Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Geslacht Leeftijd Regio's Perioden Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Totaal in particuliere huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal samenwonende personen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Mannen en vrouwen Totaal Leudal 2025 36.108 35.064 8.463 5.136 20.056 896 513 1.044
Mannen en vrouwen 0 tot 5 jaar Leudal 2025 1.451 1.431 1.405 26 20
Mannen en vrouwen 5 tot 10 jaar Leudal 2025 1.454 1.431 1.414 17 23
Mannen en vrouwen 10 tot 15 jaar Leudal 2025 1.498 1.476 1.446 30 22
Mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Leudal 2025 1.807 1.717 1.654 29 4 0 30 90
Mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar Leudal 2025 1.935 1.868 1.527 134 175 4 28 67
Mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar Leudal 2025 1.808 1.743 582 335 777 14 35 65
Mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar Leudal 2025 1.969 1.901 167 316 1.353 46 19 68
Mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar Leudal 2025 1.950 1.909 88 244 1.487 70 20 41
Mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar Leudal 2025 1.895 1.851 64 244 1.415 109 19 44
Mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar Leudal 2025 1.924 1.886 31 247 1.443 147 18 38
Mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar Leudal 2025 2.466 2.435 38 305 1.918 160 14 31
Mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar Leudal 2025 2.940 2.904 31 411 2.315 127 20 36
Mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar Leudal 2025 3.158 3.139 14 503 2.499 78 45 19
Mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar Leudal 2025 2.842 2.817 1 465 2.259 36 56 25
Mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar Leudal 2025 2.479 2.446 1 453 1.919 30 43 33
Mannen en vrouwen 75 tot 80 jaar Leudal 2025 2.051 2.007 0 495 1.445 24 43 44
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar Leudal 2025 1.337 1.229 0 453 723 20 33 108
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar Leudal 2025 750 619 0 331 253 21 14 131
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar Leudal 2025 316 217 0 144 63 7 3 99
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder Leudal 2025 78 38 0 27 8 3 0 40
Mannen Totaal Leudal 2025 18.369 17.828 4.604 2.648 10.051 242 283 541
Mannen 0 tot 5 jaar Leudal 2025 723 712 703 9 11
Mannen 5 tot 10 jaar Leudal 2025 712 699 695 4 13
Mannen 10 tot 15 jaar Leudal 2025 778 767 752 15 11
Mannen 15 tot 20 jaar Leudal 2025 985 915 878 20 2 0 15 70
Mannen 20 tot 25 jaar Leudal 2025 1.085 1.035 865 89 60 0 21 50
Mannen 25 tot 30 jaar Leudal 2025 975 931 392 200 314 2 23 44
Mannen 30 tot 35 jaar Leudal 2025 1.034 987 117 228 628 3 11 47
Mannen 35 tot 40 jaar Leudal 2025 1.005 976 65 171 719 8 13 29
Mannen 40 tot 45 jaar Leudal 2025 984 950 44 169 704 23 10 34
Mannen 45 tot 50 jaar Leudal 2025 992 962 23 190 695 40 14 30
Mannen 50 tot 55 jaar Leudal 2025 1.232 1.211 33 193 930 46 9 21
Mannen 55 tot 60 jaar Leudal 2025 1.444 1.423 24 245 1.098 41 15 21
Mannen 60 tot 65 jaar Leudal 2025 1.614 1.601 12 259 1.269 38 23 13
Mannen 65 tot 70 jaar Leudal 2025 1.418 1.410 1 231 1.137 16 25 8
Mannen 70 tot 75 jaar Leudal 2025 1.297 1.282 0 180 1.066 12 24 15
Mannen 75 tot 80 jaar Leudal 2025 1.018 999 0 179 788 3 29 19
Mannen 80 tot 85 jaar Leudal 2025 641 599 0 145 437 3 14 42
Mannen 85 tot 90 jaar Leudal 2025 324 282 0 115 157 3 7 42
Mannen 90 tot 95 jaar Leudal 2025 92 76 0 31 41 2 2 16
Mannen 95 jaar of ouder Leudal 2025 16 11 0 3 6 2 0 5
Vrouwen Totaal Leudal 2025 17.739 17.236 3.859 2.488 10.005 654 230 503
Vrouwen 0 tot 5 jaar Leudal 2025 728 719 702 17 9
Vrouwen 5 tot 10 jaar Leudal 2025 742 732 719 13 10
Vrouwen 10 tot 15 jaar Leudal 2025 720 709 694 15 11
Vrouwen 15 tot 20 jaar Leudal 2025 822 802 776 9 2 0 15 20
Vrouwen 20 tot 25 jaar Leudal 2025 850 833 662 45 115 4 7 17
Vrouwen 25 tot 30 jaar Leudal 2025 833 812 190 135 463 12 12 21
Vrouwen 30 tot 35 jaar Leudal 2025 935 914 50 88 725 43 8 21
Vrouwen 35 tot 40 jaar Leudal 2025 945 933 23 73 768 62 7 12
Vrouwen 40 tot 45 jaar Leudal 2025 911 901 20 75 711 86 9 10
Vrouwen 45 tot 50 jaar Leudal 2025 932 924 8 57 748 107 4 8
Vrouwen 50 tot 55 jaar Leudal 2025 1.234 1.224 5 112 988 114 5 10
Vrouwen 55 tot 60 jaar Leudal 2025 1.496 1.481 7 166 1.217 86 5 15
Vrouwen 60 tot 65 jaar Leudal 2025 1.544 1.538 2 244 1.230 40 22 6
Vrouwen 65 tot 70 jaar Leudal 2025 1.424 1.407 0 234 1.122 20 31 17
Vrouwen 70 tot 75 jaar Leudal 2025 1.182 1.164 1 273 853 18 19 18
Vrouwen 75 tot 80 jaar Leudal 2025 1.033 1.008 0 316 657 21 14 25
Vrouwen 80 tot 85 jaar Leudal 2025 696 630 0 308 286 17 19 66
Vrouwen 85 tot 90 jaar Leudal 2025 426 337 0 216 96 18 7 89
Vrouwen 90 tot 95 jaar Leudal 2025 224 141 0 113 22 5 1 83
Vrouwen 95 jaar of ouder Leudal 2025 62 27 0 24 2 1 0 35
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Personen in Nederland wonend in een particulier of institutioneel huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio op 1 januari.
De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen in alle huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in particuliere huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in institutionele huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten.

