Onverzekerden tegen ziektekosten; provincie, 2006-2010

Onverzekerden tegen ziektekosten; provincie, 2006-2010

Geslacht Leeftijd Provincie Perioden Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum (aantal) Onverzekerden, aantal Nog onverzekerd 6 maanden na peildatum (aantal) Onverzekerden, percentage Formeel onverzekerden op peildatum (in % van totaal personen binnen cat.) Onverzekerden, percentage Nog onverzekerd 6 maanden na peildatum (in % van totaal personen binnen cat.)
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Nederland 1 mei 2010* 174.610 136.450 1,1 0,8
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Groningen (PV) 1 mei 2010* 5.640 4.380 1,0 0,8
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Friesland (PV) 1 mei 2010* 3.460 2.700 0,5 0,4
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Drenthe (PV) 1 mei 2010* 2.110 1.650 0,4 0,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Overijssel (PV) 1 mei 2010* 7.890 6.390 0,7 0,6
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Flevoland (PV) 1 mei 2010* 3.770 2.900 1,0 0,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Gelderland (PV) 1 mei 2010* 15.800 12.610 0,8 0,6
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Utrecht (PV) 1 mei 2010* 10.080 7.270 0,8 0,6
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Noord-Holland (PV) 1 mei 2010* 39.670 30.110 1,5 1,1
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Zuid-Holland (PV) 1 mei 2010* 53.770 42.620 1,5 1,2
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Zeeland (PV) 1 mei 2010* 3.250 2.520 0,9 0,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Noord-Brabant (PV) 1 mei 2010* 16.660 12.700 0,7 0,5
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijden Limburg (PV) 1 mei 2010* 12.530 10.600 1,1 0,9
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Nederland 1 mei 2010* 16.600 12.430 0,5 0,4
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Groningen (PV) 1 mei 2010* 400 300 0,4 0,3
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Friesland (PV) 1 mei 2010* 340 240 0,3 0,2
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Drenthe (PV) 1 mei 2010* 240 190 0,2 0,2
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Overijssel (PV) 1 mei 2010* 690 530 0,3 0,2
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Flevoland (PV) 1 mei 2010* 490 370 0,5 0,4
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Gelderland (PV) 1 mei 2010* 1.450 1.140 0,4 0,3
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Utrecht (PV) 1 mei 2010* 790 560 0,3 0,2
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Noord-Holland (PV) 1 mei 2010* 3.810 2.750 0,7 0,5
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Zuid-Holland (PV) 1 mei 2010* 5.380 4.010 0,8 0,6
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Zeeland (PV) 1 mei 2010* 340 260 0,5 0,4
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Noord-Brabant (PV) 1 mei 2010* 1.510 1.120 0,3 0,2
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 18 jaar Limburg (PV) 1 mei 2010* 1.180 950 0,6 0,5
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Nederland 1 mei 2010* 87.090 65.990 2,5 1,9
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Groningen (PV) 1 mei 2010* 3.600 2.720 2,7 2,0
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Friesland (PV) 1 mei 2010* 1.880 1.450 1,5 1,2
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Drenthe (PV) 1 mei 2010* 890 650 1,1 0,8
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Overijssel (PV) 1 mei 2010* 4.510 3.610 1,9 1,5
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Flevoland (PV) 1 mei 2010* 1.700 1.260 2,0 1,5
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Gelderland (PV) 1 mei 2010* 8.120 6.370 2,1 1,6
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Utrecht (PV) 1 mei 2010* 5.700 3.850 2,1 1,4
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Noord-Holland (PV) 1 mei 2010* 18.950 13.850 3,3 2,4
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Zuid-Holland (PV) 1 mei 2010* 26.520 20.720 3,4 2,7
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Zeeland (PV) 1 mei 2010* 1.400 980 2,1 1,5
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Noord-Brabant (PV) 1 mei 2010* 8.740 6.490 1,8 1,3
Totaal mannen en vrouwen 18 tot 35 jaar Limburg (PV) 1 mei 2010* 5.080 4.050 2,5 2,0
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Nederland 1 mei 2010* 46.090 36.820 1,2 1,0
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Groningen (PV) 1 mei 2010* 1.150 930 0,9 0,8
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Friesland (PV) 1 mei 2010* 790 620 0,6 0,4
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Drenthe (PV) 1 mei 2010* 580 470 0,5 0,4
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Overijssel (PV) 1 mei 2010* 1.860 1.530 0,8 0,6
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Flevoland (PV) 1 mei 2010* 1.010 790 1,1 0,9
