Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Geslacht Leeftijd Regio's Perioden Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Totaal in particuliere huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal samenwonende personen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Mannen en vrouwen Totaal Nederweert 2025 17.512 17.306 4.403 2.493 9.778 367 265 206
Mannen en vrouwen 0 tot 5 jaar Nederweert 2025 802 802 799 3 0
Mannen en vrouwen 5 tot 10 jaar Nederweert 2025 800 800 790 10 0
Mannen en vrouwen 10 tot 15 jaar Nederweert 2025 812 812 801 11 0
Mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Nederweert 2025 809 807 779 17 6 0 5 2
Mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar Nederweert 2025 918 911 735 83 75 4 14 7
Mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar Nederweert 2025 920 905 295 186 403 8 13 15
Mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar Nederweert 2025 1.030 1.020 78 172 731 23 16 10
Mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar Nederweert 2025 933 922 35 135 711 30 11 11
Mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar Nederweert 2025 980 972 33 125 764 46 4 8
Mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar Nederweert 2025 960 953 10 116 770 52 5 7
Mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar Nederweert 2025 1.189 1.177 21 171 921 55 9 12
Mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar Nederweert 2025 1.441 1.437 20 184 1.154 48 31 4
Mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar Nederweert 2025 1.408 1.393 4 215 1.110 32 32 15
Mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar Nederweert 2025 1.300 1.290 1 220 1.024 19 26 10
Mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar Nederweert 2025 1.144 1.134 1 192 905 10 26 10
Mannen en vrouwen 75 tot 80 jaar Nederweert 2025 949 934 1 227 673 14 19 15
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar Nederweert 2025 596 565 0 196 339 14 16 31
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar Nederweert 2025 385 359 0 177 165 8 9 26
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar Nederweert 2025 109 95 0 67 25 2 1 14
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder Nederweert 2025 27 18 0 10 2 2 4 9
Mannen Totaal Nederweert 2025 8.888 8.810 2.391 1.294 4.885 100 140 78
Mannen 0 tot 5 jaar Nederweert 2025 435 435 434 1 0
Mannen 5 tot 10 jaar Nederweert 2025 403 403 395 8 0
Mannen 10 tot 15 jaar Nederweert 2025 392 392 388 4 0
Mannen 15 tot 20 jaar Nederweert 2025 447 446 429 12 3 0 2 1
Mannen 20 tot 25 jaar Nederweert 2025 481 475 400 44 23 0 8 6
Mannen 25 tot 30 jaar Nederweert 2025 470 461 187 120 144 2 8 9
Mannen 30 tot 35 jaar Nederweert 2025 545 541 57 118 355 3 8 4
Mannen 35 tot 40 jaar Nederweert 2025 467 462 24 96 330 3 9 5
Mannen 40 tot 45 jaar Nederweert 2025 502 497 26 97 364 9 1 5
Mannen 45 tot 50 jaar Nederweert 2025 505 502 9 85 394 12 2 3
Mannen 50 tot 55 jaar Nederweert 2025 607 602 18 102 462 14 6 5
Mannen 55 tot 60 jaar Nederweert 2025 728 727 17 111 565 17 17 1
Mannen 60 tot 65 jaar Nederweert 2025 710 702 4 127 540 15 16 8
Mannen 65 tot 70 jaar Nederweert 2025 673 668 1 101 539 12 15 5
Mannen 70 tot 75 jaar Nederweert 2025 588 584 1 78 488 4 13 4
Mannen 75 tot 80 jaar Nederweert 2025 457 451 1 76 362 5 7 6
Mannen 80 tot 85 jaar Nederweert 2025 277 268 0 60 195 3 10 9
Mannen 85 tot 90 jaar Nederweert 2025 154 150 0 44 101 1 4 4
Mannen 90 tot 95 jaar Nederweert 2025 40 37 0 19 18 0 0 3
Mannen 95 jaar of ouder Nederweert 2025 7 7 0 4 2 0 1 0
Vrouwen Totaal Nederweert 2025 8.624 8.496 2.012 1.199 4.893 267 125 128
Vrouwen 0 tot 5 jaar Nederweert 2025 367 367 365 2 0
Vrouwen 5 tot 10 jaar Nederweert 2025 397 397 395 2 0
Vrouwen 10 tot 15 jaar Nederweert 2025 420 420 413 7 0
Vrouwen 15 tot 20 jaar Nederweert 2025 362 361 350 5 3 0 3 1
Vrouwen 20 tot 25 jaar Nederweert 2025 437 436 335 39 52 4 6 1
Vrouwen 25 tot 30 jaar Nederweert 2025 450 444 108 66 259 6 5 6
Vrouwen 30 tot 35 jaar Nederweert 2025 485 479 21 54 376 20 8 6
Vrouwen 35 tot 40 jaar Nederweert 2025 466 460 11 39 381 27 2 6
Vrouwen 40 tot 45 jaar Nederweert 2025 478 475 7 28 400 37 3 3
Vrouwen 45 tot 50 jaar Nederweert 2025 455 451 1 31 376 40 3 4
Vrouwen 50 tot 55 jaar Nederweert 2025 582 575 3 69 459 41 3 7
Vrouwen 55 tot 60 jaar Nederweert 2025 713 710 3 73 589 31 14 3
Vrouwen 60 tot 65 jaar Nederweert 2025 698 691 0 88 570 17 16 7
Vrouwen 65 tot 70 jaar Nederweert 2025 627 622 0 119 485 7 11 5
Vrouwen 70 tot 75 jaar Nederweert 2025 556 550 0 114 417 6 13 6
Vrouwen 75 tot 80 jaar Nederweert 2025 492 483 0 151 311 9 12 9
Vrouwen 80 tot 85 jaar Nederweert 2025 319 297 0 136 144 11 6 22
Vrouwen 85 tot 90 jaar Nederweert 2025 231 209 0 133 64 7 5 22
Vrouwen 90 tot 95 jaar Nederweert 2025 69 58 0 48 7 2 1 11
Vrouwen 95 jaar of ouder Nederweert 2025 20 11 0 6 0 2 3 9
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Personen in Nederland wonend in een particulier of institutioneel huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio op 1 januari.
De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen in alle huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in particuliere huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in institutionele huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten.

De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.
Bijvoorbeeld: voor de gemeente Vianen, die per 1 januari 2002 is overgegaan van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht, geldt dat ze in de tabel is gegroepeerd in de provincie Utrecht.

De regionale cijfers over de institutionele bevolking vertonen van jaar op jaar soms moeilijk te verklaren schommelingen. De gehanteerde methodiek is gebaseerd op typering van adresbewoning op basis van secundaire bronnen. Niet in alle gevallen valt de typering perfect uit. Dat kan komen doordat een adres van functie is veranderd, bij voorbeeld van zorginstelling naar huisvesting van (voormalige) asielzoekers, zonder dat het CBS daar kennis van heeft genomen. In andere situaties kan het voorkomen dat een adres het ene jaar wel en het andere jaar niet boven de gehanteerde drempelwaarden blijft qua aantal institutionele bewoners die gelden voor het afbakenen van institutionele adressen. Indirect hebben dergelijke schommelingen ook effect op het aantal eenpersoonshuishoudens.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 18 juli 2025:
De cijfers per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
In het 3e kwartaal van 2026 worden cijfers per 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.
Thuiswonend kind
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Samenwonend
Samenwonende personen in particuliere huishoudens.

Samenwonende persoon:
Persoon die samen met iemand anders als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonende personen
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Overige leden in particuliere huishoudens.

Overig lid huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.