Akkerbouwgewassen; productie naar regio

Akkerbouwgewassen; productie naar regio

Gewassen Regio's Perioden Beteelde oppervlakte (ha) Geoogste oppervlakte (ha) Bruto opbrengst per ha (1 000 kg) Totale bruto opbrengst (1 000 kg)
Tarwe (totaal) Nederland 2022* 124.348 123.788 9,6 1.190.494
Tarwe (totaal) Noord Nederland (LD) 2022* 36.497 36.417 9,2 334.957
Tarwe (totaal) Oost Nederland (LD) 2022* 20.509 20.399 9,4 191.733
Tarwe (totaal) West Nederland (LD) 2022* 49.003 48.805 10,0 489.822
Tarwe (totaal) Zuid Nederland (LD) 2022* 18.339 18.167 9,6 173.982
Tarwe (totaal) Groningen (PV) 2022* 26.986 26.924 9,4 254.274
Tarwe (totaal) Fryslân (PV) 2022* 5.386 5.367 8,8 47.151
Tarwe (totaal) Drenthe (PV) 2022* 4.126 4.126 8,1 33.532
Tarwe (totaal) Overijssel (PV) 2022* 1.879 1.876 7,8 14.611
Tarwe (totaal) Flevoland (PV) 2022* 12.309 12.280 10,0 122.912
Tarwe (totaal) Gelderland (PV) 2022* 6.321 6.242 8,7 54.209
Tarwe (totaal) Utrecht (PV) 2022* 377 372 7,2 2.671
Tarwe (totaal) Noord-Holland (PV) 2022* 7.905 7.883 9,0 71.222
Tarwe (totaal) Zuid-Holland (PV) 2022* 12.154 12.062 10,7 129.595
Tarwe (totaal) Zeeland (PV) 2022* 28.567 28.488 10,1 286.334
Tarwe (totaal) Noord-Brabant (PV) 2022* 11.659 11.558 9,4 108.745
Tarwe (totaal) Limburg (PV) 2022* 6.680 6.608 9,9 65.238
Tarwe, winter Nederland 2022* 108.321 107.813 9,9 1.070.050
Tarwe, winter Noord Nederland (LD) 2022* 30.318 30.242 9,6 289.789
Tarwe, winter Oost Nederland (LD) 2022* 17.194 17.099 9,8 168.057
Tarwe, winter West Nederland (LD) 2022* 44.470 44.293 10,2 452.876
Tarwe, winter Zuid Nederland (LD) 2022* 16.340 16.179 9,8 159.327
Tarwe, winter Groningen (PV) 2022* 24.539 24.477 9,6 236.060
Tarwe, winter Fryslân (PV) 2022* 3.934 3.921 9,3 36.547
Tarwe, winter Drenthe (PV) 2022* 1.845 1.845 9,3 17.183
Tarwe, winter Overijssel (PV) 2022* 889 889 8,4 7.464
Tarwe, winter Flevoland (PV) 2022* 11.185 11.156 10,2 114.307
Tarwe, winter Gelderland (PV) 2022* 5.120 5.053 9,2 46.286
Tarwe, winter Utrecht (PV) 2022* 230 230 8,8 2.012
Tarwe, winter Noord-Holland (PV) 2022* 6.332 6.315 9,3 58.651
Tarwe, winter Zuid-Holland (PV) 2022* 10.916 10.832 10,9 117.925
Tarwe, winter Zeeland (PV) 2022* 26.992 26.916 10,2 274.287
Tarwe, winter Noord-Brabant (PV) 2022* 10.191 10.102 9,7 97.542
Tarwe, winter Limburg (PV) 2022* 6.148 6.077 10,2 61.785
Tarwe, zomer Nederland 2022* 16.027 15.975 7,5 120.445
Tarwe, zomer Noord Nederland (LD) 2022* 6.180 6.175 7,3 45.168
Tarwe, zomer Oost Nederland (LD) 2022* 3.315 3.300 7,2 23.676
Tarwe, zomer West Nederland (LD) 2022* 4.533 4.512 8,2 36.946
Tarwe, zomer Zuid Nederland (LD) 2022* 2.000 1.988 7,4 14.655
Tarwe, zomer Groningen (PV) 2022* 2.448 2.448 7,4 18.214
Tarwe, zomer Fryslân (PV) 2022* 1.451 1.447 7,3 10.605
Tarwe, zomer Drenthe (PV) 2022* 2.281 2.281 7,2 16.349
Tarwe, zomer Overijssel (PV) 2022* 990 987 7,2 7.147
Tarwe, zomer Flevoland (PV) 2022* 1.124 1.124 7,7 8.605
Tarwe, zomer Gelderland (PV) 2022* 1.201 1.189 6,7 7.923
Tarwe, zomer Utrecht (PV) 2022* 147 142 4,6 659
Tarwe, zomer Noord-Holland (PV) 2022* 1.573 1.568 8,0 12.570
Tarwe, zomer Zuid-Holland (PV) 2022* 1.238 1.229 9,5 11.670
Tarwe, zomer Zeeland (PV) 2022* 1.575 1.572 7,7 12.047
Tarwe, zomer Noord-Brabant (PV) 2022* 1.468 1.456 7,7 11.203
Tarwe, zomer Limburg (PV) 2022* 532 532 6,5 3.452
Gerst, winter Nederland 2022* 10.552 10.508 8,9 93.199
Gerst, winter Noord Nederland (LD) 2022* 2.874 2.864 8,8 25.143
Gerst, winter Oost Nederland (LD) 2022* 2.064 2.064 8,9 18.274
Gerst, winter West Nederland (LD) 2022* 2.665 2.643 9,5 25.047
Gerst, winter Zuid Nederland (LD) 2022* 2.950 2.938 8,4 24.734
Gerst, winter Groningen (PV) 2022* 1.962 1.962 9,2 18.086
Gerst, winter Fryslân (PV) 2022* 374 363 7,1 2.572
Gerst, winter Drenthe (PV) 2022* 538 538 8,3 4.486
Gerst, winter Overijssel (PV) 2022* 312 312 7,5 2.329
Gerst, winter Flevoland (PV) 2022* 910 910 10,2 9.305
Gerst, winter Gelderland (PV) 2022* 841 841 7,9 6.640
Gerst, winter Utrecht (PV) 2022* 29 29 9,4 272
Gerst, winter Noord-Holland (PV) 2022* 582 582 9,3 5.419
Gerst, winter Zuid-Holland (PV) 2022* 319 319 10,4 3.309
Gerst, winter Zeeland (PV) 2022* 1.734 1.712 9,4 16.047
Gerst, winter Noord-Brabant (PV) 2022* 1.247 1.235 8,1 9.978
Gerst, winter Limburg (PV) 2022* 1.703 1.703 8,7 14.757
Gerst, zomer Nederland 2022* 26.313 26.017 7,6 196.757
Gerst, zomer Noord Nederland (LD) 2022* 15.561 15.499 7,7 119.503
Gerst, zomer Oost Nederland (LD) 2022* 4.500 4.403 7,2 31.484
Gerst, zomer West Nederland (LD) 2022* 3.302 3.217 8,2 26.436
Gerst, zomer Zuid Nederland (LD) 2022* 2.949 2.898 6,7 19.334
Gerst, zomer Groningen (PV) 2022* 6.869 6.822 7,9 53.700
Gerst, zomer Fryslân (PV) 2022* 1.337 1.323 6,6 8.768
Gerst, zomer Drenthe (PV) 2022* 7.355 7.354 7,8 57.035
Gerst, zomer Overijssel (PV) 2022* 1.654 1.639 7,0 11.533
Gerst, zomer Flevoland (PV) 2022* 1.188 1.147 8,6 9.822
Gerst, zomer Gelderland (PV) 2022* 1.658 1.617 6,3 10.128
Gerst, zomer Utrecht (PV) 2022* 140 137 8,1 1.111
Gerst, zomer Noord-Holland (PV) 2022* 1.295 1.288 8,9 11.411
Gerst, zomer Zuid-Holland (PV) 2022* 384 310 8,9 2.753
Gerst, zomer Zeeland (PV) 2022* 1.483 1.482 7,5 11.162
Gerst, zomer Noord-Brabant (PV) 2022* 1.465 1.423 6,9 9.856
Gerst, zomer Limburg (PV) 2022* 1.484 1.476 6,4 9.478
Rogge Nederland 2022* 2.288 2.223 4,2 9.234
Rogge Noord Nederland (LD) 2022* 599 596 5,6 3.349
Rogge Oost Nederland (LD) 2022* 749 745 3,6 2.707
Rogge West Nederland (LD) 2022* 352 316 4,0 1.267
Rogge Zuid Nederland (LD) 2022* 588 566 3,4 1.911
Rogge Groningen (PV) 2022* 146 143 5,5 790
Rogge Fryslân (PV) 2022* 24 23 5,5 128
Rogge Drenthe (PV) 2022* 429 429 5,7 2.430
Rogge Overijssel (PV) 2022* 381 378 2,9 1.099
Rogge Flevoland (PV) 2022* 35 35 3,6 125
Rogge Gelderland (PV) 2022* 332 332 4,5 1.483
Rogge Utrecht (PV) 2022* 222 200 4,0 800
Rogge Noord-Holland (PV) 2022* 90 81 4,0 325
Rogge Zuid-Holland (PV) 2022* 29 26 4,0 104
Rogge Zeeland (PV) 2022* 10 9 4,0 38
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft per akkerbouwgewas informatie over de beteelde en de geoogste oppervlakte, de opbrengst per hectare en de totale opbrengst in een oogstjaar. De gegevens zijn beschikbaar voor Nederland totaal en per provincie.

