Productie- en inkomenscomponenten bbp; bedrijfstak; nr, 1969-2016

Productie- en inkomenscomponenten bbp; bedrijfstak; nr, 1969-2016

Economische activiteit en overige posten Perioden Toegevoegde waarde vanuit productie Waarde in werkelijke prijzen Output basisprijzen (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Waarde in werkelijke prijzen Intermediair verbruik (-) (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Waarde in werkelijke prijzen Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Beloning van werknemers Totaal (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Beloning van werknemers Lonen (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Beloning van werknemers Sociale premies t.l.v. werkgevers (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Exploitatieoverschot Bruto (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Exploitatieoverschot Verbruik van vaste activa (-) (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Exploitatieoverschot Netto (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Niet-productgebonden belastingen, sub... Saldo (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Niet-productgebonden belastingen, sub... Niet-productgebonden belastingen (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Niet-productgebonden belastingen, sub... Niet-productgebonden subsidies (-) (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro)
A-U Alle economische activiteiten 2016* 1.318.197 687.165 631.032 339.804 267.717 72.087 287.309 114.389 172.920 3.919 9.785 5.866 631.032
A Landbouw, bosbouw en visserij 2016* 29.791 18.248 11.543 2.903 2.308 595 9.166 4.129 5.037 -526 374 900 11.543
01 Landbouw 2016* 28.958 17.886 11.072 2.756 2.189 567 8.838 . . -522 372 894 11.072
02 Bosbouw 2016* 262 142 120 81 64 17 43 . . -4 2 6 120
03 Visserij 2016* 571 220 351 66 55 11 285 . . 0 0 0 351
B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2016* 338.460 242.246 96.214 45.218 35.793 9.425 50.948 20.305 30.643 48 707 659 96.214
B Delfstoffenwinning 2016* 13.014 4.105 8.909 1.074 819 255 7.819 2.156 5.663 16 23 7 8.909
06 Winning van aardolie en aardgas 2016* 12.238 3.660 8.578 956 722 234 7.606 . . 16 21 5 8.578
08 Delfstoffenwinning (geen olie en gas) 2016* 776 445 331 118 97 21 213 . . 0 2 2 331
09 Dienstverlening delfstoffenwinning 2016* 0 0 0 0 0 0 0 . . 0 0 0 0
C Industrie 2016* 299.469 222.821 76.648 40.478 32.063 8.415 36.303 13.736 22.567 -133 472 605 76.648
10-12 Voedings-, genotmiddelenindustrie 2016* 70.646 54.785 15.861 6.315 5.026 1.289 9.443 . . 103 142 39 15.861
10 Voedingsmiddelenindustrie 2016* 63.600 50.953 12.647 5.778 4.586 1.192 6.783 . . 86 123 37 12.647
11 Drankenindustrie 2016* 4.510 2.933 1.577 449 367 82 1.115 . . 13 15 2 1.577
12 Tabaksindustrie 2016* 2.536 899 1.637 88 73 15 1.545 . . 4 4 0 1.637
13-15 Textiel-, kleding-, lederindustrie 2016* 3.437 2.283 1.154 634 499 135 514 . . 6 11 5 1.154
16-18 Hout-, papier-, grafische industr. 2016* 12.507 8.617 3.890 2.433 1.947 486 1.438 . . 19 39 20 3.890
16 Houtindustrie 2016* 2.809 1.726 1.083 528 419 109 553 . . 2 7 5 1.083
17 Papierindustrie 2016* 5.847 4.300 1.547 1.017 815 202 512 . . 18 28 10 1.547
18 Grafische industrie 2016* 3.851 2.591 1.260 888 713 175 373 . . -1 4 5 1.260
19 Aardolie-industrie 2016* 19.227 17.893 1.334 614 448 166 684 . . 36 36 0 1.334
20-21 Chemie en farmaceutische industrie 2016* 47.415 35.540 11.875 4.465 3.631 834 7.416 . . -6 80 86 11.875
20 Chemische industrie 2016* 42.838 32.761 10.077 3.541 2.894 647 6.525 . . 11 67 56 10.077
21 Farmaceutische industrie 2016* 4.577 2.779 1.798 924 737 187 891 . . -17 13 30 1.798
22-23 Kunststof- en bouwmateriaalindustr 2016* 14.122 9.403 4.719 2.858 2.236 622 1.851 . . 10 36 26 4.719
22 Rubber- en kunststofproductindustrie 2016* 8.677 5.740 2.937 1.716 1.359 357 1.229 . . -8 13 21 2.937
23 Bouwmaterialenindustrie 2016* 5.445 3.663 1.782 1.142 877 265 622 . . 18 23 5 1.782
24-25 Basismetaal, metaalprod.-industrie 2016* 26.239 17.422 8.817 5.601 4.415 1.186 3.215 . . 1 53 52 8.817
24 Basismetaalindustrie 2016* 7.066 5.231 1.835 1.280 1.019 261 527 . . 28 34 6 1.835
25 Metaalproductenindustrie 2016* 19.173 12.191 6.982 4.321 3.396 925 2.688 . . -27 19 46 6.982
26-27 Elektrische en elektron. industrie 2016* 40.979 34.693 6.286 3.402 2.707 695 2.998 . . -114 15 129 6.286
26 Elektrotechnische industrie 2016* 34.904 31.050 3.854 1.980 1.602 378 1.960 . . -86 10 96 3.854
27 Elektrische apparatenindustrie 2016* 6.075 3.643 2.432 1.422 1.105 317 1.038 . . -28 5 33 2.432
28 Machine-industrie 2016* 25.351 16.405 8.946 5.258 4.197 1.061 3.826 . . -138 21 159 8.946
29-30 Transportmiddelenindustrie 2016* 20.045 15.285 4.760 2.254 1.793 461 2.532 . . -26 15 41 4.760
29 Auto- en aanhangwagenindustrie 2016* 12.450 9.454 2.996 1.220 965 255 1.793 . . -17 6 23 2.996
30 Overige transportmiddelenindustrie 2016* 7.595 5.831 1.764 1.034 828 206 739 . . -9 9 18 1.764
31-33 Overige industrie en reparatie 2016* 19.501 10.495 9.006 6.644 5.164 1.480 2.386 . . -24 24 48 9.006
31-32 Meubel- en overige industrie 2016* 9.523 4.037 5.486 4.097 3.169 928 1.408 . . -19 12 31 5.486
31 Meubelindustrie 2016* 3.386 1.902 1.484 738 591 147 749 . . -3 2 5 1.484
32 Overige industrie 2016* 6.137 2.135 4.002 3.359 2.578 781 659 . . -16 10 26 4.002
33 Reparatie en installatie van machines 2016* 9.978 6.458 3.520 2.547 1.995 552 978 . . -5 12 17 3.520
D Energievoorziening 2016* 16.521 9.615 6.906 1.825 1.475 350 4.923 3.168 1.755 158 159 1 6.906
35 Energiebedrijven 2016* 16.521 9.615 6.906 1.825 1.475 350 4.923 . . 158 159 1 6.906
E Waterbedrijven en afvalbeheer 2016* 9.456 5.705 3.751 1.841 1.436 405 1.903 1.245 658 7 53 46 3.751
36 Waterleidingbedrijven 2016* 1.663 583 1.080 353 279 74 715 . . 12 14 2 1.080
37-39 Riolering, afvalbeheer en sanering 2016* 7.793 5.122 2.671 1.488 1.157 331 1.188 . . -5 39 44 2.671
F Bouwnijverheid 2016* 89.605 59.640 29.965 16.599 13.018 3.581 13.315 2.375 10.940 51 128 77 29.965
41 Algemene bouw en projectontwikkeling 2016* 37.867 27.299 10.568 4.648 3.648 1.000 5.888 . . 32 46 14 10.568
42 Grond-, water- en wegenbouw 2016* 13.749 9.362 4.387 3.305 2.623 682 1.085 . . -3 21 24 4.387
43 Gespecialiseerde bouw 2016* 37.989 22.979 15.010 8.646 6.747 1.899 6.342 . . 22 61 39 15.010
G-I Handel, vervoer en horeca 2016* 253.693 119.753 133.940 68.435 54.764 13.671 64.949 15.549 49.400 556 1.062 506 133.940
G Handel 2016* 153.202 63.358 89.844 44.602 36.025 8.577 45.068 . . 174 530 356 89.844
45 Autohandel en -reparatie 2016* 17.309 9.164 8.145 4.685 3.719 966 3.398 . . 62 77 15 8.145
46 Groothandel en handelsbemiddeling 2016* 97.583 40.314 57.269 26.227 21.339 4.888 31.032 . . 10 273 263 57.269
47 Detailhandel (niet in auto's) 2016* 38.310 13.880 24.430 13.690 10.967 2.723 10.638 . . 102 180 78 24.430
H Vervoer en opslag 2016* 75.629 43.871 31.758 17.592 13.645 3.947 14.003 . . 163 284 121 31.758
49 Vervoer over land 2016* 29.760 16.703 13.057 8.059 6.197 1.862 4.883 . . 115 145 30 13.057
50 Vervoer over water 2016* 7.998 5.598 2.400 922 738 184 1.538 . . -60 4 64 2.400
51 Vervoer door de lucht 2016* 10.678 7.546 3.132 1.917 1.494 423 1.171 . . 44 44 0 3.132
52 Opslag, dienstverlening voor vervoer 2016* 21.915 10.865 11.050 5.262 4.132 1.130 5.723 . . 65 83 18 11.050
53 Post en koeriers 2016* 5.278 3.159 2.119 1.432 1.084 348 688 . . -1 8 9 2.119
I Horeca 2016* 24.862 12.524 12.338 6.241 5.094 1.147 5.878 . . 219 248 29 12.338
