Vermogensklassen; huishoudens, kenmerken, 2002-2014

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Vermogensklassen Huishoudens met vermogen Aantal (x 1 000) Bedrag van het vermogen Totaal (mld euro) Bedrag van het vermogen Gemiddeld (1 000 euro) Bedrag van het vermogen 50e percentiel (mediaan) (1 000 euro)
Totaal particulier huishouden 506 70,1 139 25
Vermogen negatief 73 -3,7 -50 -33
Vermogen 0 tot 5 000 euro 118 0,1 1 1
Vermogen 5 000 tot 10 000 euro 24 0,2 7 7
Vermogen 10 000 tot 20 000 euro 27 0,4 15 14
Vermogen 20 000 tot 50 000 euro 43 1,4 33 32
Vermogen 50 000 tot 100 000 euro 43 3,2 74 74
Vermogen 100 000 tot 200 000 euro 73 10,8 148 147
Vermogen 200 000 tot 500 000 euro 79 24,1 304 286
Vermogen 500 000 tot 1 miljoen euro 18 12,1 673 639
Vermogen 1 miljoen euro en meer 8 21,6 2.649 1.595
Vermogen tot -10 000 euro 63 -3,7 -58 -39
Vermogen -10 000 tot - 5 000 euro 5 0,0 -8 -8
Vermogen - 5 000 tot 0 euro 5 0,0 -2 -2
Vermogen 0 tot 5 000 euro 118 0,1 1 1
Vermogen 5 000 tot 10 000 euro 24 0,2 7 7
Vermogen 10 000 tot 20 000 euro 27 0,4 15 14
Vermogen 20 000 tot 30 000 euro 19 0,5 25 24
Vermogen 30 000 tot 40 000 euro 13 0,5 35 35
Vermogen 40 000 tot 50 000 euro 11 0,5 45 45
Vermogen 50 000 tot 60 000 euro 10 0,5 55 55
Vermogen 60 000 tot 70 000 euro 9 0,6 65 65
Vermogen 70 000 tot 80 000 euro 9 0,6 75 75
Vermogen 80 000 tot 90 000 euro 8 0,7 85 85
Vermogen 90 000 tot 100 000 euro 8 0,8 95 95
Vermogen 100 000 tot 125 000 euro 20 2,2 112 112
Vermogen 125 000 tot 150 000 euro 19 2,6 137 137
Vermogen 150 000 tot 175 000 euro 18 2,9 162 162
Vermogen 175 000 tot 200 000 euro 16 3,0 187 187
Vermogen 200 000 tot 250 000 euro 25 5,7 224 223
Vermogen 250 000 tot 300 000 euro 19 5,1 274 273
Vermogen 300 000 tot 400 000 euro 23 7,9 345 342
Vermogen 400 000 tot 500 000 euro 12 5,4 445 443
Vermogen 500 000 tot 1 miljoen euro 18 12,1 673 639
Vermogen 1 miljoen euro en meer 8 21,6 2.649 1.595
1e 10%-groep (laag vermogen) 50 -3,4 -69 -46
2e 10%-groep (vermogen) 52 -0,3 -5 0
3e 10%-groep (vermogen) 47 0,0 1 1
4e 10%-groep (vermogen) 45 0,1 3 3
5e 10%-groep (vermogen) 47 0,5 11 11
6e 10%-groep (vermogen) 50 1,7 35 33
7e 10%-groep (vermogen) 55 4,8 88 88
8e 10%-groep (vermogen) 61 9,9 163 162
9e 10%-groep (vermogen) 57 15,7 276 269
10e 10%-groep (hoog vermogen) 43 41,0 946 556
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de vermogensverdeling van huishoudens naar kenmerken als vermogensklasse, vermogensgroep, samenstelling van het huishouden, leeftijd en herkomst van de hoofkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, regio en inkomensgroep.

Met ingang van 2012 zijn de resultaten gebaseerd op integrale waarneming. De eerder gepubliceerde resultaten tot en met 2011 zijn gebaseerd op een steekproef. Om vergelijking tussen 2012 en 2011 mogelijk te maken zijn voor 2011 zowel uitkomsten op basis van steekproef als integrale waarneming opgenomen.

Gegevens beschikbaar van 2002 tot en met 2014.
De dataset heeft betrekking op de stand per 1 januari.

Status van de cijfers
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 31 juli 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Vanwege een herziening van de inkomensstatistiek wordt deze tabel vervangen. Nieuwe cijfers worden gepubliceerd onder het thema Inkomen en bestedingen, zie hieronder bij koppelingen.

Toelichting onderwerpen

Huishoudens met vermogen
Particuliere huishoudens waarin één of meer personen samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Aantal
Aantal particuliere huishoudens met vermogen per 1 januari van het
onderzoeksjaar.
Bedrag van het vermogen
Totaal
Totale som van het vermogen.
Gemiddeld
Gemiddeld bedrag van het vermogen.
50e percentiel (mediaan)
Het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft.