Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Geslacht Leeftijd Regio's Perioden Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Totaal in particuliere huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal samenwonende personen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Mannen en vrouwen Totaal Scherpenzeel 2025 10.539 10.392 3.284 1.298 5.474 216 120 147
Mannen en vrouwen 0 tot 5 jaar Scherpenzeel 2025 691 690 685 5 1
Mannen en vrouwen 5 tot 10 jaar Scherpenzeel 2025 641 640 632 8 1
Mannen en vrouwen 10 tot 15 jaar Scherpenzeel 2025 690 690 681 9 0
Mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Scherpenzeel 2025 641 638 622 8 2 0 6 3
Mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar Scherpenzeel 2025 603 599 445 44 103 0 7 4
Mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar Scherpenzeel 2025 696 693 153 101 423 5 11 3
Mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar Scherpenzeel 2025 687 681 33 87 540 14 7 6
Mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar Scherpenzeel 2025 631 625 7 88 500 25 5 6
Mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar Scherpenzeel 2025 605 599 4 61 498 30 6 6
Mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar Scherpenzeel 2025 582 578 10 58 465 43 2 4
Mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar Scherpenzeel 2025 646 639 2 78 516 39 4 7
Mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar Scherpenzeel 2025 685 682 3 91 551 29 8 3
Mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar Scherpenzeel 2025 635 629 5 103 500 11 10 6
Mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar Scherpenzeel 2025 520 513 2 100 401 3 7 7
Mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar Scherpenzeel 2025 514 503 0 102 392 3 6 11
Mannen en vrouwen 75 tot 80 jaar Scherpenzeel 2025 490 486 0 129 349 2 6 4
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar Scherpenzeel 2025 320 308 0 129 165 6 8 12
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar Scherpenzeel 2025 169 148 0 82 61 3 2 21
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar Scherpenzeel 2025 80 44 0 32 8 2 2 36
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder Scherpenzeel 2025 13 7 0 5 0 1 1 6
Mannen Totaal Scherpenzeel 2025 5.220 5.158 1.720 584 2.742 49 63 62
Mannen 0 tot 5 jaar Scherpenzeel 2025 332 331 327 4 1
Mannen 5 tot 10 jaar Scherpenzeel 2025 330 330 326 4 0
Mannen 10 tot 15 jaar Scherpenzeel 2025 345 345 340 5 0
Mannen 15 tot 20 jaar Scherpenzeel 2025 338 337 327 6 0 0 4 1
Mannen 20 tot 25 jaar Scherpenzeel 2025 306 303 250 27 23 0 3 3
Mannen 25 tot 30 jaar Scherpenzeel 2025 375 374 107 64 195 0 8 1
Mannen 30 tot 35 jaar Scherpenzeel 2025 335 329 20 51 251 1 6 6
Mannen 35 tot 40 jaar Scherpenzeel 2025 319 314 6 55 246 4 3 5
Mannen 40 tot 45 jaar Scherpenzeel 2025 296 292 3 40 242 3 4 4
Mannen 45 tot 50 jaar Scherpenzeel 2025 311 308 6 39 253 10 0 3
Mannen 50 tot 55 jaar Scherpenzeel 2025 320 314 2 40 259 11 2 6
Mannen 55 tot 60 jaar Scherpenzeel 2025 333 331 2 51 261 11 6 2
Mannen 60 tot 65 jaar Scherpenzeel 2025 333 328 3 47 271 3 4 5
Mannen 65 tot 70 jaar Scherpenzeel 2025 255 254 1 43 206 2 2 1
Mannen 70 tot 75 jaar Scherpenzeel 2025 252 246 0 33 210 1 2 6
Mannen 75 tot 80 jaar Scherpenzeel 2025 221 220 0 37 179 1 3 1
Mannen 80 tot 85 jaar Scherpenzeel 2025 125 123 0 19 101 2 1 2
Mannen 85 tot 90 jaar Scherpenzeel 2025 69 63 0 23 38 0 2 6
Mannen 90 tot 95 jaar Scherpenzeel 2025 22 15 0 8 7 0 0 7
Mannen 95 jaar of ouder Scherpenzeel 2025 3 1 0 1 0 0 0 2
Vrouwen Totaal Scherpenzeel 2025 5.319 5.234 1.564 714 2.732 167 57 85
Vrouwen 0 tot 5 jaar Scherpenzeel 2025 359 359 358 1 0
Vrouwen 5 tot 10 jaar Scherpenzeel 2025 311 310 306 4 1
Vrouwen 10 tot 15 jaar Scherpenzeel 2025 345 345 341 4 0
Vrouwen 15 tot 20 jaar Scherpenzeel 2025 303 301 295 2 2 0 2 2
Vrouwen 20 tot 25 jaar Scherpenzeel 2025 297 296 195 17 80 0 4 1
Vrouwen 25 tot 30 jaar Scherpenzeel 2025 321 319 46 37 228 5 3 2
Vrouwen 30 tot 35 jaar Scherpenzeel 2025 352 352 13 36 289 13 1 0
Vrouwen 35 tot 40 jaar Scherpenzeel 2025 312 311 1 33 254 21 2 1
Vrouwen 40 tot 45 jaar Scherpenzeel 2025 309 307 1 21 256 27 2 2
Vrouwen 45 tot 50 jaar Scherpenzeel 2025 271 270 4 19 212 33 2 1
Vrouwen 50 tot 55 jaar Scherpenzeel 2025 326 325 0 38 257 28 2 1
Vrouwen 55 tot 60 jaar Scherpenzeel 2025 352 351 1 40 290 18 2 1
Vrouwen 60 tot 65 jaar Scherpenzeel 2025 302 301 2 56 229 8 6 1
Vrouwen 65 tot 70 jaar Scherpenzeel 2025 265 259 1 57 195 1 5 6
Vrouwen 70 tot 75 jaar Scherpenzeel 2025 262 257 0 69 182 2 4 5
Vrouwen 75 tot 80 jaar Scherpenzeel 2025 269 266 0 92 170 1 3 3
Vrouwen 80 tot 85 jaar Scherpenzeel 2025 195 185 0 110 64 4 7 10
Vrouwen 85 tot 90 jaar Scherpenzeel 2025 100 85 0 59 23 3 0 15
Vrouwen 90 tot 95 jaar Scherpenzeel 2025 58 29 0 24 1 2 2 29
Vrouwen 95 jaar of ouder Scherpenzeel 2025 10 6 0 4 0 1 1 4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Personen in Nederland wonend in een particulier of institutioneel huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio op 1 januari.
De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen in alle huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in particuliere huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in institutionele huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten.

