Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Geslacht Leeftijd Regio's Perioden Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Totaal in particuliere huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal samenwonende personen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Mannen en vrouwen Totaal Nederland 2025 18.044.027 17.733.886 4.685.554 3.380.900 8.748.168 626.593 292.671 310.141
Mannen en vrouwen Totaal Noord-Nederland (LD) 2025 1.773.584 1.733.197 431.792 344.593 873.924 57.578 25.310 40.387
Mannen en vrouwen Totaal Oost-Nederland (LD) 2025 3.813.542 3.741.468 1.035.228 630.423 1.895.922 120.216 59.679 72.074
Mannen en vrouwen Totaal West-Nederland (LD) 2025 8.657.526 8.526.088 2.278.873 1.720.237 4.052.806 325.414 148.758 131.438
Mannen en vrouwen Totaal Zuid-Nederland (LD) 2025 3.799.375 3.733.133 939.661 685.647 1.925.516 123.385 58.924 66.242
Mannen en vrouwen Totaal Groningen (PV) 2025 602.833 589.348 133.502 146.639 278.962 20.212 10.033 13.485
Mannen en vrouwen Totaal Fryslân (PV) 2025 664.222 650.429 170.787 118.408 331.580 21.331 8.323 13.793
Mannen en vrouwen Totaal Drenthe (PV) 2025 506.529 493.420 127.503 79.546 263.382 16.035 6.954 13.109
Mannen en vrouwen Totaal Overijssel (PV) 2025 1.195.789 1.173.442 328.582 195.124 596.634 35.859 17.243 22.347
Mannen en vrouwen Totaal Flevoland (PV) 2025 456.395 448.860 138.681 65.404 216.140 19.519 9.116 7.535
Mannen en vrouwen Totaal Gelderland (PV) 2025 2.161.358 2.119.166 567.965 369.895 1.083.148 64.838 33.320 42.192
Mannen en vrouwen Totaal Utrecht (PV) 2025 1.409.144 1.387.707 384.103 257.055 681.792 43.666 21.091 21.437
Mannen en vrouwen Totaal Noord-Holland (PV) 2025 2.992.016 2.948.169 761.484 637.753 1.380.414 116.840 51.678 43.847
Mannen en vrouwen Totaal Zuid-Holland (PV) 2025 3.863.397 3.804.001 1.035.510 755.741 1.788.570 153.019 71.161 59.396
Mannen en vrouwen Totaal Zeeland (PV) 2025 392.969 386.211 97.776 69.688 202.030 11.889 4.828 6.758
Mannen en vrouwen Totaal Noord-Brabant (PV) 2025 2.664.047 2.620.225 682.250 461.581 1.349.264 85.143 41.987 43.822
Mannen en vrouwen Totaal Limburg (PV) 2025 1.135.328 1.112.908 257.411 224.066 576.252 38.242 16.937 22.420
Mannen en vrouwen Totaal Oost-Groningen (CR) 2025 139.191 133.896 32.912 23.280 70.748 4.854 2.102 5.295
Mannen en vrouwen Totaal Delfzijl en omgeving (CR) 2025 44.795 43.458 10.758 8.133 22.420 1.659 488 1.337
Mannen en vrouwen Totaal Overig Groningen (CR) 2025 418.847 411.994 89.832 115.226 185.794 13.699 7.443 6.853
Mannen en vrouwen Totaal Noord-Friesland (CR) 2025 329.973 323.600 83.232 64.439 160.712 10.890 4.327 6.373
Mannen en vrouwen Totaal Zuidwest-Friesland (CR) 2025 142.769 139.789 37.389 22.765 73.930 4.141 1.564 2.980
Mannen en vrouwen Totaal Zuidoost-Friesland (CR) 2025 191.480 187.040 50.166 31.204 96.938 6.300 2.432 4.440
Mannen en vrouwen Totaal Noord-Drenthe (CR) 2025 197.110 191.469 49.397 30.651 103.048 6.120 2.253 5.641
Mannen en vrouwen Totaal Zuidoost-Drenthe (CR) 2025 171.587 167.934 42.513 27.201 89.734 5.698 2.788 3.653
Mannen en vrouwen Totaal Zuidwest-Drenthe (CR) 2025 137.832 134.017 35.593 21.694 70.600 4.217 1.913 3.815
Mannen en vrouwen Totaal Noord-Overijssel (CR) 2025 390.259 383.024 112.339 59.936 194.750 10.922 5.077 7.235
Mannen en vrouwen Totaal Zuidwest-Overijssel (CR) 2025 161.927 158.816 42.688 27.200 81.606 5.223 2.099 3.111
Mannen en vrouwen Totaal Twente (CR) 2025 643.603 631.602 173.555 107.988 320.278 19.714 10.067 12.001
Mannen en vrouwen Totaal Veluwe (CR) 2025 726.891 711.377 203.784 112.881 364.232 19.159 11.321 15.514
Mannen en vrouwen Totaal Achterhoek (CR) 2025 407.957 399.314 103.677 60.862 217.762 11.531 5.482 8.643
Mannen en vrouwen Totaal Arnhem/Nijmegen (CR) 2025 769.347 754.293 186.125 161.489 367.602 26.911 12.166 15.054
Mannen en vrouwen Totaal Zuidwest-Gelderland (CR) 2025 257.163 254.182 74.379 34.663 133.552 7.237 4.351 2.981
Mannen en vrouwen Totaal Utrecht (CR) 2025 1.409.144 1.387.707 384.103 257.055 681.792 43.666 21.091 21.437
