Dierlijke mest; mest en mineralen per bedrijfstype, 1990-2013

Dierlijke mest; mest en mineralen per bedrijfstype, 1990-2013

Bedrijfstype Regio's Perioden Mestproductie Totaal mestproductie (mln kg) Stikstofuitscheiding (1 000 kg) Gasvormige stikstofverliezen (N) Gasvormige stikstofverliezen in stal ... Ammoniak uitgedrukt in N (1 000 kg) Gasvormige stikstofverliezen (N) Gasvormige stikstofverliezen in stal ... Overige gasvormige stikstofverliezen (N) (1 000 kg) Stikstofproductie Totaal stikstofproductie (1 000 kg) Fosfaatproductie Totaal fosfaatproductie (1 000 kg) Gebruiksnormen dierlijke mest Plaatsingsruimte stikstof (1 000 kg) Gebruiksnormen dierlijke mest Plaatsingsruimte fosfaat (1 000 kg) Gebruiksnormen dierlijke mest Bedrijven zonder overproductie mineralen Aandeel bedrijven zonder overproductie (%)
Landbouwbedrijven totaal Nederland 2013* 73.172 471.100 44.000 15.400 411.700 164.000 379.400 134.900 65
Landbouwbedrijven totaal Noord-Nederland (LD) 2013* 17.924 106.130 8.300 3.100 94.730 34.500 114.370 40.940 65
Landbouwbedrijven totaal Oost-Nederland (LD) 2013* 24.887 152.780 14.830 5.050 132.890 53.730 112.730 40.100 61
Landbouwbedrijven totaal West-Nederland (LD) 2013* 11.250 65.900 5.090 1.640 59.170 21.720 87.770 31.230 76
Landbouwbedrijven totaal Zuid-Nederland (LD) 2013* 19.111 146.300 15.780 5.620 124.900 54.040 64.500 22.660 59
Graasdierbedrijven totaal Nederland 2013* 57.939 296.700 21.600 5.800 269.400 94.600 252.000 88.200 52
Graasdierbedrijven totaal Noord-Nederland (LD) 2013* 16.876 89.320 6.290 1.520 81.510 28.160 82.920 29.350 56
Graasdierbedrijven totaal Oost-Nederland (LD) 2013* 20.123 98.510 7.470 1.990 89.050 31.620 83.530 29.000 56
Graasdierbedrijven totaal West-Nederland (LD) 2013* 10.336 56.350 3.970 1.060 51.320 17.970 50.760 17.740 51
Graasdierbedrijven totaal Zuid-Nederland (LD) 2013* 10.603 52.540 3.820 1.220 47.490 16.860 34.780 12.080 40
(Sterk gespec.) melkveebedrijven Nederland 2013* 48.364 240.600 16.900 3.800 219.900 75.200 197.400 68.800 32
(Sterk gespec.) melkveebedrijven Noord-Nederland (LD) 2013* 15.406 80.860 5.740 1.240 73.870 25.250 69.670 24.700 36
(Sterk gespec.) melkveebedrijven Oost-Nederland (LD) 2013* 15.729 73.140 5.090 1.180 66.870 22.880 63.580 21.870 40
(Sterk gespec.) melkveebedrijven West-Nederland (LD) 2013* 8.809 47.350 3.390 720 43.240 14.840 38.800 13.580 27
(Sterk gespec.) melkveebedrijven Zuid-Nederland (LD) 2013* 8.419 39.290 2.720 640 35.930 12.280 25.320 8.680 15
Overige melkveebedrijven Nederland 2013*
Overige melkveebedrijven Noord-Nederland (LD) 2013*
Overige melkveebedrijven Oost-Nederland (LD) 2013*
Overige melkveebedrijven West-Nederland (LD) 2013*
Overige melkveebedrijven Zuid-Nederland (LD) 2013*
Overige graasdierbedrijven Nederland 2013* 9.575 56.100 4.600 2.000 49.500 19.400 54.600 19.300 70
Overige graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2013* 1.470 8.460 550 280 7.640 2.910 13.250 4.650 80
Overige graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2013* 4.394 25.380 2.390 810 22.190 8.750 19.950 7.130 68
Overige graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2013* 1.527 9.000 580 340 8.080 3.130 11.960 4.160 72
Overige graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2013* 2.184 13.240 1.100 580 11.560 4.580 9.450 3.400 58
Hokdierbedrijven totaal Nederland 2013* 13.452 162.200 21.300 9.100 131.700 65.200 14.200 5.300 2
Hokdierbedrijven totaal Noord-Nederland (LD) 2013* 789 14.800 1.830 1.460 11.510 5.660 2.150 830 2
Hokdierbedrijven totaal Oost-Nederland (LD) 2013* 4.387 51.760 7.120 2.960 41.690 21.240 5.560 2.090 3
