Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

Regio's Perioden Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WAO-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WIA-uitkering: WGA-regeling (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Wajong-uitkering (aantal personen)
Nederland 2024 juli 807.450 152.580 258.310 226.460
Nederland 2024 augustus 808.170 151.250 259.550 226.750
Nederland 2024 september 809.770 149.940 261.550 226.890
Nederland 2024 oktober 813.160 148.670 264.420 227.610
Nederland 2024 november 813.700 147.450 266.070 226.900
Nederland 2024 december 813.930 146.190 267.580 226.430
Nederland 2025 januari 813.670 144.760 268.970 225.740
Nederland 2025 februari 820.170 144.240 272.650 228.590
Nederland 2025 maart 821.620 142.940 274.700 228.890
Nederland 2025 april 823.040 141.640 276.070 229.530
Nederland 2025 mei 824.240 140.440 277.610 230.000
Nederland 2025 juni 818.170 138.350 276.840 226.400
Noord-Nederland (LD) 2024 juli 83.960 13.980 19.700 30.390
Noord-Nederland (LD) 2024 augustus 84.070 13.850 19.820 30.430
Noord-Nederland (LD) 2024 september 84.360 13.720 20.080 30.470
Noord-Nederland (LD) 2024 oktober 84.690 13.610 20.380 30.490
Noord-Nederland (LD) 2024 november 84.600 13.490 20.510 30.260
Noord-Nederland (LD) 2024 december 84.540 13.360 20.560 30.160
Noord-Nederland (LD) 2025 januari 84.610 13.230 20.800 30.060
Noord-Nederland (LD) 2025 februari 85.420 13.180 21.160 30.500
Noord-Nederland (LD) 2025 maart 85.630 13.060 21.420 30.520
Noord-Nederland (LD) 2025 april 85.810 12.960 21.560 30.620
Noord-Nederland (LD) 2025 mei 86.010 12.830 21.790 30.680
Noord-Nederland (LD) 2025 juni 85.330 12.610 21.800 30.240
Oost-Nederland (LD) 2024 juli 174.710 30.620 50.480 57.580
Oost-Nederland (LD) 2024 augustus 174.940 30.340 50.760 57.680
Oost-Nederland (LD) 2024 september 175.260 30.080 51.180 57.730
Oost-Nederland (LD) 2024 oktober 175.950 29.830 51.710 57.870
Oost-Nederland (LD) 2024 november 176.030 29.570 52.080 57.690
Oost-Nederland (LD) 2024 december 176.160 29.320 52.450 57.620
Oost-Nederland (LD) 2025 januari 176.330 29.060 52.910 57.470
Oost-Nederland (LD) 2025 februari 177.860 29.020 53.740 58.150
Oost-Nederland (LD) 2025 maart 178.340 28.750 54.300 58.230
Oost-Nederland (LD) 2025 april 178.720 28.500 54.650 58.390
Oost-Nederland (LD) 2025 mei 179.060 28.280 54.970 58.520
Oost-Nederland (LD) 2025 juni 177.640 27.840 54.840 57.600
West-Nederland (LD) 2024 juli 340.450 65.050 118.600 91.690
West-Nederland (LD) 2024 augustus 340.610 64.480 119.120 91.710
West-Nederland (LD) 2024 september 341.050 63.930 119.830 91.760
West-Nederland (LD) 2024 oktober 342.420 63.380 121.050 92.100
West-Nederland (LD) 2024 november 342.780 62.860 121.760 91.980
West-Nederland (LD) 2024 december 342.870 62.300 122.400 91.840
West-Nederland (LD) 2025 januari 343.080 61.640 123.220 91.620
West-Nederland (LD) 2025 februari 345.830 61.440 124.830 92.790
West-Nederland (LD) 2025 maart 346.300 60.920 125.580 92.900
West-Nederland (LD) 2025 april 346.790 60.320 126.110 93.160
West-Nederland (LD) 2025 mei 347.150 59.800 126.670 93.330
West-Nederland (LD) 2025 juni 344.390 58.850 126.110 91.900
Zuid-Nederland (LD) 2024 juli 180.410 34.630 60.290 45.930
Zuid-Nederland (LD) 2024 augustus 180.580 34.340 60.510 46.070
Zuid-Nederland (LD) 2024 september 180.910 34.010 60.970 46.080
Zuid-Nederland (LD) 2024 oktober 181.690 33.720 61.600 46.320
Zuid-Nederland (LD) 2024 november 181.780 33.440 61.990 46.160
Zuid-Nederland (LD) 2024 december 181.770 33.140 62.380 45.980
Zuid-Nederland (LD) 2025 januari 181.980 32.830 62.800 45.870
Zuid-Nederland (LD) 2025 februari 183.360 32.650 63.620 46.440
Zuid-Nederland (LD) 2025 maart 183.590 32.320 64.010 46.520
Zuid-Nederland (LD) 2025 april 183.950 32.060 64.280 46.670
Zuid-Nederland (LD) 2025 mei 184.220 31.790 64.650 46.760
Zuid-Nederland (LD) 2025 juni 183.020 31.370 64.560 45.950
Groningen (PV) 2024 juli 30.630 4.980 6.880 11.230
Groningen (PV) 2024 augustus 30.740 4.940 6.920 11.250
Groningen (PV) 2024 september 30.850 4.900 7.040 11.260
Groningen (PV) 2024 oktober 30.950 4.860 7.130 11.260
Groningen (PV) 2024 november 30.870 4.810 7.130 11.150
Groningen (PV) 2024 december 30.870 4.770 7.130 11.130
Groningen (PV) 2025 januari 30.840 4.710 7.170 11.080
Groningen (PV) 2025 februari 31.200 4.690 7.310 11.300
Groningen (PV) 2025 maart 31.270 4.670 7.370 11.310
Groningen (PV) 2025 april 31.330 4.630 7.410 11.350
Groningen (PV) 2025 mei 31.370 4.570 7.490 11.370
Groningen (PV) 2025 juni 31.070 4.480 7.480 11.180
Fryslân (PV) 2024 juli 27.190 4.280 6.420 10.740
Fryslân (PV) 2024 augustus 27.230 4.230 6.490 10.770
Fryslân (PV) 2024 september 27.370 4.190 6.620 10.790
Fryslân (PV) 2024 oktober 27.540 4.160 6.760 10.810
Fryslân (PV) 2024 november 27.500 4.120 6.830 10.730
Fryslân (PV) 2024 december 27.490 4.080 6.870 10.690
Fryslân (PV) 2025 januari 27.560 4.030 7.020 10.640
Fryslân (PV) 2025 februari 27.810 4.030 7.140 10.770
Fryslân (PV) 2025 maart 27.920 3.980 7.290 10.760
Fryslân (PV) 2025 april 28.010 3.950 7.390 10.790
Fryslân (PV) 2025 mei 28.130 3.920 7.500 10.810
Fryslân (PV) 2025 juni 27.910 3.850 7.510 10.650
Drenthe (PV) 2024 juli 26.140 4.720 6.400 8.420
Drenthe (PV) 2024 augustus 26.100 4.680 6.400 8.410
Drenthe (PV) 2024 september 26.140 4.630 6.420 8.410
Drenthe (PV) 2024 oktober 26.200 4.590 6.490 8.420
Drenthe (PV) 2024 november 26.230 4.560 6.560 8.370
Drenthe (PV) 2024 december 26.180 4.520 6.560 8.350
Drenthe (PV) 2025 januari 26.210 4.480 6.600 8.330
Drenthe (PV) 2025 februari 26.410 4.460 6.710 8.440
Drenthe (PV) 2025 maart 26.450 4.410 6.760 8.460
Drenthe (PV) 2025 april 26.470 4.380 6.760 8.490
Drenthe (PV) 2025 mei 26.510 4.340 6.800 8.510
Drenthe (PV) 2025 juni 26.350 4.270 6.800 8.410
Overijssel (PV) 2024 juli 57.410 10.160 14.450 20.050
Overijssel (PV) 2024 augustus 57.480 10.080 14.550 20.050
Overijssel (PV) 2024 september 57.540 9.970 14.630 20.080
Overijssel (PV) 2024 oktober 57.830 9.910 14.760 20.190
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel geeft inzicht in het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering. Deze personen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland woonachtig zijn. Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen.
De cijfers over personen met een uitkering in het kader van arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen zijn vanaf 2007 beschikbaar. Het aantal personen dat een uitkering voor ouderdom ontvangt is vanaf 2013 in de tabel opgenomen. De aantallen zijn uitgesplitst naar verschillende regio's in Nederland en geven de stand weer op de laatste dag van de verslagmaand.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meerdere uitkeringen. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of uitkeringen van verschillend type (zoals een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).

