneming wordt verstaan: het vermogen om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen.
Een lagere liquiditeit duidt op minder beschikbare liquide middelen voor het voldoen aan verplichtingen op (zeer) korte termijn. De liquiditeit wordt in deze tabel weergegeven via de kengetallen Quick ratio en Current ratio. In de berekening van de Quick ratio worden de minst liquide balansposten van de vlottende activa, zoals voorraden en vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging niet meegenomen. De Quick ratio geeft daarmee de liquiditeitspositie voor verplichtingen op zeer korte termijn weer. De Current ratio geeft de liquiditeitspositie voor verplichtingen op korte termijn weer.
Let wel: de kengetallen geven slechts informatie op een bepaald moment (balansstand aan einde van het jaar).- Quick ratio
- Vlottend kapitaal minus voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van de liquide middelen en die bezittingen die snel in liquide middelen om te zetten zijn, zoals effecten, debiteuren en overige kortlopende vorderingen. De voorraden zijn vaak iets minder liquide, daarom worden de voorraden buiten beschouwing gelaten. Ook het onderhanden werk uit hoofde van DiagnoseBehandelingCombinaties (DBC's) en vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging worden niet meegenomen in de berekening van de Quick ratio.- Kleiner dan 30%
- 30 tot 70%
- 70 tot 130%
- 130% of meer
- Current ratio
- Vlottend kapitaal inclusief voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van voorraden (incl. onderhanden werk uit hoofde van DiagnoseBehandelingCombinaties (DBC's)), liquide middelen en die bezittingen die snel in liquide middelen om te zetten zijn, zoals effecten, debiteuren en overige kortlopende vorderingen. Voor de berekening van de Current ratio worden vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging wel meegenomen.- Kleiner dan 30%
- 30 tot 70%
- 70 tot 130%
- 130% of meer
- Rentabiliteit
- Rentabiliteit is de som van het bedrijfsresultaat, financieel resultaat en buitengewoon resultaat, gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten.
De rentabiliteit zegt iets over de winstgevendheid van de onderneming.- Kleiner dan 0%
- 0 tot 2%
- 2 tot 4%
- 4% of meer
- Totaal bedrijfsopbrengsten
- Percentage instellingen per SBI-klasse ingedeeld naar grootte van de totale bedrijfsopbrengsten.
- Minder dan 4 mln euro
- 4 tot 10 mln euro
- 10 tot 25 mln euro
- 25 tot 75 mln euro
- 75 tot 125 mln euro
- 125 mln euro of meer