Innovatie bij bedrijven; 1994-1996

Tabeltoelichting


Het CBS houdt om de twee jaar een Innovatie-enquête. Hiermee wordt een
beeld verkregen van de stand van zaken wat betreft innovatie bij
Nederlandse bedrijven. Het onderzoek omvat een grote diversiteit aan
aspecten van het begrip innovatie.
Eén enquête omvat drie verslagjaren (dit is de verslagperiode). Het laatste
jaar in de ene enquête is daarbij hetzelfde als het eerste jaar in de
volgende. Omdat in iedere nieuwe Innovatie-enquête weer nieuwe onderwerpen
worden opgenomen, worden de resultaten per enquête in een afzonderlijke
tabel weergegeven. Dèze tabel bevat alle resultaten van de
Innovatie-enquête voor de verslagperiode 1994-1996.

De eerste Innovatie-enquête vond plaats over de verslagperiode 1994-1996.
Vanaf deze eerste verslagperiode tot en met verslagperiode 2000-2002 is de
enquête gehouden bij in Nederland gevestigde bedrijven met 10 of meer
werknemers.
In de verslagperiodes 1996-1998 en 1998-2000 zijn ook bedrijven met 1 tot
10 werknemers geënquêteerd.
Vanaf de verslagperiode 2002-2004 betreft de populatie alle bedrijven in
Nederland met 10 of meer werkzame personen.
Het belangrijkste verschil tussen werknemers en werkzame personen is dat
werknemers alleen de personen betreft die op de loonlijst van een bedrijf
voorkomen, terwijl tot de werkzame personen ook de de eigenaren en
meewerkende gezinsleden die niet op de loonlijst voorkomen worden gerekend.
Zie voor de exacte definities href="http://www.cbs.nl/NR/exeres/76ABB32E-7C99-4D65-84E0-1B740B64A0F7"
>Methoden/Begrippen
.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1994-1996.

Status van de cijfers: definitief.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie: geen.

Toelichting onderwerpen

Innovatoren
Een bedrijf wordt als innovator beschouwd als in de periode 1994-1996
vernieuwde producten of diensten en/of vernieuwde productieprocessen
zijn gerealiseerd, alsmede als er innovatieprojecten zijn uitgevoerd die
(nog) niet tot gerealiseerde vernieuwingen hebben geleid. Een voorwaarde
voor vernieuwing is dat er sprake moet zijn van de inzet van nieuwe
technieken of kennis.
De onderzoekspopulatie bestaat uit alle bedrijven (uit de beschouwde
bedrijfsklassen) met 10 of meer werknemers. Het gaat om 46 932 bedrijven.
Absoluut aantal innovatoren
Aantal bedrijven met (technologisch) vernieuwende activiteiten in de
periode 1994-1996.
Als percentage van alle bedrijven
Het percentage innovatoren ten opzichte van alle bedrijven met tenminste
10 werknemers (dat is de onderzoekspopulatie).
Gerealiseerde vernieuwende activteiten
Innovatieprojecten, vanaf 1994, die succesvol waren en die eind 1996
waren afgerond.
Bedrijven met afgeronde innovaties
Aantal bedrijven met innovatieprojecten afgerond in 1996.
Als percentage van alle bedrijven
Het percentage innovatoren, met in 1996 afgeronde projecten, ten
opzichte van alle bedrijven met tenminste 10 werknemers.
Bedrijven met vernieuwde producten
Technologisch nieuwe of verbeterde producten die in de periode 1994-1996
op de markt zijn gebracht.
Verbeterd: bestaand product van het bedrijf dat - vergeleken met eerdere
versies - duidelijk verbeterde technische specificaties heeft en/of meer
toepassingsmogelijkheden voor de eindgebruiker biedt.
Nieuw: product dat niet vergelijkbaar is met eerder door het bedrijf
verkochte producten en waarvoor geavanceerde nieuwe technologie is
gebruikt.
Voor de dienstensector is geen verschil gemaakt tussen producten en
processen.
Aantal bedrijven
Het absolute aantal bedrijven dat zich in 1994-1996 bezighield met
productinnovaties.
Voor de sector diensten is geen verschil gemaakt tussen product- en
procesinnovatie.
Grotendeels door derden ontwikkeld
Het percentage bedrijven, met innovatie-activiteiten, dat producten
grotendeels door derden heeft laten ontwikkelen.
Voor de sector diensten is geen verschil gemaakt tussen product- en
procesinnovatie.
Grotendeels door eigen bedrijf ontwik...
Grotendeels door eigenbedrijf ontwikkeld. Het percentage bedrijven, met
innovatie-activiteiten, dat producten grotendeels zelf heeft ontwikkeld.
Voor de sector diensten is geen verschil gemaakt tussen product- en
procesinnovatie.
Door zowel eigen bedrijf als door derden
Het percentage bedrijven, met innovatie-activiteiten, dat producten
zowel in eigen beheer als met behulp van derden heeft ontwikkeld.
Voor de sector diensten is geen verschil gemaakt tussen product- en
procesinnovatie.
Bedrijven met vernieuwde processen
Technologisch verbeterde of nieuwe processen die in de periode 1994-1996
in gebruik zijn genomen.
Verbeterd: bestaande productieprocessen binnen het bedrijf, waarbij
sprake is van duidelijk toegenomen productieprestaties, van lagere
productiekosten en/of meer productiebetrouwbaarheid.
Nieuw: niet eerder toegepaste processen binnen het bedrijf waardoor
nieuwe productiemogelijkheden ontstaan en waarbij geavanceerde, nieuwe
technologieën zijn gebruikt.
Voor de sector diensten is geen verschil gemaakt tussen product- en
procesinnovatie.
Aantal bedrijven
Het absolute aantal bedrijven dat zich in 1994-1996 bezighield met
procesinnovaties.
Voor de sector diensten is geen verschil gemaakt tussen product- en
procesinnovatie.
Grotendeels door derden ontwikkeld
Het percentage bedrijven, met innovatie-activiteiten, dat processen
grotendeels door derden heeft laten ontwikkelen.
Voor de sector diensten is geen verschil gemaakt tussen product- en
procesinnovatie.