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Gelderland (PV) 1 mei 2010* 4.290 3.470 1,0 0,8
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Utrecht (PV) 1 mei 2010* 2.390 1.860 0,9 0,7
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Noord-Holland (PV) 1 mei 2010* 11.470 9.000 1,8 1,4
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Zuid-Holland (PV) 1 mei 2010* 14.360 11.500 1,8 1,5
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Zeeland (PV) 1 mei 2010* 850 700 1,1 0,9
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Noord-Brabant (PV) 1 mei 2010* 4.280 3.320 0,8 0,6
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 50 jaar Limburg (PV) 1 mei 2010* 3.070 2.630 1,3 1,1
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Nederland 1 mei 2010* 19.020 15.910 0,6 0,5
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Groningen (PV) 1 mei 2010* 400 340 0,3 0,3
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Friesland (PV) 1 mei 2010* 310 260 0,2 0,2
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Drenthe (PV) 1 mei 2010* 300 260 0,3 0,2
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Overijssel (PV) 1 mei 2010* 660 570 0,3 0,3
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Flevoland (PV) 1 mei 2010* 440 360 0,6 0,5
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Gelderland (PV) 1 mei 2010* 1.510 1.260 0,4 0,3
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Utrecht (PV) 1 mei 2010* 900 740 0,4 0,3
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Noord-Holland (PV) 1 mei 2010* 4.370 3.570 0,8 0,7
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Zuid-Holland (PV) 1 mei 2010* 5.540 4.530 0,8 0,6
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Zeeland (PV) 1 mei 2010* 440 360 0,5 0,4
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Noord-Brabant (PV) 1 mei 2010* 1.720 1.410 0,3 0,3
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar Limburg (PV) 1 mei 2010* 2.410 2.230 0,9 0,9
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Nederland 1 mei 2010* 5.810 5.310 0,2 0,2
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Groningen (PV) 1 mei 2010* 90 80 0,1 0,1
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Friesland (PV) 1 mei 2010* 140 130 0,1 0,1
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Drenthe (PV) 1 mei 2010* 90 80 0,1 0,1
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Overijssel (PV) 1 mei 2010* 170 150 0,1 0,1
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Flevoland (PV) 1 mei 2010* 130 110 0,3 0,3
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Gelderland (PV) 1 mei 2010* 420 370 0,1 0,1
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Utrecht (PV) 1 mei 2010* 300 270 0,2 0,1
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Noord-Holland (PV) 1 mei 2010* 1.070 940 0,3 0,2
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Zuid-Holland (PV) 1 mei 2010* 1.980 1.860 0,4 0,3
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Zeeland (PV) 1 mei 2010* 220 210 0,3 0,3
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Noord-Brabant (PV) 1 mei 2010* 410 360 0,1 0,1
Totaal mannen en vrouwen 65 jaar of ouder Limburg (PV) 1 mei 2010* 790 750 0,4 0,3
Mannen Totaal leeftijden Nederland 1 mei 2010* 102.670 80.680 1,3 1,0
Mannen Totaal leeftijden Groningen (PV) 1 mei 2010* 3.290 2.600 1,1 0,9
Mannen Totaal leeftijden Friesland (PV) 1 mei 2010* 2.100 1.630 0,6 0,5
Mannen Totaal leeftijden Drenthe (PV) 1 mei 2010* 1.300 1.030 0,5 0,4
Mannen Totaal leeftijden Overijssel (PV) 1 mei 2010* 4.740 3.890 0,8 0,7
Mannen Totaal leeftijden Flevoland (PV) 1 mei 2010* 2.450 1.910 1,3 1,0
Mannen Totaal leeftijden Gelderland (PV) 1 mei 2010* 9.120 7.230 0,9 0,7
Mannen Totaal leeftijden Utrecht (PV) 1 mei 2010* 5.560 4.080 0,9 0,7
Mannen Totaal leeftijden Noord-Holland (PV) 1 mei 2010* 22.710 17.390 1,7 1,3
Mannen Totaal leeftijden Zuid-Holland (PV) 1 mei 2010* 31.490 25.000 1,8 1,4
Mannen Totaal leeftijden Zeeland (PV) 1 mei 2010* 2.070 1.600 1,1 0,8
Mannen Totaal leeftijden Noord-Brabant (PV) 1 mei 2010* 10.420 8.000 0,9 0,7
Mannen Totaal leeftijden Limburg (PV) 1 mei 2010* 7.440 6.330 1,3 1,1
Mannen 0 tot 18 jaar Nederland 1 mei 2010* 8.440 6.280 0,5 0,4
Mannen 0 tot 18 jaar Groningen (PV) 1 mei 2010* 210 150 0,4 0,3
Mannen 0 tot 18 jaar Friesland (PV) 1 mei 2010* 180 130 0,3 0,2
Mannen 0 tot 18 jaar Drenthe (PV) 1 mei 2010* 130 100 0,3 0,2
Mannen 0 tot 18 jaar Overijssel (PV) 1 mei 2010* 330 250 0,3 0,2
Mannen 0 tot 18 jaar Flevoland (PV) 1 mei 2010* 270 200 0,5 0,4
Mannen 0 tot 18 jaar Gelderland (PV) 1 mei 2010* 750 600 0,4 0,3
Mannen 0 tot 18 jaar Utrecht (PV) 1 mei 2010* 380 260 0,3 0,2
Mannen 0 tot 18 jaar Noord-Holland (PV) 1 mei 2010* 1.910 1.380 0,7 0,5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft het aantal onverzekerden tegen ziektekosten op een peildatum, uitgesplitst naar provincie, leeftijd en geslacht.