De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.
Bijvoorbeeld: voor de gemeente Vianen, die per 1 januari 2002 is overgegaan van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht, geldt dat ze in de tabel is gegroepeerd in de provincie Utrecht.

De regionale cijfers over de institutionele bevolking vertonen van jaar op jaar soms moeilijk te verklaren schommelingen. De gehanteerde methodiek is gebaseerd op typering van adresbewoning op basis van secundaire bronnen. Niet in alle gevallen valt de typering perfect uit. Dat kan komen doordat een adres van functie is veranderd, bij voorbeeld van zorginstelling naar huisvesting van (voormalige) asielzoekers, zonder dat het CBS daar kennis van heeft genomen. In andere situaties kan het voorkomen dat een adres het ene jaar wel en het andere jaar niet boven de gehanteerde drempelwaarden blijft qua aantal institutionele bewoners die gelden voor het afbakenen van institutionele adressen. Indirect hebben dergelijke schommelingen ook effect op het aantal eenpersoonshuishoudens.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 18 juli 2025:
De cijfers per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
In het 3e kwartaal van 2026 worden cijfers per 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.
Thuiswonend kind
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Samenwonend
Samenwonende personen in particuliere huishoudens.

Samenwonende persoon:
Persoon die samen met iemand anders als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonende personen
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Overige leden in particuliere huishoudens.

Overig lid huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.