Kerncijfers wijken en buurten 2009-2012

Kerncijfers wijken en buurten 2009-2012

Regio's Perioden Bevolking Bevolking naar leeftijdsgroep 65 jaar en ouder (%) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens totaal (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Eenpersoonshuishoudens (%) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens zonder kinderen (%) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens met kinderen (%) Bevolking Particuliere huishoudens Gemiddelde huishoudensgrootte (aantal) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishouden met laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishouden met hoog inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishouden met lage koopkracht (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Motorvoertuigen Personenauto's Personenauto's per huishouden (per huishouden)
Oudeschans 2012 28 50 43 45 12 1,8 x x x x 1,2
Oudeweg en Hoofdweg en Oostwolderweg 2012 6 55 18 33 49 2,8 x x x x 1,6
Veendam-Oude Ae 2012 17 1.610 35 31 34 2,2 56 6 12 13 1,0
Oudehaske 2012 14 765 22 35 43 2,5 29 23 x x 1,3
Verspreide huizen Oudehaske 2012 5 20 17 6 78 3,6 x x x x x
Oude Bildtdijk Sint Annaparochie 2012 14 80 30 25 44 2,4 x x x x 1,4
Oude Bildtdijk Sint Jacobiparochie 2012 14 220 40 27 32 2,2 48 16 x x 1,4
Oude Bildtzijl 2012 13 310 29 30 41 2,4 42 13 x x 1,2
Oude Bildtdijk Oude Bildtzijl 2012 16 40 22 45 32 2,2 x x x x x
Verspreide huizen Oude Bildtzijl 2012 6 25 21 29 50 2,8 x x x x x
ten Woude 2012
Oudeschoot 2012 19 640 27 35 39 2,4 45 11 x x 1,1
Oudehorne 2012 15 335 20 39 41 2,6 27 26 x x 1,5
Wijk 06 Oudehorne 2012
Oudehorne 2012
Wijk 15 Oudeschoot 2012
Oudeschoot 2012
Oudwoude 2012 13 255 24 29 47 2,6 36 18 x x 1,3
Verspreide huizen Oudwoude 2012 8 70 19 22 58 2,8 x x x x 1,5
Oude Leije 2012 12 115 34 26 39 2,4 44 14 x x 1,4
Luxwoude 2012 11 110 19 35 46 2,6 18 19 x x 1,7
Verspreide huizen Luxwoude 2012 15 55 11 39 51 3,0 x x x x 1,3
Siegerswoude 2012 11 290 13 33 54 2,9 23 26 x x 1,7
Wijnjewoude 2012 16 515 32 32 36 2,3 45 12 x x 1,2
Verspreide huizen Wijnjewoude-Oost 2012 10 75 26 33 41 2,6 x x x x 1,0
Verspreide huizen Wijnjewoude-West 2012 13 240 22 37 41 2,6 27 24 x x 1,6
Oudega 2012 15 660 22 35 43 2,6 33 17 x x 1,3
Oude Gasfabriek 2012 9 100 40 32 29 2,1 36 22 x x 1,1
Oude Molenbuurt 2012 31 1.155 54 31 15 1,6 65 5 14 15 0,7
Oude Grachtenpad 2012
Oude Schuttingskanaal 2012 16 40 33 31 36 2,3 x x x x x
Emmen-Oude Roswinkelerstraat 2012 31 645 41 37 22 1,9 40 19 x x 1,0
Oudegoedstraat 2012 10 595 37 29 34 2,2 41 19 x x 0,8
Oude Molen 2012 18 35 19 32 49 2,8 x x x x x
Stadhoudersmolen 2012 15 60 23 29 48 2,7 x x x x x
Buren-Oude Kern 2012 17 195 22 40 38 2,4 23 39 x x 1,3
Oude Binnenstad en Nieuwstad 2012 11 1.330 49 26 26 1,9 53 15 13 12 0,8
Oude Buitenwijken 2012 12 720 33 25 42 2,4 38 19 x x 1,0
De oude Stad binnen de gracht 2012 32 1.305 41 37 22 2,0 44 21 x 10 1,0
Verspreide huizen IJssel en Oude IJssel 2012 x 5 x x x x x x x x x
Oude Apeldoornseweg en omgeving 2012 16 250 26 31 43 2,5 33 21 x x 1,4
Oude Stad Binnenstad 2012 10 1.580 83 12 5 1,3 58 10 x x 0,3
Oudelaan 2012 28 65 28 43 28 2,2 x x x x 1,1
Abcoude 2012
Abcoude 2012
Oude-Oosterhei 2012 14 955 33 29 38 2,3 33 27 x x 1,1
Oude Dorp 2012 22 805 32 32 36 2,3 30 31 x x 1,0
Renswoude 2012 12 1.740 22 31 48 2,8 28 27 x x 1,4
Renswoude 2012 13 1.290 24 30 46 2,7 31 22 x x 1,4
Bedrijvengebied Oudenrijn 2012 21 80 32 33 35 2,4 x x x x x
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens op regionaal niveau van gemeenten, wijken en buurten.

Gegevens beschikbaar: van 2009 tot en met 2012.

