Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Geslacht Leeftijd Regio's Perioden Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Totaal in particuliere huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal samenwonende personen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Mannen en vrouwen Totaal Ermelo 2025 28.131 26.757 7.372 4.119 14.020 755 491 1.374
Mannen en vrouwen 0 tot 5 jaar Ermelo 2025 1.212 1.209 1.195 14 3
Mannen en vrouwen 5 tot 10 jaar Ermelo 2025 1.438 1.431 1.404 27 7
Mannen en vrouwen 10 tot 15 jaar Ermelo 2025 1.537 1.499 1.468 31 38
Mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Ermelo 2025 1.637 1.526 1.462 29 2 0 33 111
Mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar Ermelo 2025 1.636 1.541 1.133 200 165 5 38 95
Mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar Ermelo 2025 1.515 1.425 386 332 654 23 30 90
Mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar Ermelo 2025 1.489 1.418 142 257 950 49 20 71
Mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar Ermelo 2025 1.577 1.504 51 214 1.152 75 12 73
Mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar Ermelo 2025 1.535 1.467 41 179 1.132 94 21 68
Mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar Ermelo 2025 1.561 1.491 31 193 1.151 105 11 70
Mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar Ermelo 2025 1.905 1.847 22 253 1.409 140 23 58
Mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar Ermelo 2025 2.100 2.020 27 316 1.528 115 34 80
Mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar Ermelo 2025 1.992 1.933 9 337 1.497 50 40 59
Mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar Ermelo 2025 1.881 1.799 1 339 1.388 33 38 82
Mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar Ermelo 2025 1.680 1.605 0 374 1.177 16 38 75
Mannen en vrouwen 75 tot 80 jaar Ermelo 2025 1.536 1.463 0 404 1.006 21 32 73
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar Ermelo 2025 1.017 918 0 337 539 17 25 99
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar Ermelo 2025 602 492 0 238 229 9 16 110
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar Ermelo 2025 228 150 0 104 38 1 7 78
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder Ermelo 2025 53 19 0 13 3 2 1 34
Mannen Totaal Ermelo 2025 13.974 13.232 3.990 1.844 6.997 162 239 742
Mannen 0 tot 5 jaar Ermelo 2025 604 603 595 8 1
Mannen 5 tot 10 jaar Ermelo 2025 763 761 746 15 2
Mannen 10 tot 15 jaar Ermelo 2025 807 781 765 16 26
Mannen 15 tot 20 jaar Ermelo 2025 850 774 741 15 1 0 17 76
Mannen 20 tot 25 jaar Ermelo 2025 870 809 648 94 48 0 19 61
Mannen 25 tot 30 jaar Ermelo 2025 794 738 255 190 279 1 13 56
Mannen 30 tot 35 jaar Ermelo 2025 749 703 105 149 436 3 10 46
Mannen 35 tot 40 jaar Ermelo 2025 795 745 36 144 553 6 6 50
Mannen 40 tot 45 jaar Ermelo 2025 766 725 34 108 557 14 12 41
Mannen 45 tot 50 jaar Ermelo 2025 784 743 27 124 564 26 2 41
Mannen 50 tot 55 jaar Ermelo 2025 915 881 18 150 671 31 11 34
Mannen 55 tot 60 jaar Ermelo 2025 1.053 1.002 14 158 777 34 19 51
Mannen 60 tot 65 jaar Ermelo 2025 966 937 5 146 753 18 15 29
Mannen 65 tot 70 jaar Ermelo 2025 937 891 1 134 727 11 18 46
Mannen 70 tot 75 jaar Ermelo 2025 797 757 0 124 608 6 19 40
Mannen 75 tot 80 jaar Ermelo 2025 734 700 0 121 555 6 18 34
Mannen 80 tot 85 jaar Ermelo 2025 448 409 0 87 304 4 14 39
Mannen 85 tot 90 jaar Ermelo 2025 245 203 0 59 136 2 6 42
Mannen 90 tot 95 jaar Ermelo 2025 83 63 0 36 26 0 1 20
Mannen 95 jaar of ouder Ermelo 2025 14 7 0 5 2 0 0 7
Vrouwen Totaal Ermelo 2025 14.157 13.525 3.382 2.275 7.023 593 252 632
Vrouwen 0 tot 5 jaar Ermelo 2025 608 606 600 6 2
Vrouwen 5 tot 10 jaar Ermelo 2025 675 670 658 12 5
Vrouwen 10 tot 15 jaar Ermelo 2025 730 718 703 15 12
Vrouwen 15 tot 20 jaar Ermelo 2025 787 752 721 14 1 0 16 35
Vrouwen 20 tot 25 jaar Ermelo 2025 766 732 485 106 117 5 19 34
Vrouwen 25 tot 30 jaar Ermelo 2025 721 687 131 142 375 22 17 34
Vrouwen 30 tot 35 jaar Ermelo 2025 740 715 37 108 514 46 10 25
Vrouwen 35 tot 40 jaar Ermelo 2025 782 759 15 70 599 69 6 23
Vrouwen 40 tot 45 jaar Ermelo 2025 769 742 7 71 575 80 9 27
Vrouwen 45 tot 50 jaar Ermelo 2025 777 748 4 69 587 79 9 29
Vrouwen 50 tot 55 jaar Ermelo 2025 990 966 4 103 738 109 12 24
Vrouwen 55 tot 60 jaar Ermelo 2025 1.047 1.018 13 158 751 81 15 29
Vrouwen 60 tot 65 jaar Ermelo 2025 1.026 996 4 191 744 32 25 30
Vrouwen 65 tot 70 jaar Ermelo 2025 944 908 0 205 661 22 20 36
Vrouwen 70 tot 75 jaar Ermelo 2025 883 848 0 250 569 10 19 35
Vrouwen 75 tot 80 jaar Ermelo 2025 802 763 0 283 451 15 14 39
Vrouwen 80 tot 85 jaar Ermelo 2025 569 509 0 250 235 13 11 60
Vrouwen 85 tot 90 jaar Ermelo 2025 357 289 0 179 93 7 10 68
Vrouwen 90 tot 95 jaar Ermelo 2025 145 87 0 68 12 1 6 58
Vrouwen 95 jaar of ouder Ermelo 2025 39 12 0 8 1 2 1 27
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Personen in Nederland wonend in een particulier of institutioneel huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio op 1 januari.
De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen in alle huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in particuliere huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in institutionele huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten.

