Ondernemingsklimaat; marktwerking internationaal vergeleken 1990-2011

Ondernemingsklimaat; marktwerking internationaal vergeleken 1990-2011

Landen Perioden Mark-up Totale economie (ratio) Mark-up Naar bedrijfstakken/branches 0000b Landbouw, bosbouw, visserij (A+B) (ratio) Mark-up Naar bedrijfstakken/branches 1000g Industrie, winning en .. (ratio) Mark-up Naar bedrijfstakken/branches D Industrie (ratio) Mark-up Naar bedrijfstakken/branches F Bouwnijverheid (ratio) Mark-up Naar bedrijfstakken/branches Diensten (ratio) Openbare aanbestedingen Gerelateerd aan bbp (%) Openbare aanbestedingen Gerelateerd aan totale publieke inkoop (%) Belemmeringen Voor ondernemerschap (schaal 0-6) Belemmeringen Voor handel en investeringen (schaal 0-6) Prijsconvergentie (Index prijsniveau EU-27=100) Kosten van ontslag (Aantal weken salaris) Ontslagbescherming (Index (0-100)) Staatssteun (% van het bruto binnenlands product)
Denemarken 1990 1,84 4,64 1,24 . 1,35 1,57 . . . . . . . .
Denemarken 1995 1,92 4,84 1,21 1,67 1,45 1,64 2,6 16,0 . . 138,4 . . 0,66
Denemarken 2000 1,90 3,99 1,36 1,90 1,50 1,56 3,6 20,0 . . 130,3 . . 0,98
Denemarken 2005 1,88 2,24 1,32 1,96 1,43 1,52 2,2 15,0 . . 140,4 0 10 0,80
Denemarken 2010 1,80 2,39 1,27 1,92 1,41 1,49 4,4 25,0 . . 142,4 . . 0,91
Denemarken 2011 1,81 2,74 1,31 1,92 1,34 1,50 . . . . 142,2 . . .
Duitsland 1990 . . . . . . . . . . . . . .
Duitsland 1995 1,82 2,70 1,28 1,40 1,36 1,81 0,9 5,0 . . 118,8 . . 1,38
Duitsland 2000 1,84 3,04 1,25 1,43 1,39 1,79 0,9 5,6 . . 106,6 . . 0,80
Duitsland 2005 1,95 2,87 1,34 1,57 1,50 1,87 1,6 10,0 . . 103,3 69 40 0,75
Duitsland 2010 1,96 3,01 1,50 1,61 1,49 1,83 1,3 6,9 . . 104,3 . . 0,64
Duitsland 2011 1,95 3,40 1,51 1,63 1,53 1,79 . . . . 103,4 . . .
Finland 1990 1,82 5,91 1,40 1,62 1,56 1,47 . . . . . . . .
Finland 1995 2,02 5,71 1,53 1,92 1,82 1,64 1,3 8,0 . . 133,1 . . 2,85
Finland 2000 2,12 5,47 1,66 2,03 1,99 1,73 2,0 13,0 . . 120,9 . . 1,37
Finland 2005 2,04 4,28 1,73 1,93 1,83 1,68 3,3 20,0 . . 123,7 26 40 1,34
Finland 2010 1,95 4,51 1,41 1,84 1,66 1,64 4,6 23,0 . . 123,5 . . 1,14
Finland 2011 1,99 4,51 1,43 1,89 1,73 1,66 . . . . 125,2 . . .
Nederland 1990 1,92 6,35 1,37 1,92 1,62 1,68 . . . . . . . .
Nederland 1995 1,96 5,47 1,40 1,94 1,64 1,70 1,0 4,6 . . 111,3 . . 0,37
Nederland 2000 1,97 4,33 1,47 1,98 1,67 1,71 2,1 10,0 . . 100,1 . . 0,50
Nederland 2005 2,02 3,50 1,54 2,18 1,75 1,71 1,6 6,7 . . 104,7 17 70 0,41
Nederland 2010 1,96 3,21 1,58 2,26 1,71 1,65 1,9 6,1 . . 107,6 . . 0,53
Nederland 2011 1,96 3,05 1,62 2,35 1,79 1,65 . . . . 108,0 . . .
Verenigd Koninkrijk 1990 1,80 3,16 2,03 1,56 1,38 1,60 . . . . . . . .
Verenigd Koninkrijk 1995 1,90 3,86 1,94 1,77 1,55 1,63 3,2 16,0 . . 92,4 . . 0,37
Verenigd Koninkrijk 2000 1,83 2,88 1,81 1,72 1,42 1,57 3,7 23,0 . . 120,0 . . 0,22
Verenigd Koninkrijk 2005 1,85 2,51 2,00 1,70 1,39 1,61 3,5 20,0 . . 109,8 22 10 0,24
Verenigd Koninkrijk 2010 1,82 1,78 1,94 1,68 1,39 1,59 6,5 28,0 . . 100,3 . . 0,29
Verenigd Koninkrijk 2011 1,84 2,58 2,08 1,71 1,42 1,58 . . . . 101,7 . . .
Verenigde Staten 1990 1,73 3,91 1,46 1,63 1,41 1,57 . . . . . . . .
Verenigde Staten 1995 1,75 3,27 1,49 1,68 1,49 1,59 . . . . 88,3 . . .
Verenigde Staten 2000 1,71 3,64 1,50 1,60 1,50 1,58 . . . . 121,2 . . .
Verenigde Staten 2005 1,78 3,98 1,55 1,85 1,71 1,61 . . . . 92,6 0 0 .
Verenigde Staten 2010 1,81 . . . . . . . . . 92,4 . . .
Verenigde Staten 2011 1,81 . . . . . . . . . 88,0 . . .
Zweden 1990 1,70 3,68 1,30 1,60 1,40 1,50 . . . . . . . .
Zweden 1995 1,91 4,31 1,33 1,92 1,76 1,56 2,3 10,0 . . 125,9 . . 0,53
Zweden 2000 1,83 3,27 1,24 1,81 1,70 1,55 3,4 18,0 . . 127,6 . . 0,45
Zweden 2005 1,84 1,96 1,31 1,86 1,68 1,56 3,2 17,0 . . 119,1 26 40 0,97
Zweden 2010 1,88 2,68 1,34 1,97 1,68 1,57 4,9 24,0 . . 121,6 . . 0,83
Zweden 2011 1,90 2,76 1,41 1,98 1,72 1,61 . . . . 127,8 . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft voor Nederland en een vaste groep van referentielanden een indicatie van de marktwerking via een overzicht van indicatoren op het gebied van regelgeving, overheidsmaatregelen en andere barrières die marktwerking (kunnen) beïnvloeden. Deze indicatoren geven informatie over de concurrentiedruk en mark-up (winstmarge), prijsconvergentie, werknemersbescherming, openbare aanbestedingen en staatssteun. Voor het ondernemingsklimaat is het belangrijk dat marktwerking (nationaal en internationaal) zo min mogelijk wordt belemmerd door regelgeving of andere barrières die het voor andere bedrijven moeilijk maken om tot de markt toe te treden.

