Gezondheidsmonitor; regio, bevolking van 19 jaar of ouder, 2012

Gezondheidsmonitor; regio, bevolking van 19 jaar of ouder, 2012

Leeftijd Cijfersoort Regio's Perioden Functiebeperkingen Eén of meer lichamelijke beperkingen (%) Functiebeperkingen Soort beperking Beperking in horen (%) Functiebeperkingen Soort beperking Beperking in zien (%) Functiebeperkingen Soort beperking Beperking in bewegen (%)
Totaal Waarde Epe 2012 13,3 5,4 3,4 7,7
Totaal Ondergrens 95%-interval Epe 2012 10,6 3,7 2,1 5,6
Totaal Bovengrens 95%-interval Epe 2012 16,5 7,9 5,5 10,5
19 tot 65 jaar Waarde Epe 2012 7,8 3,2 2,2 3,9
19 tot 65 jaar Ondergrens 95%-interval Epe 2012 5,5 1,9 1,1 2,3
19 tot 65 jaar Bovengrens 95%-interval Epe 2012 10,9 5,3 4,2 6,5
65 jaar of ouder Waarde Epe 2012 27,4 11,3 6,5 17,5
65 jaar of ouder Ondergrens 95%-interval Epe 2012 20,1 6,7 3,1 11,8
65 jaar of ouder Bovengrens 95%-interval Epe 2012 36,2 18,6 13,0 25,2
Bron: © CBS, RIVM, GGD
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel toont de uitkomsten van de Gezondheidsmonitor 2012, een samenwerkingsverband tussen GGD'en, RIVM en CBS. De Gezondheidsmonitor levert informatie over de gezondheid en de leefstijl van de Nederlandse bevolking van 19 jaar en ouder, woonachtig in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn uit te splitsen naar GGD-regio en gemeente. De cijfers zullen ook opgenomen worden in de Nationale Atlas Volksgezondheid van het RIVM.
De cijfers zijn voorzien van betrouwbaarheidsintervallen.
In 2012 was de reguliere Gezondheidsenquête van het CBS onderdeel van de Gezondheidsmonitor. Ten behoeve van de langjarige trends zijn in de trendtabellen cijfers gepubliceerd op basis van alleen de reguliere Gezondheidsenquête. Dit betreft ook onderwerpen die in de hier toegelichte Gezondheidsmonitortabel zijn opgenomen. Voor meer informatie over de uitkomsten van de reguliere Gezondheidsenquête, zie paragraaf 3.
De cijfers uit de Gezondheidsenquête en de Gezondheidsmonitor kunnen niet zonder meer vergeleken worden, doordat er methodologische verschillen zijn waarvoor niet gecorrigeerd kan worden. Voor informatie op regionaal of lokaal niveau wordt geadviseerd de cijfers van de Gezondheidsmonitor te gebruiken. Voor vergelijkingen met andere jaren wordt geadviseerd de cijfers uit de tabellen op basis van de reguliere Gezondheidsenquête te gebruiken (vanwege vergelijkbaarheid in de tijd).

Gegevens beschikbaar over: 2012

Status van de cijfers:
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 23 februari 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing. Deze tabel wordt opgevolgd door Gezondheidsmonitor; bevolking 19 jaar of ouder, regio, 2016. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Functiebeperkingen
Beperkingen volgens de OESO-indicator. De OESO-indicator (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is gebaseerd op de volgende 7 vragen over vaardigheden:
1. Een gesprek volgen in een groep van drie of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)
2. Met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)
3. Kleine letters in de krant lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)
4. Op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)
5. Een voorwerp van 5 kilo, bijv. een volle boodschappentas 10 meter dragen
6. Rechtop staand kunnen bukken en iets van de grond oppakken
7. 400 meter aan een stuk lopen zonder stil te staan (zo nodig met stok)
Antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan niet. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
Eén of meer lichamelijke beperkingen
% Personen met minstens 1 OESO-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
Soort beperking
Beperking in horen
% personen met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de vragen naar beperkingen in horen(volgens de OESO indicator).
Beperking in zien
% personen met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de vragen naar beperkingen in zien (volgens de OESO indicator).
Beperking in bewegen
% personen met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de vragen naar beperkingen in bewegen (volgens de OESO indicator).