Status van de cijfers
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per 31 maart 2016
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
Bevolking naar leeftijdsgroep
65 jaar en ouder
Aantal inwoners dat op 1 januari 65 jaar of ouder is, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal inwoners. Dit gegeven is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Het percentage is vermeld bij 50 of meer inwoners per buurt.
Particuliere huishoudens
Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte zijn gehuisvest en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien. Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen, echtparen met kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens). De institutionele huishoudens worden hiertoe niet gerekend.
Huishoudens totaal
Het aantal particuliere huishoudens is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). De cijfers zijn tot en met het jaar 2009 afgerond op tientallen. Vanaf het jaar 2010 zijn ze afgerond op vijftallen.
Eenpersoonshuishoudens
Het aantal huishoudens met één persoon, die ouder is dan 14 jaar uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal particuliere huishoudens. Het aandeel eenpersoonshuishoudens is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Het percentage is opgenomen indien er 10 of meer huishoudens in de buurt voorkomen.
Huishoudens zonder kinderen
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren zonder kinderen, echtparen zonder kinderen en overige huishoudens. Het aandeel huishoudens zonder kinderen is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke
Basisadministratie (GBA).
Het percentage is opgenomen indien er 10 of meer huishoudens in de buurt voorkomen.
Huishoudens met kinderen
Meerpersoonshuishoudens met kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen met kinderen en eenouderhuishoudens. Het aandeel huishoudens met kinderen is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Het percentage is opgenomen indien er 10 of meer huishoudens in de buurt voorkomen.
Gemiddelde huishoudensgrootte
Dit gemiddelde is berekend als het aantal in particuliere huishoudens levende personen gedeeld door het aantal particuliere huishoudens. De gemiddelde huishoudensgrootte is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Het gemiddelde is opgenomen indien er 10 of meer huishoudens in de buurt voorkomen.
Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen met een geheel jaar inkomen en het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens.
De gegevens (met uitzondering van het aandeel pensioenontvangers) komen uit het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) van het voorgaande jaar. De cijfers gepubliceerd in 2010 zijn afkomstig uit RIO2009 en hebben dus betrekking op het inkomen over 2009. Het RIO is een zeer grote steekproef van ca. 2 miljoen huishoudens, zodat bij uitkomsten over kleine gebieden een grote onnauwkeurigheid voor kan komen.

Het Regionaal Inkomensonderzoek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (GBA).
Het GBA is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van huishoudens
Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
.
Van de bevolking in particuliere huishoudens is een aantal groepen niet naar hoogte van inkomen ingedeeld. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen.
De doelpopulatie bestaat dan ook uit (personen in) particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) 52 weken inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.
Huishouden met laag inkomen
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen in drie groepen.
De indeling vindt plaats nadat alle particuliere huishoudens zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Bij de laagste 40-procent-groep worden de eerste (laagste) veertig procent huishoudens ingeteld met een besteedbaar inkomen tot maximaal 25 100 euro.
Het percentage is vermeld bij minimaal 70 particuiliere huishoudens per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 particuliere huishoudens per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Huishouden met hoog inkomen
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen in drie groepen.
De indeling vindt plaats nadat alle particuliere huishoudens zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. In de hoogste 20-procent-groep worden de huishoudens ingeteld behorend tot de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen (hoger dan 46 500 euro).
Het percentage is vermeld bij minimaal 70 particuliere huishoudens per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 particuliere huishoudens per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Huishouden met lage koopkracht
Een inkomen dat, omgerekend naar een inkomen van een alleenstaande, een lagere koopkracht
vertegenwoordigt dan een bedrag van 9 259 euro in prijzen van 2000. Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen. Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9 250 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was. Het percentage is vermeld bij minimaal 70 huishoudens behorende tot de doelpopulatie per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 huishoudens per buurt.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, moet aan de hand van de regelgeving worden vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het percentage is vermeld bij minimaal 70 huishoudens behorende tot de doelpopulatie per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 huishoudens per buurt.
Motorvoertuigen
De motorvoertuigen betreffen personenauto's, bedrijfsauto's en motortweewielers op 1 januari. Aanhangwagens en opleggers zijn niet meegerekend.
De gegevens zijn ontleend aan de Statistiek van de Motorvoertuigen en zijn gebaseerd op de kentekenregistratie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Met behulp van deze registratie zijn tellingen gemaakt van alle voertuigen met actuele, houderschapsplichtige kentekens die op 1 januari in het kentekenbestand voorkomen.
Het aantal geregistreerde motorvoertuigen is inclusief voertuigen van lease- en verhuurbedrijven. Deze motorvoertuigen staan geregistreerd op het adres van het lease- of verhuurbedrijf. De motorvoertuigen die staan ingeschreven op postbusadressen zijn niet meegeteld bij de aantallen van de wijken en buurten, maar wel in de gemeentelijke totalen. De wijken en buurten tellen daarom niet altijd op tot gemeenten.


Personenauto's
Personenauto's per huishouden
Het aantal personenauto's per (particulier) huishouden op 1 januari.
De personenauto's worden regionaal ingedeeld met behulp van de kentekenregistratie. Personenauto's die geregistreerd staan op het adres van het lease- of verhuurbedrijf vertekenen daarom de autodichtheid per huishouden.
Het aantal personenauto's per huishouden is vermeld bij minimaal 50 huishoudens en bij een waarde van maximaal 2,5 personenauto's per huishouden.