Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio

Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio

Regio's Perioden Aantal landbouwbedrijven, totaal (aantal) Grondgebruik Oppervlakte Cultuurgrond Cultuurgrond, totaal (are) Grondgebruik Oppervlakte Cultuurgrond Akkerbouw (are) Grondgebruik Oppervlakte Cultuurgrond Tuinbouw open grond (are) Grondgebruik Oppervlakte Cultuurgrond Tuinbouw onder glas (are) Grondgebruik Oppervlakte Cultuurgrond Grasland en groenvoedergewassen (are) Grondgebruik Oppervlakte Niet-cultuurgrond Niet-cultuurgrond, totaal (are) Grondgebruik Aantal bedrijven Cultuurgrond Cultuurgrond, totaal (aantal) Grondgebruik Aantal bedrijven Cultuurgrond Akkerbouw (aantal) Grondgebruik Aantal bedrijven Cultuurgrond Tuinbouw open grond (aantal) Grondgebruik Aantal bedrijven Cultuurgrond Tuinbouw onder glas (aantal) Grondgebruik Aantal bedrijven Cultuurgrond Grasland en groenvoedergewassen (aantal) Grondgebruik Aantal bedrijven Niet-cultuurgrond Niet-cultuurgrond, totaal (aantal) Akkerbouw Oppervlakte Aardappelen Aardappelen, totaal (are)
Nederland 2022 50.975 180.436.921 53.470.778 9.540.604 1.063.689 116.361.850 . 49.679 19.108 9.565 3.519 40.858 . 16.305.798
Noord-Nederland (LD) 2022 9.201 53.206.620 16.754.911 595.266 36.851 35.819.592 . 9.046 3.213 531 127 8.179 . 6.346.864
Oost-Nederland (LD) 2022 16.633 50.803.595 10.477.684 2.000.231 133.000 38.192.680 . 16.162 5.131 2.362 484 14.277 . 3.240.764
West-Nederland (LD) 2022 12.711 43.260.986 14.868.931 3.781.745 638.592 23.971.718 . 12.562 4.348 3.207 2.031 8.564 . 3.796.681
Zuid-Nederland (LD) 2022 12.430 33.165.720 11.369.252 3.163.362 255.246 18.377.860 . 11.909 6.416 3.465 877 9.838 . 2.921.489
Groningen (PV) 2022 2.459 15.992.473 8.498.260 110.872 6.764 7.376.577 . 2.427 1.384 183 36 2.038 . 2.611.035
Fryslân (PV) 2022 4.073 22.478.762 2.192.518 171.745 10.290 20.104.209 . 4.008 626 129 26 3.853 . 898.908
Drenthe (PV) 2022 2.669 14.735.386 6.064.133 312.649 19.798 8.338.806 . 2.611 1.203 219 65 2.288 . 2.836.921
Overijssel (PV) 2022 6.443 19.527.802 1.855.803 215.710 16.503 17.439.786 . 6.278 1.422 345 62 6.096 . 794.821
Flevoland (PV) 2022 1.631 8.815.827 6.016.947 815.010 41.997 1.941.873 . 1.605 1.279 627 65 807 . 1.813.073
Gelderland (PV) 2022 8.559 22.459.967 2.604.934 969.511 74.501 18.811.021 . 8.279 2.430 1.390 357 7.374 . 632.870
Utrecht (PV) 2022 2.256 7.063.107 149.357 250.545 10.083 6.653.122 . 2.225 252 377 45 2.039 . 7.334
Noord-Holland (PV) 2022 3.376 12.613.654 3.014.725 2.082.514 116.149 7.400.266 . 3.322 1.003 1.135 394 2.286 . 936.873
Zuid-Holland (PV) 2022 4.365 11.713.551 3.474.056 757.906 489.786 6.991.803 . 4.321 956 990 1.527 2.329 . 985.747
Zeeland (PV) 2022 2.714 11.870.675 8.230.793 690.780 22.575 2.926.527 . 2.694 2.137 705 65 1.910 . 1.866.727
Noord-Brabant (PV) 2022 8.926 23.574.431 7.486.340 1.904.628 163.707 14.019.756 . 8.573 4.415 2.158 558 7.242 . 2.136.533
Limburg (PV) 2022 3.504 9.591.289 3.882.912 1.258.734 91.539 4.358.104 . 3.336 2.001 1.307 319 2.596 . 784.956
Bouwhoek en Hogeland (LG) 2022 1.366 8.894.993 3.721.707 133.876 12.011 5.027.399 . 1.341 662 97 25 1.139 . 1.316.656
Veenkoloniën en Oldambt (LG) 2022 2.636 17.805.501 10.838.142 275.518 23.196 6.668.645 . 2.581 1.723 252 72 2.045 . 4.073.567
Noordelijk Weidegebied (LG) 2022 6.245 29.817.013 1.768.014 181.342 13.643 27.854.014 . 6.137 797 206 58 6.005 . 743.320
Oostelijk Veehouderijgebied (LG) 2022 9.613 29.092.524 3.963.000 399.490 9.881 24.720.153 . 9.410 3.073 769 102 8.991 . 1.502.452
Centraal Veehouderijgebied (LG) 2022 2.725 5.186.371 321.979 76.282 3.386 4.784.724 . 2.555 443 176 29 2.466 . 64.594
IJsselmeerpolders (LG) 2022 2.177 11.551.957 7.420.499 1.291.550 70.792 2.769.116 . 2.148 1.632 832 81 1.137 . 2.312.184
Westelijk Holland (LG) 2022 4.634 10.499.076 1.845.979 1.967.922 547.182 6.137.993 . 4.559 817 1.522 1.778 2.136 . 477.068
Waterland en Droogmakerijen (LG) 2022 712 3.035.510 266.337 68.681 2.267 2.698.225 . 710 98 67 22 649 . 82.460
Hollands/Utrechts Weidegebied (LG) 2022 2.439 8.613.958 112.318 118.315 8.407 8.374.918 . 2.417 150 277 52 2.279 . 4.331
Rivierengebied (LG) 2022 2.736 7.449.704 865.911 896.127 75.674 5.611.992 . 2.675 668 1.003 303 1.963 . 141.465
Zuidwestelijk Akkerbouwgebied (LG) 2022 4.315 19.557.914 13.176.843 1.162.217 85.281 5.133.573 . 4.276 3.247 1.107 192 3.065 . 3.229.112
Zuidwest-Brabant (LG) 2022 1.325 3.336.327 985.449 575.399 42.727 1.732.752 . 1.297 563 630 208 932 . 258.580
Zuidelijk Veehouderijgebied (LG) 2022 9.182 22.819.851 6.905.864 2.262.164 169.049 13.482.774 . 8.709 4.648 2.302 593 7.305 . 1.851.116
Zuid-Limburg (LG) 2022 870 2.776.222 1.278.736 131.721 193 1.365.572 . 864 587 325 4 746 . 248.893
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens op regioniveau over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren.
Voor alle onderwerpen wordt zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.

