Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Geslacht Leeftijd Regio's Perioden Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Totaal in particuliere huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal samenwonende personen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Mannen en vrouwen Totaal Medemblik 2025 45.934 45.264 12.661 6.487 24.038 1.352 726 670
Mannen en vrouwen 0 tot 5 jaar Medemblik 2025 2.089 2.087 2.037 50 2
Mannen en vrouwen 5 tot 10 jaar Medemblik 2025 2.291 2.280 2.250 30 11
Mannen en vrouwen 10 tot 15 jaar Medemblik 2025 2.480 2.475 2.443 32 5
Mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Medemblik 2025 2.686 2.664 2.564 42 8 2 48 22
Mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar Medemblik 2025 2.647 2.609 2.070 228 235 9 67 38
Mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar Medemblik 2025 2.349 2.301 827 353 1.022 43 56 48
Mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar Medemblik 2025 2.552 2.507 217 486 1.670 94 40 45
Mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar Medemblik 2025 2.628 2.592 99 379 1.953 142 19 36
Mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar Medemblik 2025 2.589 2.559 50 345 1.962 179 23 30
Mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar Medemblik 2025 2.742 2.715 39 349 2.074 214 39 27
Mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar Medemblik 2025 3.217 3.190 34 469 2.395 262 30 27
Mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar Medemblik 2025 3.503 3.470 18 540 2.687 182 43 33
Mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar Medemblik 2025 3.410 3.380 11 554 2.657 92 66 30
Mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar Medemblik 2025 3.085 3.063 2 587 2.374 45 55 22
Mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar Medemblik 2025 2.790 2.767 0 573 2.128 32 34 23
Mannen en vrouwen 75 tot 80 jaar Medemblik 2025 2.492 2.447 0 626 1.742 29 50 45
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar Medemblik 2025 1.398 1.334 0 510 781 14 29 64
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar Medemblik 2025 681 615 0 293 307 6 9 66
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar Medemblik 2025 252 185 0 133 42 5 5 67
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder Medemblik 2025 53 24 0 20 1 2 1 29
Mannen Totaal Medemblik 2025 23.205 22.876 6.808 3.385 12.036 316 331 329
Mannen 0 tot 5 jaar Medemblik 2025 1.063 1.062 1.033 29 1
Mannen 5 tot 10 jaar Medemblik 2025 1.158 1.154 1.138 16 4
Mannen 10 tot 15 jaar Medemblik 2025 1.250 1.248 1.236 12 2
Mannen 15 tot 20 jaar Medemblik 2025 1.378 1.361 1.314 20 1 0 26 17
Mannen 20 tot 25 jaar Medemblik 2025 1.415 1.391 1.167 117 79 0 28 24
Mannen 25 tot 30 jaar Medemblik 2025 1.239 1.207 564 205 416 0 22 32
Mannen 30 tot 35 jaar Medemblik 2025 1.295 1.274 157 336 761 2 18 21
Mannen 35 tot 40 jaar Medemblik 2025 1.309 1.287 82 261 923 13 8 22
Mannen 40 tot 45 jaar Medemblik 2025 1.315 1.294 42 253 959 28 12 21
Mannen 45 tot 50 jaar Medemblik 2025 1.375 1.355 26 244 1.028 41 16 20
Mannen 50 tot 55 jaar Medemblik 2025 1.615 1.600 25 325 1.168 68 14 15
Mannen 55 tot 60 jaar Medemblik 2025 1.755 1.734 13 295 1.333 70 23 21
Mannen 60 tot 65 jaar Medemblik 2025 1.732 1.710 10 296 1.329 42 33 22
Mannen 65 tot 70 jaar Medemblik 2025 1.539 1.521 1 283 1.190 23 24 18
Mannen 70 tot 75 jaar Medemblik 2025 1.425 1.412 0 238 1.140 14 20 13
Mannen 75 tot 80 jaar Medemblik 2025 1.267 1.247 0 223 998 9 17 20
Mannen 80 tot 85 jaar Medemblik 2025 678 655 0 158 483 5 9 23
Mannen 85 tot 90 jaar Medemblik 2025 308 289 0 86 198 1 4 19
Mannen 90 tot 95 jaar Medemblik 2025 78 67 0 38 29 0 0 11
Mannen 95 jaar of ouder Medemblik 2025 11 8 0 7 1 0 0 3
Vrouwen Totaal Medemblik 2025 22.729 22.388 5.853 3.102 12.002 1.036 395 341
Vrouwen 0 tot 5 jaar Medemblik 2025 1.026 1.025 1.004 21 1
Vrouwen 5 tot 10 jaar Medemblik 2025 1.133 1.126 1.112 14 7
Vrouwen 10 tot 15 jaar Medemblik 2025 1.230 1.227 1.207 20 3
Vrouwen 15 tot 20 jaar Medemblik 2025 1.308 1.303 1.250 22 7 2 22 5
Vrouwen 20 tot 25 jaar Medemblik 2025 1.232 1.218 903 111 156 9 39 14
Vrouwen 25 tot 30 jaar Medemblik 2025 1.110 1.094 263 148 606 43 34 16
Vrouwen 30 tot 35 jaar Medemblik 2025 1.257 1.233 60 150 909 92 22 24
Vrouwen 35 tot 40 jaar Medemblik 2025 1.319 1.305 17 118 1.030 129 11 14
Vrouwen 40 tot 45 jaar Medemblik 2025 1.274 1.265 8 92 1.003 151 11 9
Vrouwen 45 tot 50 jaar Medemblik 2025 1.367 1.360 13 105 1.046 173 23 7
Vrouwen 50 tot 55 jaar Medemblik 2025 1.602 1.590 9 144 1.227 194 16 12
Vrouwen 55 tot 60 jaar Medemblik 2025 1.748 1.736 5 245 1.354 112 20 12
Vrouwen 60 tot 65 jaar Medemblik 2025 1.678 1.670 1 258 1.328 50 33 8
Vrouwen 65 tot 70 jaar Medemblik 2025 1.546 1.542 1 304 1.184 22 31 4
Vrouwen 70 tot 75 jaar Medemblik 2025 1.365 1.355 0 335 988 18 14 10
Vrouwen 75 tot 80 jaar Medemblik 2025 1.225 1.200 0 403 744 20 33 25
Vrouwen 80 tot 85 jaar Medemblik 2025 720 679 0 352 298 9 20 41
Vrouwen 85 tot 90 jaar Medemblik 2025 373 326 0 207 109 5 5 47
Vrouwen 90 tot 95 jaar Medemblik 2025 174 118 0 95 13 5 5 56
Vrouwen 95 jaar of ouder Medemblik 2025 42 16 0 13 0 2 1 26
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Personen in Nederland wonend in een particulier of institutioneel huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio op 1 januari.
De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen in alle huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in particuliere huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in institutionele huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten.

