Bodemgebruik; uitgebreide gebruiksvorm, per gemeente

Bodemgebruik; uitgebreide gebruiksvorm, per gemeente

Regio's Perioden Totale oppervlakte (ha) Verkeersterrein Totaal verkeersterrein (ha) Verkeersterrein Spoorterrein (ha) Verkeersterrein Wegverkeersterrein (ha) Verkeersterrein Vliegveld (ha) Bebouwd terrein Totaal bebouwd terrein (ha) Bebouwd terrein Woonterrein (ha) Bebouwd terrein Terrein voor detailhandel en horeca (ha) Bebouwd terrein Terrein voor openbare voorzieningen (ha) Bebouwd terrein Terrein voor sociaal-culturele voorz. (ha)
Berg en Dal 2017 9.331 201 12 189 0 850 654 16 7 80
Bergambacht 2017
Bergeijk 2017 10.175 164 0 164 0 619 494 4 2 5
Bergen (L.) 2017 10.850 208 0 208 0 343 277 9 2 2
Bergen (NH.) 2017 12.023 185 0 185 0 780 663 29 8 53
Bergen op Zoom 2017 9.313 333 25 308 0 1.566 937 56 26 78
Bergeyk 2017
Bergh 2017
Bergschenhoek 2017
Dalen 2017
Dalfsen 2017 16.652 528 24 484 20 682 483 21 4 6
Driebergen-Rijsenburg 2017
Eibergen 2017
Geertruidenberg 2017 2.964 132 0 132 0 709 347 18 62 22
Gramsbergen 2017
Haaksbergen 2017 10.550 242 8 235 0 606 406 23 5 13
Halderberge 2017 7.521 336 29 298 10 818 498 22 6 30
Hardenberg 2017 31.715 938 41 897 0 1.681 1.033 49 18 101
Huijbergen 2017
Leudal 2017 16.491 515 25 489 0 1.171 826 12 37 75
Nederhorst den Berg 2017
Rijsbergen 2017
Roerdalen 2017 8.879 210 18 193 0 630 509 14 2 32
Steenbergen 2017 15.914 458 0 458 0 661 381 11 39 3
Tubbergen 2017 14.744 335 0 335 0 463 301 17 4 5
Ubbergen 2017
Woudenberg 2017 3.682 103 10 93 0 257 173 8 5 12
Zevenbergen 2017
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel heeft als doel inzicht te verschaffen in het gebruik van de beschikbare ruimte van Nederland en in de veranderingen die zich daarin voordoen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1996

Status van de cijfers:
De gegevens zijn definitief

Wijzigingen per 26 april 2023:
Cijfers van het bodemgebruik 2017 zijn toegevoegd.

Reeds eerder gepubliceerde peiljaren in deze tabel worden nooit herzien op basis van correcties die bij de productie van een nieuw Bestand Bodemgebruik worden vastgesteld. Bij dergelijke correcties gaat het om herstelde fouten en verbeterde interpretaties op basis van nieuwe bronnen. Dit gecorrigeerde bodemgebruik wordt wel vastgelegd in het BBG-mutatiebestand, een digitale kaart die deel uitmaakt van elke publicatie van het Bestand Bodemgebruik. Zie de webpagina Bestand Bodemgebruik (paragraaf 3) voor een nadere toelichting op gecorrigeerd bodemgebruik en beschikbare publicaties.

Met ingang van verslagjaar 2016 worden er door CBS geen gegevens meer gepubliceerd over grootstedelijke agglomeraties en stadsgewesten. Door diverse maatschappelijke ontwikkelingen zijn de filosofie en methode die ten grondslag liggen aan de afbakening niet langer actueel. Daarnaast blijkt dat andere instanties, afhankelijk van het toepassingsgebied, een afwijkende indeling van grootstedelijke agglomeraties en stadsgewesten hanteren, waardoor er niet meer gesproken kan worden van één standaard.
De grootstedelijke agglomeraties en stadsgewesten worden vanaf verslagjaar 2015 niet meer gepubliceerd als standaard regionale indeling.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel wordt na toevoeging van de gegevens voor peiljaar 2017 stopgezet.

De methodiek van het Bestand Bodemgebruik wordt vernieuwd. Zie voor meer informatie over de vernieuwing van het Bestand Bodemgebruik en de beschikbaarheid van gegevens volgens deze vernieuwde methodiek de webpagina Bestand Bodemgebruik.

Toelichting onderwerpen

Totale oppervlakte
Totale oppervlakte van Nederland.
Verkeersterrein
Terrein in gebruik voor spoor-, weg- en luchtverkeer.
Totaal verkeersterrein
Totale oppervlakte van de hoofdgroep 'Verkeersterrein'.
Spoorterrein
Terrein in gebruik voor vervoer en transport per rail.

Tot spoorterrein wordt gerekend:
- spoorweg, tot de voet van de spoordijk, bij een ingesneden baan inclusief de taluds;
- doodlopend zijspoor naar bedrijfsterrein;
- rangeerterrein;
- spoorwegemplacement inclusief stationsgebouwen en bijbehorende parkeerterreinen.

Niet tot spoorterrein wordt gerekend:
- smalspoor, dit wordt gerekend tot de aangrenzende vorm van grondgebruik
Wegverkeersterrein
Terrein in gebruik voor vervoer en transport over het hoofdwegennetwerk.