Mannen en vrouwen Totaal Kop van Noord-Holland (CR) 2025 388.726 382.552 102.937 64.219 196.400 13.339 5.657 6.174
Mannen en vrouwen Totaal Alkmaar en omgeving (CR) 2025 257.706 253.755 68.295 44.871 128.010 9.288 3.291 3.951
Mannen en vrouwen Totaal IJmond (CR) 2025 202.491 199.707 54.934 33.610 101.066 7.398 2.699 2.784
Mannen en vrouwen Totaal Agglomeratie Haarlem (CR) 2025 237.347 233.116 62.178 47.667 111.584 8.612 3.075 4.231
Mannen en vrouwen Totaal Zaanstreek (CR) 2025 179.249 176.780 50.433 30.516 84.588 8.032 3.211 2.469
Mannen en vrouwen Totaal Groot-Amsterdam (CR) 2025 1.480.814 1.460.318 355.821 372.755 639.246 61.816 30.680 20.496
Mannen en vrouwen Totaal Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2025 245.683 241.941 66.886 44.115 119.520 8.355 3.065 3.742
Mannen en vrouwen Totaal Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2025 447.601 440.280 113.181 90.192 217.516 13.313 6.078 7.321
Mannen en vrouwen Totaal Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2025 923.493 909.391 245.422 200.895 402.754 40.099 20.221 14.102
Mannen en vrouwen Totaal Delft en Westland (CR) 2025 246.512 243.717 61.171 56.697 114.238 7.526 4.085 2.795
Mannen en vrouwen Totaal Oost-Zuid-Holland (CR) 2025 351.846 347.004 99.146 51.726 180.810 10.493 4.829 4.842
Mannen en vrouwen Totaal Groot-Rijnmond (CR) 2025 1.511.151 1.486.820 406.664 296.003 685.254 68.413 30.486 24.331
Mannen en vrouwen Totaal Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2025 382.794 376.789 109.926 60.228 187.998 13.175 5.462 6.005
Mannen en vrouwen Totaal Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2025 106.125 104.502 23.981 19.368 56.404 3.378 1.371 1.623
Mannen en vrouwen Totaal Overig Zeeland (CR) 2025 286.844 281.709 73.795 50.320 145.626 8.511 3.457 5.135
Mannen en vrouwen Totaal West-Noord-Brabant (CR) 2025 653.955 644.334 165.771 111.872 334.090 21.783 10.818 9.621
Mannen en vrouwen Totaal Midden-Noord-Brabant (CR) 2025 511.970 501.409 130.355 94.347 251.608 16.841 8.258 10.561
Mannen en vrouwen Totaal Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2025 681.831 670.302 178.784 108.166 351.912 20.878 10.562 11.529
Mannen en vrouwen Totaal Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2025 816.291 804.180 207.340 147.196 411.654 25.641 12.349 12.111
Mannen en vrouwen Totaal Noord-Limburg (CR) 2025 291.387 286.113 72.350 47.833 152.674 8.683 4.573 5.274
Mannen en vrouwen Totaal Midden-Limburg (CR) 2025 243.792 238.199 57.997 40.706 128.328 7.530 3.638 5.593
Mannen en vrouwen Totaal Zuid-Limburg (CR) 2025 600.149 588.596 127.064 135.527 295.250 22.029 8.726 11.553
Mannen en vrouwen Totaal Flevoland (CR) 2025 456.395 448.860 138.681 65.404 216.140 19.519 9.116 7.535
Mannen en vrouwen Totaal Aa en Hunze 2025 25.935 25.355 6.118 3.407 14.830 628 372 580
Mannen en vrouwen Totaal Aalburg 2025
Mannen en vrouwen Totaal Aalsmeer 2025 33.250 32.874 9.742 4.963 16.544 1.164 461 376
Mannen en vrouwen Totaal Aalten 2025 27.466 26.973 7.468 3.725 14.760 688 332 493
Mannen en vrouwen Totaal Ter Aar 2025
Mannen en vrouwen Totaal Abcoude 2025
Mannen en vrouwen Totaal Achtkarspelen 2025 28.200 27.916 8.143 3.917 14.662 835 359 284
Mannen en vrouwen Totaal Akersloot 2025
Mannen en vrouwen Totaal Alblasserdam 2025 20.242 20.088 6.358 2.789 10.090 633 218 154
Mannen en vrouwen Totaal Albrandswaard 2025 26.707 25.961 8.014 2.950 13.782 870 345 746
Mannen en vrouwen Totaal Alkemade 2025
Mannen en vrouwen Totaal Alkmaar 2025 112.896 111.737 28.983 23.067 53.544 4.669 1.474 1.159
Mannen en vrouwen Totaal Almelo 2025 74.776 72.837 20.054 12.879 35.886 2.863 1.155 1.939
Mannen en vrouwen Totaal Almere 2025 229.574 226.752 71.206 33.218 105.550 11.780 4.998 2.822
Mannen en vrouwen Totaal Alphen aan den Rijn 2025 115.773 114.089 32.104 17.307 59.452 3.752 1.474 1.684
Mannen en vrouwen Totaal Alphen-Chaam 2025 10.539 10.447 2.755 1.233 5.982 256 221 92
