Weidegang van melkvee; weidegebied 1997-2015

Weidegang van melkvee; weidegebied 1997-2015

Regio's Perioden Weidegang melkgevende melkkoeien Geen weidegang (%) Weidegang melkgevende melkkoeien Wel weidegang (%) Weidegang melkgevende melkkoeien Weidegang (in weideweken) naar vorm Weidegang dag en nacht (%) Weidegang melkgevende melkkoeien Weidegang (in weideweken) naar vorm Weidegang alleen overdag (%) Weidegang melkgevende melkkoeien Gemiddeld aantal uren weidegang overdag (uur) Gemiddeld aantal dagen weidegang jongvee Vrouwelijk jongvee tot 1 jaar (dagen) Gemiddeld aantal dagen weidegang jongvee Vrouwelijk jongvee 1 jaar en ouder (dagen)
Nederland 2008 21 79 48 52 8 62 142
Nederland 2009 24 76 29 71 . . .
Nederland 2010 26 74 27 73 . . .
Nederland 2011 29 71 25 75 . 50 112
Nederland 2012 30 70 24 76 . 47 108
Nederland 2015 35 65 20 80 . . .
Noordelijk weidegebied 2008 20 80 53 47 8 69 140
Noordelijk weidegebied 2009 23 77 31 69 . . .
Noordelijk weidegebied 2010 24 76 29 71 . . .
Noordelijk weidegebied 2011 28 72 25 75 . 53 102
Noordelijk weidegebied 2012 28 72 24 76 . 50 99
Noordelijk weidegebied 2015 33 67 20 80 . . .
Oostelijk en centraal veehouderijgebied 2008 18 82 35 65 8 59 150
Oostelijk en centraal veehouderijgebied 2009 22 78 14 86 . . .
Oostelijk en centraal veehouderijgebied 2010 25 75 12 88 . . .
Oostelijk en centraal veehouderijgebied 2011 28 72 11 89 . 54 120
Oostelijk en centraal veehouderijgebied 2012 29 71 11 89 . 51 116
Oostelijk en centraal veehouderijgebied 2015 34 66 10 90 . . .
Westelijk weidegebied 2008 8 92 73 27 9 90 161
Westelijk weidegebied 2009 9 91 53 47 . . .
Westelijk weidegebied 2010 8 92 50 50 . . .
Westelijk weidegebied 2011 10 90 46 54 . 80 143
Westelijk weidegebied 2012 10 90 44 56 . 80 141
Westelijk weidegebied 2015 11 89 34 66 . . .
Zuidelijk weidegebied 2008 30 70 34 66 7 37 124
Zuidelijk weidegebied 2009 38 62 15 85 . . .
Zuidelijk weidegebied 2010 41 59 14 86 . . .
Zuidelijk weidegebied 2011 46 54 13 87 . 23 99
Zuidelijk weidegebied 2012 48 52 12 88 . 20 94
Zuidelijk weidegebied 2015 55 45 11 89 . . .
Overig Nederland 2008 27 73 55 45 8 60 133
Overig Nederland 2009 28 72 33 67 . . .
Overig Nederland 2010 30 70 33 67 . . .
Overig Nederland 2011 34 66 30 70 . 46 105
Overig Nederland 2012 35 65 29 71 . 43 101
Overig Nederland 2015 40 60 23 77 . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft de percentages weer van melkgevende melkkoeien die gedurende het weideseizoen wel of geen weidegang is aangeboden. Van de categorie ‘wel weidegang’ wordt tevens aangegeven hoe de weidegang is verdeeld over de vormen waarop deze is aangeboden: ‘weidegang dag en nacht’ en ‘weidegang alleen overdag’. In de Landbouwtelling is gevraagd (zie hieronder 4.) naar het aantal weken dat deze vormen van weidegang zijn aangeboden. De aantallen weken worden vermenigvuldigd met de betreffende aantallen melkgevende melkkoeien. De aantallen weideweken die hieruit volgen worden vervolgens naar percentages omgerekend.
Individuele koeien kunnen in één seizoen zowel een aantal weken weidegang dag en nacht als een aantal weken weidegang alleen overdag aangeboden krijgen. Deze worden apart in de berekening van het aantal weideweken meegenomen.
Vanaf 2009 zijn de cijfers over het aantal uren weidegang niet meer voor elk afzonderlijk jaar beschikbaar. Dat komt doordat vanaf 2009 deze gegevens afkomstig zijn uit de Landbouwtelling en deze vraag in de Landbouwtelling niet elk jaar wordt gesteld.