Tot wegverkeersterrein wordt gerekend:
- wegen die volgens de TOP10vector specificatie de functie van vervoersader hebben (aaneensluitingen van de TOP10Vectorcodes: 200, 208, 210, 220, 230, 234, 240, 244, 250, 280, 287, 290, 300, 310, 314, 320,324, 330, 334);
- groen in aansluitingen van wegen en binnen klaverbladen;
- parkeerplaats;
- busstation;
- benzinestation;
- opslagplaats van onder andere Rijks- en Provinciale Waterstaat voor onderhoud.

Niet tot wegverkeersterrein wordt gerekend:
- ingesloten groen groter dan 1 ha in gebruik als landbouwgrond of bos;
- ingesloten water groter dan 1 ha;
- hoofdweg in aanbouw.

Ondergrens: Geen, moet echter wel deel uitmaken van het wegennetwerk.
Vliegveld
Terrein in gebruik voor vervoer en transport door de lucht.

Tot vliegveld wordt gerekend:
- Verharde en onverharde start- en rolbanen;
- bijbehorende gebouwen en parkeerterreinen.

Niet tot vliegveld wordt gerekend:
- onverharde grond binnen de omheining van het vliegveld (geen start- of rolbaan);
- bij het vliegveld gelegen terrein(en) met dienstverlenende bedrijven.

Tot en met 2015 zijn onverharde delen van vliegvelden zonder directe functie voor het vliegverkeer (zoals gras- en heidebegroeiing in de nabijheid van start- en landingsbanen) hierbij niet inbegrepen. Met ingang van 2017 worden dergelijke onverharde delen echter wel tot de categorie vliegveld gerekend indien ze actief gebruikt worden als start- of landingsterrein (of bijbehorende opstelplaats), zoals bijvoorbeeld bij zweefvliegterreinen het geval is.
Bebouwd terrein
Terrein in gebruik voor wonen, werken, winkelen, uitgaan, cultuur en openbare voorzieningen.
Totaal bebouwd terrein
Totale oppervlakte van de hoofdgroep 'Bebouwd terrein'.
Woonterrein
Terrein dat voornamelijk voor het wonen bestemd is, inclusief primaire woonvoorzieningen.

Tot woonterrein worden gerekend:
- terrein met bestemming wonen;
- primaire voorzieningen als (buurt)winkels, scholen voor kleuter- en basisonderwijs;
- bijkantoren van onder andere banken;
- groenvoorziening kleiner dan 1 hectare;
- straten en parkeerplaatsen;
- erven, tuinen;
- trapveldjes en speelplaatsen;
- woonwagenkamp (exclusief wrakkenopslagplaatsen > 0,1 hectare).

Wanneer woonwijken in bos zijn gelegen, wordt het gehele terrein als woongebied aangemerkt indien er van een stratenpatroon sprake is.
Terrein voor detailhandel en horeca
Terrein in gebruik voor geconcentreerde detailhandel en horeca-activiteiten.

Tot terrein voor detailhandel en horeca wordt gerekend:
- winkelcentrum, veelal gelegen in en/of aan voetgangersgebied (ook al wordt daarboven gewoond);
- goederenmarkt;
- terrein met bedrijven in de horecasector;
- bijbehorende parkeerterreinen
Terrein voor openbare voorzieningen
Terrein in gebruik voor het algemeen nut, zoals gemeentehuizen, politiebureaus en nutsbedrijven.
Tot terrein voor openbare voorziening wordt gerekend:
- ministerie;
- gemeentehuis (stadskantoor), kantoor openbare werken enzovoort;
- grenskantoor (douane enzovoort);
- provinciehuis;
- politiebureau, brandweerkazerne, rechtbank, gevangenis;
- nutsbedrijf (gas, water, elektriciteit, stadsverwarming en centrale antenne-inrichtingen) inclusief het daarbij behorende terrein;
- waterzuiveringsinstallatie en vuilverbrandingsinstallatie, evenals de opslagplaatsen;
- opslagterrein ten behoeve van Rijk, Provincie en Gemeente, met uitzondering van opslagterrein voor het onderhoud van wegen;
- militair object, zoals munitiedepot, kazerne, mobilisatiecomplex, radarpost en schietbaan;
- fort (voormalig)
- bijbehorende parkeerterreinen en bos- of heesterstroken.

Openbare voorzieningen worden in de topografische kaart in de regel met een afrastering afgebakend. Als begrenzing van een object wordt dan de afrastering aangehouden.
Terrein voor sociaal-culturele voorz.
Terrein in gebruik voor sociale en culturele voorzieningen zoals ziekenhuizen, universiteiten en musea.

Tot terrein voor sociaal-culturele voorziening wordt gerekend:
- onderwijsinstelling voor het voortgezet en hoger onderwijs;
- internaat;
- conferentieoord;
- ziekenhuis, sanatorium, verpleeghuis, psychiatrisch ziekenhuis, inrichting voor zwakzinnigen en dergelijke;
- kerk, klooster, museum (ook voor het publiek toegankelijke kastelen), exclusief openluchtmuseum;
- schouwburg, bioscoop, concert- en congresgebouw;
- cultureel centrum;
- wijkgebouw, verenigingsgebouw, jeugdsociëteit;
- sociale werkplaats;
- bijbehorende parkeerplaatsen, tuinen en bos- of heesterstroken.

Sociaal-culturele voorzieningen worden in de topografische kaart soms met een afrastering afgebakend.
Als begrenzing van een object wordt dan de afrastering aangehouden.