Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Geslacht Leeftijd Regio's Perioden Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Totaal in particuliere huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal samenwonende personen (aantal) Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Mannen en vrouwen Totaal Blaricum 2025 12.947 12.642 3.833 1.705 6.600 381 123 305
Mannen en vrouwen 0 tot 5 jaar Blaricum 2025 765 763 753 10 2
Mannen en vrouwen 5 tot 10 jaar Blaricum 2025 993 991 987 4 2
Mannen en vrouwen 10 tot 15 jaar Blaricum 2025 830 830 823 7 0
Mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Blaricum 2025 704 693 662 17 1 1 12 11
Mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar Blaricum 2025 488 463 386 44 20 2 11 25
Mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar Blaricum 2025 382 335 134 64 129 5 3 47
Mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar Blaricum 2025 552 519 31 77 382 17 12 33
Mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar Blaricum 2025 849 825 16 56 701 51 1 24
Mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar Blaricum 2025 948 931 9 69 786 61 6 17
Mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar Blaricum 2025 805 785 11 72 638 59 5 20
Mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar Blaricum 2025 835 821 11 95 636 74 5 14
Mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar Blaricum 2025 906 895 5 138 702 42 8 11
Mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar Blaricum 2025 773 764 4 147 576 30 7 9
Mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar Blaricum 2025 742 735 1 154 559 15 6 7
Mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar Blaricum 2025 792 782 0 195 565 9 13 10
Mannen en vrouwen 75 tot 80 jaar Blaricum 2025 827 811 0 256 546 5 4 16
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar Blaricum 2025 434 418 0 170 239 4 5 16
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar Blaricum 2025 222 207 0 101 100 3 3 15
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar Blaricum 2025 73 57 0 41 15 0 1 16
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder Blaricum 2025 27 17 0 9 5 3 0 10
Mannen Totaal Blaricum 2025 6.347 6.126 2.051 651 3.301 66 57 221
Mannen 0 tot 5 jaar Blaricum 2025 423 421 414 7 2
Mannen 5 tot 10 jaar Blaricum 2025 510 509 509 0 1
Mannen 10 tot 15 jaar Blaricum 2025 432 432 428 4 0
Mannen 15 tot 20 jaar Blaricum 2025 363 354 344 5 0 0 5 9
Mannen 20 tot 25 jaar Blaricum 2025 256 232 209 9 10 0 4 24
Mannen 25 tot 30 jaar Blaricum 2025 206 163 82 31 47 1 2 43
Mannen 30 tot 35 jaar Blaricum 2025 242 213 22 44 142 0 5 29
Mannen 35 tot 40 jaar Blaricum 2025 380 361 10 35 314 2 0 19
Mannen 40 tot 45 jaar Blaricum 2025 464 449 6 48 380 10 5 15
Mannen 45 tot 50 jaar Blaricum 2025 402 385 9 49 319 8 0 17
Mannen 50 tot 55 jaar Blaricum 2025 409 398 11 51 321 13 2 11
Mannen 55 tot 60 jaar Blaricum 2025 453 443 3 60 370 7 3 10
Mannen 60 tot 65 jaar Blaricum 2025 392 386 3 66 297 16 4 6
Mannen 65 tot 70 jaar Blaricum 2025 327 323 1 36 276 5 5 4
Mannen 70 tot 75 jaar Blaricum 2025 351 344 0 54 285 0 5 7
Mannen 75 tot 80 jaar Blaricum 2025 417 407 0 82 321 1 3 10
Mannen 80 tot 85 jaar Blaricum 2025 184 180 0 39 138 1 2 4
Mannen 85 tot 90 jaar Blaricum 2025 101 97 0 30 66 1 0 4
Mannen 90 tot 95 jaar Blaricum 2025 24 21 0 9 11 0 1 3
Mannen 95 jaar of ouder Blaricum 2025 11 8 0 3 4 1 0 3
Vrouwen Totaal Blaricum 2025 6.600 6.516 1.782 1.054 3.299 315 66 84
Vrouwen 0 tot 5 jaar Blaricum 2025 342 342 339 3 0
Vrouwen 5 tot 10 jaar Blaricum 2025 483 482 478 4 1
Vrouwen 10 tot 15 jaar Blaricum 2025 398 398 395 3 0
Vrouwen 15 tot 20 jaar Blaricum 2025 341 339 318 12 1 1 7 2
Vrouwen 20 tot 25 jaar Blaricum 2025 232 231 177 35 10 2 7 1
Vrouwen 25 tot 30 jaar Blaricum 2025 176 172 52 33 82 4 1 4
Vrouwen 30 tot 35 jaar Blaricum 2025 310 306 9 33 240 17 7 4
Vrouwen 35 tot 40 jaar Blaricum 2025 469 464 6 21 387 49 1 5
Vrouwen 40 tot 45 jaar Blaricum 2025 484 482 3 21 406 51 1 2
Vrouwen 45 tot 50 jaar Blaricum 2025 403 400 2 23 319 51 5 3
Vrouwen 50 tot 55 jaar Blaricum 2025 426 423 0 44 315 61 3 3
Vrouwen 55 tot 60 jaar Blaricum 2025 453 452 2 78 332 35 5 1
Vrouwen 60 tot 65 jaar Blaricum 2025 381 378 1 81 279 14 3 3
Vrouwen 65 tot 70 jaar Blaricum 2025 415 412 0 118 283 10 1 3
Vrouwen 70 tot 75 jaar Blaricum 2025 441 438 0 141 280 9 8 3
Vrouwen 75 tot 80 jaar Blaricum 2025 410 404 0 174 225 4 1 6
Vrouwen 80 tot 85 jaar Blaricum 2025 250 238 0 131 101 3 3 12
Vrouwen 85 tot 90 jaar Blaricum 2025 121 110 0 71 34 2 3 11
Vrouwen 90 tot 95 jaar Blaricum 2025 49 36 0 32 4 0 0 13
Vrouwen 95 jaar of ouder Blaricum 2025 16 9 0 6 1 2 0 7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Personen in Nederland wonend in een particulier of institutioneel huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio op 1 januari.
De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen in alle huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in particuliere huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in institutionele huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten.

De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.
Bijvoorbeeld: voor de gemeente Vianen, die per 1 januari 2002 is overgegaan van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht, geldt dat ze in de tabel is gegroepeerd in de provincie Utrecht.

De regionale cijfers over de institutionele bevolking vertonen van jaar op jaar soms moeilijk te verklaren schommelingen. De gehanteerde methodiek is gebaseerd op typering van adresbewoning op basis van secundaire bronnen. Niet in alle gevallen valt de typering perfect uit. Dat kan komen doordat een adres van functie is veranderd, bij voorbeeld van zorginstelling naar huisvesting van (voormalige) asielzoekers, zonder dat het CBS daar kennis van heeft genomen. In andere situaties kan het voorkomen dat een adres het ene jaar wel en het andere jaar niet boven de gehanteerde drempelwaarden blijft qua aantal institutionele bewoners die gelden voor het afbakenen van institutionele adressen. Indirect hebben dergelijke schommelingen ook effect op het aantal eenpersoonshuishoudens.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 18 juli 2025:
De cijfers per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
In het 3e kwartaal van 2026 worden cijfers per 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.
Thuiswonend kind
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Samenwonend
Samenwonende personen in particuliere huishoudens.

Samenwonende persoon:
Persoon die samen met iemand anders als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonende personen
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Overige leden in particuliere huishoudens.

Overig lid huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.