Medisch geschoolden; arbeidspositie, positie in de werkkring, 1999-2017

Medisch geschoolden; arbeidspositie, positie in de werkkring, 1999-2017

Geslacht Leeftijd Beroepen en specialismen Perioden Medisch geschoolden (aantal) Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam in de zorg Totaal werkzaam in de zorg (aantal) Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam elders Totaal werkzaam elders (aantal) Arbeidspositie Niet werkzaam Totaal niet werkzaam (aantal) Positie in de werkkring Werknemer (aantal) Positie in de werkkring Zelfstandige (aantal) Deeltijdfactor loondienst (factor)
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Arts; kindergeneeskunde 2017* 1.515 1.380 40 90 1.275 65 0,93
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 25 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 0 0 0 0 0 0 .
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 0 0 0 0 0 0 .
Totaal mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 70 65 5 5 65 0 0,96
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 205 190 5 10 185 5 0,92
Totaal mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 315 305 5 5 300 5 0,93
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 255 245 5 5 225 20 0,94
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 225 220 5 5 200 10 0,95
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 190 180 5 5 160 5 0,94
Totaal mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 155 140 5 10 125 5 0,88
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Arts; kindergeneeskunde 2017* 95 25 15 50 20 20 0,66
Mannen Totaal leeftijd Arts; kindergeneeskunde 2017* 525 460 20 40 410 30 0,95
Mannen Jonger dan 25 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 0 0 0 0 0 0 .
Mannen 25 tot 30 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 0 0 0 0 0 0 .
Mannen 30 tot 35 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 10 10 0 5 10 0 0,97
Mannen 35 tot 40 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 45 45 0 5 40 5 0,96
Mannen 40 tot 45 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 85 85 5 5 80 5 0,96
Mannen 45 tot 50 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 60 60 0 5 55 5 0,98
Mannen 50 tot 55 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 80 80 5 5 65 5 0,99
Mannen 55 tot 60 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 95 90 5 5 75 5 0,98
Mannen 60 tot 65 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 75 70 5 5 60 5 0,92
Mannen 65 jaar of ouder Arts; kindergeneeskunde 2017* 65 20 10 30 15 15 0,66
Vrouwen Totaal leeftijd Arts; kindergeneeskunde 2017* 990 920 20 50 865 30 0,91
Vrouwen Jonger dan 25 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 0 0 0 0 0 0 .
Vrouwen 25 tot 30 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 0 0 0 0 0 0 .
Vrouwen 30 tot 35 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 60 55 5 5 55 0 0,95
Vrouwen 35 tot 40 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 160 150 5 10 145 5 0,91
Vrouwen 40 tot 45 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 230 225 5 5 215 5 0,92
Vrouwen 45 tot 50 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 190 185 5 5 170 15 0,93
Vrouwen 50 tot 55 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 145 140 5 5 135 5 0,92
Vrouwen 55 tot 60 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 95 90 5 5 85 5 0,91
Vrouwen 60 tot 65 jaar Arts; kindergeneeskunde 2017* 80 70 0 10 60 5 0,84
Vrouwen 65 jaar of ouder Arts; kindergeneeskunde 2017* 30 5 5 20 5 5 0,66
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel toont het aantal medisch geschoolden naar hun arbeidspositie en positie in de werkkring in een verslagjaar. Met 'medisch geschoolden' wordt hier bedoeld: gediplomeerde zorgverleners die staan ingeschreven in het BIG-register (Beroepen in de Gezondheidszorg) en deel uitmaken van de BRP-bevolking (BasisRegistratie Personen) of in Nederland werkzaam zijn. Medische beroepen of functies die niet in het BIG-register zijn opgenomen, zijn ook in deze tabel niet opgenomen. Het aanleggen van het BIG-register is een taak die voortkomt uit de Wet BIG (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg). Het BIG-register verschaft duidelijkheid over de bevoegdheid van een zorgverlener. De medisch geschoolden zijn onderverdeeld in een aantal beroepen, inclusief de specialismen per beroep, aan de hand van het BIG-register. De tabel geeft een viertal onderwerpen weer: de arbeidspositie, de positie in de werkkring, het aantal arbeidsplekken per persoon, en de deeltijdfactor van de medisch geschoolden actief als werknemer. De cijfers zijn uitgesplitst naar leeftijd en geslacht. Medisch geschoolden kunnen meerdere bevoegdheden hebben. Hierdoor kan de som van de detailgegevens afwijken van het totaal.

In 2014 is een sterke daling te zien van het aantal geregistreerde verpleegkundigen, verloskundigen en fysiotherapeuten in het BIG-register. Dit is het gevolg van een verplichte herregistratie en strengere werkervaringseisen.
In 2017 is een daling te zien in het aantal geregistreerde tandartsen, apothekers, gezondheidszorg psychologen en psychotherapeuten als gevolg van een verplichte herregistratie.

Gegevens beschikbaar van: 1999 tot en met 2017

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief, met uitzondering van 2017; deze zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de cijfers over 2017 niet meer definitief gemaakt. Het gebruikte peilmoment in een verslagjaar is vanaf 2012 de laatste vrijdag voor kerst. Voor eerdere verslagjaren is het peilmoment de laatste vrijdag in september.