Jongvee zal in het weideseizoen, indien weidegang wordt aangeboden, meestal dag en nacht buiten blijven. Daarom wordt van het jongvee niet de verdeling naar soort weidegang weergegeven, maar het totaal aantal weidedagen. De cijfers over het aantal dagen weidegang van jongvee zijn voor 2008 en volgende jaren niet vergelijkbaar met die van eerdere jaren. Tot en met 2007 werd het gemiddeld aantal dagen weidegang berekend over alleen de dieren met weidegang. Vanaf 2008 wordt het gemiddelde berekend over alle jongvee (met en zonder weidegang). Daardoor komt het cijfer een stuk lager uit. Met het opnemen van het onderwerp weidegang in de Landbouwtelling is de vraagstelling over jongvee niet als vast onderdeel in het onderzoek opgenomen.

De informatie in deze tabel geeft, samen met cijfers over de omvang van de rundveestapel, een beeld van de ontwikkeling van het aantal 'melkkoeien in de wei'.
In deze tabel staan de gegevens voor Nederland totaal en voor een aantal weidegebieden.

Gegevens beschikbaar van 1997 tot en met 2015 .

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 25 april 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet .

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel wordt opgevolgd door Weidegang van melkvee, naar GVE-klasse en regio. Voor nieuwe cijfers over Weidegang van melkvee zie de links in paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Weidegang melkgevende melkkoeien
Het aandeel van de melkgevende melkkoeien dat wel of niet is geweid.
Nadat de koe een kalf heeft gekregen, gaat ze melk produceren. Dit doet ze meestal 305 dagen per jaar. In doorsnee is een koe na ongeveer vier jaar uitgemolken en wordt ze naar de slachterij gebracht.
Geen weidegang
Het aandeel van de melkgevende melkkoeien dat het hele jaar op stal staat.
Weidegang is niet altijd even doelmatig voor de bedrijfsvoering. Verspreid liggende percelen, weersomstandigheden, tijd en extra kosten spelen een rol voor de veehouder bij de afweging om de koeien al of niet op stal te houden.
Wel weidegang
Het aandeel van de melkgevende melkkoeien dat enige vorm van weidegang heeft gehad.
Weidegang is niet altijd even doelmatig voor de bedrijfsvoering. Verspreid liggende percelen, weersomstandigheden, tijd en extra kosten spelen een rol voor de veehouder bij de afweging om de koeien al of niet op stal te houden.

Weidegang (in weideweken) naar vorm
Bij de verdeling over de typen weidegang gaat men uit van het totaal aantal 'koe-weideweken': het totaal aantal melkgevende koeien wordt vermenigvuldigd met het aantal weken dat het weideseizoen in het betreffende jaar duurt. Individuele koeien kunnen in één seizoen zowel een aantal weken weidegang dag en nacht als een aantal weken weidegang alleen overdag aangeboden krijgen. Deze worden apart in de berekening van het aantal koeweken meegenomen
Weidegang dag en nacht
Op grond van de bedrijfsvoering kan de veehouder besluiten om de koeien dag en nacht te weiden. De koeien staan dan alleen tijdens de melkbeurten op stal.

Weidegang alleen overdag
Op grond van de bedrijfsvoering kan de veehouder besluiten om de koeien alleen overdag te weiden.
Gemiddeld aantal uren weidegang overdag
Weidegang van melkgevende melkkoeien die alleen overdag weidegang krijgen aangeboden. Hoe lang de koeien buiten blijven zal in grote mate afhangen van het voedingsgehalte en de beschikbaarheid van voldoende gras(land).

Vanaf 2009 zijn de cijfers over het aantal uren weidegang niet meer voor elk afzonderlijk jaar beschikbaar. Dat komt doordat vanaf 2009 deze gegevens afkomstig zijn uit de Landbouwtelling en deze vraag in de Landbouwtelling niet elk jaar wordt gesteld.
Gemiddeld aantal dagen weidegang jongvee
Jongvee wordt niet naar binnen gehaald om te melken. De weidegang van deze dieren zal in hoofdzaak dag- en nachtbeweiding betreffen.
De cijfers over 2008 en volgende jaren zijn niet vergelijkbaar met die van eerdere jaren. Tot en met 2007 werd het gemiddeld aantal dagen weidegang berekend over alleen de dieren met weidegang. Vanaf 2008 wordt het gemiddelde berekend over alle jongvee (met en zonder weidegang). Daardoor komt het cijfer een stuk lager uit.
Vrouwelijk jongvee tot 1 jaar
Koeien jonger dan één jaar die bestemd zijn voor de melkproductie.
Vrouwelijk jongvee 1 jaar en ouder
Koeien van één jaar en ouder (meestal jonger dan twee jaar) voor de
melkproductie.