Consumentenvertrouwen; regionale kenmerken, 2002-2017

Consumentenvertrouwen; regionale kenmerken, 2002-2017

Regio's Perioden Consumentenvertrouwen Consumentenvertrouwen: indicator (Gem saldo pos.en neg. antw.) Consumentenvertrouwen Consumentenvertrouwen: deelvragen Economische situatie laatste 12 maanden (Saldo pos.en neg.antw. in % v.h. totaal) Consumentenvertrouwen Consumentenvertrouwen: deelvragen Economische situatie komende 12 maanden (Saldo pos.en neg.antw. in % v.h. totaal) Consumentenvertrouwen Consumentenvertrouwen: deelvragen Financiële situatie laatste 12 maanden (Saldo pos.en neg.antw. in % v.h. totaal) Consumentenvertrouwen Consumentenvertrouwen: deelvragen Financiële situatie komende 12 maanden (Saldo pos.en neg.antw. in % v.h. totaal) Consumentenvertrouwen Consumentenvertrouwen: deelvragen Gunstige tijd voor grote aankopen (Saldo pos.en neg.antw. in % v.h. totaal)
Nederland 2017 1e kwartaal 16 34 27 -6 2 22
Noord-Nederland 2017 1e kwartaal 14 27 27 -10 5 22
Oost-Nederland 2017 1e kwartaal 19 38 30 -4 8 21
West-Nederland 2017 1e kwartaal 16 35 26 -5 1 23
Zuid-Nederland 2017 1e kwartaal 13 30 23 -7 -3 20
Groningen 2017 1e kwartaal . . . . . .
Friesland 2017 1e kwartaal . . . . . .
Drenthe 2017 1e kwartaal . . . . . .
Overijssel 2017 1e kwartaal 18 42 33 -10 5 21
Flevoland 2017 1e kwartaal . . . . . .
Gelderland 2017 1e kwartaal 20 37 31 1 10 22
Utrecht 2017 1e kwartaal . . . . . .
Noord-Holland 2017 1e kwartaal 16 37 24 -6 4 20
Zuid-Holland 2017 1e kwartaal 15 33 26 -7 -2 26
Zeeland 2017 1e kwartaal . . . . . .
Noord-Brabant 2017 1e kwartaal 14 36 25 -4 -5 20
Limburg 2017 1e kwartaal 10 20 21 -12 0 20
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de opvattingen en verwachtingen van Nederlandse consumenten ten aanzien van de algemene economische ontwikkelingen en de eigen financiële situatie. Op basis van deze gegevens wordt de indicator Consumentenvertrouwen en de deelindicatoren Economisch klimaat en Koopbereidheid berekend. Overige gegevens betreffen onder andere de opvattingen en verwachtingen van consumenten ten aanzien van werkloosheid en prijzen. De gegevens zijn uitgesplitst naar verschillende regio’s. De statistiek “Consumenten Conjunctuuronderzoek” komt tot stand met medefinanciering door de Europese Commissie.

Gegevens beschikbaar van 1e kwartaal 2002 tot en met 1e kwartaal 2017.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 21 maart 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Consumentenvertrouwen
Het consumentenvertrouwen als saldo van positieve en negatieve antwoorden
in % van het totaal, per maand. Het consumentenvertrouwen geeft
informatie over het vertrouwen en verwachtingen van consumenten over de
ontwikkelingen van de Nederlandse economische groei.
In het Consumentenconjunctuuronderzoek worden maandelijks aan ongeveer
1000 respondenten vijf vragen gesteld over de algemene economische en de
eigen financiële situatie. Van iedere vraag wordt het saldo van positieve
en negatieve antwoorden in procenten van het totaal aantal antwoorden
bepaald. De indicator van het consumentenvertrouwen geeft een aardig
beeld van de toekomstige ontwikkeling van de consumptieve bestedingen,
vooral van de bestedingen aan duurzame goederen.
Naast de oorspronkelijke zijn er ook gegevens van het
consumentenvertrouwen beschikbaar die gecorrigeerd zijn
voor seizoensinvloeden.
Het consumentenvertrouwen wordt ook in de VS en in de lidstaten van de EU
gemeten. Deze internationale gegevens worden gepubliceerd door de
Organisatie voor Economische Ontwikkeling (OESO) te Parijs.
Consumentenvertrouwen: indicator
De berekening van de index van het consumentenvertrouwen is als volgt:
Als eerste stap in de berekening van de index wordt de
frequentieverdeling van de scores voor elke vraag omgezet in een
procentuele verdeling.
Vervolgens vindt per vraag een (ongewogen) optelling plaats van:
1. het percentage behorende bij de antwoordcategorie 'duidelijk beter'
en 'iets beter' (hierna: Pp);
2. het percentage behorende bij de antwoordcategorie 'iets slechter'
en 'duidelijk slechter' (hierna: Pn).
De index van het consumentenvertrouwen wordt berekend als het gemiddelde
van de saldi van de positieve (Pp) en negatieve (Pn) antwoorden op de
vijf deelvragen, uitgedrukt in procenten.
De index kan een waarde aannemen van -100 tot +100. Bij een indexwaarde
van 0 is het aandeel pessimisten gelijk aan het aandeel optimisten.
De neutrale antwoorden en de categorie 'weet niet' blijven aldus bij de
berekening van de index van het consumentenvertrouwen buiten beschouwing.
Consumentenvertrouwen: deelvragen
Economische situatie laatste 12 maanden
Vindt u dat in het algemeen de economische situatie van ons land de
afgelopen twaalf maanden beter is geworden, slechter is geworden of
hetzelfde is gebleven?
(saldo-percentage van positieve en negatieve antwoorden).
Economische situatie komende 12 maanden
En wat denkt u van de komende twaalf maanden? Zal in het algemeen de
economische situatie van Nederland dan beter worden, slechter worden
of hetzelfde blijven?
(saldo-percentage van positieve en negatieve antwoorden).
Financiële situatie laatste 12 maanden
Is de financiële situatie van het huishouden volgens u de laatste twaalf
maanden beter geworden, slechter geworden of ongewijzigd gebleven?
(saldo-percentage van positieve en negatieve antwoorden).
Financiële situatie komende 12 maanden
Wat verwacht u van de financiële situatie van uw huishouden? Zal deze
in de komende twaalf maanden beter worden, slechter worden of
ongewijzigd blijven?
(saldo-percentage van positieve en negatieve antwoorden).
Gunstige tijd voor grote aankopen
Als het gaat om meubelen, een wasmachine, een televisie en andere
duurzame artikelen? Vindt u dat het nu voor de mensen een gunstige of
een ongunstige tijd is om zulke grote aankopen te doen, of noch het een
noch het ander?
(saldo-percentage van positieve en negatieve antwoorden).