Inkomensbeoordeling en financiële problemen; huishoudens

Inkomensbeoordeling en financiële problemen; huishoudens

Huishoudenskenmerken Perioden (Zeer) moeilijk rondkomen (%) Ervaring van lasten Maandelijkse woonkosten zijn zware last (%) Betalingsachterstanden laatste 12 mnd Huur of hypotheek (%) Betalingsachterstanden laatste 12 mnd Gas, water en elektriciteit (%) Betalingsachterstanden laatste 12 mnd Op afbetaling gekochte artikelen (%) Betalingsachterstanden laatste 12 mnd Op minstens één van de genoemde items (%)
Particuliere huishoudens 2021 7 7 2 1 1 3
Woningbezit: eigen woning 2021 2 2 0 0 0 1
Woningbezit: huurwoning met huurtoeslag 2021 23 18 6 4 4 10
Woningbezit: huurwoning geen huurtoeslag 2021 8 8 3 1 2 4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft het oordeel van huishoudens weer over hun inkomenspositie en de mate waarin zij financiële beperkingen ondervinden. Aan bod komen de mate waarin huishoudens kunnen rondkomen van het beschikbare inkomen, de moeite die ze hebben met het betalen van de maandelijkse woonlasten en met het aflossen van leningen en terugbetalen van op afbetaling gekochte artikelen. Ook bevat de tabel informatie over het kunnen betalen van bepaalde gangbare goederen en diensten, zoals kleren of een jaarlijkse vakantie, en het hebben van betalingsachterstanden.
Een herziening van de Inkomensstatistiek heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van het aantal huishoudens met een laag inkomen. Een belangrijke aanpassing is de herziening van de economische huurwaarde. In het onderzoek European Union-Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC), de bron voor gegevens over de subjectieve beoordeling van het inkomen, wordt de nieuwe methodiek vanaf 2016 toegepast. Dit heeft in 2016 geleid tot een neerwaartse bijstelling van het aantal huishoudens met een laag inkomen. Daarnaast is de samenstelling van deze groep veranderd: de bijstelling resulteerde in een kleiner aandeel eigenwoningbezitters onder huishoudens met een laag inkomen. Vergeleken met huurders zeggen woningeigenaren beter rond te kunnen komen van het inkomen en ze ervaren minder vaak financiële beperkingen. Huishoudens die op basis van de herziene inkomensgegevens een laag inkomen hebben, maken hierdoor vaker gewag van betalingsachterstanden en ervaren vaker financiële krapte dan huishoudens met een risico op armoede volgens de oude methodiek. De afleidingsmethode van voornaamste inkomensbron van het huishouden is vanaf 2018 aangepast. Voor 2018 werd inkomen uit eigen onderneming op basis van een prioriteitsregel altijd als voornaamste bron aangemerkt. Als een andere inkomensbron, bijvoorbeeld loon, een substantieel bedrag omvat en als dit bedrag hoger is dan het inkomen uit eigen onderneming, dan vormt loon en niet langer inkomen uit eigen onderneming de voornaamste inkomensbron van het huishouden volgens de nieuwe methodiek. De nieuwe afleidingsregel betekent dat het aantal huishoudens met inkomen uit eigen onderneming als voornaamste inkomensbron bijna gehalveerd wordt.

Het veldwerk in 2022 liep van maart tot juli. Hoewel toen al sprake was van stijgende energieprijzen, waren de energieprijzen nog relatief laag vergeleken met de tweede helft van 2022. Daarnaast had een deel van de huishoudens nog te maken met voorschotten/tarieven volgens bestaande contracten. Hierdoor zullen de gevolgen van de energiecrisis niet volledig zichtbaar zijn in de cijfers over 2022 en met name de ervaren woonlasten.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2005.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn tot en met 2021 definitief. De cijfers van 2022 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 28 februari 2023:
Cijfers over 2021 en 2022 toegevoegd

De categorieën "Bron: uitkering sociale voorzieningen: overige" en "Bron: inkomen uit eigen onderneming" zijn verwijderd omdat hierover voor de gehele periode geen gegevens beschikbaar zijn.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Maart 2024.

Toelichting onderwerpen

(Zeer) moeilijk rondkomen
Het aandeel huishoudens dat aangeeft moeilijk tot zeer moeilijk rond te kunnen komen van hun totale netto huishoudinkomen, dat wil zeggen, de gebruikelijke noodzakelijke uitgaven betalen.
Ervaring van lasten
Aan respondenten is gevraagd hoe zwaar het voor hun huishouden is om de maandelijkse woonlasten op te brengen. Ook is hen gevraagd hoe zwaar het voor hun huishouden is om op krediet gekochte artikelen af te betalen en/of consumptieve leningen af te lossen. De laatste vraag is alleen gesteld aan respondenten die eerder hadden aangegeven te beschikken over nog niet afbetaalde op krediet gekochte artikelen en/of consumptieve leningen.
Maandelijkse woonkosten zijn zware last
Het aandeel huishoudens dat aangeeft dat de maandelijkse woonlasten een zware last zijn.
Betalingsachterstanden laatste 12 mnd
Aan respondenten is gevraagd of hun huishouden in de afgelopen 12 maanden om financiële redenen achterstand heeft gehad in de betaling van de hypotheek of huur, in de betaling van de elektriciteit-, water- of gasrekeningen of in de afbetaling van nog niet afbetaalde op krediet gekochte artikelen.
Huur of hypotheek
Het aandeel huishoudens dat in de afgelopen 12 maanden om financiële redenen achterstand heeft gehad in de betaling van de hypotheek of huur.
Gas, water en elektriciteit
Het aandeel huishoudens dat in de afgelopen 12 maanden om financiële redenen achterstand heeft gehad in de betaling van de elektriciteit-, water- of gasrekeningen.
Op afbetaling gekochte artikelen
Het aandeel huishoudens dat in de afgelopen 12 maanden om financiële redenen achterstand heeft gehad in de afbetaling van nog niet afbetaalde op krediet gekochte artikelen. In 2005 is alleen gevraagd of huishoudens een achterstand hadden in de afbetaling van nog niet afbetaalde op krediet gekochte artikelen, niet of dit vanwege financiële redenen was.
Op minstens één van de genoemde items
Het aandeel huishoudens dat in de afgelopen 12 maanden om financiële redenen achterstand heeft gehad in ieder geval één van de volgende zaken: de betaling van de hypotheek of huur, de betaling van de elektriciteit-, water- of gasrekeningen of in de afbetaling van nog niet afbetaalde op krediet gekochte artikelen. In 2005 is alleen geïnformeerd of huishoudens een achterstand hadden in de afbetaling van nog niet afbetaalde op krediet gekochte artikelen, niet of dit vanwege financiële redenen was.