Hokdierbedrijven totaal West-Nederland (LD) 2013* 585 7.510 970 500 6.040 3.070 950 370 2
Hokdierbedrijven totaal Zuid-Nederland (LD) 2013* 7.691 88.080 11.420 4.230 72.420 35.210 5.560 2.010 2
Varkensbedrijven Nederland 2013* 10.669 94.000 11.000 1.300 81.800 35.200 8.200 3.100 2
Varkensbedrijven Noord-Nederland (LD) 2013* 455 3.990 470 60 3.470 1.500 500 210 1
Varkensbedrijven Oost-Nederland (LD) 2013* 3.235 28.310 3.270 390 24.640 10.550 3.190 1.220 3
Varkensbedrijven West-Nederland (LD) 2013* 358 3.140 360 40 2.730 1.180 270 120 2
Varkensbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2013* 6.621 58.570 6.860 790 50.920 22.020 4.230 1.530 1
Pluimveebedrijven Nederland 2013* 1.554 56.000 9.100 7.400 39.600 25.000 3.200 1.200 1
Pluimveebedrijven Noord-Nederland (LD) 2013* 254 9.960 1.270 1.350 7.340 3.840 1.250 470 2
Pluimveebedrijven Oost-Nederland (LD) 2013* 565 18.280 3.270 2.360 12.650 8.650 930 350 1
Pluimveebedrijven West-Nederland (LD) 2013* 92 3.040 460 390 2.190 1.350 280 110 -
Pluimveebedrijven Zuid-Nederland (LD) 2013* 644 24.700 4.050 3.270 17.390 11.110 740 270 1
Overige hokdierbedrijven Nederland 2013* 1.229 12.200 1.300 500 10.300 5.000 2.800 1.000 7
Overige hokdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2013* 81 850 90 60 700 310 390 150 9
Overige hokdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2013* 586 5.180 580 210 4.390 2.030 1.450 510 9
Overige hokdierbedrijven West-Nederland (LD) 2013* 135 1.330 150 60 1.120 540 400 140 4
Overige hokdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2013* 427 4.810 510 180 4.110 2.080 600 210 6
Overige landbouwbedrijven totaal Nederland 2013* 1.781 12.200 1.100 500 10.700 4.200 113.100 41.500 98
Overige landbouwbedrijven totaal Noord-Nederland (LD) 2013* 258 2.000 180 120 1.710 680 29.300 10.750 99
Overige landbouwbedrijven totaal Oost-Nederland (LD) 2013* 377 2.500 240 110 2.150 870 23.640 9.020 97
Overige landbouwbedrijven totaal West-Nederland (LD) 2013* 329 2.040 140 80 1.810 680 36.050 13.130 99
Overige landbouwbedrijven totaal Zuid-Nederland (LD) 2013* 817 5.680 540 160 4.980 1.970 24.160 8.570 96
Akkerbouw/veeteeltcombinaties Nederland 2013* 1.306 9.300 900 400 8.100 3.200 10.900 4.100 77
Akkerbouw/veeteeltcombinaties Noord-Nederland (LD) 2013* 192 1.590 150 100 1.340 530 2.720 1.030 87
Akkerbouw/veeteeltcombinaties Oost-Nederland (LD) 2013* 284 1.920 190 90 1.640 670 2.410 950 77
Akkerbouw/veeteeltcombinaties West-Nederland (LD) 2013* 232 1.460 110 60 1.290 480 2.160 830 88
Akkerbouw/veeteeltcombinaties Zuid-Nederland (LD) 2013* 598 4.360 430 120 3.800 1.530 3.630 1.320 68
Overige landbouwbedrijven Nederland 2013* 475 2.900 200 100 2.600 1.000 102.200 37.300 99
Overige landbouwbedrijven Noord-Nederland (LD) 2013* 67 410 30 20 370 150 26.580 9.720 100
Overige landbouwbedrijven Oost-Nederland (LD) 2013* 93 590 50 20 520 200 21.230 8.070 99
Overige landbouwbedrijven West-Nederland (LD) 2013* 97 580 40 20 520 200 33.890 12.300 99
Overige landbouwbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2013* 219 1.320 110 40 1.170 440 20.530 7.250 98
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel bevat cijfers over de mestproductie en de daarmee uitgescheiden hoeveelheid stikstof en fosfaat. De productie van beide mineralen wordt getoond in klassen (kg per hectare) met daarbij de verdeling van de landbouwbedrijven over deze klassen. Vervolgens wordt in de tabel de mestproductie vergeleken met de plaatsingsruimte volgens de geldende gebruiksnormen. Als achtergrondgegevens bevat de tabel ook het aantal landbouwbedrijven en de oppervlakte bemestbare cultuurgrond.

