Belastingvoordelen inkomstenbelasting; particuliere huishoudens, 2006-2014

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Kenmerken huishouden Aantal particuliere huishoudens (x 1 000) Voordeel vrijstelling, aftrek, korting Totaal voordeel (mln euro) Voordeel vrijstelling, aftrek, korting Gemiddeld voordeel per huishouden (1 000 euro)
Totaal particuliere huishoudens 693 236 0,3
Totaal eenpersoonshuishouden 289 86 0,3
Alleenstaande man 80 28 0,3
Alleenstaande man, tot 65 jaar 38 16 0,4
Alleenstaande man, 65 jaar of ouder 42 11 0,3
Alleenstaande vrouw 209 58 0,3
Alleenstaande vrouw, tot 65 jaar 63 20 0,3
Alleenstaande vrouw, 65 jaar of ouder 146 37 0,3
Totaal meerpersoonshuishouden 404 150 0,4
Totaal paar 344 129 0,4
Paar, zonder kinderen 236 84 0,4
Paar, zonder kinderen, kostwinner < 65 71 32 0,5
Paar, zonder kinderen, kostwinner >= 65 165 52 0,3
Paar, alleen kinderen < 18 53 22 0,4
Paar, minstens één kind >= 18 55 23 0,4
Totaal eenoudergezin 45 15 0,3
Eenoudergezin, alleen kinderen < 18 18 . .
Eenoudergezin, minstens één kind >= 18 27 9 0,3
Overig meerpersoonshuishouden 14 . .
Huishouden met lid 65 jaar of ouder 391 114 0,3
Alleenstaande, 65 jaar of ouder 188 49 0,3
Alleenstaande man, 65 jaar of ouder 42 11 0,3
Alleenstaande vrouw, 65 jaar of ouder 146 37 0,3
Paar, één of beiden 65 jaar of ouder 173 55 0,3
Paar, beide partners 65 jaar of ouder 141 42 0,3
Paar, één partner 65 jaar of ouder 32 14 0,4
Overig huishouden met lid >= 65 30 10 0,3
Huishouden zonder lid 65 jaar of ouder 302 121 0,4
Omvang huishouden: 1 persoon 289 86 0,3
Omvang huishouden: 2 personen 269 95 0,4
Omvang huishouden: 3 personen 58 24 0,4
Omvang huishouden: 4 personen 46 18 0,4
Omvang huishouden: 5 of meer personen 31 13 0,4
Huishouden met 1 persoon met inkomen 339 105 0,3
Huishouden met 2 personen met inkomen 285 102 0,4
Huishouden met 3 personen met inkomen 46 19 0,4
Huishouden met >= 4 personen met inkomen 23 9 0,4
Hoofdkostwinner tot 25 jaar 7 . .
Hoofdkostwinner 25 tot 45 jaar 104 38 0,4
Hoofdkostwinner 45 tot 65 jaar 204 87 0,4
Hoofdkostwinner 65 jaar of ouder 377 109 0,3
Hoofdkostwinner tot 25 jaar
Hoofdkostwinner 25 tot 30 jaar 20 5 0,3
Hoofdkostwinner 30 tot 35 jaar 24 9 0,4
Hoofdkostwinner 35 tot 40 jaar 25 9 0,3
Hoofdkostwinner 40 tot 45 jaar 35 15 0,4
Hoofdkostwinner 45 tot 50 jaar 46 18 0,4
Hoofdkostwinner 50 tot 55 jaar 52 22 0,4
Hoofdkostwinner 55 tot 60 jaar 49 22 0,4
Hoofdkostwinner 60 tot 65 jaar 57 25 0,4
Hoofdkostwinner 65 tot 70 jaar 80 27 0,3
Hoofdkostwinner 70 tot 75 jaar 84 23 0,3
Hoofdkostwinner 75 jaar of ouder 213 59 0,3
Migratieachtergrond: Nederland 568 189 0,3
Migratieachtergrond: westers 66 24 0,4
Migratieachtergrond: Indonesië 17 . .
Migratieachtergrond: Duitsland 26 10 0,4
Migratieachtergrond: België 5 . .
Migratieachtergrond: overig 18 . .
Migratieachtergrond: niet-westers 59 22 0,4
Migratieachtergrond: Suriname 12 . .
Migratieachtergrond: (vm) Ned Ant, Aruba 1 . .
Migratieachtergrond: Turkije 14 . .
Migratieachtergrond: Marokko 16 . .
Migratieachtergrond: overig niet-westers 16 . .
Migratieachtergrond: 1e gen westers 31 11 0,3
Migratieachtergrond: 2e gen westers 35 14 0,4
Migratieachtergrond: 1e gen niet-west... 51 19 0,4
Migratieachtergrond: 2e gen niet-west... 9 . .
1. Inkomen uit arbeid 169 67 0,4
1.1 Loon werknemer 148 55 0,4
1.2 Loon ambtenaar 16 . .
1.3 Overig inkomen uit arbeid 5 . .
2. Inkomen uit eigen onderneming 47 18 0,4
3. Overdrachtsinkomen 478 151 0,3
3.1 Uitkering inkomensverzekering 434 137 0,3
3.1.1 Uitkering werkloosheid 9 . .
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 55 25 0,5
3.1.3 Uitkering ouderdom/nabestaanden 370 108 0,3
3.2 Uitkering sociale voorzieningen 42 14 0,3
3.2.1 Uitkering algemene bijstandswet 28 9 0,3
3.2.2 Sociale voorzieningen, overig 14 . .
3.3 Overig overdrachtsinkomen 2 . .
Hoogte van het inkomen: 1e 25%-groep 232 55 0,2
Hoogte van het inkomen: 2e 25%-groep 287 97 0,3
Hoogte van het inkomen: 3e 25%-groep 126 57 0,5
Hoogte van het inkomen: 4e 25%-groep 48 26 0,5
Hoogte van het inkomen: 1e 10%-groep 40 7 0,2
Hoogte van het inkomen: 2e 10%-groep 135 30 0,2
Hoogte van het inkomen: 3e 10%-groep 132 39 0,3
Hoogte van het inkomen: 4e 10%-groep 127 43 0,3
Hoogte van het inkomen: 5e 10%-groep 85 33 0,4
Hoogte van het inkomen: 6e 10%-groep 61 27 0,4
Hoogte van het inkomen: 7e 10%-groep 50 23 0,5
Hoogte van het inkomen: 8e 10%-groep 28 13 0,5
Hoogte van het inkomen: 9e 10%-groep 23 12 0,5
Hoogte van het inkomen: 10e 10%-groep 12 . .
Woonsituatie: eigen woning 322 125 0,4
Woonsituatie: huurwoning 371 110 0,3
Woonsituatie: huur met huursubsidie 185 51 0,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het belastingvoordeel dat particuliere huishoudens hebben van vrijstellingen, aftrekposten en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting. Het gaat hierbij om het aantal huishoudens dat voordeel heeft van de verschillende vrijstellingen, aftrekposten en heffingskortingen en de hoogte van dit voordeel.
Huishoudens kunnen worden onderscheiden naar diverse kenmerken, zoals hoogte van het inkomen en samenstelling van het huishouden.