De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.
Bijvoorbeeld: voor de gemeente Vianen, die per 1 januari 2002 is overgegaan van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht, geldt dat ze in de tabel is gegroepeerd in de provincie Utrecht.

De regionale cijfers over de institutionele bevolking vertonen van jaar op jaar soms moeilijk te verklaren schommelingen. De gehanteerde methodiek is gebaseerd op typering van adresbewoning op basis van secundaire bronnen. Niet in alle gevallen valt de typering perfect uit. Dat kan komen doordat een adres van functie is veranderd, bij voorbeeld van zorginstelling naar huisvesting van (voormalige) asielzoekers, zonder dat het CBS daar kennis van heeft genomen. In andere situaties kan het voorkomen dat een adres het ene jaar wel en het andere jaar niet boven de gehanteerde drempelwaarden blijft qua aantal institutionele bewoners die gelden voor het afbakenen van institutionele adressen. Indirect hebben dergelijke schommelingen ook effect op het aantal eenpersoonshuishoudens.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 18 juli 2025:
De cijfers per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
In het 3e kwartaal van 2026 worden cijfers per 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.
Thuiswonend kind
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Samenwonend
Samenwonende personen in particuliere huishoudens.

Samenwonende persoon:
Persoon die samen met iemand anders als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonende personen
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Overige leden in particuliere huishoudens.

Overig lid huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.