Voorraad woningen; gemiddeld oppervlak; woningtype, bouwjaarklasse, regio

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Woningtype Bouwjaarklasse Beginstand woningvoorraad (aantal) Gemiddelde oppervlakte (m2)
Totaal Totaal 16.009 132
1000 tot 1850 193 161
1850 tot 1905 463 167
1905 tot 1925 432 140
1925 tot 1945 730 108
1945 tot 1955 545 110
1955 tot 1965 1.310 125
1965 tot 1975 2.747 121
1975 tot 1985 2.866 134
1985 tot 1995 2.159 135
1995 tot 2005 2.015 143
2005 tot 2015 1.137 136
2015 tot 2025 1.412 130
Vanaf 2025 0 .
Onbekend 0 .
Eengezinswoning Totaal 13.671 140
1000 tot 1850 171 168
1850 tot 1905 402 173
1905 tot 1925 410 138
1925 tot 1945 679 110
1945 tot 1955 534 110
1955 tot 1965 1.291 126
1965 tot 1975 2.563 124
1975 tot 1985 2.464 145
1985 tot 1995 1.935 142
1995 tot 2005 1.540 163
2005 tot 2015 681 168
2015 tot 2025 1.001 154
Vanaf 2025 0 .
Onbekend 0 .
Meergezinswoning Totaal 2.338 80
1000 tot 1850 22 108
1850 tot 1905 61 129
1905 tot 1925 22 179
1925 tot 1945 51 82
1945 tot 1955 11 .
1955 tot 1965 19 .
1965 tot 1975 184 82
1975 tot 1985 402 68
1985 tot 1995 224 78
1995 tot 2005 475 76
2005 tot 2015 456 88
2015 tot 2025 411 69
Vanaf 2025 0 .
Onbekend 0 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de kenmerken van de voorraad woningen op 1 januari. De tabel toont de beginstand op 1 januari en de gemiddelde oppervlakte. Deze worden verder uitgesplitst naar bouwjaarklasse, woningtype, landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten.

De gegevens zijn afkomstig uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Tot de voorraad woningen worden gerekend alle verblijfsobjecten met op de peildatum een woonfunctie en een status “in gebruik (niet ingemeten)", “in gebruik”, “buiten gebruik” of “verbouwing”.


Gegevens beschikbaar vanaf: 2012

Status van de cijfers:
De cijfers op 1 januari 2025 zijn definitief.

Wijzigingen per 28 maart 2025:
De definitieve cijfers van 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe definitieve cijfers worden circa 3 maanden na aanvang van het verslagjaar gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Beginstand woningvoorraad
Woningvoorraad aan het begin van de verslagperiode.
De kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woondoeleinden geschikte eenheid van gebruik, ontsloten via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte.
Voorbeelden zijn vrijstaande woningen, eengezinswoningen, flat- of portiekwoningen, studentenhuizen.
Alle verblijfsobjecten met minimaal een woonfunctie en eventueel een of meer andere gebruiksfuncties worden als woning aangemerkt.
Gemiddelde oppervlakte
Gemiddelde gebruiksoppervlakte van woningen (verblijfsobject met minstens een woonfunctie).
Alleen woningen met een oppervlakte vanaf 14 tot en met 2700 m2 worden meegeteld.
De gemiddelde oppervlakte wordt alleen getoond als er minimaal 20 woningen bekend zijn.

De gebruiksruimte kan onderverdeeld worden in ’woonruimte’ en ’overige inpandige ruimte’.
Tot de ‘woonruimte’ behoren de ruimten hoger dan 2 meter die bouwkundig gezien niet slechts als bergruimte bedoeld zijn.
Tot de ‘overige inpandige ruimten’ behoren:
- de ruimten waarvan het hoogste punt tussen 1,50 meter en 2,00 meter hoog is;
- de ruimten die deels lager zijn dan 2,00 meter en deels, maar voor niet meer dan 4,0 m2 aaneengesloten, hoger dan 2,00 meter;
- de ruimten die bouwkundig gezien slechts geschikt zijn als bergruimte. Voorbeelden hiervan zijn een inpandige kelder, fietsenstalling of een garage;
- een bergzolder, dat wil zeggen een zolder die alleen toegankelijk is met wegklapbare, opvouwbare of eenvoudig verwijderbare trap en/of een zolder met onvoldoende daglicht (raamoppervlakte kleiner dan 0,5m²) of wanneer sprake is van een niet te belopen zolder.

Voor de exacte definiëring zie NEN 2580.