In de tabel kunnen de gegevens worden bekeken voor verschillende typen bedrijven (standaard bedrijfstypering) en kan het totaal voor Nederland worden uitgesplitst naar landsdelen, provincies en concentratiegebieden.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1990.

Status van de cijfers:
- cijfers tot en met 2012 zijn definitief;
- cijfers over 2013 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Deze tabel wordt opgevolgd door: Dierlijke mest; mestproductie en mineralenuitscheiding per bedrijfstype.

Toelichting onderwerpen

Mestproductie
De mestproductie is gedefinieerd als de hoeveelheid mest die na enkele
maanden bewaring aanwezig is in stalopslag en in opslag buiten de stal,
inclusief voerresten, schoonmaakwater en vermorst drinkwater. Voor
rundvee, schapen, paarden en pony's komt daar nog de hoeveelheid mest bij die deze dieren produceren wanneer ze in de wei lopen.
Totaal mestproductie
De mestproductie is gedefinieerd als de hoeveelheid mest die na enkele
maanden bewaring aanwezig is in stalopslag en in opslag buiten de stal,
inclusief voerresten, schoonmaakwater en vermorst drinkwater. Voor
rundvee, schapen, paarden en pony's komt daar nog de hoeveelheid mest bij
die deze dieren produceren wanneer ze in de wei lopen.
Stikstofuitscheiding
De uitgescheiden hoeveelheid stikstof (N-totaal) zonder aftrek van
stikstof die vervluchtigt in de vorm van NH3, N2, NO en N2O.
Gasvormige stikstofverliezen (N)
Vervluchtiging van ammoniak (NH3) en overige gasvormige
stikstofverbindingen (N2, NO, N2O) in de stal en tijdens mestopslag
buiten de stal en de vervluchtiging van ammoniak tijdens beweiding. De
verliezen zijn uitgedrukt in stikstof (N).
Gasvormige stikstofverliezen in stal ...
Vervluchtiging van ammoniak (NH3) en overige gasvormige
stikstofverbindingen (N2, NO, N2O) in de stal en tijdens mestopslag
buiten de stal. De verliezen zijn uitgedrukt in stikstof (N).
Ammoniak uitgedrukt in N
Verlies van ammoniak (NH3), uitgedrukt in stikstof (N).
Overige gasvormige stikstofverliezen (N)
Verlies van overige gasvormige stikstofverbindingen (N2O, N2 en NO),
uitgedrukt in stikstof (N).
Stikstofproductie
Stikstofproductie wordt afwijkend gedefinieerd van stikstofuitscheiding.
De stikstofproductie omvat de hoeveelheid stikstof in bewaarde mest in
stallen en mestopslagen, dus exclusief gasvormige stikstofverliezen, plus
de stikstofuitscheiding tijdens het weiden van graasdieren. Het gaat dus
om stikstof in de mest op het moment van feitelijk gebruik (bij uitrijden
van bewaarde mest of tijdens het weiden).
---
Gasvormige stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen zijn in deze
tabel berekend volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Deze methodiek is ontwikkeld in 2009 en wordt ook toegepast voor de Balans van de Leefomgeving.
In de mestwetgeving zijn gasvormige stikstofverliezen gebaseerd op
vaste forfaitaire waarden die over het algemeen hoger zijn dan de
berekende waarden.
Totaal stikstofproductie
Stikstofproductie wordt afwijkend gedefinieerd van stikstofuitscheiding.
De stikstofproductie omvat de hoeveelheid stikstof in bewaarde mest in
stallen en mestopslagen, dus exclusief gasvormige stikstofverliezen, plus
de stikstofuitscheiding tijdens het weiden van graasdieren. Het gaat dus
om stikstof in de mest op het moment van feitelijk gebruik (bij uitrijden
van bewaarde mest of tijdens het weiden).