Mannen en vrouwen Totaal Altena 2025 58.726 57.912 17.495 7.245 30.864 1.450 858 814
Mannen en vrouwen Totaal Ambt Delden 2025
Mannen en vrouwen Totaal Ambt Montfort 2025
Mannen en vrouwen Totaal Ameland 2025 3.800 3.764 855 760 1.994 82 73 36
Mannen en vrouwen Totaal Amerongen 2025
Mannen en vrouwen Totaal Amersfoort 2025 163.298 160.657 45.842 27.982 79.166 5.681 1.986 2.641
Mannen en vrouwen Totaal Amstelveen 2025 95.822 94.901 25.837 20.139 44.060 3.502 1.363 921
Mannen en vrouwen Totaal Amsterdam 2025 934.526 920.424 201.606 283.658 371.296 41.235 22.629 14.102
Mannen en vrouwen Totaal Andijk 2025
Mannen en vrouwen Totaal Angerlo 2025
Mannen en vrouwen Totaal Anna Paulowna 2025
Mannen en vrouwen Totaal Apeldoorn 2025 168.551 164.157 43.356 29.081 83.606 5.718 2.396 4.394
Mannen en vrouwen Totaal Appingedam 2025
Mannen en vrouwen Totaal Arcen en Velden 2025
Mannen en vrouwen Totaal Arnhem 2025 169.364 164.343 40.131 41.787 72.016 7.140 3.269 5.021
Mannen en vrouwen Totaal Assen 2025 70.392 67.725 17.809 13.339 33.194 2.727 656 2.667
Mannen en vrouwen Totaal Asten 2025 17.385 17.110 4.700 2.405 9.322 404 279 275
Mannen en vrouwen Totaal Avereest 2025
Mannen en vrouwen Totaal Axel 2025
Mannen en vrouwen Totaal Baarle-Nassau 2025 7.205 7.050 1.756 1.111 3.820 202 161 155
Mannen en vrouwen Totaal Baarn 2025 25.184 23.918 6.317 4.447 12.134 768 252 1.266
Mannen en vrouwen Totaal Barendrecht 2025 48.550 48.065 15.199 5.369 25.092 1.734 671 485
Mannen en vrouwen Totaal Barneveld 2025 63.152 62.192 21.654 6.793 31.380 1.287 1.078 960
Mannen en vrouwen Totaal Bathmen 2025
Mannen en vrouwen Totaal Bedum 2025
Mannen en vrouwen Totaal Beek (L.) 2025 16.251 16.088 3.756 2.631 8.910 573 218 163
Mannen en vrouwen Totaal Beekdaelen 2025 35.824 35.212 8.438 5.336 19.858 1.110 470 612
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Personen in Nederland wonend in een particulier of institutioneel huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio op 1 januari.
De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen in alle huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in particuliere huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in institutionele huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten.

De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.
Bijvoorbeeld: voor de gemeente Vianen, die per 1 januari 2002 is overgegaan van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht, geldt dat ze in de tabel is gegroepeerd in de provincie Utrecht.

De regionale cijfers over de institutionele bevolking vertonen van jaar op jaar soms moeilijk te verklaren schommelingen. De gehanteerde methodiek is gebaseerd op typering van adresbewoning op basis van secundaire bronnen. Niet in alle gevallen valt de typering perfect uit. Dat kan komen doordat een adres van functie is veranderd, bij voorbeeld van zorginstelling naar huisvesting van (voormalige) asielzoekers, zonder dat het CBS daar kennis van heeft genomen. In andere situaties kan het voorkomen dat een adres het ene jaar wel en het andere jaar niet boven de gehanteerde drempelwaarden blijft qua aantal institutionele bewoners die gelden voor het afbakenen van institutionele adressen. Indirect hebben dergelijke schommelingen ook effect op het aantal eenpersoonshuishoudens.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 18 juli 2025:
De cijfers per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
In het 3e kwartaal van 2026 worden cijfers per 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.
Thuiswonend kind
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Samenwonend
Samenwonende personen in particuliere huishoudens.

Samenwonende persoon:
Persoon die samen met iemand anders als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonende personen
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Overige leden in particuliere huishoudens.

Overig lid huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.