Overheidssaldo en overheidsschuld 1990-2010

Overheidssaldo en overheidsschuld 1990-2010

Overheid; naar subsector Perioden Overheidssaldo in percentage BBP (in % van bbp) Overheidssaldo in absolute waarde (mln euro) Overheidsschuld in percentage BBP (in % van bbp) Overheidsschuld in absolute waarde Totale overheidsschuld (mln euro)
Totale overheid 1990 -5,3 -12.962 76,9 187.345
Totale overheid 1995 -9,2 -28.137 76,1 232.232
Totale overheid 2000 2,0 8.244 53,8 224.767
Totale overheid 2005 -0,3 -1.359 51,8 266.060
Totale overheid 2007 0,2 1.048 45,3 258.982
Totale overheid 2008** 0,6 3.389 58,2 347.065
Totale overheid 2009* -5,5 -31.318 60,8 347.610
Totale overheid 2010* -5,4 -31.979 62,7 371.028
Centrale overheid 1990 -5,2 -12.644 . .
Centrale overheid 1995 -8,4 -25.748 60,9 185.830
Centrale overheid 2000 0,4 1.656 47,0 196.637
Centrale overheid 2005 0,1 268 45,7 234.477
Centrale overheid 2007 0,5 2.832 39,9 227.983
Centrale overheid 2008** 0,5 2.703 52,0 310.015
Centrale overheid 2009* -3,4 -19.668 52,7 301.656
Centrale overheid 2010* -4,3 -25.224 54,7 323.499
Lokale overheid 1990 0,1 199 . .
Lokale overheid 1995 0,0 34 14,4 43.981
Lokale overheid 2000 0,0 63 9,0 37.604
Lokale overheid 2005 -0,2 -874 7,7 39.317
Lokale overheid 2007 -0,2 -1.158 6,8 38.706
Lokale overheid 2008** -0,4 -2.634 7,0 41.662
Lokale overheid 2009* -0,6 -3.456 7,4 42.438
Lokale overheid 2010* -0,8 -4.651 7,5 44.240
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 1990 -0,2 -517 . .
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 1995 -0,8 -2.423 0,8 2.421
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 2000 1,6 6.525 -2,3 -9.474
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 2005 -0,1 -753 -1,5 -7.734
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 2007 -0,1 -626 -1,3 -7.707
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 2008** 0,6 3.320 -0,8 -4.612
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 2009* -1,4 -8.194 0,6 3.516
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 2010* -0,4 -2.104 0,6 3.289
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel toont de ontwikkeling van het saldo en de schuld van de
overheid (ook wel EMU-saldo respectievelijk EMU-schuld genoemd) in
Nederland. In deze tabel worden de jaarramingen gegeven van de overheid,
opgesplitst naar de bijdrage per subsector van de overheid. De
overheidsschuld wordt gespecificeerd naar schuldtitel: chartaal geld,
kortlopende waardepapieren, obligaties, kortlopende leningen, langlopende
leningen.

Het overheidssaldo en de overheidsschuld zijn binnen de Europese Unie de
belangrijkste indicatoren voor de gezondheid van de overheidsfinanciën. In
het Verdrag van Maastricht en het daaruit voortvloeiende Groei- en
Stabiliteitspact is vastgelegd dat de lidstaten elk half jaar de gegevens
over het saldo en de schuld van hun overheid moeten rapporteren aan de
Europese Commissie. Hierbij is bepaald dat een tekort niet meer dan 3
procent van het bruto binnenlands product (bbp) mag bedragen en de schuld
niet meer dan 60 procent van het bbp. Indien de normen overschreden worden
en hier geen bijzondere omstandigheden aan ten grondslag liggen, kan de
Europese Commissie sancties opleggen. De cijfers sluiten aan bij het
stelsel van de Nationale Rekeningen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1990
Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers
De cijfers vanaf 1990 zijn definitief. De drie meest recente jaren hebben
nog een (nader) voorlopig karakter.

