Inkomensverdeling alle huishoudens naar inkomensgroepen, 2006

Inkomensverdeling alle huishoudens naar inkomensgroepen, 2006

Regio's Inkomensverdeling Aantal huishoudens (absoluut) * (x 1 000) Aantal huishoudens (in %) * (%)
Nederland Totaal huishouden 7.225,6 100
Nederland 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 722,6 10
Nederland 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro 722,6 10
Nederland 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro 722,6 10
Nederland 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro 722,6 10
Nederland 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro 722,6 10
Nederland 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro 722,6 10
Nederland 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro 722,6 10
Nederland 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro 722,6 10
Nederland 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro 722,6 10
Nederland 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro 722,6 10
Nederland 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 722,6 10
Nederland 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro 2.167,7 30
Nederland 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro 2.890,2 40
Nederland 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro 1.445,1 20
Noord-Nederland (LD) Totaal huishouden 762,3 100
Noord-Nederland (LD) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 89,3 12
Noord-Nederland (LD) 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro 86,7 11
Noord-Nederland (LD) 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro 81,6 11
Noord-Nederland (LD) 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro 80,7 11
Noord-Nederland (LD) 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro 79,1 10
Noord-Nederland (LD) 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro 81,1 11
Noord-Nederland (LD) 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro 78,0 10
Noord-Nederland (LD) 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro 71,5 9
Noord-Nederland (LD) 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro 63,2 8
Noord-Nederland (LD) 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro 51,1 7
Noord-Nederland (LD) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 89,3 12
Noord-Nederland (LD) 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro 249,0 33
Noord-Nederland (LD) 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro 309,7 41
Noord-Nederland (LD) 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro 114,3 15
Oost-Nederland (LD) Totaal huishouden 1.457,9 100
Oost-Nederland (LD) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 133,9 9
Oost-Nederland (LD) 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro 141,0 10
Oost-Nederland (LD) 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro 141,2 10
Oost-Nederland (LD) 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro 140,6 10
Oost-Nederland (LD) 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro 146,0 10
Oost-Nederland (LD) 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro 155,9 11
Oost-Nederland (LD) 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro 157,4 11
Oost-Nederland (LD) 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro 154,0 11
Oost-Nederland (LD) 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro 149,6 10
Oost-Nederland (LD) 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro 138,3 9
Oost-Nederland (LD) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 133,9 9
Oost-Nederland (LD) 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro 422,8 29
Oost-Nederland (LD) 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro 613,2 42
Oost-Nederland (LD) 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro 287,9 20
West-Nederland (LD) Totaal huishouden 3.461,3 100
West-Nederland (LD) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 361,3 10
West-Nederland (LD) 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro 343,4 10
West-Nederland (LD) 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro 346,5 10
West-Nederland (LD) 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro 346,8 10
West-Nederland (LD) 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro 341,8 10
West-Nederland (LD) 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro 325,7 9
West-Nederland (LD) 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro 324,3 9
West-Nederland (LD) 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro 335,8 10
West-Nederland (LD) 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro 350,6 10
West-Nederland (LD) 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro 385,1 11
West-Nederland (LD) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 361,3 10
West-Nederland (LD) 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro 1.036,7 30
West-Nederland (LD) 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro 1.327,7 38
West-Nederland (LD) 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro 735,7 21
Zuid-Nederland (LD) Totaal huishouden 1.544,1 100
Zuid-Nederland (LD) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 138,0 9
Zuid-Nederland (LD) 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro 151,4 10
Zuid-Nederland (LD) 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro 153,3 10
Zuid-Nederland (LD) 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro 154,5 10
Zuid-Nederland (LD) 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro 155,7 10
Zuid-Nederland (LD) 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro 159,9 10
Zuid-Nederland (LD) 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro 162,8 11
Zuid-Nederland (LD) 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro 161,2 10
Zuid-Nederland (LD) 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro 159,2 10
Zuid-Nederland (LD) 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro 148,0 10
Zuid-Nederland (LD) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 138,0 9
Zuid-Nederland (LD) 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro 459,1 30
Zuid-Nederland (LD) 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro 639,7 41
Zuid-Nederland (LD) 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro 307,2 20
Groningen (PV) Totaal huishouden 274,1 100
Groningen (PV) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 45,7 17
Groningen (PV) 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro 33,0 12
Groningen (PV) 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro 30,4 11
Groningen (PV) 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro 29,4 11
Groningen (PV) 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro 26,9 10
Groningen (PV) 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro 26,2 10
Groningen (PV) 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro 24,8 9
Groningen (PV) 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro 22,1 8
Groningen (PV) 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro 19,7 7
Groningen (PV) 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro 15,8 6
Groningen (PV) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 45,7 17
Groningen (PV) 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro 92,8 34
Groningen (PV) 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro 100,0 36
Groningen (PV) 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro 35,5 13
Friesland (PV) Totaal huishouden 279,5 100
Friesland (PV) 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro 27,7 10
Friesland (PV) 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro 31,9 11
Friesland (PV) 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro 29,4 11
Friesland (PV) 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro 29,8 11
Friesland (PV) 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro 29,4 11
Friesland (PV) 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro 31,7 11
Friesland (PV) 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro 29,7 11
Friesland (PV) 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro 27,3 10
Friesland (PV) 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro 23,6 8
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft het aantal huishoudens in Nederland, zowel absoluut
als in procenten, uitgesplitst naar 10%-groepen van het besteedbaar
inkomen van huishoudens.
De cijfers zijn uitgesplitst naar landsdeel, provincie, corop-gebied,
grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest en gemeente.

De gegevens komen uit het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) 2006 van
het CBS. De peildatum is 1 januari 2007; de inkomensgegevens hebben
betrekking op het onderzoeksjaar 2006. Het betreft voorlopige cijfers.

Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks kan veranderen worden de
uitkomsten uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar
gepubliceerd; samenvoeging of splitsing van gemeenten heeft tot
gevolg dat alle informatie gerelateerd aan het inkomen in een nieuw
gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk kan wijzigen waardoor
vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens (absoluut) *
De hier opgenomen populatie betreft particuliere-, studenten- en
institutionele huishoudens met inkomen.
Aantal huishoudens (in %) *
De hier opgenomen populatie betreft particuliere-, studenten- en
institutionele huishoudens met inkomen in procenten van het totaal
aantal per afzonderlijke regio.