55 Logiesverstrekking 2016* 6.588 3.227 3.361 1.670 1.363 307 1.516 . . 175 185 10 3.361
56 Eet- en drinkgelegenheden 2016* 18.274 9.297 8.977 4.571 3.731 840 4.362 . . 44 63 19 8.977
J Informatie en communicatie 2016* 62.716 32.463 30.253 15.910 13.072 2.838 14.511 5.123 9.388 -168 73 241 30.253
58-60 Uitgeverijen, film, radio en TV 2016* 12.014 6.917 5.097 2.574 2.087 487 2.507 . . 16 29 13 5.097
58 Uitgeverijen 2016* 5.598 2.854 2.744 1.509 1.216 293 1.221 . . 14 19 5 2.744
59-60 Film,TV en radio 2016* 6.416 4.063 2.353 1.065 871 194 1.286 . . 2 10 8 2.353
61 Telecommunicatie 2016* 15.886 8.493 7.393 2.277 1.837 440 5.107 . . 9 25 16 7.393
62-63 IT- en informatiedienstverlening 2016* 34.816 17.053 17.763 11.059 9.148 1.911 6.897 . . -193 19 212 17.763
62 IT-dienstverlening 2016* 31.225 15.277 15.948 10.118 8.355 1.763 6.003 . . -173 19 192 15.948
63 Diensten op het gebied van informatie 2016* 3.591 1.776 1.815 941 793 148 894 . . -20 0 20 1.815
K Financiële dienstverlening 2016* 72.721 28.346 44.375 19.430 14.683 4.747 23.296 4.162 19.134 1.649 1.692 43 44.375
64 Bankwezen 2016* 48.827 16.323 32.504 10.329 8.120 2.209 20.663 . . 1.512 1.544 32 32.504
65 Verzekeraars en pensioenfondsen 2016* 17.463 9.777 7.686 4.973 3.526 1.447 2.594 . . 119 122 3 7.686
66 Overige financiële dienstverlening 2016* 6.431 2.246 4.185 4.128 3.037 1.091 39 . . 18 26 8 4.185
L Verhuur en handel van onroerend goed 2016* 79.325 41.445 37.880 3.571 2.768 803 30.375 24.833 5.542 3.934 3.941 7 37.880
68 Verhuur en handel van onroerend goed 2016* 79.325 41.445 37.880 3.571 2.768 803 30.375 . . 3.934 3.941 7 37.880
M-N Zakelijke dienstverlening 2016* 164.692 69.561 95.131 58.255 47.023 11.232 37.808 10.130 27.678 -932 680 1.612 95.131
M Specialistische zakelijke diensten 2016* 98.616 47.327 51.289 32.494 26.320 6.174 20.022 . . -1.227 166 1.393 51.289
69-71 Management- en technisch advies 2016* 78.105 36.465 41.640 26.656 21.604 5.052 15.084 . . -100 115 215 41.640
69-70 Juridisch en managementadvies 2016* 61.990 29.940 32.050 20.146 16.308 3.838 11.942 . . -38 92 130 32.050
69 Juridische diensten en administratie 2016* 16.410 5.110 11.300 7.184 5.667 1.517 4.096 . . 20 47 27 11.300
70 Holdings en managementadviesbureaus 2016* 45.580 24.830 20.750 12.962 10.641 2.321 7.846 . . -58 45 103 20.750
71 Architecten-, ingenieursbureaus e.d. 2016* 16.115 6.525 9.590 6.510 5.296 1.214 3.142 . . -62 23 85 9.590
72 Research 2016* 5.017 2.067 2.950 2.568 2.023 545 1.494 . . -1.112 23 1.135 2.950
73-75 Reclame, design, overige diensten 2016* 15.494 8.795 6.699 3.270 2.693 577 3.444 . . -15 28 43 6.699
74-75 Overige professionele diensten 2016* 6.634 3.418 3.216 1.345 1.113 232 1.895 . . -24 8 32 3.216
73 Reclamewezen en marktonderzoek 2016* 8.860 5.377 3.483 1.925 1.580 345 1.549 . . 9 20 11 3.483
74 Design, fotografie, vertaalbureaus 2016* 5.914 3.174 2.740 1.106 920 186 1.660 . . -26 6 32 2.740
75 Veterinaire dienstverlening 2016* 720 244 476 239 193 46 235 . . 2 2 0 476
N Verhuur en overige zakelijke diensten 2016* 66.076 22.234 43.842 25.761 20.703 5.058 17.786 . . 295 514 219 43.842
77 Verhuur van roerende goederen 2016* 11.647 4.659 6.988 1.503 1.188 315 5.023 . . 462 468 6 6.988
78 Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling 2016* 25.833 4.415 21.418 17.202 13.921 3.281 4.338 . . -122 12 134 21.418
79 Reisbureaus, reisorganisatie en -info 2016* 11.380 7.237 4.143 901 749 152 3.255 . . -13 3 16 4.143
80-82 Beveiliging en ov. zak. diensten 2016* 17.216 5.923 11.293 6.155 4.845 1.310 5.170 . . -32 31 63 11.293
80 Beveiligings- en opsporingsdiensten 2016* 2.027 560 1.467 1.156 909 247 312 . . -1 8 9 1.467
81 Schoonmaakbedrijven, hoveniers e.d. 2016* 10.223 3.124 7.099 3.571 2.755 816 3.537 . . -9 12 21 7.099
82 Overige zakelijke dienstverlening 2016* 4.966 2.239 2.727 1.428 1.181 247 1.321 . . -22 11 33 2.727
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens van de nationale rekeningen over de opbouw van de totale toegevoegde waarde vanuit de productie en inkomensvorming. Van verschillende bedrijfstakken worden de productie, het verbruik, de toegevoegde waarde en de inkomenscomponenten weergegeven.

Gegevens beschikbaar van 1969 tot en met 2016.

Status van de cijfers:
De gegevens van 1969 tot en met 2015 zijn definitief. De gegevens over 2016 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 22 juni 2018
Geen, deze tabel is stopgezet.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs een revisie uitgevoerd van de nationale rekeningen. Hierbij worden nieuwe statistische bronnen en ramingsmethoden gebruikt. Deze tabel met gegevens voor revisie is vervangen door tabel Productie- en inkomenscomponenten bbp; bedrijfstak; nationale rekeningen. Voor aanvullende informatie zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Toegevoegde waarde vanuit productie
De opbouw van de totaal toegevoegde waarde vanuit de productie. Het wordt berekend als de output minus het intermediair verbruik van alle bedrijfstakken. De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen, de prijzen zijn die door producenten zijn ervaren.
Waarde in werkelijke prijzen
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van de betreffende verslagperiode. Dit in tegenstelling tot zogeheten constante prijzen, waarbij bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van een bepaalde basisperiode.
Output basisprijzen
Het totaal aan goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel productie genoemd. Hiervan bestaan drie soorten:
- marktoutput: goederen en diensten die op de markt zijn afgezet of waarvoor dit in de toekomst de bedoeling is
- output voor eigen finaal gebruik: goederen en diensten voor eigen consumptie of voor investeringen door dezelfde bedrijfseenheid als die welke die goederen en diensten heeft geproduceerd
- niet-marktoutput: goederen en diensten die gratis of tegen economisch niet-significante prijzen aan andere eenheden zijn geleverd.

De output wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Dit zijn de prijzen die door producenten zelf worden ervaren: per bedrijfstak zijn de productgebonden belastingen er vanaf getrokken en de productgebonden subsidies erbij opgeteld. Door de producent afzonderlijk in rekening gebrachte vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook de waardeverandering van financiële en niet-financiële activa (productiemiddelen) tijdens de verslagperiode zijn niet inbegrepen.

Inbegrepen is de output van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.
Intermediair verbruik (-)
Goederen en diensten die als input in een productieproces worden gebruikt, met uitzondering van de vaste activa (investeringsgoederen). Het gaat hierbij om goederen die tijdens het productieproces worden verwerkt in andere producten of volledig worden verbruikt (dit gebeurt per definitie met de ingehuurde diensten). Volgens internationale afspraken wordt een aangeschaft goed of een ingehuurde dienst niet als intermediair verbruik maar als vast activum (investering) gezien wanneer het meer dan één jaar ingezet kan worden in een productieproces. De intermediair verbruikte goederen en diensten worden gewaardeerd tegen de aankoopprijzen die op het moment van gebruik voor soortgelijke goederen of diensten gelden.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt ( het intermediair verbruik). De toegevoegde waarde is daarbij uitgedrukt in basisprijzen, de prijzen zijn die door producenten zijn ervaren. Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.
