Huishoudens; samenstelling, grootte, regio, 1 januari

Huishoudens; samenstelling, grootte, regio, 1 januari

Leeftijd referentiepersoon Regio's Perioden Particuliere huishoudens: samenstelling Totaal particuliere huishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Eenpersoonshuishouden (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Meerpersoonshuishouden Totaal meerpersoonshuishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Meerpersoonshuishouden Niet-gehuwd paar Totaal niet-gehuwde paren (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Meerpersoonshuishouden Gehuwd paar Totaal gehuwde paren (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Meerpersoonshuishouden Eenouderhuishouden Totaal eenouderhuishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 2 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 3 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 4 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 5 of meer personen (aantal)
Totaal Mill en Sint Hubert 2025
Totaal Millingen aan de Rijn 2025
Totaal Sint Anthonis 2025
Totaal Sint-Michielsgestel 2025 12.662 3.707 8.955 1.834 6.334 749 4.574 1.609 2.000 772
Totaal Sint-Oedenrode 2025
15 tot 20 jaar Mill en Sint Hubert 2025
15 tot 20 jaar Millingen aan de Rijn 2025
15 tot 20 jaar Sint Anthonis 2025
15 tot 20 jaar Sint-Michielsgestel 2025 20 18 2 0 0 0 2 0 0 0
15 tot 20 jaar Sint-Oedenrode 2025
20 tot 25 jaar Mill en Sint Hubert 2025
20 tot 25 jaar Millingen aan de Rijn 2025
20 tot 25 jaar Sint Anthonis 2025
20 tot 25 jaar Sint-Michielsgestel 2025 136 107 29 25 1 1 29 0 0 0
20 tot 25 jaar Sint-Oedenrode 2025
25 tot 30 jaar Mill en Sint Hubert 2025
25 tot 30 jaar Millingen aan de Rijn 2025
25 tot 30 jaar Sint Anthonis 2025
25 tot 30 jaar Sint-Michielsgestel 2025 477 234 243 182 44 12 182 40 15 6
25 tot 30 jaar Sint-Oedenrode 2025
30 tot 35 jaar Mill en Sint Hubert 2025
30 tot 35 jaar Millingen aan de Rijn 2025
30 tot 35 jaar Sint Anthonis 2025
30 tot 35 jaar Sint-Michielsgestel 2025 741 219 522 223 265 28 192 158 125 47
30 tot 35 jaar Sint-Oedenrode 2025
35 tot 40 jaar Mill en Sint Hubert 2025
35 tot 40 jaar Millingen aan de Rijn 2025
35 tot 40 jaar Sint Anthonis 2025
35 tot 40 jaar Sint-Michielsgestel 2025 945 189 756 279 400 76 151 164 328 113
35 tot 40 jaar Sint-Oedenrode 2025
40 tot 45 jaar Mill en Sint Hubert 2025
40 tot 45 jaar Millingen aan de Rijn 2025
40 tot 45 jaar Sint Anthonis 2025
40 tot 45 jaar Sint-Michielsgestel 2025 966 155 811 245 477 89 112 131 383 185
40 tot 45 jaar Sint-Oedenrode 2025
45 tot 50 jaar Mill en Sint Hubert 2025
45 tot 50 jaar Millingen aan de Rijn 2025
45 tot 50 jaar Sint Anthonis 2025
45 tot 50 jaar Sint-Michielsgestel 2025 998 149 849 219 500 129 140 144 393 172
45 tot 50 jaar Sint-Oedenrode 2025
50 tot 55 jaar Mill en Sint Hubert 2025
50 tot 55 jaar Millingen aan de Rijn 2025
50 tot 55 jaar Sint Anthonis 2025
50 tot 55 jaar Sint-Michielsgestel 2025 1.283 214 1.069 213 698 154 241 279 393 156
50 tot 55 jaar Sint-Oedenrode 2025
55 tot 60 jaar Mill en Sint Hubert 2025
55 tot 60 jaar Millingen aan de Rijn 2025
55 tot 60 jaar Sint Anthonis 2025
55 tot 60 jaar Sint-Michielsgestel 2025 1.321 283 1.038 149 765 122 436 301 234 67
55 tot 60 jaar Sint-Oedenrode 2025
60 tot 65 jaar Mill en Sint Hubert 2025
60 tot 65 jaar Millingen aan de Rijn 2025
60 tot 65 jaar Sint Anthonis 2025
60 tot 65 jaar Sint-Michielsgestel 2025 1.271 330 941 132 766 40 634 210 82 15
60 tot 65 jaar Sint-Oedenrode 2025
65 tot 70 jaar Mill en Sint Hubert 2025
65 tot 70 jaar Millingen aan de Rijn 2025
65 tot 70 jaar Sint Anthonis 2025
65 tot 70 jaar Sint-Michielsgestel 2025 1.178 323 855 72 754 26 718 105 26 6
65 tot 70 jaar Sint-Oedenrode 2025
70 tot 75 jaar Mill en Sint Hubert 2025
70 tot 75 jaar Millingen aan de Rijn 2025
70 tot 75 jaar Sint Anthonis 2025
70 tot 75 jaar Sint-Michielsgestel 2025 1.069 350 719 31 665 18 655 48 12 4
70 tot 75 jaar Sint-Oedenrode 2025
75 tot 80 jaar Mill en Sint Hubert 2025
75 tot 80 jaar Millingen aan de Rijn 2025
75 tot 80 jaar Sint Anthonis 2025
75 tot 80 jaar Sint-Michielsgestel 2025 1.005 388 617 35 558 22 589 19 8 1
75 tot 80 jaar Sint-Oedenrode 2025
80 tot 85 jaar Mill en Sint Hubert 2025
80 tot 85 jaar Millingen aan de Rijn 2025
80 tot 85 jaar Sint Anthonis 2025
80 tot 85 jaar Sint-Michielsgestel 2025 649 337 312 19 279 14 306 6 0 0
80 tot 85 jaar Sint-Oedenrode 2025
85 tot 90 jaar Mill en Sint Hubert 2025
85 tot 90 jaar Millingen aan de Rijn 2025
85 tot 90 jaar Sint Anthonis 2025
85 tot 90 jaar Sint-Michielsgestel 2025 416 270 146 8 128 9 143 2 1 0
85 tot 90 jaar Sint-Oedenrode 2025
90 tot 95 jaar Mill en Sint Hubert 2025
90 tot 95 jaar Millingen aan de Rijn 2025
90 tot 95 jaar Sint Anthonis 2025
90 tot 95 jaar Sint-Michielsgestel 2025 160 120 40 2 32 6 39 1 0 0
90 tot 95 jaar Sint-Oedenrode 2025
95 jaar of ouder Mill en Sint Hubert 2025
95 jaar of ouder Millingen aan de Rijn 2025
95 jaar of ouder Sint Anthonis 2025
95 jaar of ouder Sint-Michielsgestel 2025 27 21 6 0 2 3 5 1 0 0
95 jaar of ouder Sint-Oedenrode 2025
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Particuliere huishoudens in Nederland op 1 januari naar samenstelling of grootte van het huishouden, leeftijd van de referentiepersoon en regio.