Met het toepassen van vruchtwisseling voorkomt een akkerbouwer dat de grond uitgeput raakt. Jaarlijks wordt daarom een bouwplan opgesteld dat er voor zorgt dat niet jaar in, jaar uit op hetzelfde perceel hetzelfde gewas wordt verbouwd. Doorgaans bestaat het akkerbouwareaal uit een derde graan (vooral wintertarwe en zomergerst), een kwart aardappelen, een achtste suikerbieten en een tiende deel voor zowel akkerbouwgroenten (vooral uien), als groenvoedergewassen (vooral snijmaïs).

Om tot het cijfer voor de opbrengst te komen wordt eerst een voorlopige oogstraming gemaakt. Dat gebeurt in de maanden augustus tot en met oktober.

De cijfers van de definitieve oogstraming worden deels gepubliceerd eind januari en deels eind maart van het jaar na het oogstjaar.
Deze cijfers staan in deze tabel dan nog als voorlopig tot eind september in het jaar na het oogstjaar.

De opbrengsten per hectare zijn afgerond op 100 kilogram, de totale opbrengsten op 1000 kilogram.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1994.

Status van de cijfers
De cijfers tot en met 2021 zijn definitief. De cijfers van 2022 zijn voorlopig.

Wijziging per 31 januari 2023:
De voorlopige cijfers van 2022 zijn geactualiseerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De voorlopige ramingen worden voor de granen gepubliceerd eind september en voor alle gewassen gepubliceerd eind oktober van het oogstjaar. De cijfers van de definitieve oogstraming worden gepubliceerd eind januari en geactualiseerd eind maart van het jaar na het oogstjaar. Deze cijfers kunnen dan tot eind september nog worden gewijzigd.