Let op: Om een internationale vergelijking mogelijk te maken is bij de bepaling van de hier gepresenteerde cijfers gebruikgemaakt van internationaal vergelijkbare definities, die soms afwijken van de normaal door het CBS gehanteerde definities. Hierdoor kunnen verschillen optreden tussen deze cijfers en elders op de CBS-website gepubliceerde nationale cijfers.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1990 tot en met 2011.

Status van de cijfers:
De externe bronnen van deze cijfers leveren regelmatig bijgestelde gegevens over voorgaande perioden. Deze bijgestelde gegevens worden in de tabel niet als zodanig gekenmerkt.

Wijzigingen per 22 december 2017:
Geen, tabel is stop gezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet.

Toelichting onderwerpen

Mark-up
Een maatstaf voor de concurrentiedruk en de winstmarge die bedrijven in een markt behalen.
Totale economie
Voor de totale economie (alle bedrijfstakken) is de mark-up berekend als het bruto binnenlands product (bbp) gedeeld door de arbeidskosten (loonsom plus sociale lasten) van werkzame personen.

Bron: Europese Commissie, AMECO-database.

Het betreft alleen de arbeidskosten van werknemers. Virtueel loon van zelfstandigen is niet meegerekend. Het bbp is de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld. Het bbp is gelijk aan de waarde van het in Nederland gevormde inkomen.
Naar bedrijfstakken/branches
De mark-up naar bedrijfstakken/branches is berekend als de toegevoegde waarde van de bedrijfstak/branche gedeeld door de arbeidskosten (loonsom plus sociale lasten) van werkzame personen in de bedrijfstak/branche.

Bron: Europese Commissie, AMECO-database.

Het betreft alleen de arbeidskosten van werknemers. Virtueel loon van zelfstandigen is niet meegerekend.
0000b Landbouw, bosbouw, visserij (A+B)
0000b Landbouw, bosbouw en visserij (A+B) = NACE rev.1, secties A en B.

Deze categorie is een samentelling van categorieën:

01 Landbouw, jacht en dienstverlening voor de landbouw en de jacht.
02 Bosbouw en dienstverlening voor de bosbouw.
05 Visserij, kweken van vis en schaaldieren.
1000g Industrie, winning en ..
1000g Industrie, winning en energievoorziening is NACE rev.1, secties C, D en E.

Sectie C Winning van delfstoffen.
Sectie D Industrie.
Sectie E Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en warm water.
Sectie C Winning van delfstoffen.