De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Particuliere huishoudens naar samenstelling, leeftijd van de referentiepersoon en regio;
- Particuliere huishoudens naar grootte, leeftijd van de referentiepersoon en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten. De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 22 augustus 2025:
De cijfers van 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal van 2026 worden de definitieve cijfers van 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens: samenstelling
Particuliere huishoudens naar samenstelling van het huishouden.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Samenstelling huishouden:
Typering van een particulier huishouden op basis van de onderlinge relaties van de personen binnen het huishouden.

Trendbreuk (personen in) particuliere huishoudens
Door de verbeterde waarneming van personen in institutionele huishoudens treedt vanaf 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal eenpersoonshuishoudens/alleenstaanden. Circa 35 duizend personen die eerst voornamelijk als alleenstaanden getypeerd waren, verschuiven nu naar de institutionele huishoudens. Het aantal alleenstaanden steeg daardoor van 2013 op 2014 met maar duizend personen. Van 2012 op 2013 was die stijging nog 41 duizend personen. Ook de totale stijging van het aantal huishoudens liep als gevolg hiervan terug van 57 duizend van 2012 op 2013 naar 21 duizend van 2013 op 2014.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het gemeentelijke bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe methode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling. De grootste verandering betreft het aantal overige huishoudens en de niet-gehuwde paren. In 2011 valt het aantal overige huishoudens 10 duizend lager uit dan in 2010. Het aantal niet gehuwde paren valt navenant hoger uit.

Totaal particuliere huishoudens
Eenpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Meerpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Totaal meerpersoonshuishoudens
Totaal aantal particuliere huishoudens bestaande uit twee of meer personen.
Niet-gehuwd paar
Twee personen die een samenwoonrelatie hebben maar niet met elkaar zijn gehuwd of een partnerschapsregistratie hebben gesloten.

Partnerschapsregistratie:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.
Totaal niet-gehuwde paren
Gehuwd paar
Twee personen die met elkaar gehuwd zijn of samen een geregistreerd partnerschap hebben gesloten.

Partnerschapsregistratie:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.
Totaal gehuwde paren
Eenouderhuishouden
Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Totaal eenouderhuishoudens
Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.
Particuliere huishoudens: grootte
Particuliere huishoudens naar grootte van het huishouden.

Huishoudensgrootte:
Aantal personen dat deel uitmaakt van het huishouden.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Trendbreuk (personen in) particuliere huishoudens
Door de verbeterde waarneming van personen in institutionele huishoudens treedt vanaf 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal eenpersoonshuishoudens/alleenstaanden. Circa 35 duizend personen die eerst voornamelijk als alleenstaanden getypeerd waren, verschuiven nu naar de institutionele huishoudens. Het aantal alleenstaanden steeg daardoor van 2013 op 2014 met maar duizend personen. Van 2012 op 2013 was die stijging nog 41 duizend personen. Ook de totale stijging van het aantal huishoudens liep als gevolg hiervan terug van 57 duizend van 2012 op 2013 naar 21 duizend van 2013 op 2014.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het gemeentelijke bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe methode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling. De grootste verandering betreft het aantal overige huishoudens en de niet-gehuwde paren. In 2011 valt het aantal overige huishoudens 10 duizend lager uit dan in 2010. Het aantal niet gehuwde paren valt navenant hoger uit.

Meerpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
2 personen
3 personen
4 personen
5 of meer personen