Wijzigingen per 31 maart 2011:
De voorlopige cijfers voor 2010 zijn opgenomen.
De tabel EMU-saldo en -schuld, nationaal is aangepast. De manier waarop de
bijdrage aan de schuld per subsector van de overheid werd berekend, is
veranderd. Dit is gedaan om aan te sluiten bij de methode die Eurostat
hanteert. Dit reflecteert beter de bijdrage per subsector aan de
overheidsschuld. Hierdoor wijzigen de bedragen per subsector. De
geconsolideerde overheidsschuld verandert hierdoor niet.
Bij de geconsolideerde schuld tellen de schulden en vorderingen tussen
overheden onderling niet mee in de schuld van de totale overheid. Voor de
subsectoren van de overheid wordt in deze tabel de bijdrage aan de
geconsolideerde overheidsschuld weergegeven. De bijdrage van een subsector
van de overheid aan de totale overheidsschuld is gelijk aan alle schulden
van deze subsector minus de vorderingen op de andere overheidslagen.
Hierdoor tellen de in deze publicatie gepresenteerde schuldcijfers van de
subsectoren op tot de schuld van de gehele overheid.
In de oude berekening van de bijdrage per subsector is een ander
uitgangspunt voor de consolidatie gebruikt. Daarbij telde alleen de schuld
aan sectoren buiten de overheid mee aan de bijdrage van elke subsector.
Hierdoor werd, bijvoorbeeld, de schuldbijdrage van de sociale
verzekeringsinstellingen verkeerd geschat. In 2009 neemt de schuldbijdrage
van de sociale verzekeringsinstellingen door deze methode toe en die van
de centrale overheid af. Andere jaren juist omgekeerd. Dit komt doordat de
sociale verzekeringsinstellingen bij het Rijk lenen. Het Rijk moet dit
bedrag weer lenen bij andere sectoren. In de oude opzet telde deze schuld
mee als schuldbijdrage van het Rijk. In de nieuwe opzet als schuldbijdrage
van de sociale verzekeringsinstellingen.
Naast de methodewijziging voor de schuldbijdrage zijn de termen EMU-saldo
en -schuld vervangen door de termen overheidssaldo en -schuld.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Overheidssaldo in percentage BBP
Het overheidssaldo als percentage van het bruto binnenlands product. Dit
saldo is het vorderingensaldo van de overheid zoals gedefinieerd in de
nationale rekeningen (het verschil tussen de lopende ontvangsten en de
kapitaalontvangsten en de lopende uitgaven en kapitaaluitgaven van de
overheid) plus het rentevoordeel (of min het rentenadeel) dat de overheid
heeft uit door haar afgesloten renteswaps. Het overheidssaldo (ook wel
EMU-saldo genoemd) is één van de onderdelen van het Groei- en
Stabiliteitspact. EMU staat voor Economische en Monetaire Unie.
Overheidssaldo in absolute waarde
Het vorderingensaldo van de overheid zoals gedefinieerd in de nationale
rekeningen (het verschil tussen de lopende ontvangsten en de
kapitaalontvangsten en de lopende uitgaven en kapitaaluitgaven van de
overheid) plus het rentevoordeel (of min het rentenadeel) dat de overheid
heeft uit door haar afgesloten renteswaps. Het overheidssaldo (ook wel
EMU-saldo genoemd) is één van de onderdelen van het Groei- en
Stabiliteitspact.
Een + = overschot en een - = tekort. EMU staat voor Economische en
Monetaire Unie.
Overheidsschuld in percentage BBP
De overheidsschuld als percentage van het bruto binnenlands product (bbp).
Deze schuld is de geconsolideerde schuld van de overheid (gewaardeerd
tegen de nominale waarde) exclusief de transitorische schuld en de schuld
op de titel financiële derivaten. Geconsolideerd betekent dat de
schuldverhoudingen binnen de overheid zelf niet worden meegerekend. Door
het verschil in waarderingsgrondslag is de som van de schuldtitels van de
overheidsschuld (nominaal) niet gelijk aan de som van de schuldtitels in
de nationale rekeningen (marktwaarde). De schuld bestaat uit de titels:
chartaal geld, kortlopende waardepapieren, obligaties, kortlopende
leningen en langlopende leningen. De overheidsschuld (ook wel EMU-schuld
genoemd) is één van de onderdelen van het Groei- en Stabiliteitspact.
EMU staat voor Economische en Monetaire Unie.
Overheidsschuld in absolute waarde
De geconsolideerde schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de nominale
waarde) exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel
financiële derivaten. Geconsolideerd betekent dat de schuldverhoudingen
binnen de overheid zelf niet worden meegerekend. Door het verschil in
waarderingsgrondslag is de som van de schuldtitels van de overheidsschuld
(nominaal) niet gelijk aan de som van de schuldtitels in de nationale
rekeningen (marktwaarde). De schuld bestaat uit de titels: chartaal geld,
kortlopende waardepapieren, obligaties, kortlopende leningen en
langlopende leningen. De overheidsschuld (ook wel EMU-schuld genoemd) is
één van de onderdelen van het Groei- en Stabiliteitspact. EMU staat voor
Economische en Monetaire Unie.
Totale overheidsschuld
De geconsolideerde schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de nominale
waarde) exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel
financiële derivaten. Geconsolideerd betekent dat de schuldverhoudingen
binnen de overheid zelf niet worden meegerekend. Door het verschil in
waarderingsgrondslag is de som van de schuldtitels van de overheidsschuld
(nominaal) niet gelijk aan de som van de schuldtitels in de
nationale rekeningen (marktwaarde). De schuld bestaat uit de titels:
chartaal geld, kortlopende waardepapieren, obligaties, kortlopende
leningen en langlopende leningen. De overheidsschuld (ook wel EMU-schuld
genoemd) is één van de onderdelen van het Groei- en Stabiliteitspact.
EMU staat voor Economische en Monetaire Unie.