Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Geslacht Leeftijd Regio's Perioden Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Totaal in particuliere huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal samenwonende personen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Mannen en vrouwen Totaal Veere 2025 21.945 21.697 5.625 3.199 12.176 442 255 248
Mannen en vrouwen 0 tot 5 jaar Veere 2025 1.003 1.003 992 11 0
Mannen en vrouwen 5 tot 10 jaar Veere 2025 1.162 1.162 1.146 16 0
Mannen en vrouwen 10 tot 15 jaar Veere 2025 1.166 1.165 1.147 18 1
Mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Veere 2025 1.072 1.071 1.037 15 0 0 19 1
Mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar Veere 2025 1.055 1.054 824 85 129 0 16 1
Mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar Veere 2025 948 947 286 154 482 5 20 1
Mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar Veere 2025 1.008 1.007 78 147 748 25 9 1
Mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar Veere 2025 1.072 1.072 28 124 857 59 4 0
Mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar Veere 2025 1.101 1.097 19 136 882 52 8 4
Mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar Veere 2025 1.117 1.107 18 122 902 57 8 10
Mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar Veere 2025 1.435 1.430 22 178 1.141 72 17 5
Mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar Veere 2025 1.695 1.683 15 238 1.348 66 16 12
Mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar Veere 2025 1.691 1.680 8 271 1.343 39 19 11
Mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar Veere 2025 1.627 1.612 4 286 1.286 19 17 15
Mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar Veere 2025 1.610 1.599 0 380 1.194 9 16 11
Mannen en vrouwen 75 tot 80 jaar Veere 2025 1.501 1.473 1 369 1.065 13 25 28
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar Veere 2025 939 900 0 316 566 10 8 39
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar Veere 2025 484 447 0 247 186 10 4 37
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar Veere 2025 198 154 0 103 43 4 4 44
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder Veere 2025 61 34 0 28 4 2 0 27
Mannen Totaal Veere 2025 10.875 10.787 3.039 1.446 6.086 97 119 88
Mannen 0 tot 5 jaar Veere 2025 523 523 515 8 0
Mannen 5 tot 10 jaar Veere 2025 593 593 585 8 0
Mannen 10 tot 15 jaar Veere 2025 617 617 607 10 0
Mannen 15 tot 20 jaar Veere 2025 555 555 541 7 0 0 7 0
Mannen 20 tot 25 jaar Veere 2025 545 545 469 32 37 0 7 0
Mannen 25 tot 30 jaar Veere 2025 503 503 193 94 208 0 8 0
Mannen 30 tot 35 jaar Veere 2025 488 488 46 96 338 2 6 0
Mannen 35 tot 40 jaar Veere 2025 547 547 20 89 429 7 2 0
Mannen 40 tot 45 jaar Veere 2025 531 529 14 88 416 7 4 2
Mannen 45 tot 50 jaar Veere 2025 529 524 11 72 430 8 3 5
Mannen 50 tot 55 jaar Veere 2025 697 693 17 104 547 17 8 4
Mannen 55 tot 60 jaar Veere 2025 856 849 10 131 682 20 6 7
Mannen 60 tot 65 jaar Veere 2025 830 821 6 130 663 14 8 9
Mannen 65 tot 70 jaar Veere 2025 793 783 4 121 639 8 11 10
Mannen 70 tot 75 jaar Veere 2025 784 778 0 162 607 4 5 6
Mannen 75 tot 80 jaar Veere 2025 742 730 1 126 586 5 12 12
Mannen 80 tot 85 jaar Veere 2025 463 451 0 99 348 1 3 12
Mannen 85 tot 90 jaar Veere 2025 195 185 0 57 123 3 2 10
Mannen 90 tot 95 jaar Veere 2025 63 57 0 26 30 0 1 6
Mannen 95 jaar of ouder Veere 2025 21 16 0 12 3 1 0 5
Vrouwen Totaal Veere 2025 11.070 10.910 2.586 1.753 6.090 345 136 160
Vrouwen 0 tot 5 jaar Veere 2025 480 480 477 3 0
Vrouwen 5 tot 10 jaar Veere 2025 569 569 561 8 0
Vrouwen 10 tot 15 jaar Veere 2025 549 548 540 8 1
Vrouwen 15 tot 20 jaar Veere 2025 517 516 496 8 0 0 12 1
Vrouwen 20 tot 25 jaar Veere 2025 510 509 355 53 92 0 9 1
Vrouwen 25 tot 30 jaar Veere 2025 445 444 93 60 274 5 12 1
Vrouwen 30 tot 35 jaar Veere 2025 520 519 32 51 410 23 3 1
Vrouwen 35 tot 40 jaar Veere 2025 525 525 8 35 428 52 2 0
Vrouwen 40 tot 45 jaar Veere 2025 570 568 5 48 466 45 4 2
Vrouwen 45 tot 50 jaar Veere 2025 588 583 7 50 472 49 5 5
Vrouwen 50 tot 55 jaar Veere 2025 738 737 5 74 594 55 9 1
Vrouwen 55 tot 60 jaar Veere 2025 839 834 5 107 666 46 10 5
Vrouwen 60 tot 65 jaar Veere 2025 861 859 2 141 680 25 11 2
Vrouwen 65 tot 70 jaar Veere 2025 834 829 0 165 647 11 6 5
Vrouwen 70 tot 75 jaar Veere 2025 826 821 0 218 587 5 11 5
Vrouwen 75 tot 80 jaar Veere 2025 759 743 0 243 479 8 13 16
Vrouwen 80 tot 85 jaar Veere 2025 476 449 0 217 218 9 5 27
Vrouwen 85 tot 90 jaar Veere 2025 289 262 0 190 63 7 2 27
Vrouwen 90 tot 95 jaar Veere 2025 135 97 0 77 13 4 3 38
Vrouwen 95 jaar of ouder Veere 2025 40 18 0 16 1 1 0 22
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Personen in Nederland wonend in een particulier of institutioneel huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio op 1 januari.
De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen in alle huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in particuliere huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in institutionele huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten.

De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.
Bijvoorbeeld: voor de gemeente Vianen, die per 1 januari 2002 is overgegaan van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht, geldt dat ze in de tabel is gegroepeerd in de provincie Utrecht.

De regionale cijfers over de institutionele bevolking vertonen van jaar op jaar soms moeilijk te verklaren schommelingen. De gehanteerde methodiek is gebaseerd op typering van adresbewoning op basis van secundaire bronnen. Niet in alle gevallen valt de typering perfect uit. Dat kan komen doordat een adres van functie is veranderd, bij voorbeeld van zorginstelling naar huisvesting van (voormalige) asielzoekers, zonder dat het CBS daar kennis van heeft genomen. In andere situaties kan het voorkomen dat een adres het ene jaar wel en het andere jaar niet boven de gehanteerde drempelwaarden blijft qua aantal institutionele bewoners die gelden voor het afbakenen van institutionele adressen. Indirect hebben dergelijke schommelingen ook effect op het aantal eenpersoonshuishoudens.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 18 juli 2025:
De cijfers per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
In het 3e kwartaal van 2026 worden cijfers per 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.
Thuiswonend kind
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Samenwonend
Samenwonende personen in particuliere huishoudens.

Samenwonende persoon:
Persoon die samen met iemand anders als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonende personen
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Overige leden in particuliere huishoudens.

Overig lid huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.