Misdrijven; beslissingen door het OM, 1994-2016

Tabeltoelichting

Toelichting onderwerpen

Onvoorwaardelijk sepot

Het aantal beslissingen genomen door het OM zijnde een onvoorwaardelijk sepot.
Een onvoorwaardelijk sepot is een beslissing van het Openbaar Ministerie waarbij het onvoorwaardelijk afziet van vervolging van een geconstateerd strafbaar feit om beleidsmatige of technische redenen.

Technisch sepot

Het aantal beslissingen genomen door het OM zijnde een technisch sepot.
Een technisch sepot is een beslissing van het Openbaar Ministerie waarbij het afziet van vervolging van een strafbaar feit omdat het van mening is dat vervolging niet tot een veroordeling zal leiden. Bijvoorbeeld omdat er onvoldoende bewijs is of omdat de verdachte of het feit niet strafbaar zijn.

Niet-ontvankelijke verdachte

Het aantal technische sepots met als reden dat de verdachte niet-ontvankelijk is.
Een verdachte is niet-ontvankelijk wanneer deze niet terecht kan of mag staan, bijvoorbeeld wegens overlijden, jeugdige leeftijd (jonger dan 12 jaar), verjaring van het misdrijf of het ontbreken van een aanklacht.

Onvoorwaardelijk beleidssepot

Het aantal beslissingen genomen door het OM zijnde een onvoorwaardelijk beleidssepot.
Een onvoorwaardelijk beleidssepot is een beslissing van het OM waarbij het onvoorwaardelijk afziet van vervolging van een geconstateerd strafbaar feit op grond van het algemeen belang.

Anderen dan officier van justitie

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots met als reden dat er
maatregelen genomen zijn, of nog te nemen zijn door anderen dan de officier van justitie.

Totaal anderen dan officier van justitie

Het totaal van de onvoorwaardelijke beleidssepots met als reden dat er maatregelen genomen zijn, of nog te nemen zijn door anderen dan de officier van justitie.

Ingrijpen buiten strafrecht

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots met als reden dat niet-strafrechtelijk ingrijpen de voorkeur heeft.
Ander ingrijpen dan strafvervolging heeft de voorkeur op grond van
redelijkheid, rechtvaardigheid of doelmatigheid. In plaats van
strafvervolging kan dan sprake zijn van een al gerealiseerd of nog te verwachten bestuurlijk of semi-strafrechtelijk ingrijpen. Dit laatste wil zeggen een maatregel op grond van het administratief (bijvoorbeeld fiscaal) recht of het tuchtrecht.

Civielrechtelijke jeugdmaatregel

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots met als reden dat een al
genomen of nog te nemen maatregel van de civiele kinderrechter doelmatiger wordt gevonden.

Strafrechtelijke jeugdmaatregel

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots met als reden een reeds lopende strafrechtelijke jeugdmaatregel.
Een nieuwe strafvervolging bij jeugdigen wordt onnodig gevonden omdat al sprake is van een lopende terbeschikkingstelling (jeugd-TBS) of plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ).

Terbeschikkingstelling (TBS)

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots met als reden een al lopende terbeschikkingstelling van de regering. Een nieuwe strafvervolging wordt in dat geval onnodig gevonden.

Sociale zekerheidsfraude

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots met als reden dat sprake is van sociale zekerheidsfraude die strafrechtelijk niet wordt vervolgd.

Gepleegde feit

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots om redenen die samenhangen met het gepleegde feit.

Geringe betekenis van gepleegde feit

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots omdat sprake is van een gering feit.
Het gepleegde feit is een zo geringe inbreuk op de rechtsorde of heeft zo weinig schade veroorzaakt, dat een strafvervolging onevenredig zwaar zou zijn in verhouding tot wat heeft plaatsgevonden.

Persoonlijke kenmerken verdachte

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots wegens persoonlijke kenmerken van de verdachte.

Vervolging van corporatie verdachte

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots wegens vervolging van de corporatie (het bedrijf of de organisatie) waarvan de verdachte deel uitmaakt.

Vervolging van leidinggevende

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots wegens vervolging van de leidinggevende van de verdachte.
De verdachte is zelf niet strafbaar, want zijn leidinggevende is
verantwoordelijk. De leidinggevende wordt dus vervolgd.

Verdachte en benadeelde

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots om redenen die samenhangen met de verhouding tussen de verdachte en de benadeelde.

Medeschuld van de benadeelde

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots omdat de benadeelde de verdachte heeft getergd of het strafbare feit heeft uitgelokt of het de verdachte zeer gemakkelijk heeft gemaakt om het strafbare feit te plegen.

Strijdig met belang van benadeelde

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots omdat strafvervolging
strijdig is met belangen van de benadeelde. De benadeelde vreest
bijvoorbeeld moeilijkheden, of wil liever niet in de openbaarheid komen.
Bovendien is er geen meer algemeen belang dat om vervolging vraagt.

Executie van de strafbeschikking

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots om redenen die samenhangen met de executie van de strafbeschikking.
In deze gevallen is de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel geheel of gedeeltelijk mislukt en zal de zaak opnieuw beoordeeld moeten worden. Er kunnen dan redenen zijn de zaak niet te dagvaarden.
Tevens kunnen er bij de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel feiten of omstandigheden bekend worden, die aanleiding kunnen zijn om vanwege opportuniteitsredenen de (verdere) executie van de straf of maatregel te staken.

Totaal executie van de strafbeschikking

Het totaal van de onvoorwaardelijke beleidssepots om redenen die samenhangen met de executie van de strafbeschikking.

Niet-ontvankelijk

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots om redenen die samenhangen met de executie van de strafbeschikking.
Er wordt afgezien van het dagvaarden omdat de executie van de strafbeschikking gestaakt zal moeten worden zodra de executie verjaard is.

Civielrechtelijke jeugdmaatregel

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots om redenen die samenhangen met de executie van de strafbeschikking.
Er wordt afgezien van het dagvaarden omdat een al genomen of nog te nemen maatregel van de civiele kinderrechter doelmatiger wordt gevonden.

Strafrechtelijke jeugdmaatregel

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots om redenen die samenhangen met de executie van de strafbeschikking.
Er wordt afgezien van het dagvaarden omdat een nieuwe strafvervolging bij jeugdigen onnodig wordt gevonden wegens een lopende terbeschikkingstelling (jeugd-TBS) of plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ).

Terbeschikkingstelling (TBS)

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots om redenen die samenhangen met de executie van de strafbeschikking.
Er wordt afgezien van het dagvaarden omdat een nieuwe strafvervolging onnodig wordt gevonden met als reden een al lopende terbeschikkingstelling (TBS) van de regering.

Wetswijziging

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots om redenen die samenhangen met de executie van de strafbeschikking.
Er wordt afgezien van het dagvaarden omdat een te verwachten wetswijziging zal leiden tot een andere strafbaarheid of strafwaardigheid van het misdrijf.

Onvoldoende nationaal belang

Het aantal onvoorwaardelijke beleidssepots om redenen die samenhangen met de executie van de strafbeschikking.
Er wordt afgezien van het dagvaarden omdat berechting van het gepleegde feit onvoldoende nationaal belang heeft.
Redenen daarvoor kunnen zijn:
- berechting in het buitenland heeft de voorkeur;
- de verdachte is uitgezet of uitgeleverd;
- de verdachte verblijft in het buitenland en is niet bereikbaar, of is
wel bereikbaar maar de kosten van vervolging wegen niet op tegen het te beschermen belang.