Het begrip "winning van delfstoffen" omvat de winning van in de natuur voorkomende mineralen in vaste vorm (steenkool, turf en erts), in vloeibare vorm (aardolie) of in de vorm van een gas (aardgas). Winning vindt plaats door middel van ondergrondse mijnbouw, dagbouw of boringen.
Deze sectie omvat voorts bijkomende bewerkingen die voor het vervoer en de afzet van de minerale producten noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld het vergruizen, malen, wassen, drogen, sorteren of concentreren van ertsen, het vloeibaar maken van aardgas en het briketteren van vaste brandstoffen. Deze werkzaamheden worden vaak door de eenheden die de delfstoffen winnen zelf uitgeoefend en/of door andere eenheden in de buurt van de winplaats.
Deze sectie omvat ook:
- de vervaardiging van steenkool- en bruinkoolbriketten, het sinteren van ertsen;
- het vergruizen, malen of op andere wijze behandelen van bepaalde soorten aarde, steen en mineralen.
Deze sectie omvat niet:
- de verwerking van delfstoffen (sectie D);
- de productie aan de bron van natuurlijk bron- of mineraalwater (1598);
- de winning, zuivering en distributie van water (4100);
- de exploratie van mineralen (7420).
De winningsactiviteiten worden aan de hand van de belangrijkste geproduceerde mineralen ingedeeld in afdelingen, groepen en klassen.
Subsectie CA omvat de winning van energiehoudende delfstoffen (steenkool, bruinkool en turf).
Subsectie CB omvat niet-energiehoudende delfstoffen.
Sectie D Industrie.
Onder industrie wordt de mechanische, fysische of chemische verwerking van materialen, stoffen of onderdelen tot nieuwe producten verstaan. De verwerkte materialen, stoffen of onderdelen zijn grondstoffen uit de landbouw, bosbouw, visserij en mijnbouw, alsmede (half)fabrikaten uit de industrie. Bij de eenheden in deze sectie gaat het vaak om fabrieken waar gewoonlijk machines met motoraandrijving en apparaten worden gebruikt. Eenheden waar materialen of stoffen met de hand of in de eigen woning tot nieuwe producten worden verwerkt en die welke producten op de plaats waar deze zijn gemaakt, zelf verkopen, zoals bakkerijen en kleermakerijen, vallen echter ook onder deze sectie. Industriële eenheden kunnen materialen zelf verwerken of dit aan andere eenheden uitbesteden. In beide gevallen valt dit onder de sectie Industrie.
Een nieuw industrieel product is een eindproduct, dat gereed is voor gebruik of consumptie of het is een halffabrikaat, dat voor verdere verwerking wordt gebruikt. Een voorbeeld: het product dat na raffinage van aluminiumoxide ontstaat, wordt als input gebruikt voor de primaire productie van aluminium. Primair aluminium wordt als input gebruikt voor de fabricage van aluminiumdraad. Aluminiumdraad wordt als input gebruikt voor de fabricage van artikelen van draad.
Indien de montage en installatie van machines en apparatuur in de industrie, handels- of andere eenheden als gespecialiseerde activiteiten worden uitgevoerd, worden deze in dezelfde klasse ingedeeld als het desbetreffende product. De montage en installatie van machines en apparatuur als incidentele dienstverlening bij de verkoop van goederen door een eenheid die hoofdzakelijk actief is in de industrie, de groothandel of de detailhandel, worden ingedeeld bij de hoofdactiviteit.
Onderhoud en reparatie van industriële machines en apparaten wordt over het algemeen in dezelfde klasse ingedeeld als de vervaardiging van de betrokken goederen. Reparatie van kantoormachines en computers wordt echter ingedeeld in klasse 7250.
Reparatie van huishoudelijke apparaten en consumptiegoederen wordt ingedeeld in groep 527. De reparatie van auto's en motoren in afdeling 50 Autobranche.
Indien de goederen ingrijpend worden gewijzigd of vernieuwd of een totaal andere constructie krijgen, valt dit gewoonlijk onder industrie.
De vervaardiging van specifieke componenten en onderdelen, toebehoren en hulpstukken voor machines en apparaten wordt gewoonlijk ingedeeld in dezelfde klasse als de vervaardiging van de desbetreffende machines en apparaten.
De vervaardiging van niet-specifieke componenten en onderdelen voor machines en apparatuur, zoals motoren, zuigers, elektromotoren, elektroinstallatiemateriaal, kleppen, kogellagers, rollagers, worden in de passende klasse van de sectie industrie ingedeeld.
De scheidslijn tussen industrie en andere secties van de nomenclatuur is niet altijd even duidelijk. De industrie houdt zich bezig met de verwerking van materialen tot nieuwe producten. Er wordt een nieuw product gemaakt, maar wanneer een product als nieuw moet worden beschouwd, is niet altijd evident. Ter verduidelijking volgt een aantal voorbeelden van activiteiten die in de sectie Industrie worden ingedeeld:
- het pasteuriseren en bottelen van melk;
- de verwerking van verse vis (openen en verwijderen van oesterschelpen, fileren van vis);
- het drukken en aanverwante activiteiten;
- de productie van stortklare beton;
- de leerbewerking;
- de houtverduurzaming;
- het galvaniseren, plateren, de warmtebehandeling van metalen en het polijsten;