Met ingang van 2006 is het aantal onverzekerden gedefinieerd als het aantal personen dat in de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie) staat ingeschreven èn verzekeringsplichtig is volgens de Zorgverzekeringswet, maar geen zorgverzekering zoals in die wet bedoeld heeft afgesloten. De beperking tot het aantal onverzekerden in de GBA betekent dat onverzekerden onder illegalen, grensarbeiders die in het buitenland wonen en in Nederland werken en Nederlanders die in het buitenland wonen (bijvoorbeeld de zogenaamde pensionado's) buiten beschouwing blijven.

Gegevens beschikbaar: 2006-2010

Status van de cijfers:
De cijfers in de tabel over 2006 tot en met 2009 zijn definitieve cijfers.
De cijfers over 2010 zijn voorlopige cijfers.

Wijzigingen per 6 juni 2012:
Deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. Voor nadere informatie zie href="http://www.cbs.nl/NR/exeres/C3863B5C-D32E-47A3-80FD-890946B43080.htm">
Het CBS start nieuwe reeks Onverzekerden tegen ziektekosten.

Toelichting onderwerpen

Onverzekerden, aantal
Het aantal onverzekerden. Onverzekerden zijn personen die in de GBA
(Gemeentelijke Basisadministratie) staan (administratieve bevolking) en
verzekeringsplichtig zijn, maar niet zijn opgenomen in het verzekerden-
bestand. In beginsel is iedereen die verplicht verzekerd is in het kader
van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) ook verplicht
verzekerd in het kader van de Zorgverzekeringswet. In principe zijn dat
alle inwoners van Nederland en degenen die in Nederland loonbelasting
betalen. Hierin is echter een aantal wijzigingen aangebracht met het
"Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen
1999". Dit leidt er toe dat de volgende groepen niet verplicht zijn zich
te verzekeren in het kader van de Zorgverzekeringswet:
- Asielzoekers;
- Personen die in Nederland wonen maar in het buitenland werken;
- Personen die in het buitenland een uitkering en/of pensioen ontvangen;
- Diplomaten en werknemers van volkenrechtelijke organisaties;
- Personen die tijdelijk vanuit het buitenland door hun werkgever naar
Nederland worden uitgezonden (gedetacheerd);
- Buitenlandse studenten die uitsluitend wegens studie in Nederland wonen.
Naast bovengenoemde groepen omvat deze categorie ook militairen in actieve
dienst en personen die vanwege hun levensovertuiging problemen hebben zich
te verzekeren (gemoedsbezwaarden) die volgens lid 2 van artikel 2 van de
Zorgverzekeringswet niet verzekeringsplichtig zijn.
Let op: Het CBS hanteert een onderscheid in formeel onverzekerden en de
onverzekerden die 6 maanden na peildatum nog steeds onverzekerd zijn.
Formeel onverzekerden op peildatum
Het aantal personen dat op de peildatum in de GBA (Gemeentelijke
Basisadministratie) staat (administratieve bevolking) en verzekerings-
plichtig is, maar niet is opgenomen in het verzekerdenbestand.
Nog onverzekerd 6 maanden na peildatum
Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum.
