Werkzame beroepsbevolking, vergrijzing per bedrijfstak SBI'93; 1960-2014

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Bedrijfstakken/branches (SBI'93) Opleidingsniveau Werkzame beroepsbevolking (x 1 000) Gemiddelde leeftijd (jaar) Generatie-index (verhouding)
A-Q Totaal economische activiteiten Totaal opleidingsniveau 4.840 43,1 1,09
Lager opleidingsniveau 872 45,4 2,21
Middelbaar opleidingsniveau 2.089 42,8 1,19
Hoger opleidingsniveau 1.839 42,3 0,73
Opleidingsniveau onbekend 42 . .
A,B Landbouw en visserij Totaal opleidingsniveau 54 40,5 0,97
Lager opleidingsniveau 22 42,7 .
Middelbaar opleidingsniveau 27 39,1 0,80
Hoger opleidingsniveau 5 38,7 .
Opleidingsniveau onbekend . . .
C-F Nijverheid en energievoorziening Totaal opleidingsniveau 850 44,1 1,27
Lager opleidingsniveau 243 45,6 2,24
Middelbaar opleidingsniveau 400 44,3 1,33
Hoger opleidingsniveau 199 42,0 0,63
Opleidingsniveau onbekend 9 . .
C Winning van delfstoffen Totaal opleidingsniveau . . .
Lager opleidingsniveau . . .
Middelbaar opleidingsniveau . . .
Hoger opleidingsniveau . . .
Opleidingsniveau onbekend . . .
D Industrie Totaal opleidingsniveau 597 44,7 1,44
Lager opleidingsniveau 174 46,1 2,27
Middelbaar opleidingsniveau 271 45,1 1,58
Hoger opleidingsniveau 145 42,3 0,72
Opleidingsniveau onbekend 7 . .
E Energie- en waterleidingbedrijven Totaal opleidingsniveau 29 45,4 1,07
Lager opleidingsniveau 2 . .
Middelbaar opleidingsniveau 12 49,2 .
Hoger opleidingsniveau 14 41,7 .
Opleidingsniveau onbekend . . .
F Bouwnijverheid Totaal opleidingsniveau 216 42,2 0,95
Lager opleidingsniveau 65 44,2 2,14
Middelbaar opleidingsniveau 113 41,7 0,80
Hoger opleidingsniveau 36 40,4 0,44
Opleidingsniveau onbekend 2 . .
G-K Commerciële dienstverlening Totaal opleidingsniveau 1.832 41,4 0,79
Lager opleidingsniveau 378 44,0 1,71
Middelbaar opleidingsniveau 818 41,4 0,91
Hoger opleidingsniveau 620 39,8 0,42
Opleidingsniveau onbekend 16 . .
G Handel en reparatie Totaal opleidingsniveau 667 40,7 0,84
Lager opleidingsniveau 174 42,8 1,72
Middelbaar opleidingsniveau 353 40,2 0,78
Hoger opleidingsniveau 135 39,5 0,41
Opleidingsniveau onbekend 5 . .
H Horeca Totaal opleidingsniveau 93 37,3 0,73
Lager opleidingsniveau 29 38,9 1,21
Middelbaar opleidingsniveau 50 37,1 0,62
Hoger opleidingsniveau 12 33,6 .
Opleidingsniveau onbekend 2 . .
I Vervoer, opslag en communicatie Totaal opleidingsniveau 259 44,4 1,29
Lager opleidingsniveau 76 47,3 2,41
Middelbaar opleidingsniveau 122 44,0 1,33
Hoger opleidingsniveau 59 41,8 0,62
Opleidingsniveau onbekend 3 . .
J Financiële instellingen Totaal opleidingsniveau 197 43,4 0,82
Lager opleidingsniveau 15 50,4 .
Middelbaar opleidingsniveau 73 45,0 1,27
Hoger opleidingsniveau 108 41,2 0,51
Opleidingsniveau onbekend . . .
K Zakelijke dienstverlening Totaal opleidingsniveau 617 40,8 0,61
Lager opleidingsniveau 84 44,1 1,28
Middelbaar opleidingsniveau 220 41,5 0,87
Hoger opleidingsniveau 307 39,4 0,37
Opleidingsniveau onbekend 6 . .
L-Q Niet commerciële dienstverlening Totaal opleidingsniveau 1.924 44,4 1,34
Lager opleidingsniveau 198 48,7 3,79
Middelbaar opleidingsniveau 773 43,9 1,52
Hoger opleidingsniveau 943 43,9 1,03
Opleidingsniveau onbekend 10 . .
L Openbaar bestuur en overheidsdiensten Totaal opleidingsniveau 435 45,6 1,52
Lager opleidingsniveau 46 49,0 4,31
Middelbaar opleidingsniveau 185 45,1 1,78
Hoger opleidingsniveau 203 45,4 1,13
Opleidingsniveau onbekend 2 . .
M Onderwijs Totaal opleidingsniveau 390 45,6 1,39
Lager opleidingsniveau 17 50,7 .
Middelbaar opleidingsniveau 66 45,5 1,96
Hoger opleidingsniveau 306 45,4 1,24
Opleidingsniveau onbekend 2 . .
N Gezondheids- en welzijnszorg Totaal opleidingsniveau 923 43,6 1,31
Lager opleidingsniveau 108 48,8 3,51
Middelbaar opleidingsniveau 442 43,5 1,50
Hoger opleidingsniveau 368 42,1 0,86
Opleidingsniveau onbekend 5 . .
O Milieu, cultuur, recr, ov. dienstverl. Totaal opleidingsniveau 172 42,8 0,99
Lager opleidingsniveau 26 46,0 .
Middelbaar opleidingsniveau 79 41,4 0,84
Hoger opleidingsniveau 66 43,2 0,84
Opleidingsniveau onbekend . . .
P Particuliere huishoudens met personeel Totaal opleidingsniveau . . .
Lager opleidingsniveau . . .
Middelbaar opleidingsniveau . . .
Hoger opleidingsniveau . . .
Opleidingsniveau onbekend . . .
Q Extraterritoriale organisaties Totaal opleidingsniveau . . .
Lager opleidingsniveau . . .
Middelbaar opleidingsniveau . . .
Hoger opleidingsniveau . . .
Opleidingsniveau onbekend . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel vindt u jaarcijfers over de gemiddelde leeftijd en de generatie-index van de werkzame beroepsbevolking naar geslacht, leeftijd, migratieachtergrond, positie in de werkkring, bedrijfstakken/branches SBI'93 en opleidingsniveau.