Toegevoegde waarde uit inkomensvorming
De opbouw van de totaal toegevoegde waarde vanuit de inkomens uit productie. Deze bestaan uit de beloning van werknemers en het exploitatieoverschot/gemengd inkomen. Om uit te komen op de totaal toegevoegde waarde tegen basisprijzen moet het saldo van de niet-productgebonden belastingen en subsidies hierbij worden opgeteld.
Waarde in werkelijke prijzen
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van de betreffende verslagperiode. Dit in tegenstelling tot zogeheten constante prijzen, waarbij bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van een bepaalde basisperiode.
Beloning van werknemers
De totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die deze tijdens een verslagperiode heeft verricht. De beloning van werknemers is gelijk aan het totaal van lonen en sociale premies ten laste van werkgevers.
Totaal
Lonen
De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer. De belangrijkste vorm van loon is ‘loon in geld’ (inclusief de ingehouden loonbelasting en werknemerspremies). Dit loon omvat het basis bruto loon, premies, provisies, toeslagen, overwerkloon, gevarengeld, bijzondere beloningen en fooien, maar ook onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals een vergoeding of tegemoetkoming voor de kosten van woon-werkverkeer). Bijzondere beloningen omvatten vakantiegeld, tantième, gratificaties, winstuitkeringen en een dertiende of veertiende maand. Doorbetaald loon bij ziekte behoort niet tot de lonen, maar wordt toegerekend aan de sociale premies t.l.v. werkgevers. Naast ‘loon in geld’ kan ‘loon in natura’ onderdeel van het loon uitmaken, als dit voor de werknemer een voordeel uit dienstbetrekking is. Voorbeelden van loon in natura zijn het privégebruik van de auto van de zaak, dienstwoningen, het rentevoordeel van geldleningen, tegen korting of gratis verkregen producten van de zaak en werkgeversbijdragen aan kinderopvang.
Sociale premies t.l.v. werkgevers
De sociale premies ten laste van de werkgever hebben betrekking op de werkgeversbijdragen in het kader van de sociale zekerheid. De sociale premies ten laste van werkgevers kunnen onderverdeeld worden in werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers en toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers. De werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers omvatten alle premies voor de wettelijke sociale verzekering en de particuliere sociale premies (waaronder pensioenpremies t.l.v. werkgevers). De toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers zijn rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers aan (voormalige) werknemers zonder tussenkomst van andere institutionele eenheden of fondsen. Het merendeel bestaat uit doorbetaalde lonen bij ziekte.
Exploitatieoverschot
Bruto-exploitatieoverschot / gemengd inkomen.
Het saldo dat resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met de beloning van werknemers en het saldo van belastingen en subsidies op productie en invoer. Bij zelfstandigen (die deel uitmaken van de sector huishoudens) wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.

In de nationale rekeningen betekent ‘bruto’ vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en ‘netto’ na aftrek van het verbruik van vaste activa.
Bruto
Verbruik van vaste activa (-)
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Netto
Netto-exploitatieoverschot.
Het bruto-exploitatieoverschot verminderd met het verbruik van vaste activa. Uit het bruto-exploitatieoverschot moeten het verbruik van vaste activa worden bekostigd.
Niet-productgebonden belastingen, sub...
Het saldo van de niet-productgebonden belastingen en de niet-productgebonden subsidies.
Saldo
Het saldo van de niet-productgebonden belastingen en de niet-productgebonden subsidies.
Niet-productgebonden belastingen
Dit zijn de belastingen op productie die producenten moeten betalen, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte producten. Voorbeelden hiervan zijn de onroerendezaakbelasting, reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.
Niet-productgebonden subsidies (-)
Onder subsidies die niet-productgebonden zijn, vallen de subsidies op productie, die niet direct gerelateerd zijn aan de waarde of de hoeveelheid geproduceerde en verkochte producten. Het betreft vooral landbouwsubsidies, subsidies op R&D en loonsubsidies.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt ( het intermediair verbruik). De toegevoegde waarde is daarbij uitgedrukt in basisprijzen, de prijzen zijn die door producenten zijn ervaren. Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.