Toelichting onderwerpen

Beteelde oppervlakte
Oppervlakte cultuurgrond in gebruik voor de teelt.
Geoogste oppervlakte
Bij de voorlopige raming is dit in principe gelijk aan de beteelde
oppervlakte. Echter op basis van informatie van experts over verwachte
misoogst kan ook bij de voorlopige raming al een inschatting van de
vermoedelijk niet-oogstbare oppervlakte worden gemaakt. In dit geval is de
geoogste oppervlakte kleiner dan de beteelde oppervlakte.
Bij de definitieve oogstraming is dit de oppervlakte waarvan al
geoogst is of naar verwachting nog geoogst zal worden. Dat is dus de
oppervlakte waarop daadwerkelijk productie heeft plaatsgevonden. Dit kan
door omstandigheden (bijvoorbeeld wateroverlast) minder zijn dan de
oorspronkelijk beteelde oppervlakte.
Bruto opbrengst per ha
Bij de bepaling van de opbrengst per hectare (de gemiddelde opbrengst)
wordt alleen gerekend met de hectares die daadwerkelijk geoogst zijn of
nog geoogst zullen worden. Hectares die beteeld waren maar waarvan de
opbrengst verloren is gegaan (bijvoorbeeld door wateroverlast) tellen dus
niet mee.
De opbrengsten van korrelmaïs en corn cob mix zijn berekend in de situatie
waarin deze geoogste gewassen 35 procent vocht zouden bevatten. Bij
snijmaïs is dit gewicht berekend bij een vochtgehalte van 65 procent.
De opbrengst van graan (tarwe, gerst, haver, rogge en triticale) wordt in
de voorlopige raming bepaald als het bruto gewicht van de geoogste
korrels. In de definitieve raming is dit het gewicht in de situatie
waarin elke korrel 16 procent vocht zou bevatten.
Toelichting:
Graan met 16 procent vocht (of minder) is zodanig droog dat het zonder
problemen bewaard kan worden. Meer vocht zou betekenen dat het graan
eerst gedroogd moet worden voordat het opgeslagen kan worden. Dat drogen
kost geld en de bedrijven zullen dus bij voorkeur oogsten bij 16 procent
vochtgehalte. Maar dat lukt niet altijd; in werkelijkheid kan het graan
meer vocht bevatten. Om toch tot een goede schatting te komen van de
daadwerkelijke 'droge' opbrengst worden alle individuele opgaven van de
opbrengsten per hectare (waarvan ook het werkelijke vochtgehalte bekend
is) omgerekend naar de situatie met 16 procent vocht in de korrels.
Totale bruto opbrengst
Tot de totale opbrengst (totale bruto productie) behoort alles wat
geoogst is of (vermoedelijk) geoogst gaat worden. Tot de totale opbrengst
behoort ook dat deel van de productie dat om bijzondere redenen niet
geschikt is voor zijn oorspronkelijke bestemming. Dit geldt echter alleen
als het nog wel voor andere normale bedrijfsdoeleinden kan worden
aangewend (bijv. aardappelen, die alleen nog voor veevoeder te gebruiken
zijn). Hierdoor is de totale bruto opbrengst niet gelijk aan de
handelsproductie.
De opbrengsten van korrelmaïs en corn cob mix zijn berekend in de
situatie waarin deze geoogste gewassen 35 procent vocht zouden bevatten.
Bij snijmaïs is dit gewicht berekend bij een vochtgehalte van 65 procent.
De opbrengst van graan (tarwe, gerst, haver, rogge en triticale) wordt in
de voorlopige raming bepaald als het bruto gewicht van de geoogste
korrels. In de definitieve raming is dit het gewicht in de situatie
waarin elke korrel 16 procent vocht zou bevatten.
Toelichting:
Graan met 16 procent vocht (of minder) is zodanig droog dat het zonder
problemen bewaard kan worden. Meer vocht zou betekenen dat het graan
eerst gedroogd moet worden voordat het opgeslagen kan worden. Dat drogen
kost geld en de bedrijven zullen dus bij voorkeur oogsten bij 16 procent
vochtgehalte. Maar dat lukt niet altijd; in werkelijkheid kan het graan
meer vocht bevatten. Om toch tot een goede schatting te komen van de
daadwerkelijke 'droge' opbrengst worden alle individuele opgaven van de
opbrengsten per hectare (waarvan ook het werkelijke vochtgehalte bekend
is) omgerekend naar de situatie met 16 procent vocht in de korrels.