Personen die op de peildatum onverzekerd zijn en een half jaar later nog
steeds. Dit cijfer is gelijk aan het aantal formeel onverzekerden op de
peildatum min het aantal personen dat zich binnen een half jaar na de
peildatum alsnog verzekerd heeft, geëmigreerd is of afgevoerd is uit de
GBA (Gemeentelijke Basisadministratie). Er is hierbij geen rekening
gehouden met sterfte en een andere verzekeringsplicht.
Onverzekerden, percentage
Het aantal onverzekerden uitgedrukt als percentage van het totale aantal
personen binnen de betreffende categorie. Onverzekerden zijn personen die
in de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie) staan (administratieve
bevolking) en verzekeringsplichtig zijn, maar niet zijn opgenomen in het
verzekerdenbestand. In beginsel is iedereen die verplicht verzekerd is in
het kader van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) ook
verplicht verzekerd in het kader van de Zorgverzekeringswet. In principe
zijn dat alle inwoners van Nederland en degenen die in Nederland
loonbelasting betalen. Hierin is echter een aantal wijzigingen
aangebracht met het "Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden
volksverzekeringen 1999". Dit leidt er toe dat de volgende groepen niet
verplicht zijn zich te verzekeren in het kader van de Zorgverzekeringswet:
- Asielzoekers;
- Personen die in Nederland wonen maar in het buitenland werken;
- Personen die in het buitenland een uitkering en/of pensioen ontvangen;
- Diplomaten en werknemers van volkenrechtelijke organisaties;
- Personen die tijdelijk vanuit het buitenland door hun werkgever naar
Nederland worden uitgezonden (gedetacheerd);
- Buitenlandse studenten die uitsluitend wegens studie in Nederland wonen.
Naast bovengenoemde groepen omvat deze categorie ook militairen in actieve
dienst en personen die vanwege hun levensovertuiging problemen hebben zich
te verzekeren (gemoedsbezwaarden) die volgens lid 2 van artikel 2 van de
Zorgverzekeringswet niet verzekeringsplichtig zijn.
Let op: Het CBS hanteert een onderscheid in formeel onverzekerden en de
onverzekerden die 6 maanden na peildatum nog steeds onverzekerd zijn.
Formeel onverzekerden op peildatum
Het aantal formeel onverzekerden op de peildatum, uitgedrukt als
percentage van het totale aantal personen binnen de betreffende
categorie op de peildatum.
Nog onverzekerd 6 maanden na peildatum
Nog steeds onverzekerd 6 maanden na peildatum.
Het aantal formeel onverzekerden op de peildatum dat een half jaar na
de peildatum nog steeds onverzekerd is, uitgedrukt als percentage van het
totale aantal personen binnen de betreffende categorie op de peildatum.
Hierbij is het aantal nog steeds onverzekerden gelijk aan het aantal
onverzekerden op de peildatum min het aantal personen dat zich binnen een
half jaar na de peildatum alsnog verzekerd heeft, geëmigreerd is of
afgevoerd is uit de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie). Er is hierbij
geen rekening gehouden met sterfte en een andere verzekeringsplicht.