---
Gasvormige stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen zijn in deze
tabel berekend volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Deze methodiek is ontwikkeld in 2009 en wordt ook toegepast voor de Balans van de Leefomgeving.
In de mestwetgeving zijn gasvormige stikstofverliezen gebaseerd op
vaste forfaitaire waarden die over het algemeen hoger zijn dan de
berekende waarden.
Fosfaatproductie
De hoeveelheid fosfaat (als P2O5) in mest die wordt toegepast op
cultuurgrond. Er treden bij fosfaat geen gasvormige verliezen op. De
hoeveelheid fosfaat in mest na bewaring is dus gelijk aan de hoeveelheid
uitgescheiden fosfaat.
Totaal fosfaatproductie
De hoeveelheid fosfaat (als P2O5) in mest die wordt toegepast op
cultuurgrond. Er treden bij fosfaat geen gasvormige verliezen op. De
hoeveelheid fosfaat in mest na bewaring is dus gelijk aan de hoeveelheid
uitgescheiden fosfaat.
Gebruiksnormen dierlijke mest
De productie van stikstof en fosfaat in dierlijke mest is vergeleken met
de plaatsingsruimte voor dierlijke mest op het bedrijf.
---
Tot 1998 gold alleen een gebruiksnorm voor fosfaat in dierlijke mest. Van
1998 tot en met 2005 (in die periode was het Mineralenaangiftesysteem
Minas van kracht) is de gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som
van het toegestane fosfaatverlies en de fosfaatafvoer met het gewas. Voor stikstof is onder Minas geen gebruiksnorm voor dierlijke mest af te
leiden omdat in het aangiftesysteem de aanvoer van stikstof uit kunstmest is inbegrepen in het toegestane verlies. Met ingang van 2006 geldt een gebruiksnorm voor dierlijke mest van 170 kg N/ha. Voor bedrijven waarvan het areaal voor tenminste 70% uit grasland bestaat, is de gebruiksnorm bij graasdiermest 250 kg N/ha. De gebruiksnorm voor fosfaat wordt geleidelijk aangescherpt. Met ingang van 2010 zijn de gebruiksnormen voor fosfaat gedifferentieerd naar fosfaattoestand van de bodem. Indien geen informatie beschikbaar is over de fosfaattoestand is gerekend met de laagste fosfaatgebruiksnorm (fosfaattoestand hoog).
Plaatsingsruimte stikstof
De plaatsingsruimte voor stikstof wordt berekend door vermenigvuldiging
van de gebruiksnorm voor dierlijke mest (170 kg N/ha) met het beschikbare areaal.
---
Bij bedrijven waarbij de beschikbare cultuurgrond voor minimaal 70% uit
grasland bestaat, is bij toepassing van graasdiermest gerekend met de
verruimde stikstofnorm van 250 kg N/ha. De gebruiksnorm voor stikstof
uit dierlijke mest is ingevoerd in 2006.
Plaatsingsruimte fosfaat
De plaatsingsruimte voor fosfaat wordt berekend door vermenigvuldiging
van de gebruiksnorm met het beschikbare areaal.
---
Voor grasland en bouwland gelden verschillende gebruiksnormen die
geleidelijk worden aangescherpt. Met ingang van 2010 zijn de
gebruiksnormen voor fosfaat gedifferentieerd naar fosfaattoestand van de bodem. Indien geen informatie beschikbaar is over de fosfaattoestand is gerekend met de laagste fosfaatgebruiksnorm (fosfaattoestand hoog).
Van 1998 tot en met 2005 (Mineralenaangiftesysteem Minas) is de
gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som van het toegestane
fosfaatverlies en de fosfaatafvoer met het gewas.
Bedrijven zonder overproductie mineralen
Bedrijven waar de stikstof- en fosfaatproductie niet groter is dan de
plaatsingsruimte op basis van de gebruiksnorm dierlijke mest.
Bij de bepaling van de (resterende) plaatsingsruimte zijn andere factoren
zoals de acceptatie van dierlijke mest in de praktijk, buiten beschouwing
gelaten.
---
De stikstofproductie in deze tabel is berekend door de
stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit
stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie
Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Deze verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.
Aandeel bedrijven zonder overproductie
Bedrijven zonder overproductie van stikstof en fosfaat, als percentage
van het totale aantal landbouwbedrijven.
---
De stikstofproductie in deze tabel is berekend door de
stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit
stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie
Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Deze verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.