Vermogen; particuliere huishoudens, kenmerken en regio, 2011-2014

Vermogen; particuliere huishoudens, kenmerken en regio, 2011-2014

Kenmerken van het huishouden Regio's Perioden Huishoudens met vermogen Aantal huishoudens (x 1 000) Huishoudens met vermogen Aandeel huishoudens per regio (%) Huishoudens met vermogen Personen per huishouden (aantal) Bedrag van het vermogen Totaal vermogen (mld euro) Bedrag van het vermogen Gemiddeld vermogen (1 000 euro) Bedrag van het vermogen Mediaan vermogen (1 000 euro)
Particuliere huishoudens Venlo 2014 45,3 100,0 2,2 5,4 120,2 13,8
Besteedbaar inkomen: 1e 25%-groep Venlo 2014 12,0 26,4 1,3 0,7 57,5 1,9
Besteedbaar inkomen: 2e 25%-groep Venlo 2014 12,5 27,6 1,9 0,9 74,8 12,3
Besteedbaar inkomen: 3e 25%-groep Venlo 2014 12,0 26,4 2,6 1,2 100,3 31,6
Besteedbaar inkomen: 4e 25%-groep Venlo 2014 8,8 19,5 3,1 2,6 296,5 96,4
Eenouderhuishouden: totaal Venlo 2014 3,1 6,8 2,5 0,2 61,4 3,4
Eenouderhuishouden: kinderen < 18 jaar Venlo 2014 1,7 3,7 2,5 0,0 28,4 1,7
Eenouderhh.: minstens één kind >=18 jaar Venlo 2014 1,4 3,1 2,4 0,1 101,0 11,3
Eenpersoonshuishouden: totaal Venlo 2014 15,9 35,2 1,0 1,2 74,8 4,9
Eenpersoonshuishouden: man Venlo 2014 7,7 17,0 1,0 0,5 68,1 2,5
Eenpersoonshuishouden: man tot AOW-lft Venlo 2014 6,1 13,4 1,0 0,3 51,2 1,2
Eenpersoonshuishouden: man vanaf AOW-lft Venlo 2014 1,6 3,6 1,0 0,2 130,9 33,7
Eenpersoonshuishouden: vrouw Venlo 2014 8,2 18,2 1,0 0,7 81,1 8,2
Eenpersoonshuishouden: vrouw tot AOW-lft Venlo 2014 3,9 8,6 1,0 0,2 39,9 1,6
Eenpersoonshuish: vrouw vanaf AOW-lft Venlo 2014 4,3 9,5 1,0 0,5 118,4 23,2
Meerpersoonshuishouden Venlo 2014 29,4 64,8 2,8 4,3 144,9 28,8
Gestandaardiseerd inkomen: 1e 25%-groep Venlo 2014 12,0 26,5 1,9 0,7 57,8 1,4
Gestandaardiseerd inkomen: 2e 25%-groep Venlo 2014 13,2 29,2 2,0 0,8 61,7 10,2
Gestandaardiseerd inkomen: 3e 25%-groep Venlo 2014 11,6 25,7 2,3 1,2 101,5 40,3
Gestandaardiseerd inkomen: 4e 25%-groep Venlo 2014 8,4 18,7 2,4 2,8 326,3 120,2
Bron: 1 Inkomen uit arbeid Venlo 2014 23,1 51,0 2,5 1,9 82,0 6,4
Bron: 2 Inkomen uit eigen onderneming Venlo 2014 4,0 8,8 2,7 1,3 336,3 74,6
Bron: 3 overdrachtsinkomen Venlo 2014 18,2 40,3 1,6 2,2 121,5 19,7
Bron: 3.1 uitkering inkomensverzekering Venlo 2014 15,5 34,2 1,6 2,2 141,5 39,4
Bron: 3.1.1 uitkering werkloosheid Venlo 2014 0,9 1,9 1,9 0,0 40,9 1,5
Bron: 3.1.2 uitk. Arbeidsongeschiktheid Venlo 2014 2,0 4,4 1,9 0,1 47,3 1,7
Bron: 3.1.3 uitkering pensioen Venlo 2014 12,6 27,8 1,5 2,1 163,4 68,7
Bron: 3.2 uitkering sociale voorziening Venlo 2014 2,5 5,6 1,8 0,0 7,2 0,6
Bron: 3.3 overig overdrachtsinkomen Venlo 2014 0,2 0,5 1,4 0,0 37,5 1,1
Hoofdkostwinner: tot 25 jaar Venlo 2014 1,3 2,9 1,4 0,0 4,6 0,6
Hoofdkostwinner: 25 tot 45 jaar Venlo 2014 13,4 29,7 2,5 0,4 27,7 0,5
Hoofdkostwinner: 45 tot 65 jaar Venlo 2014 17,9 39,5 2,4 2,7 150,0 37,5
Hoofdkostwinner: 65 jaar of ouder Venlo 2014 12,6 27,9 1,6 2,4 188,5 73,4
Hoofdkostwinner: Nederland Venlo 2014 34,2 75,6 2,1 4,6 135,4 24,5
Hoofdkostwinner: westers Venlo 2014 7,3 16,1 2,0 0,7 97,1 5,4
Hoofdkostwinner: niet-westers Venlo 2014 3,8 8,3 2,7 0,1 27,1 0,5
Meerpersoonshuishouden: overig Venlo 2014 0,7 1,6 3,5 0,1 172,1 14,5
Paar Venlo 2014 25,6 56,4 2,8 3,9 154,3 36,8
Paar: alle kinderen < 18 jaar Venlo 2014 7,3 16,1 3,8 0,5 73,3 1,6
Paar: minstens één kind >= 18 jaar Venlo 2014 4,3 9,4 3,6 0,7 166,6 63,2
Paar: zonder kind Venlo 2014 14,0 30,9 2,0 2,7 192,8 64,3
Paar: zonder kind, onder AOW-leeftijd Venlo 2014 8,1 18,0 2,0 1,2 147,8 27,5
Paar: zonder kind, vanaf AOW-leeftijd Venlo 2014 5,8 12,9 2,0 1,5 255,5 127,0
Vermogen: 1e 25%-groep Venlo 2014 12,5 27,7 2,3 -0,3 -27,8 -11,6
Vermogen: 2e 25%-groep Venlo 2014 11,4 25,1 1,8 0,1 5,7 3,7
Vermogen: 3e 25%-groep Venlo 2014 12,3 27,1 2,2 1,0 78,1 72,1
Vermogen: 4e 25%-groep Venlo 2014 9,2 20,2 2,2 4,8 521,2 280,5
Vermogen: negatief Venlo 2014 7,7 17,0 2,7 -0,3 -45,5 -30,5
Vermogen: 0 tot 5 000 euro Venlo 2014 11,5 25,3 1,8 0,0 1,3 0,9
Vermogen: 5 000 tot 10 000 euro Venlo 2014 2,3 5,2 1,9 0,0 7,3 7,2
Vermogen: 10 000 tot 20 000 euro Venlo 2014 2,5 5,5 1,9 0,0 14,5 14,3
Vermogen: 20 000 tot 50 000 euro Venlo 2014 4,0 8,9 2,2 0,1 32,8 31,9
Vermogen: 50 000 tot 100 000 euro Venlo 2014 4,0 8,9 2,3 0,3 73,6 72,9
Vermogen: 100 000 tot 200 000 euro Venlo 2014 6,0 13,2 2,2 0,9 145,6 143,6
Vermogen: 200 000 tot 500 000 euro Venlo 2014 5,4 11,9 2,2 1,6 300,3 282,2
Vermogen: 500 000 tot 1 miljoen euro Venlo 2014 1,2 2,7 2,3 0,8 677,6 649,0
Vermogen: 1 miljoen euro of meer Venlo 2014 0,6 1,4 2,4 2,0 3.176,5 1.730,4
Woningbezit: eigen woning Venlo 2014 27,0 59,5 2,5 5,1 187,8 83,1
Woningbezit: huurwoning Venlo 2014 18,3 40,5 1,7 0,4 20,8 2,4
Woningbezit: huurwoning met huurtoeslag Venlo 2014 8,4 18,6 1,7 0,0 5,7 1,4
Woningbezit: huurwoning geen huurtoeslag Venlo 2014 9,9 21,9 1,7 0,3 33,7 4,6
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het vermogen van huishoudens naar kenmerken als samenstelling van het huishouden, leeftijd en migratieachtergrond van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, inkomensgroep, vermogensgroep en vermogensklasse. De gegevens zijn beschikbaar naar diverse regionale indelingen gebaseerd op de gemeentelijke indeling per 1 januari van het verslagjaar.