De vrijstellingen, aftrekposten en heffingskortingen in deze tabel zijn gebaseerd op de Wet inkomstenbelasting 2001.

Gegevens beschikbaar van 2006 tot en met 2014.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 21 juni 2019:
Geen, tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Aantal particuliere huishoudens
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar
niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
---
De uitkomsten hebben betrekking op particuliere huishoudens met inkomen
in Nederland. Personen die in tehuizen of inrichtingen verblijven, zijn
buiten beschouwing gebleven.
---
Het betreft het aantal particuliere huishoudens dat voordeel van de
geselecteerde vrijstelling, aftrekpost of heffingskorting heeft.
Voordeel vrijstelling, aftrek, korting
Het belastingvoordeel van de geselecteerde vrijstelling, aftrekpost of
heffingskorting. Dit is het verschil tussen het bedrag aan
inkomstenbelasting (inclusief premies volksverzekeringen) dat betaald zou
moeten worden als geen rekening zou worden gehouden met deze
vrijstelling, aftrekpost of heffingskorting, en het bedrag dat in
werkelijkheid moet worden betaald.
Totaal voordeel
Het totale voordeel van alle particuliere huishoudens samen.
Gemiddeld voordeel per huishouden
Het gemiddelde voordeel per particulier huishouden dat voordeel van de
geselecteerde vrijstelling, aftrekpost of heffingskorting heeft.