- het opnieuw bouwen of vervaardigen van machines (bijvoorbeeld automotoren);
- reparatie en renovatie van schepen;
- loopvlakvernieuwing van banden.
Er zijn daarentegen ook activiteiten die weliswaar "nieuwe" producten opleveren maar niet tot de industrie worden gerekend.
Daartoe behoren:
- het optrekken van bouwwerken, de fabricage van constructies op de bouwplaats zelf (sectie F: Bouwnijverheid);
- activiteiten die niet leiden tot een nieuw product, maar tot een gewijzigde versie van hetzelfde product:
* het opsplitsen van partijen stukgoederen in kleinere partijen, inclusief het verpakken, herverpakken;
* het bottelen van producten als alcoholhoudende dranken of chemicaliën;
* de montage van computers volgens de specifieke wensen van een klant;
* het sorteren van afval;
* het mengen van verf;
Deze activiteiten worden ingedeeld in sectie G (groothandel en detailhandel).
Sectie E Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en warm water.
Sectie E is een samentelling van de categorieën:
40 Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas en warm water.
41 Winning en distributie van water.
D Industrie
Sectie D Industrie is NACE rev.1, sectie D.
Onder industrie wordt de mechanische, fysische of chemische verwerking van materialen, stoffen of onderdelen tot nieuwe producten verstaan. De verwerkte materialen, stoffen of onderdelen zijn grondstoffen uit de landbouw, bosbouw, visserij en mijnbouw, alsmede (half)fabrikaten uit de industrie. Bij de eenheden in deze sectie gaat het vaak om fabrieken waar gewoonlijk machines met motoraandrijving en apparaten worden gebruikt. Eenheden waar materialen of stoffen met de hand of in de eigen woning tot nieuwe producten worden verwerkt en die welke producten op de plaats waar deze zijn gemaakt, zelf verkopen, zoals bakkerijen en kleermakerijen, vallen echter ook onder deze sectie. Industriële eenheden kunnen materialen zelf verwerken of dit aan andere eenheden uitbesteden. In beide gevallen valt dit onder de sectie Industrie. Een nieuw industrieel product is een eindproduct, dat gereed is voor gebruik of consumptie of het is een halffabrikaat, dat voor verdere verwerking wordt gebruikt. Een voorbeeld: het product dat na raffinage van aluminiumoxide ontstaat, wordt als input gebruikt voor de primaire productie van aluminium. Primair aluminium wordt als input gebruikt voor de fabricage van aluminiumdraad. Aluminiumdraad wordt als input gebruikt voor de fabricage van artikelen van draad. Indien de montage en installatie van machines en apparatuur in de industrie, handels- of andere eenheden als gespecialiseerde activiteiten worden uitgevoerd, worden deze in dezelfde klasse ingedeeld als het desbetreffende product. De montage en installatie van machines en apparatuur als incidentele dienstverlening bij de verkoop van goederen door een eenheid die hoofdzakelijk actief is in de industrie, de groothandel of de detailhandel, worden ingedeeld bij de hoofdactiviteit. Onderhoud en reparatie van industriële machines en apparaten wordt over het algemeen in dezelfde klasse ingedeeld als de vervaardiging van de betrokken goederen. Reparatie van kantoormachines en computers wordt echter ingedeeld in klasse 7250. Reparatie van huishoudelijke apparaten en consumptiegoederen wordt ingedeeld in groep 527. De reparatie van auto's en motoren in afdeling 50 Autobranche. Indien de goederen ingrijpend worden gewijzigd of vernieuwd of een totaal andere constructie krijgen, valt dit gewoonlijk onder industrie. De vervaardiging van specifieke componenten en onderdelen, toebehoren en hulpstukken voor machines en apparaten wordt gewoonlijk ingedeeld in dezelfde klasse als de vervaardiging van de desbetreffende machines en apparaten. De vervaardiging van niet-specifieke componenten en onderdelen voor machines en apparatuur, zoals motoren, zuigers, elektromotoren, elektroinstallatiemateriaal, kleppen, kogellagers, rollagers, worden in de passende klasse van de sectie industrie ingedeeld. De scheidslijn tussen industrie en andere secties van de nomenclatuur is niet altijd even duidelijk. De industrie houdt zich bezig met de verwerking van materialen tot nieuwe producten. Er wordt een nieuw product gemaakt, maar wanneer een product als nieuw moet worden beschouwd, is niet altijd evident.
Ter verduidelijking volgt een aantal voorbeelden van activiteiten die in de sectie Industrie worden ingedeeld:
- het pasteuriseren en bottelen van melk;
- de verwerking van verse vis (openen en verwijderen van oesterschelpen, fileren van vis);
- het drukken en aanverwante activiteiten;
- de productie van stortklare beton;
- de leerbewerking;
- de houtverduurzaming;
- het galvaniseren, plateren, de warmtebehandeling van metalen en het polijsten;
- het opnieuw bouwen of vervaardigen van machines (bijvoorbeeld automotoren);
- reparatie en renovatie van schepen;
- loopvlakvernieuwing van banden.
Er zijn daarentegen ook activiteiten die weliswaar "nieuwe" producten opleveren maar niet tot de industrie worden gerekend.
Daartoe behoren:
- het optrekken van bouwwerken, de fabricage van constructies op de bouwplaats zelf (sectie F: Bouwnijverheid);
- activiteiten die niet leiden tot een nieuw product, maar tot een gewijzigde versie van hetzelfde product:
* het opsplitsen van partijen stukgoederen in kleinere partijen, inclusief het verpakken, herverpakken;
* het bottelen van producten als alcoholhoudende dranken of chemicaliën;
* de montage van computers volgens de specifieke wensen van een klant;
* het sorteren van afval;
* het mengen van verf;
Deze activiteiten worden ingedeeld in sectie G (groothandel en detailhandel).
F Bouwnijverheid
Sectie F Bouwnijverheid is NACE rev.1, sectie F.
Deze sectie omvat algemene en gespecialiseerde bouwkundige en civieltechnische werken, de bouwinstallatie en de afwerking van gebouwen. Zij omvat ook nieuwbouw, reparatie, aan- en verbouwwerkzaamheden, het optrekken van geprefabriceerde gebouwen of constructies ter plaatse en van tijdelijke bouwwerken. Onder algemene bouwkundige werken valt de bouw van woningen, kantoren, winkels en andere vormen van burgerlijke- en utiliteitsbouw, boerderijgebouwen enzovoort of de bouw of aanleg van zware constructies als autowegen, straten, bruggen, tunnels, spoorwegen, vliegvelden, havens en andere waterbouwkundige projecten, irrigatiesystemen, rioleringen, industriële installaties, pijpleidingen en elektriciteitsleidingen, sportvoorzieningen enzovoort. Deze werkzaamheden kunnen voor eigen rekening of voor een vast bedrag of op contractbasis worden uitgevoerd. Een deel van de werkzaamheden of soms zelfs alle uitvoerende werkzaamheden kunnen worden uitbesteed aan onderaannemers. Gespecialiseerde bouwkundige werken omvatten de bouw of aanleg van een gedeelte van bouwwerken en van civieltechnische werken of de hiervoor vereiste voorbereidende werkzaamheden. Er is gewoonlijk sprake van gespecialiseerde werkzaamheden ten behoeve van diverse bouwwerken, waarvoor specifieke ervaring of een speciale uitrusting nodig is. Het heien, leggen van funderingen, boren van waterputten, de cascobouw, het storten van beton, metselen, zetten van natuursteen, de bouw van steigers, dakbedekking enzovoort worden hiertoe gerekend. Ook het optrekken van stalen constructies valt hieronder mits de delen ervan niet door dezelfde eenheid zijn geproduceerd. Gespecialiseerde bouwkundige werkzaamheden worden meestal aan onderaannemers uitbesteed, maar vooral reparaties worden in de bouw rechtstreeks voor de eigenaar van het onroerend goed uitgevoerd. De bouwinstallatie omvat de installatie van alle voorzieningen waardoor een bouwwerk als zodanig zijn functie kan vervullen. Deze werkzaamheden worden meestal op de bouwplaats zelf verricht, hoewel bepaalde gedeelten ervan in een werkplaats kunnen worden uitgevoerd. Inbegrepen zijn loodgieterswerk, de installatie van verwarmings- en klimaatregelingssystemen, antennes, alarmsystemen, en andere elektrische apparatuur, sprinklerinstallaties, liften en roltrappen enzovoort. Ook vallen hieronder isolatiewerkzaamheden (vochtwering, warmte- en geluidsisolatie), het aanbrengen van metalen beplating, de installatie van commerciële koelapparatuur, verlichtings- en signaleringssystemen voor wegen, spoorwegen, luchthavens, havens enzovoort. Het uitvoeren van reparaties in verband met deze activiteiten is ook inbegrepen. De afwerking van gebouwen omvat werkzaamheden die zijn gericht op de afwerking of voltooiing van een bouwwerk, zoals glaszetten, stukadoorswerk, schilderen, sauzen, het aanbrengen van vloer- of wandtegels of van andere bekleding of bedekking zoals parket, tapijt, behang enzovoort, schuren van vloeren, aftimmeren, geluidstechnische werkzaamheden, schoonmaken van het buitenwerk enzovoort Het uitvoeren van reparaties in verband met deze activiteiten is ook inbegrepen.
Deze sectie omvat niet:
- de aanleg en het onderhoud van grasvelden en tuinen en boomchirurgie (0141);
- de vervaardiging van bouwmaterialen (sectie C en D);
- bouwwerkzaamheden (boortorens en dergelijke) die rechtstreeks verband houden met de winning van aardolie en aardgas (1120). Het optrekken van gebouwen, de aanleg van wegen enzovoort op de winningsplaats zelf valt echter wel onder deze sectie;
- de bouw of installatie van industriële apparatuur en machines (bijvoorbeeld de installatie van industriële ovens, turbines enzovoort) (sectie D);
- het optrekken van volledige geprefabriceerde gebouwen of bouwwerken van zelf vervaardigde onderdelen wordt ingedeeld bij de toepasselijke rubriek van de sectie Industrie, afhankelijk van het materiaal waaruit deze voornamelijk bestaan. Indien dit echter beton is, wordt deze activiteit in deze sectie ingedeeld;
- de installatie van zelf vervaardigd schrijn- of timmerwerk (2030.x);
- het optrekken van metalen constructiewerken van zelf vervaardigde onderdelen (2811);
- het ontwerpen van bouwkundige en civieltechnische werken (7420.x);
- projectbeheer, directievoering voor de bouw (7420.1);
- het glazenwassen, schoorsteenvegen, schoonmaken van heetwaterketels, het interieur enzovoort (7470.x).
Diensten
NACE rev.1, secties G - P.

