Kerncijfers wijken en buurten 2004-2008

Kerncijfers wijken en buurten 2004-2008

Regio's Perioden Bevolking Bevolking naar leeftijdsgroep 65 jaar en ouder (%) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens totaal (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Eenpersoonshuishoudens (%) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens zonder kinderen (%) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens met kinderen (%) Bevolking Particuliere huishoudens Gemiddelde huishoudensgrootte (aantal) Bevolking Mutatiecijfers Jaarmutaties Huishoudens (%) Bevolking Mutatiecijfers Vijfjaarsmutaties Huishoudens (%) Inkomen Inkomen jaren vanaf 2008 Inkomen van huishoudens Huishouden met laag inkomen (%) Inkomen Inkomen jaren vanaf 2008 Inkomen van huishoudens Huishouden met hoog inkomen (%) Inkomen Inkomen jaren vanaf 2008 Inkomen van huishoudens Huishouden met lage koopkracht (%) Inkomen Inkomen jaren vanaf 2008 Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Motorvoertuigen Personenauto's Personenauto's per huishouden (per huishouden)
Oudeschans 2008 19 50 40 47 13 1,8 . . x
Oudeweg en Hoofdweg en Oostwolderweg 2008 5 50 15 25 60 2,9 . . 1,4
Veendam-Oude Ae 2008 16 1.640 34 32 33 2,2 . . 0,9
Oudehaske 2008 11 740 21 36 44 2,6 . . 1,3
Verspreide huizen Oudehaske 2008 5 20 18 0 82 3,5 . . x
Oude Bildtdijk Sint Annaparochie 2008 12 80 31 27 42 2,4 . . 1,1
Oude Bildtdijk Sint Jacobiparochie 2008 13 220 39 30 32 2,1 . . 1,3
Oude Bildtzijl 2008 9 310 29 31 41 2,4 . . 1,2
Oude Bildtdijk Oude Bildtzijl 2008 12 40 22 43 35 2,4 . . x
Verspreide huizen Oude Bildtzijl 2008 4 30 15 26 59 2,8 . . x
Damwoude 2008 17 2.210 27 34 39 2,5 . . 1,1
Broeksterwoude 2008 11 420 21 31 48 2,7 . . 1,2
Verspreide huizen Damwoude 2008 5 20 12 20 68 3,8 . . x
Verspreide huizen Broeksterwoude 2008 8 40 11 34 55 3,2 . . x
Wouterswoude 2008 10 330 22 23 55 3,0 . . 1,2
Verspreide huizen Wouterswoude 2008 12 20 0 38 62 3,5 . . x
Veenwouden 2008 19 1.460 28 34 38 2,4 . . 1,1
Verspreide huizen Veenwouden 2008 1 20 22 22 57 3,1 . . x
ten Woude 2008 31 400 25 43 33 2,3 . . 1,1
Wijk 06 Oudehorne 2008 12 310 20 37 43 2,6 . . 1,4
Oudehorne 2008 12 310 20 37 43 2,6 . . 1,4
Wijk 15 Oudeschoot 2008 22 60 14 41 45 2,7 . . 1,3
Oudeschoot 2008 22 60 14 41 45 2,7 . . 1,3
Oudwoude 2008 10 260 20 34 46 2,7 . . 1,2
Verspreide huizen Oudwoude 2008 5 50 24 30 46 2,6 . . 1,2
Oude Leije 2008 10 110 31 30 40 2,5 . . 1,3
Luxwoude 2008 9 110 22 32 46 2,6 . . 1,4
Verspreide huizen Luxwoude 2008 13 50 15 37 48 2,9 . . 1,4
Siegerswoude 2008 9 300 14 32 54 3,0 . . 1,6
Wijnjewoude 2008 17 510 32 31 37 2,4 . . 1,1
Verspreide huizen Wijnjewoude-Oost 2008 9 70 28 35 38 2,7 . . 0,9
Verspreide huizen Wijnjewoude-West 2008 10 240 18 39 43 2,8 . . 1,6
Oudega 2008 14 650 20 36 44 2,6 . . 1,2
Oude Grachtenpad 2008 x 0 x x x x . . x
Oude Schuttingskanaal 2008 12 40 22 35 42 2,6 . . x
Emmen-Oude Roswinkelerstraat 2008 30 690 43 35 22 2,0 . . 0,9
Oudegoedstraat 2008 11 590 38 30 33 2,1 . . 0,8
Oude Molen 2008 16 40 14 36 50 3,0 . . x
Stadhoudersmolen 2008 10 60 21 27 52 2,8 . . x
Borculo Oude-Centrum 2008
Buren-Oude Kern 2008 14 200 22 35 43 2,5 . . 1,3
Oude Binnenstad en Nieuwstad 2008 10 1.250 45 27 27 2,0 . . 0,8
Oude Buitenwijken 2008 12 730 32 27 40 2,4 . . 1,0
Binnen de oude Gracht 2008 23 1.150 38 36 26 2,1 . . 1,0
Oude Apeldoornseweg en omgeving 2008 22 160 21 39 39 2,6 . . 1,4
Oude Stad 2008
Wijk 00 Gebied in N. van de Oude IJssel 2008
Wijk 01 Gebied in Z. van de Oude IJssel 2008
Verspreide huizen Oude IJsselgebied 2008
Oude Stad Binnenstad 2008 11 1.490 82 13 5 1,3 . . 0,4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een overzicht van statistische gegevens op het niveau van gemeenten, wijken en buurten.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2004
Eerdere jaren zijn te vinden in aparte StatLine tabellen. Zie voor de verwijzing naar deze tabellen paragraaf 3.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per 3 mei 2013:
Deze tabel is afgesplitst van de tabel Kerncijfers Wijken en Buurten. Deze tabel bevatte zeer veel cijfers. Dat gaf soms problemen in het gebruik. Om de bruikbaarheid te verbeteren is deze tabel gesplitst in een tabel met cijfers over de jaren 2009-2012 en een tabel met cijfers over de jaren 2004-2008.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
Bevolking naar leeftijdsgroep
65 jaar en ouder
Dit veld geeft het aantal inwoners weer dat op 1 januari 65 jaar of ouder is, uitgedrukt in hele procenten van het aantal inwoners. Dit gegeven is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Het percentage is vermeld bij 50 of meer inwoners per buurt.
Particuliere huishoudens
Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte zijn gehuisvest en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien. Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen, echtparen met kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens). De institutionele huishoudens worden hiertoe niet gerekend.
Huishoudens totaal
Het aantal particuliere huishoudens is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). De cijfers zijn tot en met het jaar 2009 afgerond op tientallen.
Eenpersoonshuishoudens
Het aantal huishoudens met één persoon, die ouder is dan 14 jaar uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal particuliere huishoudens. Het aandeel eenpersoonshuishoudens is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Het percentage is opgenomen indien er 10 of meer huishoudens in de buurt voorkomen.
Huishoudens zonder kinderen
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren zonder kinderen, echtparen zonder kinderen en overige huishoudens. Het aandeel huishoudens zonder kinderen is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke
Basisadministratie (GBA).
Het percentage is opgenomen indien er 10 of meer huishoudens in de buurt voorkomen.
Huishoudens met kinderen
Meerpersoonshuishoudens met kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen met kinderen en eenouderhuishoudens. Het aandeel huishoudens met kinderen is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Het percentage is opgenomen indien er 10 of meer huishoudens in de buurt voorkomen.
Gemiddelde huishoudensgrootte
Dit gemiddelde is berekend als het aantal in particuliere huishoudens levende personen gedeeld door het aantal particuliere huishoudens. De gemiddelde huishoudensgrootte is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Het gemiddelde is opgenomen indien er 10 of meer huishoudens in de buurt voorkomen.
Mutatiecijfers
Jaarmutaties
De verandering per buurt, wijk of gemeente van 1 januari ten opzichte van 1 januari van het voorgaande jaar. Hierbij is gecorrigeerd voor eventuele hercoderingen van adressen en ook voor veranderingen van de grenzen.
De jaarmutatie wordt gepubliceerd voor ieder verslagjaar.
Huishoudens
Het percentage verandering van het aantal particuliere huishoudens per buurt, wijk of gemeente ten opzichte van het voorgaande jaar. Hierbij is gecorrigeerd voor eventuele hercoderingen van adressen en ook voor veranderingen van de grenzen.
De jaarmutatie is vermeld bij minimaal 50 particuliere huishoudens in het voorgaande jaar.
Vijfjaarsmutaties
De verandering per buurt, wijk of gemeente van 1 januari ten opzichte van 1 januari van vijf jaar geleden. Hierbij is gecorrigeerd voor eventuele hercoderingen van adressen en ook voor veranderingen van de grenzen.
De vijfjaarsmutatie is vermeld voor 1 januari 2005 ten opzichte van 1 januari 2000.
Huishoudens
Het percentage verandering van het aantal particuliere huishoudens per buurt, wijk of gemeente ten opzichte van vijf jaar geleden. Hierbij is gecorrigeerd voor eventuele hercoderingen van adressen en ook voor veranderingen van de grenzen.
De vijfjaarsmutatie is vermeld bij minimaal 50 particuliere huishoudens vijf jaar geleden.
Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen met een geheel jaar inkomen en het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens.
De gegevens (met uitzondering van het aandeel pensioenontvangers) komen uit het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) van het voorgaande jaar. De cijfers gepubliceerd bij 2003 zijn afkomstig uit RIO2002 en hebben dus betrekking op het inkomen over 2002. Het RIO is een zeer grote steekproef van ca. 2 miljoen huishoudens, zodat bij uitkomsten over kleine gebieden een grote onnauwkeurigheid voor kan komen.

Het Regionaal Inkomensonderzoek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (GBA).
Het GBA is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.

Met ingang van het jaar 2008 (RIO2007) is het inkomensbegrip gewijzigd van besteedbaar inkomen van personen naar persoonlijk inkomen en het aantal variabelen is op huishoudensniveau uitgebreid. Dit heeft ertoe geleid dat inkomensgegevens gesplitst zijn naar de periode tot en met 2007 en vanaf 2008.
Inkomen jaren vanaf 2008
Met ingang van het jaar 2008 (RIO2007) is het inkomensbegrip gewijzigd van besteedbaar inkomen van personen naar persoonlijk inkomen en het aantal variabelen is op huishoudensniveau uitgebreid. Dit heeft ertoe geleid dat inkomensgegevens gesplitst zijn naar de periode tot en met 2007 en vanaf 2008.
Inkomen van huishoudens
Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
.
Van de bevolking in particuliere huishoudens is een aantal groepen niet naar hoogte van inkomen ingedeeld. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen.
De doelpopulatie bestaat dan ook uit (personen in) particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) 52 weken inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.
Huishouden met laag inkomen
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen in drie groepen.
De indeling vindt plaats nadat alle particuliere huishoudens zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Bij de laagste 40-procent-groep worden de eerste (laagste) veertig procent huishoudens ingeteld met een besteedbaar inkomen tot maximaal 25 100 euro.
Het percentage is vermeld bij minimaal 70 particuiliere huishoudens per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Huishouden met hoog inkomen
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen in drie groepen.
De indeling vindt plaats nadat alle particuliere huishoudens zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. In de hoogste 20-procent-groep worden de huishoudens ingeteld behorend tot de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen (hoger dan 46 500 euro).
Het percentage is vermeld bij minimaal 70 particuliere huishoudens per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Huishouden met lage koopkracht
Een inkomen dat, omgerekend naar een inkomen van een alleenstaande, een lagere koopkracht vertegenwoordigt dan een bedrag van 9 259 euro in prijzen van 2000. Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen. Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9 250 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was. Het percentage is vermeld bij minimaal 70 huishoudens behorende tot de doelpopulatie per buurt.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, moet aan de hand van de regelgeving worden vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het percentage is vermeld bij minimaal 70 huishoudens behorende tot de doelpopulatie per buurt.
Motorvoertuigen
De motorvoertuigen betreffen personenauto's, bedrijfsauto's en motortweewielers op 1 januari. Aanhangwagens en opleggers zijn niet meegerekend.
De gegevens zijn ontleend aan de Statistiek van de Motorvoertuigen. Deze gegevens zijn gebaseerd op de kentekenregistratie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Met behulp van deze registratie zijn tellingen gemaakt van alle voertuigen met actuele, houderschapsplichtige kentekens die op 1 januari in het kentekenbestand voorkomen.
Het aantal geregistreerde motorvoertuigen is inclusief voertuigen van lease- en verhuurbedrijven. Deze motorvoertuigen staan geregistreerd op het adres van het lease- of verhuurbedrijf. De motorvoertuigen die staan ingeschreven op postbusadressen zijn niet meegeteld bij de aantallen van de wijken en buurten, maar wel in de gemeentelijke totalen. De wijken en buurten tellen daarom niet altijd op tot gemeenten.
Vanaf 2008 worden de gegevens samengesteld volgens een vernieuwde methodiek, waarbij onder meer de controleprocedures zijn verbeterd.
Dit zorgt voor een betere kwaliteit van de gegevens, maar tegelijkertijd kunnen kleine verschillen voorkomen tussen 2008 en voorgaande jaren die enkel het gevolg zijn van deze herziening.
Personenauto's
Personenauto's per huishouden
Het aantal personenauto's per (particulier) huishouden op 1 januari.
De personenauto's worden regionaal ingedeeld met behulp van de kentekenregistratie. Personenauto's die geregistreerd staan op het adres van het lease- of verhuurbedrijf vertekenen daarom de autodichtheid per huishouden.
Het aantal personenauto's per huishouden is vermeld bij minimaal 50 huishoudens en bij een waarde van maximaal 2,5 personenauto's per huishouden.