De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.
Bijvoorbeeld: voor de gemeente Vianen, die per 1 januari 2002 is overgegaan van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht, geldt dat ze in de tabel is gegroepeerd in de provincie Utrecht.

De regionale cijfers over de institutionele bevolking vertonen van jaar op jaar soms moeilijk te verklaren schommelingen. De gehanteerde methodiek is gebaseerd op typering van adresbewoning op basis van secundaire bronnen. Niet in alle gevallen valt de typering perfect uit. Dat kan komen doordat een adres van functie is veranderd, bij voorbeeld van zorginstelling naar huisvesting van (voormalige) asielzoekers, zonder dat het CBS daar kennis van heeft genomen. In andere situaties kan het voorkomen dat een adres het ene jaar wel en het andere jaar niet boven de gehanteerde drempelwaarden blijft qua aantal institutionele bewoners die gelden voor het afbakenen van institutionele adressen. Indirect hebben dergelijke schommelingen ook effect op het aantal eenpersoonshuishoudens.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 18 juli 2025:
De cijfers per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
In het 3e kwartaal van 2026 worden cijfers per 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.
Thuiswonend kind
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Samenwonend
Samenwonende personen in particuliere huishoudens.

Samenwonende persoon:
Persoon die samen met iemand anders als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonende personen
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Overige leden in particuliere huishoudens.

Overig lid huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.