Sectie G Reparatie van consumentenartikelen en handel.
Sectie H Horeca.
Sectie I Vervoer, opslag en communicatie.
Sectie J Financiële instellingen.
Sectie K Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening.
Sectie L Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen.
Sectie M Onderwijs.
Sectie N Gezondheids- en welzijnszorg.
Sectie O Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening.
Sectie P Particuliere huishoudens met personeel in loondienst.
Sectie G Reparatie van consumentenartikelen en handel.

Deze sectie omvat:
- de groot- en detailhandel (verkoop zonder aanbrengen van veranderingen) in alle soorten goederen en de diensten die bij de verkoop van goederen worden verleend;
Groot- en detailhandel vormen de laatste schakel in de distributieketen van goederen;
- tussenhandel/handelsbemiddeling;
- reparatie van auto's en motoren;
- reparatie van consumentenartikelen.
De verkoop zonder bewerking omvat de in de handel gebruikelijke handelingen, bijvoorbeeld sorteren, samenvoegen en combineren van goederen, mengen (versnijden) van goederen (bijvoorbeeld wijn of zand), bottelen (met of zonder reiniging van de fles vooraf), verpakken, opsplitsen en anders verpakken van partijen stukgoederen voor distributie in kleinere hoeveelheden, opslag (al dan niet bevroren of gekoeld), schoonmaken en drogen van landbouwproducten, snijden van houtvezel- of metalen platen voor eigen rekening.
Groothandel is de wederverkoop (verkoop zonder aanbrengen van veranderingen) van nieuwe en gebruikte goederen aan de detailhandel, aan industriële en andere bedrijfsmatige gebruikers, of aan andere groothandelaren, alsmede de handelsbemiddeling bij de aankoop van goederen voor of de verkoop van goederen aan dergelijke personen of bedrijven. De belangrijkste soort van groothandel is de groothandel in goederen, dat wil zeggen groothandelaren die goederen verkopen die zij in eigendom hebben zoals grossiers, dealers, exporteurs, importeurs en coöperatieve inkooporganisaties, verkooporganisaties en verkoopkantoren (detailhandelsbedrijven uitgezonderd) van industriële ondernemingen, die tot taak hebben de producten ervan op de markt te brengen.
Tussenhandel/handelsbemiddeling is het samenbrengen van koper en verkoper of het uitvoeren van transacties voor rekening van derden. Inbegrepen zijn makelaars op goederenbeurzen, commissionairs, en andere op commissiebasis werkzame tussenpersonen.
Detailhandel is de wederverkoop (verkoop zonder aanbrengen van veranderingen) van nieuwe en gebruikte goederen hoofdzakelijk aan het publiek voor persoonlijk of huishoudelijk ge- of verbruik, op de markt of door winkels, warenhuizen, postorderbedrijven, straathandelaren, consumentencoöperaties, veilinghuizen enzovoort. De meeste detailhandelaren zijn eigenaar van de goederen die zij verkopen, maar sommigen werken als tussenpersoon voor een opdrachtgever en verkopen in consignatie dan wel op commissiebasis.
Sectie H Horeca:
In deze sectie worden aan gasten logies en/of bereide maaltijden, snacks en dranken voor onmiddellijke consumptie verschaft. Deze sectie omvat zowel het verschaffen van accommodatie als verstrekken van maaltijden, omdat deze twee activiteiten vaak in dezelfde eenheid worden gecombineerd. De verschillende activiteiten in sectie H overlappen elkaar in zekere mate, omdat bijvoorbeeld de verkoop van dranken een activiteit op zich is, maar ook deel uitmaakt van de activiteiten van een restaurant (waar bij de maaltijden dranken worden verstrekt) en dan met de verkoop van maaltijden bij 55.3 (Restaurants) wordt ingedeeld. Evenzo vormt de exploitatie van een restaurant een aparte activiteit, maar kan zij ook deel uitmaken van een bedrijf dat logies verschaft.
Logiesverschaffende eenheden bieden reizigers, vakantiegangers en anderen accommodatie voor kortstondig verblijf (korter dan 3 maanden) aan. Er zijn vele verschillende eenheden. Sommige verschaffen alleen logies, terwijl andere naast logies ook maaltijden en recreatieve faciliteiten aanbieden. Het soort aanvullende dienstverlening kan van eenheid tot eenheid verschillen.
Restaurants verstrekken volledige, voor onmiddellijke consumptie geschikte maaltijden, ongeacht of het traditionele restaurants, zelfbedienings- of afhaalrestaurants, dan wel permanente of tijdelijke viskramen en dergelijke met of zonder zitplaatsen zijn. Bepalend is het feit dat er voor onmiddellijke consumptie geschikte maaltijden worden aangeboden, niet het soort gelegenheid dat deze maaltijden verstrekt.
Sectie H omvat niet:
- de productie van maaltijden niet voor onmiddellijke consumptie geschikt of maaltijden of bereid voedsel dat niet als maaltijd wordt beschouwd (SBI 15 voedingsmiddelenindustrie);
- de verkoop van niet zelf vervaardigd voedsel dat niet als maaltijd wordt beschouwd of van niet voor onmiddellijke consumptie geschikte maaltijden (SBI 51 groothandel of SBI 52 detailhandel afhankelijk van de afnemerscategorie).
Sectie I Vervoer, opslag en communicatie
Deze sectie omvat:
- het vervoer van personen of goederen, al dan niet volgens een dienstregeling, per spoor, via een pijpleiding, over de weg, over water of door de lucht;
- de ondersteunende activiteiten als terminal- en parkeerfaciliteiten, vrachtbehandeling, opslag enzovoort;
- de posterijen en de telecommunicatie;
- de verhuur van transportmiddelen met bestuurder of bedienend personeel.
Deze sectie omvat niet:
- grote reparaties of verbouwing van transportmiddelen met uitzondering van auto's (35);
- de bouw, het onderhoud en de reparatie van wegen, spoorwegen, havens, vliegvelden (452);
- het onderhoud en de reparatie van auto's (50.20);
- de verhuur van transportmiddelen zonder bestuurder of bedienend personeel (711, 712).
Sectie J Financiële instellingen
Deze sectie omvat:
65 Financiële instellingen (uitgezonderd verzekeringswezen en pensioenfondsen);
66 Verzekeringswezen en pensioenfondsen (geen verplichte sociale verzekeringen);
67 Financiële beurzen, effectenmakelaars, assurantietussenpersonen, administratiekantoren voor aandelen, waarborgfondsen en dergelijke.
Sectie K Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening.
Deze sectie omvat voornamelijk activiteiten ten behoeve van het bedrijfsleven. Een groot deel van deze diensten in deze sectie kan echter ook worden verstrekt aan particuliere huishoudens. Zoals verhuur van onroerende en roerende goederen, rechtskundige dienstverlening, belastingconsulten, arbeidsbemiddeling, (binnen)huisarchitecten of fotografen.
Sectie L Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen.
Deze sectie omvat eenheden die deel uitmaken van de lagere of centrale overheid en die tot een goede werking van het bestuur van de samenleving bijdragen. Tevens het beheer van de verplichte sociale verzekeringsregelingen.
Deze sectie omvat derhalve:
- defensie, justitie, politie, buitenlandse zaken enzovoort;
- het algemeen openbaar bestuur (bijvoorbeeld uitvoerende, wetgevende, financiële taken enzovoort op alle bestuursniveaus) en het toezicht op het economische en sociale leven;
- provincies en gemeentes
- het beheer van de verplichte socialeverzekeringsregelingen.
Activiteiten die elders in de SBI zijn geclassificeerd vallen niet onder afdeling 75, ook al worden zij door overheidinstanties uitgevoerd. Enkele voorbeelden:
- het beheer van het onderwijsstelsel (d.w.z. regelgeving, inspecties, onderwijsprogramma's) valt onder afdeling 75, maar het onderwijs zelf valt onder afdeling 80, Onderwijs;
- militaire en penitentiaire ziekenhuizen worden ingedeeld bij afdeling 85 gezondheidszorg;
- inzameling en verwerking van afvalwater en afval valt onder afdeling 90 Milieudienstverlening
Sectie M Onderwijs:
Deze sectie omvat alle vormen van openbaar en particulier onderwijs, op elk niveau en voor elk beroep, zowel mondeling en schriftelijk als via radio en televisie.
Zowel het onderwijs door de instellingen op de verschillende niveaus van het normale schoolstelsel als volwasseneneducatie, alfabetiseringsprogramma's enzovoort. Volwasseneneducatie waarvan de inhoud vergelijkbaar is met die van het onderwijs op een specifiek niveau wordt bij dat niveau ingedeeld. Op ieder niveau van het initiële onderwijs omvatten de klassen het speciale onderwijs aan lichamelijk of geestelijk gehandicapte leerlingen.
Deze sectie omvat ook:
- het overige onderwijs, zoals autorijscholen.
Deze sectie omvat niet:
- hoofdzakelijk op ontspanning gericht onderwijs, zoals bridge- en golflessen, dansonderwijs (92).
Sectie N Gezondheids- en welzijnszorg
Deze sectie omvat:
851 Gezondheidszorg
852 Veterinaire diensten
853 Welzijnszorg
Sectie O Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening
Deze sectie omvat:
90 Milieudienstverlening
91 Werkgevers-, werknemers- en beroepsorganisaties; levensbeschouwelijke en politieke organisaties; overige ideële organisaties een dergelijke
92 Cultuur, sport en recreatie
93 Overige dienstverlening
Sectie P Particuliere huishoudens met personeel in loondienst
Deze sectie omvat:
- particuliere huishoudens met huishoudelijk personeel, zoals:
* dienstmeisjes, koks, huisknechten, butlers, tuinlieden, conciërges, staljongens, chauffeurs, huismeesters, babysitters, huisonderwijzers en secretarissen.
Openbare aanbestedingen
De aanschaf van producten, diensten, publieke werken of voorraden van een (externe) marktpartij door de centrale of lokale overheid, die plaatsvindt na vergelijking van de ontvangen inschrijvingen (offertes) van verschillende marktpartijen. Deze indicator is een 'Structural indicator' van Eurostat en meet de waarde van het deel van de publieke inkoop van goederen of diensten dat openbaar wordt aanbesteed via het 'Official Journal of the European Communities, Supplement S'. De indicator wordt uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product, of als percentage van alle publieke inkoop. De indicator geeft de mate weer waarin er sprake is van beïnvloeding van de markt door de overheid, doordat zij haar goederen of diensten inkoopt bij specifieke bedrijven, wat concurrenten of nieuwe toetreders tot de markt tegenwerkt.