In oktober 2021 is een stijging te zien van het aantal personen met een WGA-uitkering. De oorzaak hiervan is een kwaliteitsverbetering van het proces waardoor een groep eigenrisicodragers die eerder ontbrak nu wel meegenomen wordt.

Status van de cijfers:
De cijfers vanaf januari 2007 zijn definitief.

Wijzigingen per: 2 december 2025
Toegevoegd zijn de definitieve cijfers van juni 2025.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers komen in: december 2025

Toelichting onderwerpen

Uitkeringsontvangers per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en AOW-uitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering. In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Arbeidsongeschiktheid
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ),
de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).
Het recht op een uitkering in het kader van een van bovengenoemde wetten vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Arbeidsongeschiktheid, totaal
Het totaal aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) ontvangt.
WAO-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
De wet geeft werknemers die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden recht op een loonvervangende uitkering, zolang zij minimaal 15% arbeidsongeschiktheid zijn.
De WAO is met ingang van 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.
Het recht op een WAO-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
WIA-uitkering: WGA-regeling
Het aantal personen met een lopende WGA-uitkering waar ook daadwerkelijk een bedrag uitgekeerd wordt dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering. De wet is zó opgezet dat men gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De wet kent twee regelingen: de regeling Inkomensverzekering volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een uitkering voor werknemers die langdurig en volledig arbeidsongeschikt zijn. De WGA geeft recht op een loonaanvullende uitkering als een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is.
De WIA vervangt per 29 december 2005 de WAO.
Het recht op een WIA-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Wajong-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) of de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
De Wajong is een wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen.
Vanaf 1 januari 2010 is de Wajong vervangen door de Wet Wajong. De Wajong blijft gelden voor jongeren die voor 1 januari 2010 een uitkering hebben aangevraagd.
Het recht op een Wajong-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong)
Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) in werking getreden.
In tegenstelling tot de Wajong hebben jongeren met een ziekte of handicap in de eerste plaats recht op hulp bij het vinden en houden van werk. Daaraan gekoppeld kunnen ze een inkomensondersteuning krijgen.
Vanaf 2015 staat de Wet Wajong alleen nog open voor jonggehandicapten die duurzaam geen mogelijkheden hebben om deel te nemen aan het arbeidsproces.
Jonggehandicapten die nog kunnen werken, maar ondersteuning nodig hebben vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en kunnen voor ondersteuning terecht bij de gemeente.
Het recht op een uitkering in het kader van de Wet Wajong vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.