De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip ‘actieve landbouwer’ uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 17 maart 2023: de definitieve cijfers van 2022 zijn toegevoegd. Daarnaast is de structuur van de tabel gewijzigd omdat er nieuwe categorieën voor zaaiuien zijn toegevoegd (gele – en rode zaaiuien).

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens planning verschijnen eind juni de eerste voorlopige cijfers ('snelle cijfers'). Op dat moment zijn nog niet alle opgaven binnen en/of volledig verwerkt, en hebben alleen de belangrijkste plausibiliteitscontroles plaatsgevonden. Voor non-respons is bijgeschat op basis van de opgave van vorig jaar.
In september wordt de gegevensverzameling afgesloten, dan wordt opnieuw bijgeschat en vinden verdere analyses en plausibiliteitscontroles plaats.
Eind september en in november worden bijgestelde voorlopige cijfers gepubliceerd en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Aantal landbouwbedrijven, totaal
Bedrijven die landbouwproducten voor de markt voortbrengen, met hoofdvestiging in Nederland, en een economische omvang >= 3000 euro SO (Standaard Opbrengst).
_
Bedrijven < 3000 euro SO zijn zeer klein, gedacht moet worden aan bijvoorbeeld slechts 1 melkkoe of 1 are paprika.
_
Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte Eenheid). Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. De oorspronkelijke ondergrens (3 NGE) is echter gehandhaafd, waardoor de populatie ongewijzigd is gebleven.
_
Met ingang van 2016 wordt bij de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Dit heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).
_
Met ingang van 2022 maken paarden en pony’s geen onderdeel meer uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling, hier treedt een duidelijke trendbreuk op.
_
Voor meer uitleg over de afbakening van de Landbouwtelling en de SO wordt verwezen naar de tabeltoelichting.

Grondgebruik
Oppervlakte
Cultuurgrond
Cultuurgrond is grond die, blijvend dan wel tijdelijk, deel uitmaakt van het bedrijf, en in hoofdzaak bestemd is voor het voortbrengen van landbouwproducten (akkerbouw, tuinbouw, veehouderij), met inbegrip van braakland en (tijdelijk) grasland.
Cultuurgrond, totaal
Akkerbouw
Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
Tuinbouw open grond
Tuinbouw open grond is teelt in de volle grond, veelal direct voor de markt.
Tuinbouw onder glas
Tuinbouw onder glas is teelt in kassen, bedekt met glas of plastic, of in betreedbare plastic tunnels.
Grasland en groenvoedergewassen
Grasland en voedergewassen dienen doorgaans als vers plantaardig veevoer.
Niet-cultuurgrond
Niet-cultuurgrond, totaal
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Cultuurgrond
Cultuurgrond is grond die, blijvend dan wel tijdelijk, deel uitmaakt van
het bedrijf, en in hoofdzaak bestemd is voor het voortbrengen van
landbouwproducten (akkerbouw, tuinbouw, veehouderij), met inbegrip van
braakland en (tijdelijk) grasland.
Cultuurgrond, totaal
Akkerbouw
Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
Tuinbouw open grond
Tuinbouw open grond is teelt in de volle grond, veelal direct voor de markt.
Tuinbouw onder glas
Tuinbouw onder glas is teelt in kassen, bedekt met glas of plastic, of in betreedbare plastic tunnels.
Grasland en groenvoedergewassen
Grasland en voedergewassen dienen doorgaans als vers plantaardig veevoer.
Niet-cultuurgrond
Niet-cultuurgrond, totaal
Akkerbouw
Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
Oppervlakte
Aardappelen
Aardappelen, totaal