Bron: Eurostat, Structural indicators.
Gerelateerd aan bbp
Openbare aanbesteding gerelateerd aan het bruto binnenlands product (bbp).
Gerelateerd aan totale publieke inkoop
Openbare aanbesteding gerelateerd aan de totale publieke inkoop.
Belemmeringen
De indicatoren 'Belemmeringen voor ondernemerschap' en 'Belemmeringen voor handel en investeringen' zijn afkomstig van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO, Engels: OECD). Deze indicator wordt om de 5 jaar geactualiseerd. Voor alternatieve cijfers voor de tussenliggende jaren zie de indicatoren 'Openbare aanbesteding van overheidsopdrachten' en 'Prijsconvergentie'. De score van de indicatoren lopen van 0 tot 6. Een score van 0 betekent weinig tot geen belemmeringen, een score van 6 duidt op grote belemmeringen. Voor een exacte beschrijving van de bepaling van de score, zie de link in paragraaf 3 van de tabeltoelichting bij de tabel.

Bron: OECD, Indicators of Product Market Regulation (PMR).
Voor ondernemerschap
Subindex van schema Productmarktregulering (PMR) van de OESO.
Het betreft hier een gewogen gemiddelde van indicatoren op een lager niveau, te weten:
- ondoorzichtigheid op het gebied van regelgeving en bestuur;
- administratieve lasten voor beginnende ondernemers;
- beperkingen van de marktwerking.
Voor handel en investeringen
Subindex van schema Productmarktregulering (PMR) van de OESO.
Het betreft hier een gewogen gemiddelde van indicatoren op een lager niveau, te weten:
- expliciete barrières voor handel en investeringen (barrières tegen buitenlands bezit van ondernemingen, procedures discriminerend voor buitenlandse ondernemingen, importheffingen en dergelijke);
- overige belemmeringen voor internationale handel (met name regelgeving).
Prijsconvergentie
De indicator 'Prijsconvergentie' is afkomstig van Eurostat en is een maatstaf voor de marktintegratie van de verschillende EU-lidstaten. Grote prijsverschillen tussen landen zouden immers niet optreden bij een volledig geïntegreerde Europese markt. Verplaatsing van productieprocessen naar regio's waar de productie het meest efficiënt kan plaatsvinden en het hanteren van een open economie, worden verondersteld te leiden tot een hoge mate van marktintegratie. Informatie over de prijsconvergentie in Europa is vitaal voor het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. Deze indicator toont het gemiddelde prijsniveau van verschillende landen als indexcijfer waarbij voor ieder verslagjaar geldt dat EU-27 = 100.