Gegevens beschikbaar van 2011 tot en met 2014.
De dataset heeft betrekking op de stand per 1 januari.

Status van de cijfers
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 7 februari 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.
De reden van stopzetting is een herziening van de vermogensstatistiek. De voornaamste punten van de herziening zijn: (1) er is completere informatie van de schulden beschikbaar, (2) er is completere informatie van bank- en spaartegoeden en effecten beschikbaar en (3) de waarneming van aanmerkelijk belang en ondernemingsvermogen is verbeterd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Huishoudens met vermogen
Particuliere huishoudens waarin één of meer personen samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

De uitkomsten hebben betrekking op particuliere huishoudens met vermogen in Nederland. Uitgezonderd personen die in tehuizen of inrichtingen verblijven en (personen in) particuliere huishoudens waarvan geen inkomens- en vermogensgegevens vastgesteld kunnen worden. Het gaat om circa 100 duizend huishoudens per jaar.
Aantal huishoudens
Aantal particuliere huishoudens met vermogen per 1 januari van het verslagjaar.
Aandeel huishoudens per regio
Aantal huishoudens met vermogen per categorie in procenten van het totaal aantal particuliere huishoudens per regio.
Personen per huishouden
Gemiddeld aantal personen per particulier huishouden.
Bedrag van het vermogen
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden.
De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed (waaronder de eigen woning) en ondernemingsvermogen. De schulden omvatten onder meer de schuld ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Totaal vermogen
Totale som van het vermogen.
Gemiddeld vermogen
Gemiddeld bedrag van het vermogen.
Mediaan vermogen
Het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de particuliere huishoudens een lager of even groot vermogen heeft.