De cijfers in deze tabel wijken af van de cijfers in de tabel met bedrijfstakken/branches SBI 2008 (zie ook 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen). In 2008 heeft een ingrijpende herziening plaatsgevonden van de internationale indelingen ISIC en NACE (zie paragraaf 2). Deze internationale herzieningen zijn verwerkt in de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). Hiermee sluiten deze indelingen beter aan op de bedrijfsactiviteiten van deze tijd.

Het bovenstaande houdt in dat de samenstelling van een bedrijfstak of branche kan zijn gewijzigd: nieuwe branches kunnen bijvoorbeeld zijn toegevoegd en branches kunnen zijn verdwenen of ingedeeld bij een andere bedrijfstak of branche.

Gegevens beschikbaar van 1960 tot en met 2014

Status van de cijfers:
Cijfers op basis van de EBB zijn altijd definitief.

Wijzigingen 17 november 2017
Geen, deze tabel is stopgezet
De reden van stopzetting is de wijziging van de definitie van de werkzame beroepsbevolking.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Werkzame beroepsbevolking
Personen die in Nederland wonen en betaald werk hebben van
twaalf uur of meer per week.
Gemiddelde leeftijd
Gemiddelde leeftijd van personen behorende tot de werkzame
beroepsbevolking
Generatie-index
Verhouding van het aantal 50 tot 60 jarigen in de werkzame beroeps-
bevolking ten opzichte van aantal 30 tot 40 jarigen in de werkzame
beroepsbevolking.
Bij een index van 1 zijn beide groepen in evenwicht.
Wanneer de verhouding groter is dan 1, dan zijn de 50 tot 60 jarigen in de
meerderheid.