Bron: Eurostat.
Kosten van ontslag
De indicator 'Kosten van ontslag' (Firing cost) meet de kosten van benodigdheden voor de vooraankondiging, ontslagbetalingen en verschuldigde boetes bij het ontslaan van een overbodige werknemer, uitgedrukt in het aantal weken salaris.

Bron: The World bank, Doing business.
Ontslagbescherming
Ontslagbescherming (Difficulty of firing index) bestaat uit een achttal componenten dat betrekking heeft op de procedures en regels die bij het ontslag van één of een grote groep werknemer(s) van toepassing zijn in een land. Regels betreffende het verwittigen van derden bij ontslag of het verkrijgen van toestemming van bijvoorbeeld overheidsinstanties bepalen de score van een land op deze index. Een lage index betekent hier relatief eenvoudige ontslagprocedures, een hoge index komt overeen met relatief ingewikkelde ontslagprocedures.

Bron: The World bank, Doing business.
Staatssteun
Een vorm van interventie waarbij de nationale overheid een bepaalde economische activiteit financieel ondersteunt.
Staatssteun kan verleend worden aan specifieke bedrijfstakken (landbouw, visserij, industrie, steenkool, transport exclusief spoorwegen en overige dienstverlening) of op ad-hocbasis worden gegeven aan individuele bedrijven om bijvoorbeeld een bedrijf te redden of te reorganiseren. Daarnaast kunnen horizontale (sectoroverstijgende) doelen door de nationale overheid gesteund worden, zoals Research & Development (R&D), milieubescherming, energiebesparing, steun aan het Midden- en Kleinbedrijf (MKB), werkgelegenheidscreatie en training en hulp voor regionale ontwikkeling. Om methodologische redenen is staatssteun aan de financiële sector niet opgenomen in deze cijfers. Steun aan de financiële sector wordt door Eurostat namelijk beschouwd als crisismaatregel die een juist beeld over uitgaven voor overheidssteun aan de industrie en dienstverlening verstoort.

Bron: Eurostat, Structural Indicators.