Wijzigingen per 9 juli 2020:
Geen, de tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet en opgevolgd door een nieuwe afgeslankte tijdreekstabel met cijfers vanaf 1999 (zie paragraaf 3). De nieuwe tijdreekstabel verschilt op een aantal punten van de huidige tijdreekstabel. In de nieuwe tabel is de deeltijdfactor van de medisch geschoolden actief als werknemer als onderwerp weggelaten. Bij de arbeidspositie zijn de niet-werkzamen niet verder ingedeeld naar categorieën (Arbeidsongeschikt, Uitkering, Pensioen of Geen inkomen) en is de sectorindeling van de werkzamen in de zorg achterwege gelaten.
Ook komen er binnenkort nog 3 nieuwe tabellen over medisch geschoolden naar sociaaleconomische categorie (voornaamste inkomstenbron) en sector naar leeftijd en geslacht, regio, uren per week voor personen in loondienst met cijfers vanaf 2013.

Toelichting onderwerpen

Medisch geschoolden
Medisch geschoolden zijn gediplomeerde zorgverleners die staan ingeschreven in het BIG-register, en deel uitmaken van de GBA-bevolking of in Nederland werkzaam zijn. Medische beroepen of functies welke niet in het BIG-register zijn opgenomen, zijn ook in deze tabel niet opgenomen. Dit geeft het aantal geregistreerde medisch geschoolden weer in het gekozen beroep of specialisme, zonder verdere uitsplitsingen naar verrichte arbeid.

Arbeidspositie
Indeling van de bevolking in:
- werkzame beroepsbevolking,
- werkloze beroepsbevolking,
- niet-beroepsbevolking.
---
De beroepsbevolking heeft in deze tabel betrekking op de geregistreerde medisch geschoolden. De categorieën werkzaam en niet werkzaam zijn verder onderverdeeld in een aantal groepen, waarbij de categorie niet-beroepsbevolking opgedeeld is over de overige twee categorieën. Een werkzame medisch geschoolde is ingedeeld aan de hand van zijn of haar primaire arbeidsbetrekking, de betrekking waarmee de persoon het hoogste jaarinkomen verdiende. Een niet werkzame medisch geschoolde is slechts ingedeeld in een van de genoemde groepen, waarbij de weergegeven volgorde bepalend is voor de indeling.
Werkzaam
Persoon die een baan heeft bij een in Nederland gevestigd bedrijf of bij een particulier huishouden in Nederland.
---
Werkzame personen kunnen worden onderscheiden in werknemers en zelfstandigen. Ze kunnen woonachtig zijn in Nederland, maar ook in het buitenland.
Werkzaam in de zorg
Personen die een arbeidsbetrekking hebben binnen de Nederlandse zorgsector. Deze wordt gedefinieerd door de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) als organisaties met een SBI-code beginnend met 85 (SBI 1993) of beginnend met 86, 87 of 88 (SBI 2008).
Totaal werkzaam in de zorg
Werkzaam elders
Personen die een arbeidsbetrekking hebben buiten de Nederlandse zorgsector.
Totaal werkzaam elders
Niet werkzaam
Persoon die in een situatie verkeert waardoor hij of zij geen betaalde arbeid kan of wil verrichten.
Totaal niet werkzaam
Positie in de werkkring
Indeling van personen naar de wijze waarop ze op de arbeidsmarkt actief zijn. Hierbij worden de volgende posities onderscheiden:
- Werknemer met een vaste reguliere baan;
- Werknemer met een flexibele of tijdelijke baan;
- Zelfstandig ondernemer;
-  Directeur-grootaandeelhouder
-  Meewerkend gezinslid;
-  Overige zelfstandige.
---
Deze posities zijn samengevat in de groepen Werknemer, Zelfstandige of beide. Daarnaast is er nog de categorie Niet werkzaam.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat. Directeur-grootaandeelhouders vallen in deze tabel buiten deze categorie.

Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga), oftewel (mede)eigenaar van een bedrijf die als directeur in loondienst is van het (eigen) bedrijf,
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid zonder schriftelijke overeenkomst (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige; tot deze categorie behoren onder meer personen met resultaat uit overige werkzaamheden, zoals freelancers.
Deeltijdfactor loondienst
De deeltijdfactor is de verhouding tussen het aantal verloonde uren (exclusief overwerkuren) van een baan in loondienst ten opzichte van het standaard aantal uren bij een volledige werkweek in een bedrijf. Zo is van een persoon die een arbeidscontract van 32 uur heeft, waar een voltijdbaan 36 uur per week omvat, de deeltijdfactor 0,89. De deeltijdfactor kan niet hoger dan 1 zijn. Dit gegeven is alleen opgenomen voor personen in loondienst, en is gebaseerd op het totaal van alle banen in loondienst van een persoon. De deeltijdfactor is bekend sinds 2001.

De duur van een voltijdswerkweek per bedrijf wordt bepaald door vergelijking van 1) de voor dat bedrijf geldende gemiddelde werkweek bij een voltijd dienstverband volgens de CAO waar de werknemers onder vallen, en 2) de hoogst voorkomende wekelijkse arbeidsduur tussen de 34 en 40 uur binnen het bedrijf (vanaf 2017), of de meest voorkomende wekelijkse arbeidsduur binnen het bedrijf (tot en met 2016). De laagste van de twee is gekozen als gebruikelijke voltijd werkweek.

Voor medisch specialisten zijn de CAO's gebruikt van de sectoren waar ze werken. Zo is bij de (algemene) ziekenhuizen de CAO van de ziekenhuizen gebruikt die een gemiddelde werkweek van 36 uur kent bij een voltijdbaan. Deze gemiddelde werkweek is gebruikt om te bepalen of iemand in deeltijd werkt, waarna de deeltijdfactor wordt berekend.
De CAO ziekenhuizen kent echter een aparte arbeidsvoorwaardenregeling voor medisch specialisten met een gemiddelde voltijds werkweek van 45 uur.