De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.
Bijvoorbeeld: voor de gemeente Vianen, die per 1 januari 2002 is overgegaan van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht, geldt dat ze in de tabel is gegroepeerd in de provincie Utrecht.

De regionale cijfers over de institutionele bevolking vertonen van jaar op jaar soms moeilijk te verklaren schommelingen. De gehanteerde methodiek is gebaseerd op typering van adresbewoning op basis van secundaire bronnen. Niet in alle gevallen valt de typering perfect uit. Dat kan komen doordat een adres van functie is veranderd, bij voorbeeld van zorginstelling naar huisvesting van (voormalige) asielzoekers, zonder dat het CBS daar kennis van heeft genomen. In andere situaties kan het voorkomen dat een adres het ene jaar wel en het andere jaar niet boven de gehanteerde drempelwaarden blijft qua aantal institutionele bewoners die gelden voor het afbakenen van institutionele adressen. Indirect hebben dergelijke schommelingen ook effect op het aantal eenpersoonshuishoudens.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 18 juli 2025:
De cijfers per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
In het 3e kwartaal van 2026 worden cijfers per 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.
Thuiswonend kind
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Samenwonend
Samenwonende personen in particuliere huishoudens.

Samenwonende persoon:
Persoon die samen met iemand anders als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonende personen
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Overige leden in particuliere huishoudens.

Overig lid huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.